Verordening tot eerste wijziging van de Subsidieverordening onderhoud gemeentelijke monumenten Veenendaal 2006

De raad van de gemeente Veenendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2019, nummer 1561142;

 

Overwegende dat

  • de huidige Subsidieverordening onderhoud gemeentelijke monumenten Veenendaal 2006 verouderd is en dus aan actualisatie toe is;

  • de wijzigingen zorgen voor een meer zorgvuldige verdeling van het beschikbare budget onder de eigenaren van gemeentelijke monumenten;

  • de wijzigingen zorgen voor een grotere toegankelijkheid voor eigenaren om onderhoudswerkzaamheden van hun monument te constateren;

 

Gehoord en gelezen

Het amendement A2 van de fractie VVD, SGP en Lokaal Veenendaal waarin wordt overwogen dat:

  • het beschikbare subsidiebudget voor gemeentelijke monumenten niet volledig wordt benut;

  • niet gebleken is dat de beschikbare subsidies voor eigenaren van monumentenpanden tekort schieten;

  • de voorgestelde forse verhoging van de subsidiabele bedragen zoals vermeld in de eerste bullet van beslispunt 1 daarom ontijdig is en het risico met zich brengt dat het beschikbare budget dan te snel overschreden wordt;

  • in de afgelopen jaren over de bestaande subsidie nauwelijks is gecommuniceerd;

  • ook op een later moment de subsidiabele bedragen verhoogd kunnen worden;

  • het van groot belang is om gemeentelijke monumenten in een zo goed mogelijke staat te houden en cultuurhistorisch verantwoord aan te passen in het licht van bijvoorbeeld duurzaamheidsmaatregelen;

  • het om die reden nu nog niet voor de hand ligt om de subsidiabele bedragen te verhogen;

  • dit met uitzondering van het maximale subsidiebedrag voor onderhoud tot €10.000 vanwege het schrappen van het onderscheid tussen subsidiemaxima voor onderhoudskosten tót en vanaf €10.000. Voor deze groep gaat het subsidiabele bedrag ook bij aannemen van dit amendement omhoog van €2.500 naar €5.000;

  • het in lijn met het raadsvoorstel wel wenselijk is het bouwkundig inspectierapport als subsidiabel onderdeel aan te merken en;

  • de voorgestelde communicatiewijze benut kan worden voor het stimuleren het gebruik van de subsidie in zijn algemeenheid en met de toegepaste verbeteringen, zonder dat de subsidiebedragen daarbij nu omhoog gaan;

 

Gelet op

het bepaalde in artikel 149 Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit

Vast te stellen de Verordening tot eerste wijziging van de Subsidieverordening onderhoud gemeentelijke monumenten Veenendaal 2006.

 

 

Artikel I Wijziging verordening

De Subsidieverordening onderhoud gemeentelijke monumenten 2006 wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    In hoofdstuk 1, artikel 1, onderdeel a. gemeentelijk monument, wordt ‘Verordening monumenten van de gemeente Veenendaal 2004’ vervangen door ‘Erfgoedverordening gemeente Veenendaal 2010’.

     

  • B.

    In Hoofdstuk 1, artikel 1, onderdeel f. subsidiabele kosten, wordt na ‘gespecificeerde begroting.’ toegevoegd: ‘Onder subsidiabele kosten vallen:

    • a)

      Materiaalkosten;

    • b)

      Materieelkosten;

    • c)

      Arbeidskosten;

    • d)

      Algemene kosten.’

       

  • C.

    Hoofdstuk 1, artikel 1, onderdeel h. komt te luiden:

     

    h. gemeentelijke adviescommissie: de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen instantie, met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Erfgoedwet, de Erfgoedverordening gemeente Veenendaal 2010 en daaruit voortvloeiende vergunningen, alsmede de toepassing van deze subsidieverordening.

     

  • D.

    In hoofdstuk 1, artikel 2, wordt ‘Monumentencommissie’ vervangen door: ‘gemeentelijke adviescommissie’.

     

  • E.

    Hoofdstuk 2, artikel 3, onder 1 komt te luiden:

     

    1. Burgemeester en wethouders kunnen op grond van deze regeling subsidie toekennen in de kosten van onderhoud en schilderwerk aan gemeentelijke monumenten. Reconstructie van monumentale onderdelen kan eveneens subsidiabel worden gesteld volgens artikel 5:3 van deze verordening. Tot slot kunnen burgemeester en wethouders subsidie toekennen in de kosten van het opstellen van een bouwkundig inspectierapport.

     

  • F.

    In hoofdstuk 2, artikel 3, onder 2, wordt ‘kan ten hoogste eenmaal per kalenderjaar aanspraak op een subsidie worden gemaakt’ vervangen door: ‘kan ten hoogste eenmaal per 2 kalenderjaren aanspraak op een subsidie voor onderhoudswerkzaamheden of reconstructie van monumentale onderdelen worden gemaakt'

     

  • G.

    Hoofdstuk 2, artikel 5, onder 3 komt te luiden:

     

    3. Voor de reconstructie van kleine monumentale onderdelen bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten met een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen maximum. Het maximum subsidiebedrag staat in de appendix bij deze verordening. De subsidie kan enkel worden verstrekt nadat aan de gemeentelijke adviescommissie advies is gevraagd.

     

  • H.

    Hoofdstuk 2, artikel 5, onder 4 en 5, worden vervangen door een nieuw lid dat komt te luiden:

     

    4. Voor het laten opstellen van een bouwkundig inspectierapport door de Monumentenwacht Utrecht of een andere onafhankelijke deskundige (instantie) bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten met een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen maximum. Het maximum subsidiebedrag staat in de appendix bij deze verordening.

     

  • I.

    In hoofdstuk 3, artikel 6, onder 2, onderdeel a, wordt ‘waaruit de noodzaak dan wel wenselijkheid van de uit te voeren werkzaamheden blijkt en de termijn waarbinnen de werkzaamheden zouden moeten worden uitgevoerd’ vervangen door: ‘waaruit de noodzaak om de betreffende werkzaamheden binnen 5 jaar uit te voeren blijkt.’

     

  • J.

    Hoofdstuk 3, artikel 6, onder 6 komt te luiden:

     

    6. Met de uitvoering van het werk mag niet eerder worden gestart dan nadat een beslissing conform artikel 6:4 is genomen en niet eerder dan wanneer de omgevingsvergunning is verleend, zulks in gevallen waar een omgevingsvergunning volgens artikel 11 van de Erfgoedverordening gemeente Veenendaal 2010 vereist is.

     

  • K.

    De titel van artikel 7 ‘Beperkingen’ wordt vervangen door: ‘Weigeringsgronden’.

     

    In hoofdstuk 3, artikel 7, onderdeel h, wordt ‘als eerste in behandeling genomen’ vervangen door: ‘op basis van volgorde van binnenkomst in behandeling genomen’.

     

  • L.

    De appendix behorende bij de Verordening tot eerste wijziging van de Subsidieverordening onderhoud gemeentelijke monumenten Veenendaal 2006.

     

    APPENDIX

    bij de Verordening tot eerste wijziging van de Subsidieverordening onderhoud gemeentelijke monumenten Veenendaal 2006.

    Betreft: subsidiemaxima.

    Voor onderhoud bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000,-.

    Voor een schilderbeurt van een gemeentelijk monument conform de artikelen 1:d., 3:3 en 5:2 bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 3.500,-.

    Voor reconstructie van monumentale onderdelen conform artikel 5:3 bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 2.500,-.

    Voor het laten opstellen van een bouwkundig inspectierapport door de Monumentenwacht Utrecht of een andere onafhankelijke deskundige (instantie), bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 150,-.

     

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Artikel III Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tot eerste wijziging van de Subsidieverordening onderhoud gemeentelijke monumenten Veenendaal 2006.

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2019,

 

mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk

griffier

 

de heer K.J.G. Kats

voorzitter

Naar boven