Titel 2 Dienstverlening fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
|
Tarief 2020
|
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
Vervallen
|
|
2.1.1.2
|
Bouwkosten:
zijn alle kosten die ontstaan door en worden gemaakt voor de realisering van een bouwwerk tot en met de oplevering van dat (bouw)werk waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend. De kosten worden berekend op basis van de door burgemeester en wethouders vast te stellen dan wel vastgestelde genormeerde eenheidsprijzen per type bouwwerk. Deze genormeerde eenheidsprijzen worden bepaald middels de BouwKostenIndicator (BKI). Over deze bouwkosten worden leges berekend en geheven. Het college van burgemeester en wethouders stelt jaarlijks een geactualiseerde BouwKostenIndicator vast. Deze BouwKostenIndicator (BKI) wordt bekend gemaakt in het elektronisch Gemeenteblad.
|
|
2.1.1.3
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activitieten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
Hoofdstuk 2. Vooroverleg en principeverzoek
|
2.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is
|
€ 150,00
|
2.2.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een principeverzoek om ontheffing of wijziging c.q. herziening van het vigerende bestemmingsplan of projectbesluit op grond van de Wet ruimtelijke ordening, ongeacht de (positieve of negatieve) uitkomst van dit verzoek
|
€ 150,00
|
Hoofdstuk 3. Omgevingsvergunning
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1.1
|
Indien de bouwkosten minder dan € 2.200 bedragen:
|
€ 121,00
|
2.3.1.1.2
|
Indien de bouwkosten € 2.200 tot € 450.000 bedragen:
|
€ 121,00
|
|
vermeerderd met:
|
2,60%
|
|
van de bouwkosten, waarmee de bouwkosten € 2.200 te boven gaan.
|
|
2.3.1.1.3
|
Indien de bouwkosten € 450.000 of meer bedragen:
|
€ 11.670,00
|
|
vermeerderd met:
|
4,35 ‰
|
|
van de bouwkosten, waarmee de bouwkosten € 450.000 te boven gaan.
|
|
2.3.1.1.4
|
Vervallen
|
|
2.3.1.1.5
|
indien het een civieltechnisch werk, zoals een brug, tunnel, viaduct, sluis en dergelijke betreft, in afwijking van het bepaalde in de subonderdelen 2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2 en 2.3.1.1.3
|
3,90 ‰
|
|
van de bouwkosten met een minimum van
|
€ 124,00
|
2.3.1.1.6
|
De bedragen van de artikelen 2.3.1.1.2 en 2.3.1.1.3 worden verhoogd met:
Als minimaal 2 dagen voor de aanvang van de bouwactiviteiten meldingskaart 1 'start bouw' door de gemeente is ontvangen, wordt € 250,00 terugbetaald. Als maximaal 2 dagen na de voltooiing van de bouwwerkzaamheden meldingskaart 2 'bouw gereed' door de gemeente is ontvangen, wordt de resterende € 250,00 terugbetaald. Dit artikel is niet van toepassing wanneer sprake is van nieuwbouw woningen; in dat geval zijn de bepalingen van artikel 2.3.1.1.4 van toepassing.
|
€ 500,00
|
|
Toets Omgevingscommissie MER inzake welstandsplannen
|
|
2.3.1.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1 en subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de aanvraag is voorgelegd aan de Omgevingscommissie MER:
|
|
2.3.1.2.1
|
voor de eerste welstandstoets per plan door genoemde commissie:
|
€ 135,00
|
2.3.1.2.2
|
voor de tweede en volgende welstandstoets per plan per toets door genoemde commissie:
|
€ 115,00
|
2.3.1.2.3
|
en de aanvrager tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een toelichting wenst te geven, per toelichting
|
€ 93,00
|
|
Toets Omgevingscommissie MER inzake plannen gemeentelijk kwaliteitsmenu
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in de overige onderdelen van deze Titel 2 bedraagt, indien de aanvraag is voorgelegd aan de Omgevingscommissie MER, het tarief voor een standaard advies Gemeentelijk Kwaliteitsmenu ‘kwaliteitsverbetering bij ontwikkelingen in het buitengebied’.
|
€ 229,00
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in de overige onderdelen van deze Titel 2 bedraagt, indien de aanvraag is voorgelegd aan de Omgevingscommissie MER, het tarief voor een complex advies Gemeentelijk Kwaliteitsmenu ‘kwaliteitsverbetering bij ontwikkelingen in het buitengebied’.
|
€ 526,00
|
|
Verplicht advies agrarische commissie (niet zijnde de Omgevingscommissie MER als bedoeld in onderdeel 2.3.1.3 en 2.3.1.4)
|
|
2.3.1.5
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld:
|
€ 0,00
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.6
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verhoogd met van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum van € 1.000,00.
|
10,00%
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 518,00
|
|
tenzij de aanvraag enkel en alleen betrekking heeft op het kappen van een boom of bomen danwel voor de aanvraag eveneens een Omgevingsvergunning met activiteit kappen noodzakelijk is. In die gevallen bedraagt het totale tarief:
|
€ 118,00
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking ten aanzien van gebruik):
|
€ 192,00
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 384,00
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 4.571,00
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 384,00
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 1.548,00
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 580,00
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 580,00
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 384,00
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 192,00
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 384,00
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 4.571,00
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 384,00
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 1.548,00
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 580,00
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 580,00
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 384,00
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.5.1.1
|
voor een bouwwerk waarin bedrijfsmatig nachtverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 personen:
|
|
|
a. Hotel
|
€ 1.903,00
|
|
b. Pension/nachtverblijf
|
€ 1.903,00
|
2.3.5.1.2
|
voor een bouwwerk waarin in het kader van verzorging nachtverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 personen:
|
|
|
a. Gevangenissen
|
€ 2.855,00
|
|
b. Klinieken (poli-, psychiatr., verzorging/verpleging, …)
|
€ 1.902,00
|
|
c. Ziekenhuis
|
€ 9.514,00
|
|
d. Verpleegtehuizen
|
€ 2.855,00
|
|
e. Bejaardenoorden/verzorgingshuizen
|
€ 2.855,00
|
2.3.5.1.3
|
voor een bouwwerk waarin dagverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar:
|
|
|
a. Kinderdagverblijf
|
€ 1.522,00
|
|
b. Peuterspeelzaal
|
€ 1.522,00
|
|
c. Dagverblijf (kinderen)
|
€ 1.522,00
|
|
d. School (l.l. < 12 jaar)
|
€ 1.522,00
|
2.3.5.1.4
|
voor een bouwwerk waarin dagverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen:
|
|
|
a. dagverblijf (gehandicapten)
|
€ 1.522,00
|
2.3.5.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op wijziging van een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.5.2.1
|
voor een bouwwerk waarin bedrijfsmatig nachtverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 personen:
|
|
|
a. Hotel
|
€ 476,00
|
|
b. Pension/nachtverblijf
|
€ 476,00
|
2.3.5.2.2
|
voor een bouwwerk waarin in het kader van verzorging nachtverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 personen:
|
|
|
a. Gevangenissen
|
€ 712,00
|
|
b. Klinieken (poli-, psychiatr., verzorging/verpleging, …)
|
€ 476,00
|
|
c. Ziekenhuis
|
€ 2.379,00
|
|
d. Verpleegtehuizen
|
€ 712,00
|
|
e. Bejaardenoorden/verzorgingshuizen
|
€ 712,00
|
2.3.5.2.3
|
voor een bouwwerk waarin dagverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar:
|
|
|
a. Kinderdagverblijf
|
€ 381,00
|
|
b. Peuterspeelzaal
|
€ 381,00
|
|
c. Dagverblijf (kinderen)
|
€ 381,00
|
|
d. School (l.l. < 12 jaar)
|
€ 381,00
|
2.3.5.2.4
|
voor een bouwwerk waarin dagverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen:
|
€ 381,00
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening gemeente Maasgouw 2018 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 14, eerste lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 317,00
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument:
|
€ 317,00
|
2.3.6.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening gemeente Maasgouw 2018 aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 20, eerste lid van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 317,00
|
|
Toets Monumentencommissie
|
|
2.3.6.3
|
Onverminderd het bepaalde in de subonderdelen 2.3.6.1 en 2.3.6.2 bedraagt het tarief, indien de aanvraag is voorgelegd aan de Monumenten-commissie onafhankelijk van het aantal behandelingen
|
€ 229,00
|
2.3.6.4
|
Indien sprake is van het realiseren van duurzaamheidsmaatregelen (bijvoorbeeld installatie van zonnepanelen) op gemeentelijke en rijksmonumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten dan bedraagt het tarief voor de behandeling van de aanvraag door de Omgevingscommissie MER
|
€ 0,00
|
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.7
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo bedraagt het tarief:
|
€ 230,00
|
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.8
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:7 van de Algemene plaatselijke verordening 2017 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 77,00
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Vervallen
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of op basis van artikel 3 van de Bomenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 118,00
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken op of aan de openbare weg waarvoor op grond van artikel 2:5 van de Algemene plaatselijke verordening Maasgouw 2017 een ontheffing is vereist, bedraagt het tarief indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo
|
|
2.3.11.1
|
voor een ontheffing voor ten hoogste één maand
|
€ 41,00
|
2.3.11.2
|
voor een ontheffing voor ten hoogste één jaar
|
€ 58,00
|
2.3.12
|
Projecten of handelingen in het kader van de Wet Natuurbescherming
|
|
2.3.12.1
|
Vervallen.
|
|
2.3.12.2
|
Vervallen.
|
|
2.3.12.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of nabij een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming bedraagt het tarief indien de aanvraag betrekking heeft op:
|
|
|
a. Landbouw en overige
|
€ 2.648,00
|
|
b. Industrie
|
€ 13.154,00
|
|
c. Infrastructuur
|
€ 19.724,00
|
|
Restitutie bij weigeren omgevingsvergunning
|
|
|
Indien een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de gemeente wordt geweigerd, als gevolg van het weigeren van een verklaring van geen bedenkingen met betrekking tot dit onderdeel door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, vindt restitutie door de gemeente aan de aanvrager plaats van 75% van de geheven leges van de aanvrager.
|
|
|
Restitutie bij
inttrekking
aanvraag
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura-2000 gebied, door de aanvrager wordt ingetrokken alvorens daarop door de gemeente is beschikt, vindt restitutie door de gemeente aan de aanvrager als volgt plaats:
|
|
|
a. indien het verzoek tot intrekking is gedaan binnen zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de gemeente, vindt restitutie door de gemeente aan de aanvrager plaats van 50% van de geheven leges van de aanvrager.
|
|
|
b. indien het verzoek tot inttrekking is gedaan zes maanden na datum van ontvangst van van de aanvraag bij de gemeente, vindt restitutie plaats door de gemeente aan de aanvrager van 25% van de geheven leges van de aanvrager.
|
|
2.3.13
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
|
Vervallen
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 0,00
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 0,00
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning.
|
€ 0,00
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
2.3.16
|
Beoordeling rapporten inzake (milieu)onderzoeken
|
|
2.3.16.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien de aanvraag slechts kan worden behandeld wanneer een milieukundig rapport (bodem, akoestisch, hydrologisch, archeologisch, asbest, externe veiligheid, luchtkwaliteit, etc.) is beoordeeld, per afzonderlijk rapport
|
€ 122,00
|
2.3.16.1.2
|
Indien voor de beoordeling van een milieukundig rapport als bedoeld in artikel 2.3.16.1 gebruik wordt gemaakt van een extern adviesbureau, worden de werkelijke kosten voor de beoordeling in rekening gebracht. Voor de toepassing van deze bepaling wordt de aanvraag eerst in behandeling genomen nadat de aanvrager schriftelijk heeft ingestemd met de vooraf meegedeelde kosten.
|
|
2.3.16.2
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1. bedraagt het tarief in het kader van procedures ingevolge de Wet Geluidhinder voor:
|
|
2.3.16.2.1
|
het uitvoeren van verkeerstellingen
|
€ 166,00
|
2.3.16.2.2
|
het verstrekken van verkeerstellingen
|
€ 25,00
|
2.3.16.2.3
|
het registreren van een kadastrale aantekening
|
€ 67,00
|
2.3.17
|
Advies
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:
|
€ 580,00
|
2.3.17.1
|
Daaronder vallen onder meer adviezen als bedoeld in artikel 2.26 van de Wabo, alsmede het (door het bevoegd gezag laten) opstellen van een milieueffectrapportage (m.e.r.) of een m.e.r.-beoordelingsnotitie. Het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouder is opgesteld. Voor de toepassing van deze bepaling wordt de aanvraag eerst in behandeling genomen nadat de aanvrager hiermee schriftelijk heeft ingestemd.
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 289,00
|
2.3.18.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 289,00
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Bouwveiligheidsplan
|
|
2.3.19
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3. wordt het tarief, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een bouwveiligheidsplan als bedoeld in artikel 2.4 van de Ministeriële regeling omgevingsrecht door de aanvrager ingediend dient te worden, verhoogd met
|
€ 72,00
|
Hoofdstuk 4. Vermindering
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges als bedoeld in 2.3, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering (van het totale legesbedrag) bedraagt
|
3,00%
|
2.4.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning en de hierbij horende stukken volledig digitaal via www.omgevingsloket.nl zijn ingediend, wordt het legesbedrag zoals bepaald in 2.3 verminderd met
van het totale legesbedrag
|
10,00%
|
2.4.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in artikel 2.2.1, dan wel een aanvraag voor het in behandeling nemen van een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.2.2, worden de leges die zijn geheven ter zake van het vooroverleg dan wel principeverzoek in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning.
|
|
Hoofdstuk 5. Teruggaaf
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1
|
Indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 1 maand na het in behandeling nemen ervan 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.1.2
|
Indien de aanvraag wordt ingetrokken na de termijn van 1 maand en na het in behandeling nemen ervan 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat geen aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3 weigert, bestaat geen aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
|
Indien echter na een eerdere weigering van een vergunning binnen een periode van een jaar (te rekenen vanaf het moment van weigering) een in aard en omvang vergelijkbare aanvraag wordt ingediend voor hetzelfde perceel, worden enkel de legeskosten in rekening gebracht die resteren na aftrek van 85% van de reeds betaalde legeskosten voor de geweigerde vergunning. Er vindt daarbij geen restitutie van leges plaats.
|
|
|
Onverminderd het voorgaande worden de, ten gevolge van de hernieuwde aanvraag ingewonnen adviezen, in rekening gebracht conform de in deze tarieventabel vermelde bedragen.
|
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in subonderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
2.5.4
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.1.4, 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
2.5.5
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag planologische maatregelen
|
|
|
Indien een verzoek ingevolge onderdeel 2.2.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.8.1, 2.8.2, 2.8.3 danwel 2.8.4 door aanvrager wordt ingetrokken en de (voorbereidingen op de) procedure of de werkzaamheden naar aanleiding van het verzoek reeds zijn opgestart en nog niet zijn afgerond, is 50% van het in voornoemde onderdelen genoemde bedrag verschuldigd.
|
|
2.5.6
|
Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling laten van een aanvraag om een omgevingsvergunning
|
|
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.3 conform artikel 4:5 Algemene Wet Bestuursrecht niet in behandeling neemt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 50% van de verschuldigde leges.
|
|
Hoofdstuk 6. Intrekking omgevingsvergunning
|
Vervallen
|
Hoofdstuk 7. Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van ondergeschikte wijziging project
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, kleine dan wel ondergeschikte wijziging in het project:
|
€ 121,00
|
Hoofdstuk 8. Ruimtelijke plannen
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
2.8.1.1
|
een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:
|
€ 4.060,00
|
2.8.1.2.
|
een aanvraag tot het vaststellen van een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub a, van de Wet ruimtelijke ordening:
|
€ 4.060,00
|
2.8.1.3
|
een aanvraag tot het vaststellen van een uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub b, van de Wet ruimtelijke ordening:
|
€ 4.060,00
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het nemen van een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:
|
€ 816,00
|
2.8.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.38, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:
|
€ 4.060,00
|
2.8.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het toetsen of voorgenomen werken of werkzaamheden voor het bouwrijp maken van het exploitatiegebied, de aanleg van nutsvoorzieningen of het inrichten van de openbare ruimte in het exploitatiegebied voldoen aan de eisen en regels van een exploitatieplan:
|
€ 122,00
|
Hoofdstuk 9.
Overigen
|
2.9.1
|
Indien wordt besloten tot aanwijzing van de gemeentelijke coördinatieregeling zoals bedoeld in artikel 3.30, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, zijn de afzonderlijk in deze tarieventabel opgenomen tarieven voor de betrokken gevallen van toepassing.
|
|
2.9.2
|
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.2.2, 2.3.3, 2.3.4 en 2.8.1 t/m 2.8.4 worden de kosten die aan de gemeente in rekening worden gebracht voor externe adviezen c.q. werkzaamheden van derden, zoals het redigeren van een bestemmingsplan, stedenbouwkundig advies, dan wel (inwinnen van advies voor) een bodem- of akoestisch onderzoek, als leges in rekening gebracht bij de aanvrager, waarbij dit bedrag voorafgaand aan aanvrager is meegedeeld en blijkt uit een raming (zijnde een opgave van kosten) die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien het verhaal van deze kosten anderszins is verzekerd middels een overeenkomst met betrokken partij(en), is dit onderdeel niet aan de orde.
|
|