Gemeenteblad van Roerdalen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roerdalen | Gemeenteblad 2019, 319425 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roerdalen | Gemeenteblad 2019, 319425 | Verordeningen |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen houdende regels omtrent subsidie voor peuterprogramma’s (Nadere regels peuterprogramma gemeente Roerdalen 2020)
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Eisen aan aanvrager en aanvraag
Artikel 6 Bij de aanvraag te overleggen gegevens
De aanvrager dient bij de aanvraag de navolgende bescheiden te overleggen:
per locatie, een overzicht van peuters welke in het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar van de aanvraag aan het peuterprogramma, hebben deelgenomen, met vermelding van uniek registratienummer, cijfers postcode, woonplaats, geboortemaand en -jaar, datum inkomensverklaring, datum start deelname peuterprogramma en (voor zover van toepassing) datum beëindiging deelname peuterprogramma;
per locatie, een overzicht van VVE-peuters, onderverdeeld naar VVE-peuters ZKT en VVE-peuters MKT, welke in het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar van de aanvraag aan het peuterprogramma hebben deelgenomen, met vermelding van uniek registratienummer, cijfers postcode, woonplaats, geboortemaand en -jaar, datum VVE-indicatie GGD, datum inkomensverklaring (alleen benodigd voor VVE-peuters ZKT), datum start deelname peuterprogramma en (voor zover van toepassing) datum beëindiging deelname peuterprogramma;
Hoofdstuk 4 Berekeningswijze subsidie bij subsidieverlening
Artikel 9 Berekeningswijze subsidie voor het aanbieden van een peuterprogramma aan een peuter bij de subsidieverlening
Het gemiddelde aantal peuters betreft het aantal peuters dat op de 1e dag van de maanden januari t/m juni en september t/m december in het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar van de aanvraag aan het peuterprogramma heeft deelgenomen, zoals vermeld op het overzicht als bedoeld in artikel 6, lid 2, sub a, van deze nadere regels, gedeeld door 10. De uitkomst van de berekening wordt - naar boven - op één cijfer achter de komma afgerond.
Voor een aanvrager aan wie voor het eerst subsidie wordt verleend, wordt voor het eerste kalenderjaar de subsidie verleend op basis van een raming van het gemiddelde aantal peuters en voor het tweede jaar op basis van het gemiddelde aantal peuters, zoals bedoeld in lid 2, zij het over de periode januari t/m juni, tenzij de aanvrager met het college een ander aantal overeenkomt.
Artikel 10 Berekeningswijze subsidie voor het aanbieden van een peuterprogramma aan een VVE-peuter bij de subsidieverlening
Het gemiddelde aantal VVE-peuters ZKT en VVE-peuters MKT betreft het aantal VVE-peuters ZKT en VVE-peuters MKT dat op de 1e dag van de maanden januari t/m juni en september t/m december in het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar van de aanvraag aan het peuterprogramma heeft deelgenomen, zoals vermeld op het overzicht als bedoeld in artikel 6, lid 2, sub b, van deze nadere regels, gedeeld door 10. De uitkomst van de berekening wordt - naar boven - op één cijfer achter de komma afgerond.
Voor een aanvrager aan wie voor het eerst subsidie wordt verleend, wordt voor het eerste kalenderjaar de subsidie verleend op basis van een raming van het gemiddelde aantal peuters en voor het tweede jaar op basis van het gemiddelde aantal peuters, zoals bedoeld in lid 2, zij het over de periode januari t/m juni, tenzij de aanvrager met het college een ander aantal overeenkomt.
Hoofdstuk 5 Bevoorschotting en betaling van de subsidie na verlening
Hoofdstuk 6 Verantwoording en vaststelling van de subsidie
Artikel 13 Aanvraag om vaststelling
De aanvraag tot vaststelling bevat:
per locatie, een overzicht van peuters, met vermelding van uniek registratienummer, cijfers postcode, woonplaats, geboortemaand en -jaar, datum inkomensverklaring, datum start deelname peuterprogramma en (voor zover van toepassing) datum beëindiging deelname peuterprogramma, over het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt vastgesteld;
per locatie en overzicht van VVE-peuters, onderverdeeld naar VVE-peuters ZKT en VVE-peuters MKT, met vermelding van uniek registratienummer, cijfers postcode, woonplaats, geboortemaand en -jaar, datum VVE-indicatie GGD, datum inkomensverklaring (alleen benodigd voor VVE-peuters ZKT), datum start deelname peuterprogramma en (voor zover van toepassing) datum beëindiging deelname peuterprogramma, over het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt vastgesteld;
Artikel 15 Berekeningswijze subsidie voor het aanbieden van een peuterprogramma aan een peuter bij de subsidievaststelling
Het gemiddelde aantal peuters betreft het aantal peuters dat op de 1e dag van de maanden januari t/m juni en september t/m december in het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt vastgesteld aan het peuterprogramma heeft deelgenomen, zoals vermeld op het overzicht als bedoeld in artikel 13, lid 3, sub a, van deze nadere regels, gedeeld door 10. De uitkomst van de berekening wordt - naar boven - op één cijfer achter de komma afgerond.
Artikel 16 Berekeningswijze subsidie voor het aanbieden van een peuterprogramma aan een VVE-peuter bij de subsidievaststelling
Het gemiddelde aantal VVE-peuters ZKT en MKT betreft het aantal VVE-peuters ZKT en VVE-peuters MKT dat op de 1e dag van de maanden januari t/m juni en september t/m december in het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt vastgesteld aan het peuterprogramma heeft deelgenomen, zoals vermeld op het overzicht als bedoeld in artikel 13, lid 3, sub b, van deze nadere regels, gedeeld door 10. De uitkomst van de berekening wordt - naar boven - op één cijfer achter de komma afgerond.
Artikel 17 Berekeningswijze subsidie voor deelname aan netwerkbijeenkomsten en overleg GGD/JGZ bij de subsidievaststelling
Bij de vaststelling betreft de subsidie per aanvrager het bedrag, zoals opgenomen in artikel 8, lid 4, van de nadere regels.
Artikel 18 Berekeningswijze subsidie bij vaststelling, wanneer de aanvrager gedurende het kalenderjaar de activiteiten heeft beëindigd
Wanneer de aanvrager gedurende het kalenderjaar waarvoor een subsidie is verleend heeft opgehouden uitvoering te geven aan de activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3 van deze nadere regels, vindt de vaststelling van de subsidie naar rato plaats, dat wil zeggen rekening houdende met het aantal maanden dat de activiteit is uitgevoerd.
Hoofdstuk 7 Betaling en terugvordering van de subsidie na vaststelling
Deze subsidieregeling heeft betrekking op aanvragen voor kalenderjaar 2020 en later. De verantwoording over de verleende subsidie in 2019 vindt plaats op grond van de ‘Subsidieverordening peuterprogramma gemeente Roerdalen 2014’.
Geen of slechts gedeeltelijke aanspraak op subsidie ingevolge deze nadere regels kan worden gemaakt, wanneer een voorziening op grond van een andere wettelijke regeling of bepaling reeds geheel of gedeeltelijk in de bekostiging van de subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3 van deze nadere regels, voorziet.
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 29 oktober 2019
Burgemeester en wethouders van Roerdalen,
De secretaris,
J.J.W.M. L’Ortije
De burgemeester,
mr. M.D. de Boer-Beerta
Toelichting Nadere regels peuterprogramma gemeente Roerdalen 2020.
Een regeling voor de bekostiging van het aanbieden van een peuterprogramma door kindercentra.
In de gemeente Roerdalen bieden diverse kindercentra een zogenaamd peuterprogramma aan voor peuters in de leeftijd van 2 en 3 jaar. Een peuterprogramma is een educatie-programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Deelname aan een peuterprogramma wordt gezien als een goede voorbereiding op de basisschool, omdat deze programma’s bijdragen aan de ontwikkeling van name taalvaardigheden en sociale vaardigheden. Daarnaast kunnen door deelname aan de peuterprogramma’s (dreigende) achterstanden gesignaleerd en aangepakt worden door middel van een aanvullend programma voor voorschoolse educatie 1 .
Artikel 2. Begripsomschrijvingen
Een peuterprogramma is een educatie-programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Deze programma’s worden ook wel VVE-programma’s genoemd (Voor- en Vroegschoolse Educatie).
Veel gebruikte programma's zijn Piramide, , Speelplezier, Startblokken en Basisontwikkeling Op de website van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) staat een overzicht van de gangbare VVE-programma’s: https://www.nji.nl/nl/Kennis/Dossier/Programmas-voor-voor-en-vroegschoolse-educatie
In de ‘Wet kinderopvang’ wordt een kindercentrum omschreven als: ‘een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang’.
Kinderopvang betreft daarbij: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.
In het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) staan alle gastouderbureaus, gastouders, kinderdagverblijven en organisaties voor buitenschoolse opvang geregistreerd die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen.
De nadere regels voorzien alleen in een subsidie voor deelname aan een peuterprogramma, voor zover de ouder(s)/verzorger(s) geen aanspraak maakt/maken of kan/kunnen maken op een kinderopvangtoeslag. De ouder(s)/verzorger(s) die aanspraak maakt/maken op een kinderopvangtoeslag kan/kunnen immers via de belastingdienst een deel van de kosten gecompenseerd krijgen.
Deze nadere regels voorzien in een subsidie voor deelname aan een peuterprogramma door een VVE peuter.
Een VVE-peuter is een kind met een geïndiceerde achterstand of risico op achterstand in de Nederlandse taal. De indicatie vindt door het consultatiebureau van GGD/JGZ plaats op basis van door het college vastgestelde criteria.
ZKT staat voor Zonder Kinderopvangtoeslag.
MKT staat voor Met Kinderopvangtoeslag.
Er kan alleen aanspraak worden gemaakt op subsidie voor peuters en VVE-peuters, waarvan de ouder(s)/verzorger(s) geen aanspraak maakt/maken op kinderopvangtoeslag. Om dit te kunnen beoordelen dient de aanvrager bij de aanmelding van de peuter of de VVE-peuter een inkomensverklaring te vragen aan de ouder(s)/verzorger(s) waaruit dit blijkt. De verklaring dient te worden voorzien van bewijsmateriaal. Dit kan een inkomensverklaring inkomstenbelasting (voorheen IB60-verklaring) van de Belastingdienst zijn,. De ouder(s)/verzorger(s) dient/dienen voorts in de te ondertekenen inkomensverklaring te verklaren dat zij wijzigingen in de inkomenssituatie, die er toe leiden dat alsnog aanspraak kan worden gemaakt op kinderopvangtoeslag, onmiddellijk aan de aanvrager berichten.
Ingevolge artikel 4:69 van de Algemene wet bestuursrecht dient de subsidieontvanger de op de subsidie betrekking hebbende documenten tenminste zeven jaren te bewaren, zo ook de inkomensverklaringen van de ouders.
Artikel 3. Subsidiabele activiteiten
Lid 3 Deelname netwerkbijeenkomsten en overleg GGD/JGZ.
Onder netwerkbijeenkomsten worden bijeenkomsten verstaan in het kader van het peuterprogramma c.q. vroeg- en voorschoolse educatie. Dit zijn onder meer bijeenkomsten in verband met:
De GGD/JGZ en de organisaties van kinderopvang hebben structureel overleg over de plaatsing van VVE-peuters en wordt nagegaan of alle VVE-peuters aan het programma deelnemen. Daar waar VVE-peuters niet deelnemen aan het peuterprogramma neemt de GGD/JGZ contact op met de ouder(s)/verzorger(s).
Artikel 6 Bij de aanvraag te overleggen gegevens
In het werkplan dienen de elementen terug te komen die te vinden zijn in het VVE-toezichtkader van de Inspectie van het onderwijs (1-3-2013: Toezichtkader VVE 2010, gepubliceerd in de Staatscourant van 13 augustus 2010, nr. 12632).
> Pedagogisch beleid en klimaat
Ingevolge het ‘Besluit kwaliteit kinderopvang’ dienen kindercentra (artikel 3) over een pedagogisch beleidsplan te beschikken. Nader regels hierover zijn vastgesteld in een ministeriële regeling (Regeling wet kinderopvang).
> Opleiding personeel en opleidingsplan
In de Regeling wet kinderopvang zoals bedoeld in artikel 6 van het ‘Besluit kwaliteit kinderopvang’ zijn de opleidingseisen voor het personeel nader geregeld.
Daarnaast zijn de specifieke eisen aan de voorschoolse educatie, alsmede de eis voor een opleidingsplan, vastgelegd in de algemene maatregel van bestuur, zoals bedoeld in artikel 1.50b van de ‘Wet kinderopvang’.
> Observatie- en registratie-instrument
Een ontwikkelingsvolgsysteem om te observeren en te registreren, met het doel in beeld te brengen in welke ontwikkelingsfase een kind zich bevindt en de ontwikkeling van het kind goed te kunnen volgen.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen, naast de reguliere opleidingseisen, de pedagogisch medewerkers te beschikken over een bewijs van deelname aan specifieke scholing in het kader van de VVE (b.v. de scholing Vversterk) en dient het kindercentrum te beschikken over een opleidingsplan. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 6, sub c. een werkplan, onder opleiding personeel en opleidingsplan.
Subsidiebedrag aanbieden peuterprogramma, niet zijnde VVE-peuter
Het subsidiebedrag is een normvergoeding en is gebaseerd op:
Berekening subsidiebedrag per peuter op jaarbasis:
(6 uur x 40 weken x € 8,17) minus ouderbijdrage (6 uur x 40 weken x € 2,50) = € 1.360,80
Subsidiebedrag aanbieden peuterprogramma VVE-peuter ZKT
Het subsidiebedrag is een normvergoeding en is gebaseerd op:
* Ingevolge het ‘VNG Adviestabel ouderbijdrage peuterwerk 2019’ bedraagt het laagste uurtarief € 0,32, d.w.z. € 128 per jaar.
Berekening subsidiebedrag per peuter op jaarbasis:
(15 uur x 40 weken x € 8,17) minus ouderbijdrage (10 uur x 40 weken x € 0,32) = € 4.774,00.
Subsidiebedrag aanbieden peuterprogramma VVE-peuter MKT
Het subsidiebedrag is een normvergoeding en is gebaseerd op:
Berekening subsidiebedrag per peuter op jaarbasis:
5 uur x 40 weken x € 8,17 = € 1.634,00
Subsidiebedrag voor deelname aan netwerkbijeenkomsten en voeren overleg GGD/JGZ
Het subsidiebedrag betreft een, normvergoeding, een tegemoetkoming in de kosten. Het bedrag op jaarbasis ad. € 1.970 is gebaseerd op:
4 bijeenkomsten clusteroverleg (ambtelijk overleg scholen en organisaties van kinderopvang in clusterverband), inzake de toeleiding naar voorschoolse en vroegschoolse educatie, de organisatie van een doorlopende leerlijn van vroegschoolse naar vroegschoolse educatie, de resultaten van vroegschoolse educatie:
Artikel 9 Berekeningswijze subsidie voor het aanbieden van een peuterprogramma aan een peuter bij de subsidieverlening
Artikel 10 Berekeningswijze subsidie voor het aanbieden van een peuterprogramma aan een VVE-peuter bij de subsidieverlening
Zie de toelichting bij artikel 9. Er vinden twee berekeningen plaats. Een voor de VVE-peuters waarvoor de ouders geen kinderopvangtoeslag (ZKT: Zonder Kinderopvang Toeslag) ontvangen en voor de VVE-peuters waarvoor de ouder wel een kinderopvangtoeslag (MKT: Met Kinderopvang Toeslag) ontvangen.
Artikel 13 Aanvraag om vaststelling
Lid 3, sub c. een jaarverslag . . . . . . .en de behaalde resultaten.
Bij de subsidieaanvraag dient een werkplan te worden overlegd. Bij de subsidievaststelling vindt de verantwoording daarvan plaats, waarbij ook de resultaten worden beschreven en de getroffen maatregelen om dit te bereiken. Bij de verantwoording dienen de elementen terug te komen die te vinden zijn in het VVE-toezichtkader van de Inspectie van het onderwijs.
Artikel 15 Berekeningswijze subsidie voor het aanbieden van een peuterprogramma aan een peuter bij de subsidievaststelling
Zie de toelichting bij artikel 9.
Artikel 16 Berekeningswijze subsidie voor het aanbieden van een peuterprogramma aan een VVE-peuter bij de subsidievaststelling
Zie de toelichting bij artikel 9.
Artikel 18 Berekeningswijze subsidie bij vaststelling, wanneer de aanvrager gedurende het kalenderjaar de activiteit heeft beëindigd
Rekenvoorbeeld bij beëindiging activiteiten per 1 april van het kalenderjaar.
Subsidie: peuterprogramma peuters
Subsidie: peuterprogramma VVE-peuters ZKT
Subsidie: peuterprogramma VVE-peuters MKT
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-319425.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.