Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2020

De raad van de gemeente Druten,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 december 2019,

 

en gelet op artikel 149 en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2020

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats op gemeentegrond tijdens de door het gemeentebestuur aangewezen marktdagen op de daarvoor aangewezen plaatsen, zoals bedoeld in de weekmarktverordening en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend en voor het genot van door het gemeentebestuur overig verstrekte diensten.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene aan wie de in artikel 1 bedoelde standplaats is toegewezen, dan wel degenen die de in artikel 1 bedoelde standplaats inneemt.

Artikel 3 Tarieven en maatstaf van de heffing

  • 1.

    Het marktgeld bedraagt voor vaste standplaatsen: voor een kraam of tafel, voor uitstalling op wagens, auto’s e.d., alsmede de voor alle op de grond staande of liggende koopwaren, uitgezonderd dieren, € 22,75 per strekkende meter per kwartaal.

  • 2.

    Het marktgeld bedraagt voor standwerkersplaatsen € 12,50 per marktdag of gedeelte daarvan.

  • 3.

    Naast de rechten genoemd in lid 1 worden voor een aansluiting op elektra, per marktdag, bij de vergunninghouder de volgende kosten in rekening gebracht:

 

8 ampère

 2,15

incl. BTW

 

 

16 ampère

 4,30

incl. BTW

 

 

32 ampère

 14,50

incl. BTW

 

Artikel 4 Heffingstijdvak

  • 1.

    Voor vaste standplaatsen is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderkwartaal.

  • 2.

    Voor standwerkersplaatsen is het belastingtijdvak gelijk aan een marktdag.

Artikel 5 Wijze van heffing

Het recht wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6 Ontstaan van belastingschuld

  • 1.

    De marktgelden als bedoeld in artikel 3 lid 1 zijn verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien in de loop van het belastingtijdvak de belastingplicht voor een vaste standplaats aanvangt, wordt het marktgeld berekend over de nog resterende volle kalendermaanden van dat belastingtijdvak.

  • 3.

    Indien in de loop van het belastingtijdvak de belastingplicht voor een vaste standplaats eindigt doordat de vergunning voor de vaste standplaats wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op ontheffing van het marktgeld van de nog resterende volle kalendermaanden van dat belastingtijdvak.

Artikel 7 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening vermeld op het aanslagbiljet

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Overgangsrecht

De ‘Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019’ van 6 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, lid 2, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening marktgelden 2020.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2019.

de raadsgriffier,

F.H.T.M.Arts

de voorzitter,

C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld

Naar boven