Verordening op de heffing en de invordering van havengeld 2020

De raad van de gemeente Katwijk

gelezen het voorstel van het college van 12 november 2019;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVENGELD 2020

 

(Verordening havengeld 2020)

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “havengeld” worden rechten geheven terzake van het gebruik of genot met vaartuigen hoe ook genaamd van:

  • a.

    het Prins Hendrikkanaal en de Berghaven;

  • b.

    de insteekhaven in de Noordwijkervaart.

Artikel 2 Belastingplicht

Het havengeld wordt geheven van de kapitein, de schipper, de reder of de eigenaar van vaartuigen.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

  • 1.

    Maatstaf voor de berekening van het havengeld is voor de dienstverlening als bedoeld in:

    • -

      artikel 1, letter a: het aantal strekkende meters van vaartuigen; en

    • -

      artikel 1, letter b: het aantal kubieke meters waterverplaatsing van vaartuigen.

  • 2.

    De waterverplaatsing wordt bepaald overeenkomstig de van kracht zijnde meetbrief of daarmee krachtens wettelijke bepalingen gelijk gestelde documenten, één en ander met inachtneming van dezelfde voet van herleiding als krachtens wettelijke bepaling door het rijk is voorgeschreven.

  • 3.

    Bij gemis van een meetbrief kan de op de ijkplaat aangeduide waterverplaatsing tot maatstaf van de heffing dienen.

  • 4.

    Bij gebreke van één of ander bij weigering om de meetbrief te tonen wordt de waterverplaatsing of bruto inhoud van het vaartuig van gemeentewege vastgesteld.

  • 5.

    Voor de berekening van de rechten worden gedeelten van kubieke of strekkende meters voor volle kubieke of strekkende meters geteld.

Artikel 4 Tarieven

Het havengeld bedraagt voor de dienstverlening als bedoeld in:

 

artikel 1, letter a:

bij een verblijf van ten hoogste zeven achtereenvolgende dagen:

a.

bij een lengte van 7 strekkende meters of minder

€ 11,35

b.

bij een lengte van meer dan 7 strekkende meters voor de eerste 7 strekkende meters

€ 11,35

 

plus voor elke strekkende meter meer

€ 1,35

 

 

 

bij een abonnement voor een kwartaal:

a.

bij een lengte van 7 strekkende meters of minder

€ 63,37

b.

bij een lengte van meer dan 7 strekkende meters per strekkende meter

€ 9,26

 

 

 

tikel 1, letter b:

per kubieke meter waterverplaatsing bij een verblijf van:

-

ten hoogste 7 achtereenvolgende dagen

€ 0,19

-

ten hoogste 30 achtereenvolgende dagen

€ 0,45

-

bij abonnement, voor een kalenderkwartaal

€ 1,09

-

bij abonnement, voor een kalenderjaar

€ 4,04

-

met een minimum per heffing van

€ 10,--

Artikel 5 Vervanging vaartuig

Vervanging van een vaartuig, voor hetwelk het recht bij wijze van abonnement is berekend, is toegestaan, mits het vervangende vaartuig in dienst is van dezelfde eigenaar of gebruiker, met dien verstande, dat voor het lopende kalenderkwartaal het havengeld wordt berekend naar het aantal kubieke meters of het aantal strekkende meters van het grootste vaartuig.

Artikel 6 Vrijstellingen

Geen recht wordt geheven voor:

  • 1.

    roeiboten en kano's;

  • 2.

    hospitaalschepen, uitsluitend als zodanig in gebruik;

  • 3.

    vaartuigen, welke van één of meer der in artikel 1 genoemde wateren geen ander gebruik maken dan voor het doen verrichten van belangrijke herstelwerkzaamheden, mits van het voornemen daartoe tijdig aan de havenmeester wordt kennisgegeven, met vermelding van de aard der werkzaamheden en de vermoedelijke duur daarvan;

  • 4.

    vrachtschepen, die op vrijdag na 16.00 uur van één of meer van de in artikel 1 genoemde wateren gebruik maken, mits zij deze de maandag daaraanvolgend vóór 09.00 uur weer hebben verlaten, zonder lading in te nemen of te lossen;

  • 5.

    vaartuigen, welke door of in opdracht van burgemeester en wethouders worden gebezigd voor de aanleg en instandhouding van openbare waterwegen en bruggen in deze gemeente;

  • 6.

    rijksvaartuigen voor zover bij wet of algemene maatregel van bestuur vrijstelling is voorgeschreven;

  • 7.

    vaartuigen welke gebruik maken van één of meer van de in artikel 1 genoemde wateren, waarvoor uit andere hoofde aan de gemeente betaling moet c.q. heeft plaatsgevonden met uitzondering van leges.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het havengeld wordt geheven bij wege van nota, gedagtekende kennisgeving of andere schriftuur.

Artikel 8 Tijdstip van betaling

  • 1.

    Het havengeld moet worden voldaan op het tijdstip waarop van één of meer van de in artikel 1 genoemde wateren, het gebruik wordt aangevangen of, indien het vaartuig zich bij aanvang van het betreffende tijdvak, reeds in gemeentewater bevindt, in de eerste week van het betreffende tijdvak, één en ander tot het bedrag dat blijkens een gedagtekende kennisgeving, nota en andere schriftuur verschuldigd is.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de havengelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van havengeld.

Artikel 11 Omzetbelasting

De in deze verordening genoemde tarieven zijn inclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting;

Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening Havengeld 2019" van de gemeente Katwijk van 2 november 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Havengeld 2020”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2019.

De raad voornoemd,

De griffier,

De voorzitter,

Naar boven