Gemeenteblad van Rhenen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rhenen | Gemeenteblad 2019, 319397 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rhenen | Gemeenteblad 2019, 319397 | Verordeningen |
Gemeente Rhenen – Re-integratieverordening Participatiewet Rhenen 2019
De raad van de gemeente Rhenen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2019
de artikelen 8a, eerste lid en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid, van de Participatiewet;
besluit: vast te stellen de Re-integratieverordening Participatiewet Rhenen 2019
Hoofdstuk 2. Beleid en financiën
Artikel 2a. Evenwichtige verdeling en financiering
Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk.
Artikel 2b. Budget- en subsidieplafonds
Het college kan een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen zoals genoemd in hoofdstuk 3. Het bereiken van een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond, vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening, onverlet artikel 7 van de Wet.
Artikel 3. Algemene bepalingen over voorzieningen
Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen waarin wordt vastgelegd welke voorzieningen, waaronder ondersteunende voorzieningen, het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.
Het college kan een voorziening beëindigen als:
de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;
Voorafgaand aan de proefplaatsing worden in een schriftelijke overeenkomst tussen college en de werkgever in ieder geval afspraken gemaakt over:
een intentieverklaring dat de werkgever belanghebbende, bij gebleken geschiktheid, na de proefplaatsing een dienstverband van minimaal zes maanden aanbiedt voor minimaal het aantal uren dat voor de proefplaatsing is overeengekomen, tenzij tijdens de proefplaatsing blijkt dat de uren in het belang van belanghebbende verlaagd moet worden.
dat belanghebbende de werkzaamheden zal verrichten conform de voor de betreffende functie en werkzaamheden geldende voorschriften en wettelijke bepalingen. Een proefplaatsing kan niet worden aangeboden indien belanghebbende eerder bij de betreffende werkgever, organisatie of inlener heeft gewerkt of stage heeft gelopen in dezelfde of vergelijkbare functie, tenzij er sprake is van gewijzigde omstandigheden die naar het oordeel van het college een proefplaatsing rechtvaardigen.
Artikel 9. Participatievoorziening beschut werk
Voor zover nodig worden aan personen van wie is vastgesteld dat zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben, tot het moment van aanvang van de dienstbetrekking, bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de wet, daarnaast de volgende voorzieningen op de arbeidsinschakeling aangeboden:
Artikel 10. Ondersteuning bij leer-werktraject
Het college kan ondersteuning aanbieden aan een persoon uit de doelgroep ten aanzien van wie het college van oordeel is dat een leer-werktraject nodig is, voor zover deze ondersteuning nodig is voor het volgen van een leer-werktraject en het personen betreft:
Artikel 11. Persoonlijke ondersteuning
Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan het college persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken aanbieden in de vorm van structurele begeleiding als hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem opgedragen taken te verrichten.
Artikel 12. Loonkostensubsidie als re- integratievoorziening
(Ten behoeve van de loonkostensubsidie voor personen met een arbeidsbeperking bestaat er een separate verordening)
Het college kan eenmalig een uitstroompremie toekennen aan een langdurig werkloze die duurzaam uitstroomt naar algemeen geaccepteerde arbeid.
Artikel 14 Meeneembare voorzieningen
Artikel 16. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de Re- integratieverordening Participatiewet Rhenen 2017, die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Re- integratieverordening Participatiewet Rhenen 2017 voor de duur:
Artikel 17. Inwerkingtredingen citeertitel
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 december 2019
In beginsel wordt enkel scholing ingezet die opleidt naar beroepssectoren waarin gelijk werk gevonden kan worden of in een zogenaamd duaal traject waarbij de ontwikkeling op de (lokale) arbeidsmarkt mede bepalend is. Bij de inzet van scholing wordt gekeken naar de arbeidsmartkrelevantie en de duur ervan. Gekozen wordt voor die scholing die het snelst leidt tot het beoogde doel. Daarbij wordt wel rekening gehouden met de wensen en capaciteiten van de belanghebbenden. Verricht de belanghebbende additionele werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 10a van de Participatiewet, dan wordt het oordeel van de werkgever ook betrokken bij de keuze van het scholingsaanbod.
Artikel 4 Persoonlijke ondersteuning
Bij de inzet van de jobcoachvoorziening is de begeleiding van een werknemer bij reguliere plaatsingen en plaatsingen op de baanafspraak, de verantwoordelijkheid van de werkgever. Doel is om te bereiken dat de werknemer zonder deze begeleiding zelfstandig zijn taken bij de werkgever kan uitvoeren. De gemeente zorgt zelf voor het beschikbaar zijn van de jobcoachvoorziening, ter ondersteuning van de geïntegreerde uitvoering van de Participatiewet (brede doelgroep), maar met name voor de doelgroep van de garantiebanen. De jobcoachvoorziening wordt ingezet als maatwerk, waarbij tussen de werkgever en de gemeente in een concrete plaatsing afspraken worden gemaakt. De gemeente baseert zich bij het bepalen van de omvang en kosten van de begeleiding - van zowel de externe jobcoach als de vergoeding aan de werkgever- op regionale afspraken.
Persoonlijke begeleiding is in eerste instantie gericht op de ondersteuning van de medewerker. Dat betekent dat de medewerker actief betrokken wordt bij de wijze waarop de ondersteuning wordt vormgegeven en- binnen de kaders – aangesloten wordt bij de wensen van de medewerker.
In artikel 4 wordt de voorziening persoonlijke ondersteuning nader geduid. Het gaat om een voorziening zoals een jobcoach, die op vaste tijden en gedurende een langere periode de werknemer met beperkingen bij het verrichten van zijn taken ondersteunt. Het moet dan ook gaan om een systematische ondersteuning. Daarnaast moet de ondersteuning noodzakelijk zijn in die zin, dat de werknemer zonder die ondersteuning in redelijkheid niet zijn werkzaamheden zou kunnen verrichten. Persoonlijke ondersteuning heeft tot doel dat een werknemer wordt begeleid naar een situatie dat hij uiteindelijk zonder begeleiding via een dergelijke voorziening bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn. Job coaching is dan ook meer dan een collega die iemand inwerkt of die als vraagbaak functioneert tijdens de eerste inwerkperiode.
Voor wat betreft het aantal in te zetten begeleidingsuren bij externe jo coaching (jobcoach ter beschikking gesteld door de gemeente) en de hoogte van de vergoeding interne jo coaching (werkgever begeleidt zelf de medewerker en ontvangt hiervoor van de gemeente een vergoeding) wordt aangesloten bij de vergoedingensystematiek van het UWV, “Beleidsregel Protocol Jobcoach UWV 2016” (e.v.) en de “Normbedragen Voorzieningen 2018” (e.v.).
De werkgever kan op basis van lid 8 verzoeken om zelf zorg te mogen dragen voor de begeleiding van belanghebbende en in aanmerking te komen voor een vergoeding “interne job coaching”. Teneinde de kwaliteit van de begeleiding te bewaken zijn kwaliteitseisen gesteld, afhankelijk van de wijze waarop de werkgever de begeleiding vorm wil geven. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de eisen die gesteld worden aan een collega die in dienst is bij de werkgever en belanghebbende inwerkt, de professionele jobcoach in dienst bij de werkgever en de jobcoach die ingehuurd wordt door de werkgever. Van de collega wordt in ieder geval verwacht dat hij voldoende ervaring heeft en het is wenselijk dat de collega een training heeft gevolgd zoals bijvoorbeeld de Harrie-training of de Mentorwijs training. Van een professionele jobcoach worden daarentegen hogere eisen gesteld. De ondersteuningsbehoefte van belanghebbende zal uiteindelijk bepalen of een professionele jobcoach noodzakelijk is.
De voorziening Beschut Werk kan worden ingekocht bij IW4, die zorgt voor een werkplek en begeleiding op de werkplek. Het is een voorziening die zoveel mogelijk gericht is op arbeidsparticipatie en zoveel mogelijk een reguliere werkplek benadert. Alle andere voorzieningen gericht op arbeidsparticipatie kunnen als voorliggend worden beschouwd.
Artikel 6 Loonkostensubsidie als re-integratievoorziening
Het inzetten van gesubsidieerde arbeid als re-integratie instrument blijft ook in de Participatie-wet en de IOAW/IOAZ mogelijk. Een dergelijk subsidie wordt aangeboden voor maximaal één jaar. De hoogte van de subsidie is op basis van regionale afspraken gemaximeerd op 50% van de loonkosten. Deze re-integratievoorziening dient met terughoudendheid te worden ingezet om oneerlijke concurrentie te voorkomen. Daarom is de toepassing beperkt werknemers die een bijstandsuitkering ontvingen van de gemeente.
De loonkostensubsidie als re-integratievoorziening dient te worden onderscheiden van de loon-kostensubsidie voor de doelgroep met een langdurige arbeidsbeperking en structureel verminderde loonwaarde. Voor deze laatste doelgroep is een wettelijk vastgesteld kader van toepassing en kiest het college in regionaal verband voor een landelijk gevalideerde werkwijze.
De hoogte van de subsidie is mede afhankelijk van de capaciteiten van betrokkene in relatie tot de werkzaamheden die hij/zij zal gaan verrichten. De klantmanager en/of accountmanager van de gemeente zal op basis van het profiel van de cliënt, de plaats op de participatieladder en een analyse van de functie een inschatting maken van de hoogte van de subsidie. Indien de potentiële werkgever een afwijkend beeld heeft kan een toets door een onafhankelijke derde partij worden ingezet.
De werkgever biedt een dienstverband voor minimaal een half jaar. In de hoogte van de toegekende subsidie wordt rekening gehouden met de duur van het contract, om zo een langere arbeidsovereenkomst te stimuleren. Op deze wijze wordt ook gestimuleerd dat de cliënt, indien er geen contractverlenging wordt geboden, aanspraak kan maken op een (kortdurende) WW-uitkering na afloop van het dienstverband.
Er wordt geen proeftijd afgesproken als er reeds een leerwerkstage of proefplaatsing heeft plaatsgevonden; de werkgever heeft de cliënt immers in die periode kunnen beoordelen op capaciteiten en kwaliteiten.
Voor wat betreft het begrip loonkosten wordt uitgegaan van het brutoloon inclusief werkgeverslasten. Dit sluit aan bij de vergoedingensystematiek voor mensen met een arbeidsbeperking en voorkomt onduidelijkheden in de uitvoering. Daarnaast wordt zo voorkomen dat werkgevers te maken krijgen met verschillende berekeningen als zij bijvoorbeeld zowel iemand met een arbeidsbeperking als iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nemen.
Artikel 10 Vrijlating van inkomsten
Het college kan o.a. besluiten tot vrijlating van inkomsten uit arbeid, indien iemand op grond van een objectief medisch vastgesteld rechtstreeks gevolg van ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling niet een volle werkweek kan werken. Aangezien dit in de wet is bepaald in artikel 31, lid 2 sub z. hoeft dit niet in een beleidsregel nader uitgewerkt te worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-319397.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.