Gemeenteblad van Boxtel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Boxtel | Gemeenteblad 2019, 317008 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Boxtel | Gemeenteblad 2019, 317008 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2020
Artikel 1. Voorwerp van belasting; belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt ter zake van het hebben van voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond een belasting geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Deze verordening verstaat onder:
vrije zondagen-regeling: het innemen van standplaats met kramen, wagens, manden of andere voorwerpen van waren en/of het uitstallen van goederen op de openbare grond, in het kader van een evenement op een van de dagen waarop de vrijstelling als bedoeld in artikel 3 van de Winkeltijdenwet van toepassing is;
standplaats: een met vergunning ingenomen plaats met kramen, wagens, manden of andere voorwerpen van waren en/of voor het uitstallen van goederen op de openbare grond, voor de verkoop van waren op een van de locaties waarop het standplaatsenbeleid van toepassing is. Het in de vorige volzin genoemde standplaatsenbeleid wordt op een bij deze verordening behorende gewaarmerkte bijlage aangegeven.
De belasting wordt geheven van:
de organisator of organisatoren, die op basis van de vrije zondagen-regeling gerechtigd is een standplaats dan wel standplaatsen in te nemen of in te laten nemen, indien de bij onderdeel a en b genoemde belastingplichtigen niet bekend zijn, voor wat betreft de heffing van de belasting ingevolge onderdeel 1 van de bij deze verordening gevoegde tarieventabel.
Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.
Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde belasting
Ten aanzien van de gevallen als bedoeld in onderdeel 2.1. van de bij deze verordening behorende tarieventabel geldt dat, indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, de belasting verschuldigd is voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Ten aanzien van de gevallen als bedoeld in onderdeel 1.1, voor zover een tarief per jaar wordt berekend, en 3.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel geldt dat, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, de belasting verschuldigd is voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor het belastingtijdvak verschuldigde belasting als er in het belastingtijdvak, na het tijdstip waarop de belastingplicht aanvangt, nog volle dagen overblijven.
Ten aanzien van de gevallen als bedoeld in onderdeel 2.1. van de bij deze verordening behorende tarieventabel geldt dat, indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, ontheffing verleend wordt voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Ten aanzien van de gevallen als bedoeld in onderdeel 1.1, voor zover een tarief per jaar wordt berekend, en 3.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel geldt dat, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, ontheffing verleend wordt voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor het belastingtijdvak verschuldigde belasting als er in het belastingtijdvak, na het tijdstip waarop de belastingplicht eindigt, nog volle dagen overblijven.
De belasting wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota, aanslag of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8. Tijdstip van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7 wordt toegezonden in de vorm van een aanslag:
in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, niet meer is dan € 5.000,00 , in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.
In afwijking in zoverre van het tweede lid geldt, voor zover de aanslagen worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, niet meer is dan € 5.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking in zoverre van het tweede lid geldt, voor zover de aanslagen niet worden opgelegd in het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, niet meer is dan € 5.000,00 , en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de belasting in die periode plaatsvindt.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 10 december 2019.
De gemeenteraad van Boxtel,
de griffier,
mw. I.H.M. Smits
de voorzitter,
R.S. van Meygaarden
Tarieventabel 2020 precariobelasting
Tarieventabel, behorende bij de Verordening precariobelasting 2020.
Bijlage behorende bij de Verordening precariobelasting 2020
Standplaatsenbeleid gemeente Boxtel
De gemeente Boxtel hanteert een standplaatsenbeleid, dat in het kort op het volgende neerkomt.
De aangewezen locaties per deelgebied zijn:
Centrum: locatie op het parkeerterrein Zwaanse Brug aan de Prins Hendrikstraat en de locatie ter hoogte van de Rabobank in de Stationsstraat, welke locaties samen één locatie vormen voor het deelgebied Centrum, zodat de som van de daarop ingenomen standplaatsen het maximum van twee standplaatsen per dag of dagdeel niet mag overschrijden.
Uit het vorenstaande kan geconcludeerd worden, dat het innemen van een standplaats gedurende een periode die langer duurt dan één dag per week, dan wel op een ander locatie dan de in het beleid opgenomen locaties, niet toegestaan is. Wel dient te worden opgemerkt dat er in het verleden een tweetal situaties ontstaan zijn in het Centrum die hiervan afwijken. In het kader van de rechtszekerheid van deze partijen, vormen deze twee situaties een uitzondering op dit beleid. Nieuwe aanvragen zullen enkel en alleen op grond en binnen het kader van dit beleid verleend worden.
Standplaatsenbeleid gemeente Boxtel
Ingevolge de legesverordening bedragen de leges voor een standplaatsvergunning € 32,00.
Voor het plaatsen van kraampjes of wagens e.d. op openbare grond tot het verkopen van waren, voor zover dit niet geschiedt op marktplaatsen, bent u precariobelasting verschuldigd. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de grootte van uw kraampje of wagen.
Innemen van een standplaats op zondag
Het is voorts verboden, op grond van de Winkeltijdenwet, om op de zondag en de feestdagen in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.
De in de Winkeltijdenwet vervatte verbonden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.
De in de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet op de zon- en feestdagen van 12.00 uur tot 18.00 uur. Dit betreft een vrijstelling op grond van artikel 2 van de Winkeltijdenverordening Boxtel 2014.
Met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden, alsmede anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of verstrekken aan publiek. Met het vorenstaande worden geen uitstallingen bij een inrichting bedoeld, alsmede promotionele activiteiten en/of aangelegenheden.
Toelichting wijzigingen, behorende bij de Verordening precariobelasting 2020.
Wijzigingen in verband met aanpassing modelverordening VNG
De verordening is aangepast conform de wijzigingen die onlangs in de modelverordening van de VNG zijn aangebracht. De (belangrijkste) wijzigingen worden hierna toegelicht.
De term ‘begripsomschrijvingen’ (artikel 2) is vervangen door: definities.
Verder is het artikel geschrapt waarin is opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting. Dit is conform de huidige modelverordening waarin de betreffende bepaling ook is geschrapt. De aanduiding 'nadere regels' heeft een andere kwalificatie (delegatie) dan met de bepaling beoogd werd. Bij invoering van de Derde tranche Algemene wet bestuursrecht is een aantal regelgevende bevoegdheden van de raad overgegaan op het college. De VNG heeft toen de bepaling over het geven van nadere regels door het college in de modelverordeningen gemeentelijke belastingen opgenomen. Dit is gebeurd om duidelijk te maken dat er naast de belastingverordening nog andere regels over de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen (kunnen) gelden. Het ging daarbij niet om de gedelegeerde bevoegdheid om nadere regels te stellen, maar om bevoegdheden die het college ook zonder deze bepaling heeft. Gelet op de kwalificatie van 'nadere regels' en het gegeven dat er ook nog uitvoerings- en beleidsregels over de heffing en de invordering bestaan, is de bepaling over het geven van nadere regels door het college, opgenomen in artikel 10, geschrapt. In verband hiermee is artikel 11 vernummerd in 10.
In verband met de wijzigingen van de tarieventabel (zie hierna onder ‘Tarieventabel’) is tevens artikel 6 aangepast (Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde belasting).
Van de terrassen mag nu het gehele jaar door gebruik gemaakt worden. Voorheen werd een vergunning afgegeven voor het gebruik in een bepaalde periode. Voor het gebruik buiten deze periode waren aparte (tarief)bepalingen opgenomen. Datzelfde geldt voor terrasuitbreidingen tijdens evenementen. Vanwege het gewijzigde beleid kan nu volstaan worden met één tariefbepaling voor het gebruik van het terras.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-317008.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.