Wijziging Beleidsregels jeugdhulp gemeente Zoetermeer 2016

29 oktober 2019

Het college besluit:

  • 1.

    De Nadere regels jeugdhulp gemeente Zoetermeer 2019 vast te stellen aan de hand van de volgende uitgangspunten:

     

    • 1.1

      Een voorziening voor jeugdhulpvervoer wordt toegekend als de jeugdige om zorginhoudelijke redenen niet zelfstandig of met een persoon uit het sociaal netwerk op de locatie van de jeugdhulpaanbieder kan komen.

       

    • 1.2

      Ouders betalen aan de gemeente een eigen bijdrage voor een vervoersvoorziening.

       

    • 1.3

      Ouders kunnen zich melden bij één van de kinderopvanginstellingen waarmee de gemeente een contract- of subsidierelatie voor kinderopvang op sociaal medische indicatie heeft.

    • 1.4

      Het college kan bij een aanvraag voor kinderopvang op sociaal medische indicatie een medisch adviseur om advies vragen indien de situatie van de jeugdige of de ouders daar aanleiding toe geeft.

       

    • 1.5

      Herbeoordeling van kinderopvang op sociaal medische indicatie vindt in principe elk jaar plaats, maar in ieder geval wanneer de jeugdige twee en vier jaar wordt.

       

    • 1.6

       De term ‘Peuterspeelzaal’ wordt vervangen door ‘gesubsidieerde kinderopvang’.

       

    • 1.7

       De volgende modelformulieren worden vastgesteld:   

      • a.

        Het aangepaste aanvraagformulier voor een individuele voorziening jeugdhulp;   

      • b.

        Het aangepaste aanvraagformulier voor kinderopvang op sociaal medische indicatie;

      • c.

        Het aangepaste budgetplan voor een aanvraag voor jeugdhulp gefinancierd met een persoonsgebonden budget en

      • d.

         De opvoedingsbelasting vragenlijst voor een aanvraag voor jeugdhulp gefinancierd met een persoonsgebonden budget.

  • 2.

    De Nadere regels vervoer jeugdhulp gemeente Zoetermeer 2016 vastgesteld op 8 maart 2016 in te trekken.

     

  • 3.

    De Nadere regels jeugdhulp gemeente Zoetermeer 2015 vastgesteld op 16 december 2014 en gewijzigd op 8 maart 2016 en op 27 juli 2017 in te trekken.

     

  • 4.

    De wijzigingen in de Beleidsregels jeugdhulp gemeente Zoetermeer 2016 vast te stellen aan de hand van de volgende uitgangspunten:

     

    4.1 Jeugdhulp wordt niet met terugwerkende kracht bekostigd.

     

    4.2 Beleid eigen kracht

    a. Bij een geconstateerd tekort in de algemeen dagelijkse levensverrichtingen wordt onderzocht of het gezin dit tekort op eigen kracht, dat wil zeggen zonder een (jeugdhulp)voorziening, aan kan. Hiervoor wordt een afwegingskader gehanteerd dat gebaseerd is op de zelfredzaamheid van de jeugdige en de draagkracht en draaglast verhouding bij de ouders eventueel met inzet van personen uit het sociaal netwerk. Bij voldoende eigen kracht wordt er geen pgb afgegeven.

     

    b. De financiële draagkracht van het gezin wordt berekend aan de hand van de gratis digitale tool ‘het persoonlijk budgetadvies’ van de NIBUD en de uitkomst daarvan wordt meegewogen in het oordeel of er voldoende eigen kracht is. Als een ander persoon uit het sociaal netwerk wordt ingezet, dan worden naast de financiën van ouders ook de financiën van deze persoon beoordeeld.

     

    4.3 Conform de bedoeling van het Rijk wordt de noodzakelijke jeugdhulp in natura afgegeven als de ingekochte hulp redelijkerwijs als passend kan worden gezien of kan worden gemaakt. Als dit in een individuele situatie niet het geval is, dan kan een persoonsgebonden budget een optie zijn.

     

    4.4 De kwaliteitsnormen die gelden voor een gekwalificeerde zorgaanbieder die ingekocht wordt met een persoonsgebonden budget worden aangevuld met het volgende:

    a. De zorgaanbieder voert de norm van verantwoorde werktoedeling uit;

    b. De zorgaanbieder verleent veilige, doeltreffende, doelmatige en cliëntgerichte hulp; en

    c. De zorgaanbieder beschikt over een Kamer van Koophandel nummer.

     

    4.5 Het college meldt nieuwe zorgaanbieders bij het inspectieloket Sociaal Domein en Jeugd.

     

    4.6 Het weigeren om een aanvraag onder een andere wet dan wel een declaratie op grond van de (aanvullende) zorgverzekering in te dienen binnen de daarvoor door het college gestelde termijn van twee weken is een afwijzingsgrond voor de jeugdhulpaanvraag.

     

    4.7 Een persoonsgebonden budget voor een persoon uit het sociaal netwerk wordt afgegeven in het geval dat de inzet aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt en aantoonbaar doelmatiger is dan professionele hulpverlening.

     

    4.8 Tarieven persoonsgebonden budget

    a. Het tarief voor een gekwalificeerde zorgaanbieder wordt verlaagd van 100% naar 90% van het tarief waarvoor het college zorgaanbieders heeft gecontracteerd.

    b. Het tarief voor een zelfstandig werkende gekwalificeerde zorgaanbieder wordt verlaagd van 85% naar 75% van het tarief waarvoor het college zorgaanbieders heeft gecontracteerd.

    c. Het tarief per uur voor de inzet van personen uit het sociaal netwerk en voor niet-gekwalificeerde zorgaanbieders is het wettelijk minimumloon per uur (inclusief vakantiegeld) bij een werkweek van 36 uur.

     

  • 5.

    Het volgende overgangsrecht toe te passen:

     

    5.1. Aanvragen voor individuele voorzieningen jeugdhulp (inclusief vervoersaanvragen), die op basis van de oude regelgeving zijn ingediend en waarover bij de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving nog niet is beslist, worden geacht op basis van nieuwe regelgeving te zijn ingediend.

    5.2 Jeugdigen en ouders houden recht op een individuele voorziening verstrekt op grond van oude regelgeving, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit, waarmee deze eerdere voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken of totdat de looptijd van de oorspronkelijke beschikking is verstreken.

    5.3 Een beslissing op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de oude regelgeving, geschiedt op grond van de oude regelgeving die ten aanzien van de betreffende zaak zijn rechtskracht behoudt.

     

  • 6.

    De reactie van het college op het advies van de Adviesraad sociaal domein van 19 september 2019 vast te stellen en deze te verzenden aan de adviesraad.

     

  • 7.

    Op basis van artikel 2, zevende lid, onderdeel d, van de Samenspraakverordening geen samenspraak toe te passen, omdat er reeds samenspraak via de Adviesraad sociaal domein heeft plaatsgevonden.

     

  • 8.

    De komende twee jaar te onderzoeken of het resultaat gericht indiceren bij de zorg in natura ook ingevoerd kan worden bij het persoonsgebonden budget waar er sprake is van de inzet van een gekwalificeerde jeugdhulpaanbieder en daarover een besluit te nemen.

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020. Voor besluitpunten 4.7 en 4.8 geldt de voorwaarde dat de raad de voorgestelde wijzigingen in artikel 7, tweede lid, onderdeel c en vierde lid, onderdeel a, van de Verordening jeugdhulp gemeente Zoetermeer 2015 vaststelt.

Naar boven