Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent de heffing en invordering van parkeerbelastingen (Verordening parkeerbelastingen Breda 2020)

Bekendmaking

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 19 december 2019 de Verordening parkeerbelastingen Breda 2020 heeft vastgesteld.

 

Inwerkingtreding

De verordening wordt van kracht met ingang van de eerste dag na die van deze bekendmaking.

 

Rechtsmiddelen

Tegen het besluit tot vaststelling van de verordening is geen bezwaar of beroep mogelijk.

 

Tekst verordening

 

De raad van de gemeente Breda;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

 

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet,

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2020

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1, van het RVV 1990;

  • c.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Breda een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of aanmelden via een digitaal loket voor de bezoekersregeling.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in de Parkeerverordening Breda 2013, dan wel in de vergunning, aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

      • indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

      • indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing en het belastingtarief zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende Tarieven- en kostentabel parkeerbelastingen 2020.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, voor het parkeren met gebruikmaking van parkeerapparatuur, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften .

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van parkeerapparatuur geschiedt door het met een (mobiele) telefoon of ander toegelaten communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt met een (mobiele) telefoon of ander toegelaten communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 3.

    De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verstrekt.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a en b, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

  • 1.

    Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het motorvoertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het motorvoertuig wordt weggereden.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3.

    Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 10 Kosten

  • 1.

    De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van deze verordening zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende Tarieven- en kostentabel parkeerbelastingen 2020.

  • 2.

    De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van deze verordening zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende Tarieven- en kostentabel parkeerbelastingen 2020.

  • 3.

    De kosten voor de overbrenging en bewaring, als bedoeld in artikel 9, derde lid, van deze verordening zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende Tarieven- en kostentabel parkeerbelastingen 2020.

  • 4.

    Het bedrag van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij beschikking vastgesteld.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsrecht en inwerkingtreding

  • 1.

    De ‘Verordening parkeerbelastingen Breda 2019’, vastgesteld bij raadsbesluit van 13 december 2018, wordt op het in het derde lid genoemde tijdstip ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    De intrekking van de verordening, bedoeld in lid 1, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die en van voorgaande verordening genomen andere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening parkeerbelastingen Breda 2020'.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2019.

,voorzitter.

,griffier.

Bijlage 1 Tarieven- en kostentabel parkeerbelastingen 2020

(Behoort bij de 'Verordening parkeerbelastingen 2020)

 

Bij het parkeren wordt onderscheid gemaakt tussen twee tariefgebieden: de Centrumzone en de Singelzone.

Op de kaart in de bij deze tarieven- en kostentabel behorende en daarvan deel uitmakende bijlage A zijn de grenzen van de tariefgebieden aangegeven. Het als ‘hoog tarief’ gearceerde heeft betrekking op de Centrumzone (gebied gelegen binnen de singels en spoorbuurt), het als ‘laag tarief’ gearceerde heeft betrekking op het aangeduide gebied gelegen buiten de singels.

 

A Tarieven voor het parkeren bij parkeerapparatuurplaatsen

 

Met betrekking tot het parkeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt het tarief van maandag tot en met zaterdag en op koopzondag:

 

1

In de Centrumzone (gebied zoals op bijlage A is aangeduid met ‘hoog tarief’):

 

 

1.1

per uur en op koopzondag

2,30

1.2

in de Boschstraat, Korte Boschstraat, Nieuwe Haagdijk, Haagdijk en Nieuwe Ginnekenstraat, eerste 15 minuten

 

 

0,00

1.3

in de Boschstraat, Korte Boschstraat, Nieuwe Haagdijk, Haagdijk en Nieuwe Ginnekenstraat, eerste uur

 

 

1,70 

1.4

in de Boschstraat, Korte Boschstraat, Nieuwe Haagdijk, Haagdijk en Nieuwe Ginnekenstraat het tweede en elk daaropvolgend uur, per uur

 

 

2,30

1.5

parkeerterrein Beyerd Vlaszak, per uur

2,30

1.6

parkeerterrein Beyerd Vlaszak, per dag

14,00

1.7

parkeerterrein Chasséveld, per dag

14,00

 

 

 

 

2

In de Singelzone (gebied zoals op bijlage A is aangeduid met ‘laag tarief’)

 

 

2.1

per uur en op koopzondag

1,50

2.2

in de Ginnekenmarkt en Viandenlaan, per uur

1,50

2.3

parkeerterrein Gasthuisvelden/Arsenaalpad, per dag

4,00

2.4

Nijverheidssingel, per dag

4,00

2.5

in de Belcrumweg, Van Rijckevorselstraat, Speelhuislaan, Speelhuisplein en Pastoor Potterplein, voor de eerste 15 minuten

 

 

0,00

2.6

in de Belcrumweg, Van Rijckevorsestraat, Speelhuislaan, Speelhuisplein en Pastoor Potterplein, voor het eerste uur;

 

 

1,10

2.7

in de Belcrumweg, Van Rijckevorselstraat, Speelhuislaan, Speelhuisplein en Pastoor Potterplein, het tweede en elk daaropvolgend uur, per uur

 

 

1,50

2.8

in de Ginnekenweg en Wilhelminastraat, voor de eerste 15 minuten

0,00

2.9

in de Ginnekenweg en Wilhelminastraat, voor het eerste uur

1,10

2.10

in de Ginnekenweg en Wilhelminastraat, het tweede en elk daaropvolgend uur, per uur

 

 

1,50

 

 

 

 

3

voor het parkeren in gebieden die hiertoe door het college zijn aangewezen geldt, in afwijking van het bepaalde onder A1 en A2, een dagtarief per (gedeelte van de) dag

 

 

16,00

 

 

 

 

4

In afwijking van het bepaalde onder A1 en A2 bedraagt het tarief voor het in overeenstemming met de geldende voorschriften parkeren op parkeerapparatuurplaatsen gehandicapten algemeen (bord E6), met gebruik van de landelijke gehandicaptenparkeerkaart, per uur

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

5

In afwijking van het bepaalde onder A1 en A2 bedraagt het tarief op: Carnavalsmaandag, 1e Paasdag, 1e Pinksterdag, 1e Kerstdag, Oudejaarsdag, Nieuwjaarsdag en tijdens Singelloop, per uur

 

 

0,00

 

B Tarieven voor parkeervergunningen voor belanghebbenden

 

Met betrekking tot het vergunningparkeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt het tarief voor een:

 

 

1

Basisvergunning huishouden, per maand:

 

 

1.1

voor de belanghebbenden woonachtig in het gebied zoals op bijlage "B" is afgebakend als "Stadshart", per maand

 

 

4,00

1.2

voor de belanghebbenden woonachtig in het gebied zoals op bijlage "B" is afgebakend als "Binnen Singels", per maand

 

 

4,00

1.3

voor de belanghebbenden woonachtig in het gebied zoals op bijlage "B" is afgebakend als "Buiten Singels" per maand

 

 

4,00

1.4

voor de belanghebbenden met een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken woonachtig in het gebied zoals op bijlage B is afgebakend als “Stadshart”, “Binnen Singels” en “Buiten Singels” per maand

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

2

Jaarvergunning huishouden, per maand:

 

 

2.1

voor de belanghebbenden woonachtig in het gebied zoals op bijlage "B" is afgebakend als "Stadshart", per maand

 

 

8,00

2.2

voor de belanghebbenden woonachtig in het gebied zoals op bijlage "B" is afgebakend als "Binnen Singels", per maand

 

 

8,00

2.3

voor de belanghebbenden woonachtig in het gebied zoals op bijlage "B" is afgebakend als "Buiten Singels" per maand

 

 

8,00

 

 

 

 

3

Basis-jaarvergunning bedrijf, per maand

40,00

 

 

 

 

4

Bezoekersvergunning op grond van artikel 12 van de Parkeerverordening Breda 2013, per maand

 

 

8,00

 

 

 

 

5

Bezoekersregeling type straat op grond van artikel 13 van de Parkeerverordening Breda 2013, per uur

 

 

0,25

 

 

 

 

6

Bezoekersregeling type garage op grond van artikel 14 van de Parkeerverordening Breda 2013, 24 garage kaarten

 

 

48,00

 

 

 

 

C Tarieven voor overige vergunningen 1

 

Met betrekking tot het vergunningparkeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedragen de tarieven voor de overige vergunningen voor het parkeren in de:

 

1

Centrumzone:

1.1

Beperkt abonnement Chasséveld, per maand

38,80

1.2

Volledig abonnement Chasséveld, per maand

72,00

1.3.

Beperkt evenementen abonnement Chasséveld (parkeren in parkeergarage Turfschip tijdens evenementen), per maand

 

 

26,40

1.4

Volledig evenementen abonnement Chasséveld (parkeren in parkeergarage Turfschip tijdens evenementen), per maand

37,00

1.5

Beperkt abonnement Beyerd Vlaszak, per maand

 

78,40

1.6

Volledig abonnement Beyerd Vlaszak, per maand

109,75

1.7

Tijdelijke vergunning beperkt, per maand

57,80

1.8

Tijdelijke vergunning volledig,

 

 

1.8.1

per week

36,05

1.8.2

per maand

108,40

 

 

 

 

2

Singelzone:

 

 

2.1

Tijdelijke vergunning beperkt, per maand

28,80

2.2

Tijdelijke vergunning, volledig,

 

 

2.2.1

per week

14,60

2.2.2

per maand

57,80

2.3

Beperkt abonnement Gasthuisvelden/Arsenaalpad, per maand

33,80

2.4

Volledig abonnement Gasthuisvelden/Arsenaalpad, per maand

56,00

2.5

Beperkt abonnement Koolwijkpark, per maand

21,40

2.6

Beperkt abonnement Lovensdijkstraat, per maand

21,40

 

 

 

 

3

Centrumzone en singelzone:

 

 

3.1

Non-profit zwerfvergunning, per maand

38,80

3.2

Zakelijke zwerfvergunning, per maand

136,00

3.3

Vergunning autodate, per maand

30,90

 

D Tarief parkeerterreinen Moerstraat en Rijsbergsebaan

 

 

Met betrekking tot het parkeren op de parkeerterreinen aan de Moerstraat en de

Rijsbergsebaan bedraagt het tarief voor de maanden april tot en met september van maandag tot en met zondag van 09.00 tot 18.00 uur, per keer, per dag

 

 

 

 

 

 

3,00

 

Kosten 2

 

E Naheffingsaanslag

 

De kosten van de naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 10, eerste lid, bedragen

64,50

 

F Wielklem

 

 

De kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem, als bedoeld in artikel 10, tweede lid, bedragen

 

 

66,70

 

G Overbrenging en bewaring

 

De kosten, als bedoeld in artikel 10, derde lid, bedragen:

 

1

Voor het overbrengen van het motorvoertuig naar de bewaarplaats:

  • a.

    indien de toezichthouder de wegsleepactie is gestart, het wegsleepbedrijf is opgeroepen, maar de bezitter van het motorvoertuig zijn motorvoertuig verplaatst voordat tot daadwerkelijke overbrenging is overgegaan

 

 

 

 

 

 

82,52

 

  • b.

     indien het motorvoertuig door het wegsleepbedrijf is overgebracht naar de bewaarplaats

 

 

199,60

2

Voor het bewaren, gedurende:

  • a.

    het eerste etmaal na overbrenging, per etmaal of een gedeelte daarvan

 

 

 

 

9,80

 

  • b.

    het tweede en de volgende etmalen na overbrenging, per half etmaal of een gedeelte daarvan

 

 

4,71

 

Behoort bij raadsbesluit van 19 december 2019

De griffier van de gemeente Breda,

 

Bijlage A Verordening parkeerbelastingen Breda 2020, tarieven- en kostentabel, bijlage A

 

Bijlage A,

behorende bij de Tarieven- en kostentabel parkeerbelastingen 2020.

behorende bij raadsbesluit d.d. 19 december 2019

 

Voor eensluidend afschrift,

,de griffier.

Bijlage B Verordening Parkeerbelastingen Breda 2020, tarieven- en kostentabel, bijlage B

 

Bijlage B,

behorende bij de Tarieven- en kostentabel parkeerbelastingen 2020.

behorende bij raadsbesluit d.d. 19 december 2019

 

Voor eensluidend afschrift,

,de griffier.

 

 

Bijlage C Verordening parkeerbelastingen Breda 2020, tarieven- en kostentabel, bijlage C

 

Kosten oplegging naheffingsaanslag

(bedragen x € 1.000)

naheffingen

 

A) Direct aan onderdeel toe te rekenen lasten en baten

Lasten

1.502

Inkomsten (exclusief heffingen/leges)

0

Netto kosten van het onderdeel

1.502

B) Toe te rekenen kosten aan het onderdeel

 

 

Overhead (inclusief rente overhead)

512

BTW

Totale kosten van het onderdeel

2.015

 

 

C) Heffingen

Opbrengst heffingen/leges

2.000

 

 

Kostendekkendheid

99,3%

  

 

De maximale kosten voor het opleggen van een naheffingsaanslag Parkeerbelastingen op grond van artikel 3, tweede lid van het Besluit Gemeentelijke parkeerbelastingen voor 2019  € 64,50

 

 

Kosten aanbrengen en verwijderen wielklem

Gemiddelde personeelskosten voor het aanbrengen van een wielklem

€ 26,70

Gemiddelde personeelskosten voor het verwijderen van een wielklem

€ 26,70

Kosten verbonden aan het gebruik van de wielklem (onderhoud en afschrijving)

€ 5,30

Overhead

€ 8,00

Kosten aanbrengen en verwijderen wielklem

€ 66,70

    

 

Bijlage C, behorende bij de tarieven- en kostentabel parkeerbelastingen 2020.

behorende bij raadsbesluit d.d. 19 december 2019

 

 

Voor eensluidend afschrift,

   

,de griffier.

 

Naar boven