Gemeenteblad van Amersfoort
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amersfoort | Gemeenteblad 2019, 316414 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amersfoort | Gemeenteblad 2019, 316414 | Verordeningen |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende nadere regels omtrent maatschappelijke ondersteuning (Nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning Amersfoort 2020)
Burgemeester en wethouders van Amersfoort;
Gelet op de artikelen 4.9 derde lid, 5.3 zesde lid, 5.4 vijfde lid, 6.1, 6.2 derde lid, 7.2 eerste lid en 9.4 tweede lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2019;
Besluit vast te stellen de volgende nadere regels:
Nadere regels verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2019
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze Nadere regels wordt verstaan onder:
Accommodatie voor beschermd wonen: een door de instelling bestemde ruimte voor het bieden van de noodzakelijke ondersteuning en bijbehorend toezicht, waaronder de ruimte die is bedoeld voor wonen. Onder noodzakelijk verblijf wordt de beschermende woonomgeving verstaan met (in overwegende mate) 24-uurs toezicht en beschikbaarheid van ondersteuning/begeleiding en zonodig hotelmatige diensten die door de instelling in de accommodatie wordt geboden.
24-uurs verblijf of voltijd verblijf vrouwenopvang waaronder crisisopvang: een tijdelijk verblijf gedurende een volledig etmaal of langer, al of niet op een geheim adres, voor vrouwen met of zonder hun kinderen in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld. De 24-uurs voorziening omvat onderdak, slaapgelegenheid, begeleiding op diverse aspecten en eventueel voeding;
24-uurs verblijf of voltijd verblijf maatschappelijke opvang waaronder crisisopvang: een tijdelijk verblijf gedurende een volledig etmaal of langer, voor mensen die dakloos of thuisloos zijn en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. De 24-uurs voorziening omvat onderdak, slaapgelegenheid, begeleiding op diverse aspecten en eventueel voeding;
HOOFSTUK 2 AANVULLENDE REGELS DEELNAME MAATSCHAPPELIJK VERKEER
HOOFDSTUK 3 PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Artikel 3.2 Budgetperiode hulpmiddelen
Het PGB wordt geacht in ieder geval toereikend te zijn voor zover van toepassing met de economische levensduur die geldt voor de met het PGB aan te schaffen dan wel in te kopen hulpmiddel en wordt gesteld op 7 jaar. De budgethouder wordt geacht gedurende deze periode te kunnen gebruikmaken van een compenserende maatwerkvoorziening.
HOOFDSTUK 4 EIGEN BIJDRAGE OPVANG
Artikel 4.1. Eigen bijdrage voor Opvang
De cliënt beschikt, na afdracht van de eigen bijdrage, over een bedrag dat overeenkomt met de norm voor zak- en kleedgeld conform artikel 23 Participatiewet, welke norm wordt vermeerderd met de standaardpremie bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de zorgtoeslag en gecorrigeerd met de zorgtoeslag en omgerekend naar vier weken (bijdrageperiode).
Artikel 4.2. Bijzondere omstandigheden
In het geval het inkomen, verminderd met eigen bijdrage, minder bedraagt dan de norm voor persoonlijke uitgaven, wordt de eigen bijdrage zodanig verminderd, dat de norm voor persoonlijke uitgaven beschikbaar blijft. Indien de instelling geen voeding verstrekt, wordt de eigen bijdrage zodanig verminderd dat naast de norm voor persoonlijke uitgaven, ook de norm voor voeding beschikbaar blijft.
Artikel 7.1 Beoordelen kwaliteit
Het doel van de normen als bedoeld in het vorige lid is onwenselijke en onveilige situaties te voorkomen waarbij 3 thema’s centraal staan:
cliëntgerichte ondersteuning, hetgeen gepaard kan gaan met een door de aanbieder opgesteld ondersteuningsplan wat in samenspraak met de cliënt tot stand is gekomen en is afgestemd op zijn behoeften. De aanbieder voert dat plan uit, toetst en evalueert dit regelmatig in samenspraak met de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger;
veilige voorziening, wat betrekking heeft op: de cliëntveiligheid (sociale en fysieke veiligheid), professionals en vrijwilligers in contact met cliënten en beleid over ongewenst gedrag en veiligheid van cliënt en professional, daaronder begrepen het beschikken over een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). De aanbieder werkt conform het protocol calamiteitentoezicht als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de wet;
Toelichting nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2019
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit hoofdstuk zijn een aantal noodzakelijke begripsbepalingen opgenomen die geen nadere toelichting behoeven.
Hoofdstuk 2 Aanvullende regels ondersteuning deelname maatschappelijke verkeer
Artikel 2.1 Omvang gebruik Regiotaxi
Indien de cliënt een gebruikerspas krijgt toegewezen bepaalt dit artikel het aantal zones op jaarbasis. Verder kan een (noodzakelijk) begeleider gratis meereizen.
Hoofdstuk 3 Persoonsgebonden budget
Artikel 3.1 Algemene bepalingen
Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting.
Artikel 3.2 Budgetperiode hulpmiddelen
Dit artikel geeft invulling aan de delegatiebepaling van artikel 5.4, vijfde lid, van de verordening en herhaalt feitelijk dat het PGB toereikend wordt geacht voor de periode waarvoor het wordt toegekend. Voor de cliënt die het PGB binnen de budgetperiode volledig heeft besteed vanwege een door hem gemaakte keuze geldt dat het college niet verplicht is om binnen deze periode opnieuw een PGB te verstrekken voor de eerder geïndiceerde voorziening. Denk in dit kader aan de situatie dat met het PGB een andere voorziening wordt aangeschaft dan de door het college geïndiceerde voorziening. De gemaakte keuze blijft in principe voor rekening en risico van de cliënt (CRVB:2015:4918). Een andere opvatting zou er feitelijk op neer komen dat het college ook de aan de keuze van de cliënt verbonden extra kosten zou moeten vergoeden. Dit verdraagt zich niet met het bepaalde in artikel 3.3, eerste lid onder b, van de verordening dat slechts aanspraak bestaat op de goedkoopste passende bijdrage. Het tweede lid bepaalt dat een met het PGB aangeschafte voorziening na afloop van de budgetperiode nog steeds als (goedkoopst) passende bijdrage kan worden gekwalificeerd door het verlenen van instandhoudingskosten.
Artikel 3.3 Persoonsgebonden budget beschermd wonen
Dit artikel geeft invulling aan de delegatiebepaling van artikel 4.9, derde lid, van de verordening. Uit de wettelijke definitie van beschermd wonen volgt dat het een maatwerkvoorziening betreft voor (noodzakelijk) verblijf in een accommodatie van een instelling (zie begripsbepaling van de verordening) en bijbehorende aangewezen ondersteuning. In het geval de cliënt recht heeft op een PGB worden eisen gesteld aan de accommodatie, het moet gaan om een zogeheten kleinschalige woonvorm. Hoewel dat uit de wet kan worden afgeleid bepaalt het tweede lid expliciet dat verblijf bij ouders of wettelijk vertegenwoordigers niet kan worden aangemerkt als kleinschalige woonvorm.
Hoofdstuk 5. Financiële tegemoetkoming
Artikel 5.1 Hoogte tegemoetkoming
Dit artikel bepaalt de kaders voor de hoogte van de financiële tegemoetkoming afhankelijk van de kostensoort.
In de Wmo 2015 staat in hoofdstuk 3 (artikelen 3.1-3.5 van de wet) beschreven wat relevante kwaliteitseisen voor voorzieningen zijn. Zo wordt bepaald dat de (maatwerk)voorziening zelf veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht moet zijn. Andere eisen die relevant zijn hebben betrekking op regelingen voor de afhandeling van klachten, medezeggenschap, meldcode en betrokken professionals. In artikel 3.4, eerste lid, van de wet is bepaald dat de aanbieder bij de toezichthoudend ambtenaar, bedoeld in artikel 6.1 van de wet onverwijld melding doet van iedere calamiteit die bij de verstrekking van een voorziening heeft plaatsgevonden en van geweld bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van de nadere regels. Dit afwijken kan alleen maar ten gunste en nooit ten nadele van de cliënt. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet nadrukkelijk worden beschouwd als een uitzondering.
Artikel 8.2 Citeertitel en inwerkingtreding
Dit artikel regelt de inwerkingtreding, waarbij geen overgangsrecht is opgenomen. Dat betekent dat deze nadere regels, net als de verordening, onmiddellijke werking hebben.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-316414.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.