Wijziging van de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Den Haag 2016

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

Gezien het voorstel van het college van 29 oktober 2019,

 

gelet op

  • -

    artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging,

  • -

    artikel 149 van de Gemeentewet en

  • -

    artikel 154b van de Gemeentewet,

 

besluit vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Den Haag 2016:

 

Artikel I

De Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Den Haag 2016 wordt gewijzigd als volgt.

 

A Artikel 2, derde lid vervalt.

 

B Artikel 3, derde en vierde lid vervallen.

 

C Artikel 4 komt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden op de begraafplaatsen:

    • a.

      gedurende de tijd dat dat deze niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis, de bezorging van as of een bezoek aan de rouwkamers;

    • b.

      honden mede te voeren anders dan een geleidehond of sociale hulphond waardoor de eigenaar of houder zich vanwege zijn handicap laat begeleiden;

    • c.

      op de grafruimten te lopen of te zitten of verontreinigingen te veroorzaken;

    • d.

      zonder voorafgaande toestemming van het college te fotograferen dan wel film- of video-opnamen te maken;

    • e.

      zonder voorafgaande toestemming van de beheerder werkzaamheden te verrichten;

    • f.

      met motorvoertuigen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c., van de Wegenverkeerswet 1994 te rijden tenzij dit geschiedt ten behoeve van begrafenissen of het vervoer van zware materialen;

    • g.

      met motorvoertuigen te rijden met een hogere snelheid dan 10 km per uur;

    • h.

      met fietsen te rijden;

    • i.

      handelingen of activiteiten te verrichten die in strijd zijn met een beperking of verbod als bedoeld in artikel 5, tweede lid.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van de verboden zoals bedoeld in het eerste lid, onder b. en f.

 

D Artikel 5, tweede en vierde lid vervallen, onder vernummering van het derde lid in het tweede lid.

 

E Artikel 17, derde en vierde lid vervallen.

 

F Artikel 18 komt te luiden:

Artikel 18 Vervallen en vervallen verklaren van het grafrecht

  • 1.

    Het grafrecht vervalt:

    • a.

      door het verlopen van de uitgiftetermijn;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het grafrecht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2.

    Het college kan het grafrecht vervallen verklaren:

    • a.

      indien de aanvrager, rechthebbende of belanghebbende bij een algemeen graf de rechten die op grond van de Verordening begraafrechten Den Haag 2016 verschuldigd zijn,- ondanks een aanmaning- niet of niet volledig heeft voldaan;

    • b.

      indien de rechthebbende of belanghebbende bij een algemeen graf - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting volledig na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een graf is overleden en het recht niet binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende is overgeschreven.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, en in het tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.

  • 4.

    De eventueel op het graf aanwezige grafbedekking kan gedurende een maand vóór het vervallen van het grafrecht door of namens de rechthebbende of belanghebbende bij een algemeen graf van het graf worden verwijderd.

  • 5.

    Na afloop van de termijn dat een graf niet geruimd kan worden kunnen rechthebbende of de belanghebbende bij een algemeen graf geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.

 

G In artikel 29 wordt “artikelen 2, derde lid, artikel 3, artikel 4, artikel 5, vierde lid” vervangen door “artikel 4, eerste lid”.

 

H Na artikel 29 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt als volgt:

Artikel 29A

  • 1.

    Overtreding door een natuurlijke persoon of rechtspersoon van artikel 4, eerste lid kan worden beboet met een bestuurlijke boete.

  • 2.

    Bij overtreding door een natuurlijke persoon van een voorschrift als genoemd in de bijlage bij dit artikel, is de hoogte van de bestuurlijke boete gelijk aan het bedrag dat in de bijlage is vermeld bij het desbetreffende voorschrift.

  • 3.

    Bij overtreding door een rechtspersoon van een voorschrift als genoemd in de bijlage bij dit artikel, wordt de hoogte van de bestuurlijke boete die geldt voor een natuurlijke persoon vermenigvuldigd met de factor twee.

  • 4.

    De op te leggen bestuurlijke boete kan worden verhoogd met 100% van het boetebedrag, indien binnen een tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan de dag van constatering van de overtreding een eerdere overtreding, bestaande uit eenzelfde gedraging, is geconstateerd en de bestuurlijke boete voor de eerdere overtreding onherroepelijk is geworden.

  • 5.

    Indien het boetebedrag als bedoeld in het derde of vierde lid, hoger is dan het wettelijk maximum boetebedrag als bedoeld in artikel 154b, zesde lid, van de Gemeentewet, geldt het wettelijk maximum boetebedrag.

 

I Aan deze verordening wordt de volgende bijlage behorend bij artikel 29A toegevoegd:

 

Bijlage als bedoeld in artikel 29A, tweede lid, van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Den Haag 2016

 

Artikel

Onderwerp

Boete in euro’s

4, eerste lid, onder a

Zich bevinden op een begraafplaats buiten de openingstijden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as

95

4, eerste lid , onder b

Op de begraafplaats honden meevoeren, anders dan als geleide hond of sociale hulphond

140

4, eerst lid, onder c

Op grafruimten lopen of de begraafplaats te verontreinigen

95

4, eerste lid, onder d

Zonder voorafgaande toestemming te fotograferen dan wel film- of video op-opnamen maken

95

4, eerste lid , onder e

Zonder voorafgaande toestemming van de beheerder werkzaamheden verrichten

95

4, eerste lid , onder f

Met een motorvoertuig te rijden anders dan in de uitoefening van werkzaamheden etc.

 

95

4, eerste lid, onder g

Met een motorvoertuig te rijden met een hogere snelheid dan 10 kilometer per uur

95

4, eerste lid, onder h

Fietsen

55

4, eerste lid, onder i

Handelen in strijd met een beperking of verbod als bedoeld in artikel 5, tweede lid

95

 

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 19 december 2019.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Johan Remkes.

Naar boven