Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2019, 316492 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2019, 316492 | Verordeningen |
Zeventiende wijziging Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam in verband met het nieuwe Cluster Gebiedsgericht Werken en Stadsbeheer, de inwerkingtreding per 1 januari 2020 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020, de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren en andere wijzigingen
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 160, eerste lid, aanhef en onder a en e, van de Gemeentewet,
Het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam wordt als volgt gewijzigd:
Bijlage 1, onderdeel A. Arbeidsrechtelijke regelingen en WOR, wordt als volgt gewijzigd:
Het tweede lid, onder e, komt te luiden:
het in individuele gevallen in het voordeel van de werknemer afwijken van de Cao Gemeenten als naar het oordeel van de werkgever toepassing ervan leidt tot onevenredig nadeel van de werknemer (artikel 1.7 Cao Gemeenten) en het toepassen van andere hardheidsclausules in arbeidsrechtelijke regelingen, zoals artikel 0.5 Cao Amsterdam, voor zover het hiermee gemoeide maximale bedrag uitstijgt boven € 75.000,- bruto;
In Bijlage 1, onderdeel B, eerste lid, onder a, vierde streepje, wordt na ‘arbeidsrechtelijke bevoegdheden’ ingevoegd ‘anders dan gemandateerd in onderdeel A. Arbeidsrechtelijke regelingen en WOR van deze bijlage’.
In Bijlage 3, onderdeel A. Personeelsaangelegenheden, onder d vervalt ‘en disciplinaire maatregelen genoemd in de lokale aanvulling op artikel 11.4 cao Gemeenten’.
Bijlage 4, inhoudsopgave, wordt als volgt gewijzigd:
In Bijlage 4, hoofdstuk I Bestuur en Organisatie, onderdeel 4. Directeur Juridische Zaken, onder A. Gemeentewet, vervallen de volgende twee regels (voor B. Algemene wet bestuursrecht):
5. Directeur Personeel en Organisatie
Bijlage 4, hoofdstuk I Bestuur en Organisatie, onderdeel 4. Directeur Juridische Zaken, onderdeel B Algemene wet bestuursrecht, wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel d, wordt na ‘Het nemen van besluiten om tegen’ ingevoegd ‘een besluit van een bestuursorgaan bezwaar te maken, een beslissing op bezwaar van een bestuursorgaan beroep in te stellen,’ en wordt ‘(artikel 8:104, eerste lid en artikel 8:110, eerste lid van de Awb)’ vervangen door ‘(artikel 7:1, eerste lid, artikel 8:1, artikel 8:104, eerste lid, en artikel 8:110, eerste lid, van de Awb)’.
In Bijlage 4, hoofdstuk II Cluster Ruimte en economie, onderdeel 11. RVE-manager Parkeren, vervalt onderdeel A. Verordening Parkeergebouwen en Parkeerterreinen, onder verlettering van de onderdelen B tot en met D tot A tot en met C.
Bijlage 4, hoofdstuk II Cluster Ruimte en Economie, onderdeel 13. RVE-manager Wonen, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel A komt als volgt te luiden:
Gemandateerd aan de directeur Wonen worden de volgende bevoegdheden in het kader van subsidieverstrekking:
De bevoegdheden tot het nemen van besluiten op een aanvraag om subsidie worden uitgeoefend met inachtneming van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 en de bijzondere subsidieverordeningen of subsidieregelingen die behoren tot het werkterrein van de directie Wonen, zijnde:
Onder het nemen van besluiten op een aanvraag om subsidie wordt zowel het verlenen als het vaststellen van subsidie verstaan alsmede het weigeren, wijzigen of intrekken verstaan als mede het opleggen van verplichtingen en voorts de uitvoering van al die bepalingen in genoemde regelingen die zien op de verstrekking van subsidies.
2. Onderdeel B komt als volgt te luiden:
B. Woonruimteverdeling en woonruimtevoorraad: Huisvestingswet 2014, Huisvestingsverordening Amsterdam 2020
Gemandateerd aan de directeur Wonen worden de volgende bevoegdheden op grond van de Huisvestingswet 2014 en de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020:
Het doen van aanwijzingen in het kader van woonruimteverdeling
Het verrichten van voorbereidingshandelingen en het aanwijzen van woonruimte die in verband met aard, grootte of prijs uitsluitend of met voorrang zullen worden toegewezen aan daarvoor aangewezen woningzoekenden, als bedoeld in artikel 11 van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 2, afdeling I, paragraaf 3 en 4 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.
Het nemen van besluiten omtrent het toepassen van hardheidsclausules als bedoeld in Hoofdstuk 2 paragraaf 6, hoofdstuk 3, paragraaf 1 en hoofdstuk 4, paragraaf 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.
Het nemen van besluiten omtrent het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 35 van de Huisvestingswet 2014 en Hoofdstuk 4 paragraaf 2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 wegens overtreding van artikel 8, 21 en 24 van de Huisvestingswet 2014, voor zover de voorwaarden van artikel 24 betrekking hebben op een vergunning verstrekt op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet 2014.
Onderdeel K. Diversen (nieuw) komt als volgt te luiden:
Gemandateerd aan de directeur Wonen worden de volgende bevoegdheden in het kader van subsidieverstrekking:
Het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten tot het verlenen, weigeren of intrekken van urgentieverklaringen aan stadsvernieuwingskandidaten, genomen door de woningcorporaties die aangesloten zijn bij de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en verleende huisvestingsvergunningen door deze woningcorporaties.
Bijlage 4, hoofdstuk III Cluster Sociaal, onderdeel 2. RVE-manager Werk, onderdeel A. Subsidies en voorzieningen, komt als volgt te luiden:
Gemandateerd aan de directeur Werk wordt de bevoegdheid tot het nemen van besluiten tot het verstrekken van subsidies en voorzieningen op het gebied van de aanpak jeugdwerkloosheid, aan in de gemeentebegroting vermelde subsidieontvangers alsmede het verstrekken van subsidies waartoe het college ten laste van een begrotingspost heeft besloten op grond van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013.
Bijlage 4, hoofdstuk III Cluster Sociaal, onderdeel 3. RVE-manager Participatie, onderdeel A. Subsidies en voorzieningen, komt als volgt te luiden:
Gemandateerd aan de directeur Participatie wordt de bevoegdheid tot het nemen van besluiten tot het verstrekken van subsidies en voorzieningen op het gebied van inburgering en participatie, aan in de gemeentebegroting vermelde subsidieontvangers alsmede het verstrekken van subsidies waartoe het college ten laste van een begrotingspost heeft besloten op grond van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013.
Bijlage 4, hoofdstuk III Cluster Sociaal, onderdeel 4. RVE-manager Onderwijs, Jeugd en Zorg, wordt als volgt gewijzigd:
Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam 2018
Gemandateerd aan de directeur Onderwijs, Jeugd en Zorg worden de volgende bevoegdheden op grond van de Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam 2018:
Het nemen van besluiten als bedoeld in de artikelen 2.2, tweede lid, 2.2, derde lid, 2.8, eerste lid, derde lid en vierde lid, 2.9, tweede, derde en vierde lid, 2.11, derde lid, 3.2, vijfde lid, 3.3 eerste lid, 3.4 tweede lid, derde lid 3.5 tweede lid, 4.1 tweede lid, 5.3, vierde lid, 6.2 derde lid, 7.4 tweede lid, 7.7, vijfde lid en 8.1, vierde lid, van de verordening.
Onderdeel I Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 (nieuw) komt als volgt te luiden:
I. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015
Gemandateerd aan de directeur Onderwijs, Jeugd en Zorg worden de volgende bevoegdheden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015:
In onderdeel K. Gemeentewet, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
Het buiten rechte vertegenwoordigen van de gemeente bij het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen met de mogelijkheid (onder)gevolmachtigden aan te wijzen en met recht van substitutie ten behoeve van notarissen en medewerkers van het kantoor van de behandelend notaris (artikel 171, eerste lid, van de Gemeentewet).
Gemandateerd aan de directeur Onderwijs, Jeugd en Zorg worden de volgende bevoegdheden op grond van de Leerplichtwet 1969:
Het nemen van besluiten inzake vervangende leerplicht, vervangende leerplicht in het laatste schooljaar, het aanwijzen van deskundigen, het verlenen van vrijstelling als bedoeld in de artikelen 3a, 3b, 7, en 15 van de Leerplichtwet 1969 en het nemen van gedoogbesluiten inzake het tijdelijk niet bezoeken van een school door een niet van leerplicht vrijgestelde leerling.
Bijlage 4, hoofdstuk III Cluster Sociaal, onderdeel 6. RVE-manager GGD Amsterdam, wordt als volgt gewijzigd:
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Gemandateerd aan de directeur GGD worden de volgende bevoegdheden op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz):
Het indienen van een aanvraag voor de voorbereiding van een verzoekschrift voor een zorgmachtiging vergezeld van het verkennend onderzoek, indien degene die de melding heeft gedaan van mening is dat de noodzaak tot verplichte zorg aanwezig is en de melding is gedaan door een van de in artikel 5:2, lid 5, Wvggz opgesomde personen (artikel 5:2, lid 5, Wvggz).
In Bijlage 4, hoofdstuk III Cluster Sociaal, onderdeel 8. Manager Clusterstaf Sociaal, vervallen onderdelen A en B, onder verlettering van onderdeel C tot A.
In Bijlage 4, hoofdstuk IV Cluster Dienstverlening en Informatie, onderdeel 1. RVE-manager Dienstverlening, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
Taxiverordening Amsterdam 2012
Gemandateerd aan de directeur Dienstverlening worden de volgende bevoegdheden op grond van de Taxiverordening Amsterdam 2012 en de Algemene wet bestuursrecht :
Het nemen van beslissingen op de aanvragen voor een Taxxxivergunning waaronder het verlenen en het weigeren van de Taxxxivergunning ex artikel 1.2, 1.3 juncto 2.12 en 2.13 van de Taxiverordening Amsterdam 2012 en het verlenen van de Taxxxivergunning onder voorwaarden ex artikel 1.4 van de Taxiverordening Amsterdam 2012 (Wet personenvervoer en Taxiverordening Amsterdam 2012).
Het opleggen van een last onder dwangsom ex artikel 5:32 Algemene wet bestuursrecht aan chauffeurs die na schorsing, intrekking of het van rechtswege vervallen van de Taxxxivergunning hun Taxxxiraamkaart en/of de keycard niet onverwijld hebben ingeleverd bij het college (Wet personenvervoer en artikel 3.4 Taxiverordening Amsterdam 2012).
In Bijlage 4, hoofdstuk IV Cluster Dienstverlening en Informatie, onderdeel 6. RVE-manager Basisinformatie, onderdeel A. Burgerlijk wetboek, vervalt onderdeel b en wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
In Bijlage 4, hoofdstuk IV Cluster Dienstverlening en Informatie, onderdeel 6. RVE-manager Basisinformatie, onderdeel H. Wet personenvervoer, vervallen de onderdelen b, c, d en 1. e.
In Bijlage 4, hoofdstuk IV Cluster Dienstverlening en Informatie, vervalt onderdeel 7. RVE-manager Handhaving en Toezicht.
Bijlage 4, hoofdstuk VI, komt te luiden:
VI. Cluster Gebiedsgericht Werken en Stadsbeheer
Gemandateerd aan de directeur Stadswerken worden de volgende bevoegdheden op grond van de Wegenverkeerswet 1994:
Het nemen van verkeersbesluiten en het plaatsen van verkeersborden op alle wegen als sprake is van een grootstedelijk project of als sprake is van beheer, onderhoud vervanging en uitbreiding van assets en dit een stedelijke taak betreft of een stedelijk belang heeft (artikel15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994).
Het toepassen en plaatsen van verkeerstekens en onderborden alsmede het nemen van maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer die niet krachtens een verkeersbesluit geschieden en wanneer er sprake is van een grootschalig project (artikel 17 Wegenverkeerswet 1994).
A. Algemene wet bestuursrecht, Wegenverkeerswet 1994 en de Gemeentewet
Gemandateerd aan de directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte worden de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Wegenverkeerswet 1994 en de Gemeentewet:
Het toepassen van bestuursdwang door het overbrengen en in bewaring stellen van een op de weg staand voertuig alsmede het opmaken van een proces-verbaal van meevoeren en opslaan (artikel 170, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 125 van de Gemeentewet, artikel 5:29, eerste tot en met derde lid van de Awb en artikel 5 van het Besluit wegslepen van voertuigen).
Voorbehouden aan de directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte worden de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Wegenverkeerswet 1994 en de Gemeentewet:
Het opleggen van een last onder bestuursdwang of dwangsom, het feitelijk ten uitvoer leggen van deze lasten en het nemen van invorderingsbeschikkingen in het Westpoortgebied in verband met de handhaving van de bepalingen uit de Algemene Plaatselijke verordening, de Verordening op de Vastgoedregistratie Amsterdam, de Telecommunicatiewet, de WIOR, de Afvalstoffen Verordening Amsterdam 2009, de Verordening op de Straathandel 2008 en de Bomenverordening 2008 (artikel 5:37 Awb, artikel 125 Gemeentewet en afdelingen 5.3.1 en 5.3.2 Awb).
Het nemen van beslissingen op bezwaar gericht tegen besluiten van het college die in mandaat door de korpschef van de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland dan wel in ondermandaat verleend door de korpschef inzake het wegslepen van voertuigen zijn genomen (artikel 170 tot en met 174 Wegenverkeerswet 1994, het Besluit wegslepen van voertuigen en de Wegsleepverordening Amsterdam 2010).
Het nemen van beslissingen op bezwaar gericht tegen besluiten van het college die in mandaat door de RVE-manager Verkeer en openbare ruimte dan wel in ondermandaat verleend door de RVE-manager inzake het parkeren van fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen voor zover het gebieden bij NS stations betreft zijn genomen (artikel 4.27 van de APV).
Algemene wet bestuursrecht, Wet personenvervoer 2000, de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar, de Afvalstoffen Verordening Amsterdam 2009 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Gemandateerd aan de directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte worden de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht, Wet personenvervoer 2000, de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar, de Afvalstoffen Verordening Amsterdam 2009 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:
Het aanwijzen van toezichthouders en het aanwijzen van ambtenaren belast met de opsporing en vervolging van strafbare feiten (titel 5.2 en artikel 5:11 van de Awb, artikel 87 lid 1 sub c van de Wet personenvervoer 2000, de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar, bijlage A-1 Domeinlijst, artikel 23 van de Afvalstoffen Verordening Amsterdam 2009 en artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) inzake de naleving van het bepaalde bij of krachtens:
3. Directeur Afval en Grondstoffen
In Bijlage 4, hoofdstuk VI. Cluster Gebiedsgericht Werken en Stadsbeheer (nieuw), onderdeel 1. Directeur Stadswerken (nieuw), wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
Gemandateerd aan de directeur Stadswerken worden de volgende bevoegdheden op grond van de Marktverordening:
C. Verordening staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten
Gemandateerd aan de directeur Stadswerken worden de volgende bevoegdheden op grond van de Verordening staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten:
In Bijlage 5 wordt de tabel vervangen door de tabel die is opgenomen als Bijlage 1 bij deze regeling.
Het Mandaatbesluit inzake de Marktverordening en de Verordening staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten wordt ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 december 2019.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
Bijlage 1, behorende bij onderdeel T
Tabel ondermandaat teamleiders
In het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam, dat op 16 december 2014 is vastgesteld, zijn de bevoegdheden opgenomen die door het college en de burgemeester aan de verschillende directeuren zijn gemandateerd of waarvoor een privaatrechtelijke volmacht is verleend. Vanwege nieuwe bevoegdheden en wijzigingen in de ambtelijke organisatie is het om de zoveel tijd noodzakelijk om het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam op een aantal punten te wijzigen of aan te vullen. Op die manier wordt voorkomen dat het college en de burgemeester onnodig belast worden met individuele besluitvorming. Vaak betreffen het technische wijzigingen om de besluitvorming die namens het college en de burgemeester plaatsvindt beter te stroomlijnen.
A, B, C, O en T: Deze wijzigingen worden gedaan in verband met de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren per 1 januari 2020. Hierdoor worden een aantal omissies in het nog niet in werking getreden collegebesluit Wijzigingsbesluit Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam (inwerkingtreding Wnra) van 24 september 2019 hersteld. In de nieuwe tabel worden verwijzingen naar artikelen in de Cao Gemeenten of de Cao Amsterdam opgenomen die nog niet bekend waren ten tijde van het besluit van 24 september 2019 of toen nog anders luidden.
E: Dit onderdeel is in het verleden per ongeluk ingevoegd tussen de bevoegdheden van de Directeur Juridische Zaken en wordt verwijderd omdat deze directeur geen bevoegdheden heeft.
F: Het besluiten tot het maken van bezwaar tegen besluiten van bestuursorganen buiten de gemeente en het geven van instructies in deze procedures wordt gemandateerd aan de directeur Juridische Zaken, net als dat reeds gedaan is ten aanzien van het instellen van hoger beroep.
G: De mandaten op grond van de Verordening parkeergebouwen en parkeerterreinen worden ingetrokken, omdat de verordening per 25 mei 2017 is ingetrokken. De bevoegdheden zijn momenteel geregeld in de Parkeerverordening 2013.
H: Deze wijzigingen vinden plaats om verschillende redenen. Een aantal subsidieregelingen zijn vervallen en zijn daarom geschrapt. Dat betreft de bijzondere subsidieverordeningen Stedelijke Vernieuwing, Basiskwaliteit en woningbouw marktsector, Verbetering energie-index, de Amsterdamse Verordening Woninggebonden Subsidies 1993 en de Verordening VROM Starterslening Amsterdam. De drie nog geldende subsidieregelingen voor de Directie Wonen zijn bij elkaar gezet. Naar verwachting treedt Huisvestingverordening Amsterdam 2020 in werking op 1 januari 2020. Hieruit volgen een aantal wijzigingen in de indeling van de bevoegdheden. Ook is sprake van een nieuw vergunningstelsel voor Bed & Breakfast’s en de mogelijkheid om hierop te handhaven. De bevoegdheden hiervoor zijn toegevoegd. De uitvoering van de Wet Geluidhinder en het boedelbeheer is vervallen. Enkele omissies zijn hersteld.
I, J en M: In deze onderdelen zijn zowel inhoudelijke als redactionele wijzigingen aangebracht. Het mandaat aan de directeur Clusterstaf Sociaal met betrekking tot bevoegdheden in de Subsidieregeling ESF 2007-2013 vervalt, omdat de Subsidieregeling ESF 2007-2013 is uitgewerkt. Het mandaat aan de directeur Clusterstaf Sociaal met betrekking tot de bevoegdheden in de Subsidieregeling ESF 2014-2020 gaat over naar de directeur Werk, omdat alle betalingen van ESF-subsidies door deze worden gefiatteerd. Het mandaat gaat tevens over aan de directeur Participatie, omdat het team ESF onder de directeur Participatie is komen te vallen.
K: De wijzigingen ten aanzien van de directeur Onderwijs, Jeugd en Zorg betreffen vrijwel allemaal technische wijzigingen als gevolg van wijzigingen in nationale en Amsterdamse regelgeving, waardoor de grondslag van de bevoegdheden veranderd is.
Onder 9: De gemeente draagt de eigendom van schoolgebouwen inclusief bijbehorende terreinen voor het primair-, (voortgezet) speciaal- en voortgezet onderwijs op grond van de onderwijswetgeving over aan schoolbesturen. De gemeente heeft het (economisch) claimrecht bij einde gebruik door de schoolbesturen. Doordat stadsdelen in het verleden verschillend uitvoering aan gaven, zijn er nog gebouwen die nog niet zijn overgedragen.
Voor de feitelijke uitvoering van de overdracht dient de huidige gemandateerde persoon binnen de gemeente daadwerkelijk op het notariskantoor te verschijnen. Door aan de zijde van de gemeente de notaris te machtigen namens de gemeente de overdracht op grond van de onderwijswetgeving tot uitvoering te brengen, zal het proces van overdracht van schoolgebouwen versneld kunnen worden.
L: De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) vervangt per 1 januari 2020 de huidige Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ). De Wvggz brengt een aantal veranderingen voor gemeenten met zich mee. Een van de belangrijkste veranderingen betreft de positie van de burgemeester. Aan de crisismaatregel is namelijk een hoorplicht van de patiënten voor de burgemeester verbonden. Het horen kan het beste gemandateerd worden aan de GGD, mede omdat de GGD al 24/7 opereert, geen behandelrelatie heeft met de doelgroep, maar wel beschikt over personeel met de vereiste vaardigheden. Aangezien er geen specifieke medische kennis vereist is kan er ook voor gekozen worden om een andere functionaris in te zetten, zoals bv een (poule) van patiëntvertrouwenspersonen. Er is toegezegd na één jaar te evalueren. Een andere belangrijke verandering betreft het verkennend vooronderzoek dat wordt uitgevoerd door de gemeente. Dit onderzoek ziet op of het aannemelijk is of het gedrag van een betrokkene ernstige nadeel kan veroorzaken, of sprake is van een psychische stoornis en of verplichte zorg nodig is.
N en P: Per 1 januari 2020 worden de werkzaamheden die de directie Basisinformatie thans verricht ter uitvoering van de Taxiverordening Amsterdam 20212 overgeheveld naar de directie Dienstverlening. Met de voorgestelde wijziging wordt het mandaat aan de directeur Basisinformatie voor verschillende bevoegdheden op grond van de Taxiverordening Amsterdam 2012 en de Algemene wet bestuursrecht ingetrokken. Gelijktijdig wordt aan de directeur Dienstverlening een (onder)mandaat voor dezelfde bevoegdheden verstrekt. Het verlenen van met grote regelmaat gevraagde, betrekkelijk eenvoudige vergunningen past binnen het takenpakket van Dienstverlening.
D, Q en R: Vanwege het nieuwe cluster Gebiedsgericht Werken en Stadsbeheer worden de bevoegdheden die gemandateerd waren aan de directeur Handhaving en Toezicht gemandateerd aan de directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte.
S: Per 1 januari 2020 gaat het Marktbureau, als onderdeel van stadsdeel Centrum, over naar de directie Stadswerken. Als gevolg van deze overgang dienen de mandaten aan de stadsdeelsecretaris van Centrum en aan de Manager Markten te worden herschikt.
De mandaten in het Mandaatsbesluit inzake de marktverordening en de verordening staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten gaan over naar de directeur Stadswerken. De onderhavige wijziging voorziet erin dat onvolkomenheden in de gemandateerde bevoegdheden worden recht getrokken (samenvoegen van dubbel gemandateerde bevoegdheden). Ook wordt één bevoegdheid uit de Marktverordening, die nog niet is gemandateerd en nog bij het college ligt, toegevoegd. Het betreft hier de bevoegdheid ten aanzien van het aanwijzen van waren die verboden zijn te verhandelen op de markten. Na vaststelling van deze wijzigingen zal de directeur Stadswerken voor deze bevoegdheden ondermandaat verlenen aan de Manager Markten, vanaf 1 januari 2020 werkzaam voor de directie Stadswerken.
Op 6 maart 2018 heeft het college het Mandaatbesluit inzake de Marktverordening en de Verordening staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten vastgesteld, waarin bepaald is dat bevoegdheden werden overgedragen aan de stadsdeelsecretaris Centrum en de Manager Markten van het Marktbureau. De bevoegdheden worden per 1 januari worden gemandateerd aan de directeur Stadswerken. Voor het bestaan van het Mandaatbesluit inzake de Marktverordening en de Verordening staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten is per 1 januari 2020 dan ook geen noodzaak meer.
Dit besluit in werking met ingang van 1 januari 2020, omdat op dat moment de Wet normalisering rechtspositie en de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg in werking treden. Naar verwachting treedt op dat moment ook de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 in werking. Verder wordt met ingang van die datum het Marktbureau ondergebracht binnen de directie Stadswerken en worden werkzaamheden ten aanzien van de Taxiverordening Amsterdam 2012 van de directeur Basisinformatie verlegd naar de directeur Dienstverlening. Omdat het cluster Gebiedsgericht Werken en Stadsbeheer per 1 november 2019 is opgericht werken de onderdelen Q en R terug tot en met die datum.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-316492.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.