Verordening van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk houdende regels voor de heffing en de invordering van leges 2020 (Legesverordening 2020)

 

De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

 

gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders van 19 november 2019;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk houdende regels voor de heffing en de invordering van leges 2020

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

Artikel 2. Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een reisdocument of een Nederlandse identiteitskaart;

  • een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

 

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

 

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • b.

    het in behandeling nemen van aanvragen voor reclame-uitingen van instellingen en verenigingen met een ideële doelstelling die bij het Centraal Bureau Fondsenwerving geregistreerd staan;

  • c.

    verenigingen, instellingen en burgers die met het organiseren van een gezamenlijke activiteit de burgerzin bevorderen (niet zijnde evenementen);

  • d.

    het raadplegen van de bij de gemeente behorende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers door ambtenaren in de uitoefening van hun functie;

  • e.

    alle ter plaatse op grond van artikel G3 van de Kieswet geregistreerde politieke partijen, voor zover het betreft drie abonnementen op de verstrekking van de in de bij deze verordening behorende tarieventabel (raads- en commissiestukken / begrotingen en rekeningen);

  • f.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • g.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • h.

    het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing voor het plaatsen van een laadpaal door een aanbieder van openbare oplaadobjecten;

  • i.

    het verstrekken van kopieën van documenten op grond van artikel 7, eerste lid, onder a, van de Wet openbaarheid van bestuur, mits het aantal kopieën niet meer bedraagt dan 40.

 

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4.

    Indien verzocht wordt om verstrekking van informatie in digitale vorm wordt bij digitale verstrekking het equivalent van de papieren verstrekking in rekening gebracht.

 

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

  • 3.

    In afwijking van artikel 4:90, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt in geval van contante betaling geen kwitantie afgegeven.

 

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9. Teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

 

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      de onderdelen 1.9.1.1 tot en met 1.9.1.3 (rijbewijzen);

    • 2.

      hoofdstuk 10 (reisdocumenten en verklaring omtrent gedrag);

    • 3.

      onderdeel 1.5.6 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen).

Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

 

Artikel 11. Overgangsrecht

De "Legesverordening 2019” van 19 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2020, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dag van de bekendmaking.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het in artikel 11 en het voorgaande lid bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

 

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Legesverordening 2020".

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 18 december 2019.

 

De griffier,

drs. J.H. Rijs MMC

 

Tarieventabel 2020 behorende bij de Legesverordening 2020

 

Titel 1: Algemene Dienstverlening

 

Hoofdstuk 1: Gedrukte stukken, kaarten e.d.

1.1.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.1.1.1 gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: € 5,65

1.1.1.2 afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

per pagina op A4 formaat: € 0,25

per pagina op A3 formaat: € 0,50

1.1.1.3 afschriften, doorslagen en op andere wijze, niet door middel van fotokopiëring gereproduceerde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: € 0,25

1.1.1.4 kopieën van kaarten en tekeningen, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per stuk: € 11,35

 

Hoofdstuk 2: Bestuursstukken

Vervallen

 

Hoofdstuk 3: Verordeningen

1.3.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.3.1.1 een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening: € 22,65

1.3.1.2 een exemplaar van de Bouwverordening: € 136,35

1.3.1.3 een exemplaar van een andere verordening dan onder 1.3.1.1 en 1.3.1.2 genoemd, per pagina: € 0,25

1.3.1.4 aanvullingen van de onder 1.3.1.1, 1.3.1.2 en 1.3.1.3 genoemde verordeningen, per pagina: € 0,25

 

Hoofdstuk 4: Burgerlijke stand

1.4.1.1 Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

- op maandag: 10.00-16.00 uur: € 284,20

- op dinsdag t/m vrijdag van 9.00-16.00 uur: € 284,20

- op zaterdag van 9.00-16.00 uur: € 355,25

- op een tijdstip, niet vallende onder bovengenoemde uren: € 682,05

1.4.1.2 De tarieven onder 1.4.1.1 worden als het gaat om een huwelijk of registratie van een partnerschap op andere locaties dan het gemeentehuis verhoogd met:

- op maandag: 10.00-16.00 uur: € 85,20

- op dinsdag t/m zaterdag van 9.00-16.00 uur: € 85,20

- op een tijdstip, niet vallende onder bovengenoemde uren: € 170,50

- vooronderzoek van een gewenste (nieuwe) locatie: € 113,65

1.4.1.3 De uren voor kosteloze huwelijksvoltrekking of partnerschapregistratie zijn bepaald op:

maandag 9.00 uur en 9.30 uur.

1.4.1.4 Het tarief bedraagt voor het verzorgen van getuigen bij de huwelijksvoltrekking of het sluiten van een geregistreerd partnerschap, per getuige: € 51,35

1.4.1.5 Het tarief bedraagt ter zake van een eenmalige benoeming tot ambtenaar van de burgerlijke stand (babs): € 154,10

1.4.2 Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje: € 28,35

1.4.3 Als de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap, dan wel de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, ongeacht de oorzaak wordt geannuleerd, dan bedraagt het tarief voor de reeds verrichte werkzaamheden: € 71,00

1.4.4 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

1.4.5 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.4.5.1 een lijst, waarop zijn vermeld alle in één week geborenen en overledenen, ondertrouwde en gehuwde paren alsmede geregistreerde partnerschappen per inlichting: € 9,05

1.4.6 Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier, ongeacht het resultaat van deze nasporingen: € 25,65

 

Hoofdstuk 5: Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.5.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.5.3 en 1.5.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.5.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.5.2.1 tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking: € 9,05

1.5.3 Voor de toepassing van punt 1.5.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

1.5.4 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.5.4.1 tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking: € 25,65

1.5.5 In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: € 24,70

1.5.6 In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: € 5,30

1.5.7 Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier: € 25,65

 

Hoofdstuk 6: Gemeentearchief

1.6.1 Voor het doen van onderzoek, het verstrekken van afschriften, uittreksels en/of reproducties en het uitlenen van archiefbescheiden door of vanwege de (streek)archivaris ten behoeve van derden, gelden de volgende tarieven:

1.6.1.1 voor een fotokopie van het originele archiefstuk:

- op A4-formaat, per kopie: € 0,50

- op A3-formaat, per kopie: € 1,00

- op A2-formaat of groter, per kopie: € 6,35

1.6.1.2 voor het intern vervaardigen van foto’s:

- groot formaat, per stuk: € 6,10

- klein formaat, per stuk: € 4,60

1.6.1.3 voor het gebruiksrecht van foto’s en archiefstukken voor commerciële activiteiten per eenheid: € 30,05

1.6.1.4 voor het verrichten van onderzoek, per kwartier of gedeelte daarvan: € 27,00

1.6.1.5 voor onderzoek en leveren van gegevens ten behoeve van makelaars i.v.m. taxatie van woningen: € 216,70

1.6.1.6 voor het extern vervaardigen van foto’s worden de externe kosten in rekening gebracht vermeerderd met het onderzoekstarief als bedoeld in 1.6.1.4.

 

Hoofdstuk 7: Vastgoedinformatie

1.7.1 Het tarief bedraagt ter zake van:

1.7.1.1 bericht/uittreksel, per object (ontvangen per post/fax/balie): € 16,80

1.7.1.2 bericht/uittreksel, per object (ontvangen via internet): € 3,50

1.7.1.3 kopieën van kadastrale kaarten A4-formaat per afdruk (ontvangen per post/fax/balie): € 16,80

1.7.1.4 kopieën van kadastrale kaarten A4-formaat per afdruk (ontvangen via internet): € 3,50

1.7.2 Het tarief bedraagt ter zake van:

1.7.2.1 het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van een in het gemeentelijk beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, per kadastraal object: € 30,10

1.7.2.2 het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een verklaring dat er blijkens de in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens geen publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken, per kadastraal object: € 30,10

1.7.2.3 het raadplegen via kadaster-on-line, per raadpleging: € 16,80

1.7.2.4 inzage in het gemeentelijke beperkingenregister en de beperkingenregistratie: gratis

een afschrift daarvan, per pagina: € 1,65

 

Hoofdstuk 8: Beschikkingen, vergunningen en ontheffingen

1.8.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een beschikking, een vergunning of een ontheffing, dan wel elk ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover deze stukken niet afzonderlijk en met name in andere artikelen van deze verordening of in een andere belastingverordening, dan wel in andere rechtsregels zijn vermeld, per beschikking, vergunning of ontheffing geldig voor:

- de periode van 1 dag: € 27,60

- de periode van meer dan 24 uur tot en met 1 week: € 55,25

- de periode van 8 dagen tot en met 1 maand: € 110,55

- een periode van 32 dagen en langer: € 442,45

Voor een omschrijving van de hierboven genoemde begrippen ‘dag’, ‘week’, ‘maand’ en ‘jaar’ wordt verwezen naar artikel 1 van de Legesverordening

Verhoging wegens spoedbehandeling: € 27,60

Weigeren vergunning: € 27,60

1.8.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een uitwegvergunning: € 221,20

1.8.3 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afmeervergunning, per boot: € 38,75

1.8.4 Vervallen

1.8.5 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.8.5.1 een ontheffing voor een jaar:

- voor een vaartuig met verbrandingsmotor of hybridemotor, met uitzondering van zeilboten met hulpmotor: € 43,00

- voor alle overige vaartuigen (w.o. met elektromotor): € 16,00

- voor niet-digitale aanvragen van particulieren gelden extra behandelingskosten van: € 2,50

1.8.5.2 een ontheffing voor een week of korter:

- voor een vaartuig met verbrandingsmotor of hybridemotor, met uitzondering van zeilboten met hulpmotor: € 11,50

- voor alle overige vaartuigen (w.o. met elektromotor): € 6,00

1.8.5.3 een collectieve ontheffing voor een jaar voor georganiseerde evenementen op de wedstrijdkalender: € 535,00

1.8.5.4 een ontheffing voor een jaar voor een commerciële verhuurder:

- voor vaartuigen met een elektromotor, per te verhuren vaartuig: € 86,00

- voor vaartuigen zonder motor, per te verhuren vaartuig: € 32,50

- voor vaartuigen geschikt voor het vervoer van 12 personen of meer, per te verhuren vaartuig: € 86,00

1.8.5.5 een ontheffing voor een week of korter voor een commerciële verhuurder:

- voor vaartuigen met een elektromotor, per te verhuren vaartuig: € 22,00

- voor vaartuigen zonder motor, per te verhuren vaartuig: € 11,50

- voor vaartuigen geschikt voor het vervoer van 12 personen of meer, per te verhuren vaartuig: € 22,00

1.8.5.6 een nieuwe sticker i.v.m. verlies: € 10,50

1.8.6 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kansspelvergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen: € 27,00

1.8.7 vervallen

1.8.8 vervallen

1.8.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een schriftelijke toestemming zoals bedoeld in artikel 21 van de Visserijwet, inzake het vissen in een water waarvan de gemeente (mede) rechthebbende op het visrecht is:

1.8.9.1 voor het vissen met 2 gewone hengels of een speciale hengel, geldig voor 1 dag: € 3,10

1.8.9.2 voor het vissen met 2 gewone hengels of een speciale hengel, geldig voor een kalenderjaar: € 9,70

1.8.10 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een collectevergunning: € 27,00

1.8.11 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.11.1 tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2019: € 67,00

1.8.11.2 voor het verlenen van een urgentieverklaring: € 67,00

1.8.11.3 voor het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur ex artikel 15 Leegstandswet: € 67,00

1.8.11.4 voor het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur ex artikel 15 Leegstandswet aan de eigenaar van een (appartementen)complex voor de afzonderlijke woonruimten, voor elke tweede en volgende woonruimte: € 33,50

1.8.11.5 voor het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur ex artikel 15 Leegstandswet voor de afzonderlijke woonruimten binnen één en hetzelfde sloop- of (ver)nieuwbouwproject, voor elke tweede en volgende woonruimte: € 33,50

 

Hoofdstuk 9: Verkeer

1.9.1.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs en de omzetting van een bromfietscertificaat in een rijbewijs: € 40,65

1.9.1.2 Voor het afgeven van een rijbewijs, indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet kan worden overgelegd, worden de ter zake verschuldigde leges verhoogd met: € 23,75

1.9.1.3 Het tarief genoemd onder 1.9.1.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van: € 34,10

1.9.2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het "Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer": € 39,05

1.9.2.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken: € 161,60

1.9.2.3 Het tarief bedraagt voor het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats: € 290,00

1.9.3 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.3.1 voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 voor een periode van één week of minder: € 43,55

1.9.3.2 voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 voor een periode van één week tot drie maanden: € 87,15

1.9.3.3 voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 voor een periode van drie maanden tot drie jaren: € 130,80

1.9.3.4 voor het wijzigen van het kenteken op een (gewaarmerkte) ontheffingskaart op kenteken, behorende bij een ontheffing als bedoeld in artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994: € 21,75

1.9.4 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.4.1 voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor de periode van één week of minder: € 43,55

1.9.4.2 voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor de periode van één week tot drie maanden: € 87,15

1.9.4.3 voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor de periode van drie maanden tot drie jaren: € 130,80

1.9.4.4 voor het verlenen van een ontheffing/vrijstelling als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 op basis van een door de gemeente vastgestelde ontheffingen/vrijstellingenverordening: € 43,55

1.9.4.5 voor het wijzigen van het kenteken op een (gewaarmerkte) ontheffings- of vrijstellingskaart op kenteken, behorende bij een ontheffing of vrijstelling als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: € 21,75

1.9.5 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een ontheffing zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Beleid ontheffing berijden wegen Plassengebied met breedte- en gewichtsbeperking: € 28,35

 

Hoofdstuk 10: Reisdocumenten, verklaringen omtrent gedrag

1.10.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.10.1.1 tot het afgeven van een nationaal paspoort of faciliteitenpaspoort voor personen tot 18 jaar, een reisdocument voor vreemdelingen of een reisdocument voor vluchtelingen: € 55,35

1.10.1.2 tot het verstrekken van een nationaal paspoort voor personen tot 18 jaar, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld onder 1.10.1.1: € 55,35

1.10.1.3 tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) voor personen tot 18 jaar: € 30,70

1.10.2 De tarieven als genoemd onder 1.10.1.1, 1.10.1.2 en 1.10.1.3 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van: € 49,85

1.10.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.10.3.1 tot het afgeven van een nationaal paspoort of faciliteitenpaspoort voor personen van 18 jaar en ouder: € 73,20

1.10.3.2 tot het verstrekken van een nationaal paspoort voor personen van 18 jaar en ouder, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld onder 1.10.3.1: € 73,20

1.10.3.3 tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) voor personen van 18 jaar en ouder: € 58,30

1.10.4 De tarieven als genoemd onder 1.10.3.1, 1.10.3.2 en 1.10.3.3 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van: € 49,85

1.10.5 Het tarief bedraagt voor het thuisbezorgen van documenten als genoemd in de onderdelen 1.10.1 tot en met 1.10.4: € 0,00

1.10.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag: € 41,35

 

Hoofdstuk 11: Diversen

1.11.1.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek in verband met het verkrijgen van instemming en/of bij aan/afmelding van graafwerkzaamheden omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet: € 232,40

1.11.1.2 Het in 1.11.1.1 genoemde bedrag wordt, indien met betrekking tot een verzoek en/of bij aanmelding van graafwerkzaamheden overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met: € 116,15

1.11.2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag en/of na aan/afmelding van graafwerkzaamheden door of namens een nutsbedrijf, niet zijnde een telecommunicatiebedrijf, in verband met het verkrijgen van een vergunning omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden: € 232,40

1.11.2.2 Het in 1.11.2.1. genoemde bedrag wordt, indien met betrekking tot een vergunningaanvraag en/of na aanmelding van graafwerkzaamheden overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, de aanvrager van de vergunning en/of derden, verhoogd met: € 116,15

 

Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 1: Begripsomschrijvingen

2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1 aanlegkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

2.1.1.2 bouwkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

2.1.1.3 sloopkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het slopen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

2.1.1.4 Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2 In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3 In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Hoofdstuk 2: Vooroverleg

2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1 voor de beoordeling van een conceptaanvraag voor een omgevingsvergunning: 50% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld;

met een minimum van: € 150,00

en een maximum van: €750,00

2.2.2 om vooroverleg i.v.m. het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is, indien de bouwkosten niet bekend zijn: € 221,20

2.2.3 voor de boordeling van een verzoek om vooroverleg om een omgevingsvergunning die slechts kan worden verleend met toepassing van art. 2.12, eerste lid onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking) of d.m.v. een (partiële) herziening van het bestemmingsplan, ongeacht het resultaat van de behandeling, per verzoek: € 442,45

2.2.4 voor de beoordeling van alle overige verzoeken om vooroverleg om een omgevingsvergunning, ongeacht het resultaat van de behandeling, per verzoek: € 221,20

 

Hoofdstuk 3: Omgevingsvergunning/bestemmingsplannen

2.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, dan worden de daarvoor verschuldigde leges als volgt berekend:

Bouwkosten/leges

lager dan of gelijk aan € 5.000: € 212,65

van € 5.001 t/m € 10.000: € 425,35

van € 10.001 t/m € 50.000: € 425,35 plus 3,4% van de bouwkosten

van € 50.001 t/m € 100.000: € 850,80 plus 3,2% van de bouwkosten

van € 100.001 t/m € 250.000: € 1.701,65 plus 3% van de bouwkosten

van € 250.001 t/m € 500.000: € 3.403,30 plus 2,75% van de bouwkosten

van € 500.001 t/m € 1.000.000: € 6.806,65 plus 2,55% van de bouwkosten

van € 1.000.001 t/m € 10.000.000: € 13.613,30 plus 2,35% van de bouwkosten

vanaf € 10.000.001 en hoger: € 27.226,65 plus 2,15% van de bouwkosten

2.3.3 Voor een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning waarbij het advies van de Welstandscommissie wordt ingewonnen dan wel voor een aan deze commissie gericht verzoek, wordt het conform 2.3.2 berekende bedrag verhoogd met de ter zake aan deze commissie verschuldigde kosten, die als volgt zijn bepaald:

Bouwkosten/leges

lager dan € 25.000: € 45,00

van € 25.000 tot € 455.000: 1,8 ‰ van de bouwkosten

vanaf € 455.000 en hoger: € 2.250,00

De hierboven berekende legesbedragen worden in verband met BTW vermenigvuldigd met een factor 1,21.

De in rekening te brengen bedragen worden naar boven afgerond op veelvouden van € 5,00.

2.3.4 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

2.3.4.1 indien het een standaardadvies betreft voor bestaande bedrijven: € 825,00

2.3.4.2 indien het een advies betreft inzake nieuwe vestigingen en/of een beoordeling van een bedrijfsplan: € 980,00

2.3.4.3 indien het een advies betreft over zaken waarbij uitspraken van de commissie bezwaar- en beroep en/of gerechtelijke uitspraken zijn betrokken: € 1.035,00

2.3.4.4 indien het een nader advies betreft op eerder uitgebrachte adviezen: € 495,00

2.3.4.5 indien het een second opinion betreft: € 1.295,00

2.3.5 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief bij aanlegkosten:

- lager dan of gelijk aan € 10.000: € 361,25

- van € 10.001 tot en met € 30.000: € 722,50

- van € 30.001 tot en met € 50.000: € 1.083,80

- vanaf € 50.001 en hoger: € 2.245,90

2.3.6 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.2 t/m 2.3.4:

2.3.6.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): € 265,85

2.3.6.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): € 425,35

2.3.6.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): € 5.631,55

2.3.6.4 vervallen

2.3.6.5 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): € 536,30

2.3.6.6 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): € 0,00

2.3.6.7 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): € 0,00

2.3.6.8 indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): € 536,30

2.3.7 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.7.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): € 265,85

2.3.7.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): € 425,35

2.3.7.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): € 5.631,55

2.3.7.4 vervallen

2.3.7.5 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): € 536,30

2.3.7.6 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): € 0,00

2.3.7.7 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): € 0,00

2.3.7.8 indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): € 536,30

2.3.8 Indien op verzoek ten behoeve van een project een bestemmingsplan op grond van respectievelijk de artikelen 3.1, 3.6, lid 1 onder a en 3.6, lid 1 onder b van de Wet ruimtelijke ordening moet worden herzien, gewijzigd of uitgewerkt (wijziging of uitwerking hieronder mede begrepen), bedraagt het tarief: € 6.704,25

2.3.9 Indien in het kader van de behandeling van een aanvraag om omgevingsvergunning of van een verzoek tot herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan mogelijk is om op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan vast te stellen en/of op grond van artikel 6.24 van de Wet ruimtelijke ordening een overeenkomst over grondexploitatie aan te gaan, worden de leges genoemd in paragraaf 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.8 niet geheven.

2.3.10 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

voor bouwwerken met een oppervlakte van:

- minder dan 100 m²: € 340,75

- 100 m² of meer, doch minder dan 500 m²: € 557,50

- 500 m² of meer, doch minder dan 1.000 m²: € 736,30

- 1.000 m² of meer, doch minder dan 1.500 m²: € 843,55

- 1.500 m² of meer, doch minder dan 2.000 m²: € 969,85

vermeerderd met € 89,30 voor elke 500 m² of gedeelte daarvan vanaf 2.000 m²

2.3.11 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

2.3.11.1 in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wabo: € 890,50

2.3.12 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de van toepassing zijnde artikelen van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 55,25

2.3.13 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van gebruik van een uitweg waarvoor o.g.v. een bepaling in een provinciale verordening en/of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist als bedoeld in art. 2.2, eerste lid, aanhef en onder e van de Wabo bedraagt het tarief: € 221,20

2.3.14 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.14.1 indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: € 221,20

2.3.14.2 indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: € 221,20

2.3.15 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag c.q. verzoek tot herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan een rapport of onderzoek wordt beoordeeld:

2.3.16.1 voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: € 454,55

2.3.16.2 voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

- bij een quickscan, bureauonderzoek of inventariserend onderzoek: € 363,64

- bij een definitief onderzoek: € 636,37

2.3.16.3 voor de beoordeling van een onderzoek inzake de luchtkwaliteit: € 181,82

2.3.16.4 voor de beoordeling van een akoestisch onderzoek: € 454,55

2.3.16.5 voor de beoordeling van een plan aan het geluidsbeheerplan: € 727,28

2.3.16.6 voor de beoordeling van de milieuaspecten van een ruimtelijke onderbouwing: € 1.000,01

2.3.16.7 voor de beoordeling van een ecologisch onderzoek: € 636,37

2.3.16.8 indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:

- bij externe advisering, c.q. onderzoek (algemeen): het bedrag van de advies en/of onderzoekskosten voor het vragen van een noodzakelijk nader advies dan wel nader onderzoek met betrekking tot een bouw- of aanlegplan

- bij externe advisering, c.q. onderzoek door een constructeur:

Bouwkosten/Tarief:

tot 10.000: nihil

van 10.000 tot 25.000: € 36,75

van 25.000 tot 250.000: € 36,75 plus 0,5‰

van 250.000 tot 400.000: € 147,05 plus 0,4‰

vanaf 400.000: € 294,15 plus 0,3‰

2.3.16.9 indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag of het verzoek aan de aanvrager of verzoeker meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld

2.3.16.10 voor het uitvoeren van een asbesttoets: € 272,73

2.3.16.11 voor het beoordelen van een rapport inzake conventionele explosieven: € 636,37

2.3.16.12 voor het beoordelen van een onderzoek externe veiligheid: € 727,28

2.3.16.13 voor het voeren van een procedure ter verkrijging van een besluit tot hogere grenswaarde van de Wet Geluidhinder: € 2.000,02

2.3.16.14 Voor het beoordelen van partijkeuringen of -meldingen grond: € 363,64

2.3.16.15 voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

- indien de bouw- of projectkosten lager zijn dan € 20.000,-: € 0,00

- indien de bouw- of projectkosten € 20.000,- of meer bedragen: € 1.006,70

 

Hoofdstuk 4: Teruggaaf en vermindering

2.4.1 Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5, 2.3.6 en 2.3.11, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.4.1.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 1 maand na het in behandeling nemen ervan: 60% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.4.1.2 indien de aanvraag wordt ingetrokken na 1 maand na het in behandeling nemen ervan: 40% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.4.2.1 Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.9 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 40% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.4.2.2 Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.4.2.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.4.3 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag zoals bedoeld in Hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning zoals bedoeld in Hoofdstuk 3.

2.4.4 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit bouwen en er is, op grond van de aan de vergunning verbonden voorwaarden, sprake van een tijdelijk bouwwerk, dan bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 40% van de op grond van de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.6 voor het betreffende project verschuldigde leges.

 

Hoofdstuk 5: Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning of een verzoek tot revisie van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: € 210,80

 

Titel 3: Dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn

 

Hoofdstuk 1: Evenementen

3.1.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een vergunning:

3.1.1.1 voor het houden van een grootschalig evenement, waarvan de aard of de publieksaantrekkende werking vanuit een oogpunt van openbare orde en veiligheid dusdanig grootschalig is, dat daarin zonder nadere ordening niet kan worden voorzien: € 170,50

3.1.1.2 voor het houden van overige evenementen: € 39,65

 

Hoofdstuk 2: Reclame

3.2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.2.1.1 ter verkrijging van een vergunning voor het aanbrengen van een (licht)reclameaanduiding aan een onroerende zaak: € 55,25

3.2.1.2 ter verkrijging van een vergunning voor het plaatsen en geplaatst hebben van reclameborden/uitstallingen op of aan de openbare weg: € 221,20

3.2.1.3 voor verlenging van een vergunning voor het plaatsen en geplaatst hebben van reclameborden/uitstallingen op of aan de openbare weg: € 55,25

 

Hoofdstuk 3: Escortbedrijven

3.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een vergunning voor het exploiteren van een escortbedrijf: € 884,90

 

Hoofdstuk 4: Horeca

3.4.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

3.4.1.1 een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet: € 497,75

3.4.1.2 een gewijzigde vergunning ingevolge artikel 30 van de Drank- en Horecawet: € 221,20

3.4.1.3 een ontheffing ex artikel 35 van de Drank- en Horecawet: € 55,25

3.4.1.4 wijziging vergunning in verband met opname terras of nieuwe leidinggevende, per aanmelding: € 110,55

3.4.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

3.4.2.1 een vergunning voor het exploiteren van een openbare (horeca-)inrichting voor onbepaalde tijd: € 331,85

3.4.2.2 een gewijzigde vergunning indien de inrichting een zodanige verandering ondergaat dat zij niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning gegeven omschrijving: € 221,20

3.4.2.3 wijziging vergunning in verband met opname terras: € 110,55

3.4.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een gecombineerde aanvraag tot het verkrijgen van de vergunningen als bedoeld in de onderdelen 3.4.1.1 en 3.4.2.1 van deze tarieventabel: € 608,35

3.4.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

3.4.4.1 een vergunning voor het aanwezig hebben van één kansspelautomaat als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen: € 110,55

3.4.4.2 een vergunning voor het aanwezig hebben van twee kansspelautomaten als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen: € 221,20

 

Hoofdstuk 5: Brandbeveiligingsverordening

Vervallen

 

Hoofdstuk 6: Kinderopvang

3.6 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.6.1 tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau overeenkomstig artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: € 632,40

3.6.2 tot het in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal overeenkomstig artikel 2.2, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: € 632,40

3.6.3 tot het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang overeenkomstig artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: € 158,10

3.6.4 tot het in exploitatie nemen van een extra voorziening voor gastouderopvang (extra opvanglocatie) overeenkomstig artikel 7, vierde lid, Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk: € 105,35

 

Hoofdstuk 7: Standplaatsen en venten

3.7.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een vergunning om in de gemeente een standplaats in te nemen of te venten: € 54,15

 

Hoofdstuk 8: Winkeltijdenwet en -verordening

3.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een ontheffing op grond van de Winkeltijdenwet c.q. –verordening: € 110,55

 

Titel 4: Citeertitel

 

4.1 Deze tabel kan worden aangehaald als "Tarieventabel 2020 behorende bij de Legesverordening 2020".

Naar boven