Gemeenteblad van Achtkarspelen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Achtkarspelen | Gemeenteblad 2019, 316437 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Achtkarspelen | Gemeenteblad 2019, 316437 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Achtkarspelen houdende regels omtrent de heffing en invordering van rioolheffing (Verordening rioolheffing)
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd dan wel dat belang heeft bij de nakoming van de gemeentelijke zorgplichten voor hemel- en grondwater genoemd in artikel 9a en 9b van de Wet op de waterhuishouding:
Met betrekking tot de heffing bedoeld in het eerste lid, wordt als gebruiker aangemerkt:
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Tarief en maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar een vast bedrag, per perceel en bedraagt per belastingjaar € 167,28.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in maximaal drie gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste werkdag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. Elk van de volgende termijnen vervalt telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen (onroerende zaakbelastingen of andere heffingen) minimaal € 90,00 en maximaal € 4.000,00 is, en zolang de gemeente gemachtigd is de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso af te schrijven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste werkdag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. Elk van de volgende termijnen vervalt telkens een maand later.
In aanvulling op het eerste en tweede lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen (onroerende zaakbelastingen of andere heffingen) meer is dan € 4.000,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn welke vervalt op de laatste werkdag 3 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
In aanvulling op het eerste, tweede lid en derde lid geldt, in het geval dat het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen (onroerende zaakbelastingen of andere heffingen) minder dan € 90,00 bedraagt, en zolang de gemeente gemachtigd is de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso af te schrijven, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste werkdag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. Elk van de volgende termijnen vervalt telkens een maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
Op de invordering van de rioolheffing is de kwijtscheldingsregeling, gebaseerd op artikel 26 van de Invorderingswet 1990, van toepassing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-316437.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.