Wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 14 oktober 2019,

 

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef, onder a. en b. van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning:

Artikel I

De Verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning wordt gewijzigd als volgt:

 

A De tarieventabel behorende bij de Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning komt te luiden:

 

Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

Afdeling 1 Begripsomschrijvingen

 

Art.

Omschrijving

 

 

1.1

Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt verstaan onder:

1.1.1

- bouwkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom, exclusief omzetbelasting) of voor zover deze ontbreekt, een raming van kosten exclusief omzetbelasting die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken.Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs exclusief omzetbelasting die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

1.1.2

- nieuwbouw: er is sprake van nieuwbouw, indien er 24 maanden voorafgaand aan de aanvraag op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo een omgevingsvergunning bouwactiviteit is aangevraagd of afgegeven.

 

1.1.3

- Regeling: Regeling vermindering leges Den Haag 2020

1.1.4

- Wabo:  Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

1.2

In deze tarieventabel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

1.3

In deze tarieventabel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

Afdeling 1A Beoordeling beginselaanvraag

 

Art.

Omschrijving

Bestaand tarief

Nieuw tarief

1A

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een beginselaanvraag omgevingsvergunning:

€ 100,00

€ 100,00

 

Afdeling 2 Omgevingsvergunning

Art.

Omschrijving

Bestaand tarief

Nieuw tarief

2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in afdeling 2. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

2.1

Bouwactiviteiten

 

 

 

2.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

2.1.1.1

indien de bouwkosten € 250.000,- of minder bedragen van de bouwkosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van € 50,00 met een minimum van € 100,00.

 

1,0%

1,0%

2.1.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 250.000,- bedragen van de bouwkosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van € 50,00

 

3,19%

2,55%

  

en een maximum van

 

€ 1.000.000

 

€ 1.000.000

 

2.1.2

indien na de gereedmelding van sociale huurwoningen door het college is vastgesteld dat sociale huurwoningen zijn gerealiseerd als bedoeld in de Regeling wordt het legesbedrag conform hoofdstuk 2 van de Regeling verminderd met € 2.000 per gebouwde sociale huurwoning tot maximaal het volledige legesbedrag dat verschuldigd is op grond van de onderdelen 2.1 tot en met 2.1.1.2 van deze tarieventabel.

 

 

 

2.1.3

indien na gereedmelding door het college is vastgesteld dat gebouwd is conform hoofdstuk 3 van de Regeling, wordt het op grond van de onderdelen 2.1 t/m 2.1.1.2 van deze tarieventabel verschuldigde legesbedrag volgens het bepaalde in de Regeling verminderd.

 

 

 

2.1.4

Indien sprake is van samenloop van de onderdelen 2.1.2 en 2.1.3 wordt de vermindering van leges op grond van deze onderdelen bij elkaar opgeteld, met dien verstande dat de totale vermindering niet hoger kan zijn dan het totaalbedrag aan verschuldigde leges voor de activiteit bouwen voor het betreffende bouwplan.

 

 

 

2.2

Aanlegactiviteiten

 

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

€ 212,30

 

€ 212,30

2.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1:

 

 

 

2.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van toepassing is (binnenplanse afwijking)

 

€ 300,00

 

€ 300,00

 

2.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse kleine afwijking)

 

€ 595,45

 

€ 300,00

 

2.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse afwijking)

 

1,89%

 

1,89%

 

 

van de bouwkosten als bedoeld in onderdeel 2.1.1 , met een maximum van

 

€ 8.000

 

€ 8.000

 

2.3.4

 Vervallen

 

 

 

2.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van toepassing is (afwijking van exploitatieplan)

 

€ 595,45

 

€ 595,45

 

2.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo en het betreffende project niet tevens een bouwactiviteit omvat of zal omvatten als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

2.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van toepassing is (binnenplanse afwijking)

 

€ 300,00

 

€ 300,00

 

2.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse kleine afwijking)

 

€ 595,45

 

€ 300,00

 

2.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse afwijking)

 

€ 595,45

 

€ 595,45

 

2.4.4

Vervallen

 

 

 

2.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van toepassing is (afwijking van exploitatieplan)

 

€ 595,45

 

€ 595,45

 

2.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

2.5.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

2.5.2

in geval van nieuwbouw

€ 611,00

 

€ 611,00

 

2.5.3

in geval van bestaande bouw

vermeerderd met, indien sprake is van:

101 m² – 4999 m² bruto vloeroppervlak per m² bruto vloeroppervlak

€ 1.527,00

 

€ 1,55

  

€ 1.527,00

 

€ 1,55

  

 

5000 m² bruto vloeroppervlak en meer

€ 7.637,00

 

€ 7.637,00

 

2.5.4

Voor de berekening van het legesbedrag wordt in aanmerking genomen de bruto-vloeroppervlakte in m² van de betreffende bouwwerken en gedeelten van bouwwerken waarvan de inrichting en/of het gebruik worden gewijzigd.

voor een aanvraag tot aanpassing van een verleende vergunning als bedoeld in 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo

 

 

€ 202,90

 

 

€ 202,90

 

2.6

Uitweg/inrit

 

 

 

2.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2.12 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

€ 262,55

 

€ 271,20

2.7

Kappen

 

 

 

2.7.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van artikel 2.87 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

€ 50,00

 

 

€ 62,50

 

2.8

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

2.8.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze afdeling voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

 

 

2.8.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze afdeling voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

Afdeling 3 Teruggaaf

 

Art.

Omschrijving

Bestaand tarief

Nieuw tarief

3.1

Teruggaaf voor leges voor een (aanvraag) omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen (onderdeel 2.1), planologisch strijdig gebruik (onderdelen 2.3 en 2.4) en brandveilig gebruik (onderdeel 2.5)

 

 

 

3.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking van een aanvraag omgevingsvergunning

 

 

 

3.2.1

Na het intrekken van een aanvraag omgevingsvergunning door een aanvrager, terwijl deze reeds in behandeling is genomen, bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen de activiteit(en) waarvoor de aanvraag is ingetrokken en bedraagt:

 

 

 

3.2.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan:

 

80%

 

100%

 

3.2.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na de termijn van twee weken:

50%

50%

 

van de verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag van € 100 verschuldigd blijft;

 

 

 

3.2.1.3

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf wordt ingediend later dan één kalenderjaar nadat de intrekking van de aanvraag omgevingsvergunning heeft plaatsgevonden.

 

 

 

3.3

Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling laten van een aanvraag omgevingsvergunning

 

 

 

3.3.1

Na het buiten behandeling laten van een aanvraag omgevingsvergunning bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen de activiteit(en) waarvoor de aanvraag buiten behandeling is gelaten en bedraagt:

 

 

 

3.3.1.1

indien de aanvraag binnen 6 maanden na ontvangst van de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten

80%

 

100%

 

3.3.1.2

indien de aanvraag na meer dan 6 maanden na ontvangst van de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag van € 100 verschuldigd blijft.

 

 

80%

 

 

80%

 

3.3.1.3

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf wordt ingediend als meer dan één kalenderjaar is verstreken na het onherroepelijk worden van het besluit tot buiten behandeling laten.

 

 

3.4

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

 

 

 

3.4.1

Na weigering van een omgevingsvergunning bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen de activiteit(en) waarvoor de vergunning is geweigerd en bedraagt:

 

 

50%

 

 

50%

 

 

van verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag van € 100 verschuldigd blijft.

 

 

 

3.4.2

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf wordt ingediend als meer dan één kalenderjaar is verstreken na het onherroepelijk worden van het besluit tot weigering.

 

 

 

3.5

Teruggaaf als gevolg van het intrekken van een omgevingsvergunning

 

 

 

3.5.1

Na intrekking van een omgevingsvergunning bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen de activiteit(en) waarvoor de vergunning is ingetrokken is en bedraagt:

   

50%

 

50%

 

van de verschuldigde leges met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag van € 100 verschuldigd blijft.

 

 

3.5.2

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf wordt ingediend later dan één kalenderjaar na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning.

 

 

 

Afdeling 4 Wijziging omgevingsvergunning

 

Art.

Omschrijving

 

 

4.1

Een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning wordt voor de heffing van leges behandeld als een nieuwe aanvraag, met dien verstande dat enkel de bouwkosten van de te wijzigen aspecten en onderdelen in aanmerking worden genomen. De leges voor de oorspronkelijke vergunning blijven verschuldigd en worden vermeerderd met de leges verschuldigd voor de aanvraag tot wijziging van de omgevingsvergunning.

 

Afdeling 5 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

Art.

Omschrijving

Bestaand tarief

Nieuw tarief

5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening

 

 

€ 198,85

 

 

€ 198,85

 

 

Artikel II

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020, met dien verstande dat de bepalingen die op grond van deze verordening worden gewijzigd van kracht blijven voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering 19 december 2019.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Johan Remkes.

Naar boven