Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent de heffing en invordering van leges (Legesverordening 2020)

De raad van de gemeente Vijfheerenlanden,

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet

 

besluit vast te stellen de volgende:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2020

 

(Legesverordening 2020)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • c.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • d.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • e.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en belastingtarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Voor zover op grond van hogere wetgeving, regeling of besluit een maximaal tarief van toepassing is, geldt dit maximale tarief vanaf de datum van inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving, regeling of besluit.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3.

    Voor het in behandeling nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en Herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing of enig ander besluit in het kader van de ontwikkelingen verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid van de Crisis- en Herstelwet.

  • 4.

    Indien op grond van de bij deze verordening behorende tarieventabel een bedrag wordt geheven dat afhankelijk is van tijdsbesteding per tijdseenheid, wordt door de behandelend ambtenaar voorafgaand aan het verrichten van de dienst de verwachte tijdsbesteding meegedeeld aan de aanvrager, waarna de aanvrager de mogelijkheid heeft om van de dienstverlening af te zien.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, kassabon, brief nota, aanslagbiljet of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door uitreiking of toezending van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Teruggaaf of vermindering

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel bij deze verordening omschreven dienst wordt ambtshalve verleend als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet of op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 28b van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 van deze verordening:

    • a.

      mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      met een kassabon wordt gedaan: op het moment van akkoordgeving betaling via kas;

    • c.

      anders wordt gedaan dan mondeling of met een kassabon: op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand van de dagtekening van de brief, de nota, het aanslagbiljet of andere schriftuur.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.7 (akten burgerlijke stand)

    • 2.

      onderdeel 1.9.4 Optie- en naturalisatieverzoeken

    • 3.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 4.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 5.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Legesverordening Vijfheerenlanden 2019-1wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Vijfheerenlanden 2020’.

Aldus besloten door de raad van Vijfheerenlanden in zijn openbare vergadering van 12 december 2019,

de raadsgriffier

K.I. (Krista) Goossens

de voorzitter

S. (Sjors) Fröhlich

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2020

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

Hoofdstuk 5 Vervallen

Hoofdstuk 6 Vervallen

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

Hoofdstuk 13 Vervallen

Hoofdstuk 14 Vervallen

Hoofdstuk 15 Vervallen

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 19 Diversen

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Principeverzoek

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Vervallen

Hoofdstuk 7 Vervallen

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijziging zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 Vervallen

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014

Hoofdstuk 5 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde beschikking

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

2020

2019

 

Hoofd stuk 1 Burgerlijke stand

 

 

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

 

 

1.1.1.1

Op maandag om 9.00 of 9.30 uur (kosteloos)

€ 0,00

€ 0,00

1.1.1.2

Op maandag na 10.00 uur tot 16.00 uur of dinsdag t/m vrijdag van 9.00 tot 16.00 uur

€ 455,00

€ 450,00

1.1.1.3

Op een tijdstip niet vermeld in artikel 1.1.1.1 of 1.1.1.2

€ 685,00

€ 675,00

1.1.1.4

Indien het huwelijk of de registratie als bedoeld in 1.1.1 plaatsvindt op een incidentele trouwlocatie, wordt het bedrag, dat is verschuldigd op grond van 1.1.1.2 en 1.1.1.3 verhoogd met

€ 255,00

€ 250,00

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

 

1.1.2.1

Op maandag om 9.00 of 9.30 uur (kosteloos)

€ 0,00

€ 0,00

1.1.2.2

Op maandag na 10.00 uur tot 16.00 uur of dinsdag t/m vrijdag van 9.00 tot 16.00 uur

€ 455,00

€ 450,00

1.1.2.3 

Op een tijdstip niet vermeld in artikel 1.1.2.1 of 1.1.2.2

€ 685,00

€ 675,00

 

 

 

 

1.1.2.4

Indien de omzetting als bedoeld in 1.1.2 plaatsvindt op een incidentele trouwlocatie, wordt het bedrag dat is verschuldigd op grond van 1.1.2.2 en 1.1.2.3 verhoogd met

€ 255,00

 

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 96,00

€ 94,50

1.1.4

Voor het laten voltrekken van een huwelijk/geregistreerd partnerschap door een Buitengewoon ambtenaar van de Burgerlijke Stand niet in dienst van de gemeente geldt een toeslag van

€ 91,50

€ 90,00

1.1.5

Indien bij de voltrekking van een huwelijk of geregistreerd partnerschap gemeenteambtenaren als getuigen optreden, per gemeentelijke getuige bedraagt het tarief

€ 25,50

 

€ 25,00

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

 

1.1.6.1

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering

€ 25,50

€ 25,00

1.1.6.2

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering

€ 51,00

€ 50,00

1.1.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

 

 

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 73,20

€ 71,35

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 55,35

€ 53,95

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 73,20

€ 71,35

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 55,35

€ 53,95

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 73,20

€ 71,35

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 55,35

€ 53,95

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 55,35

€ 53,95

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 58,30

€ 56,80

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 30,70

€ 29,95

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 49,85

€ 48,60

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 40,65

€ 39,75

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 34,10

€ 34,10

1.3.3

Voor de afgifte van een gezondheidsverklaring geldt het door het CBR vastgestelde tarief

Staat vermeld op het document

€ 37,80

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen/burgerlijke stand

 

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen/burgerlijke stand moet worden geraadpleegd.

 

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking / uittreksel

€ 12,70

€ 12,50 

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen/burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 24,40

€ 24,00

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een persoonslijst

€ 21,25

€ 20,90

 

Hoofdstuk 5 Vervallen

 

 

 

1.5

Vervallen

 

 

 

Hoofdstuk 6 Vervallen

 

 

 

1.6

Vervallen

 

 

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

 

 

 

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bestuursstuk:

 

 

1.7.1.1

per pagina

€ 0,70

€ 0,70

1.7.1.2

met een maximum van

€ 35,50

€ 35,00

1.7.1.3

voor een digitaal bestuursstuk

€ 0,00

€ 0,00

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

 

 

 

1.8

Zie hoofdstuk 1.19

 

 

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 

 

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.9.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 1, sub a onder 3º van de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden

€ 42,05

€ 41,35

1.9.2

tot het legaliseren van een handtekening

€ 7,60

€ 7,50

1.9.3

tot het verstrekken van een garantstelling / uitnodiging verblijf

€ 12,70

€ 12,50

1.9.4

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap, alsmede voor de behandeling van een naturalisatieverzoek worden de tarieven geheven zoals die zijn geregeld in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijksweg op het Nederlanderschap 2003

 

 

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

 

 

 

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of deel van een kwartier

€ 24,40

€ 24,00

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk, voor ieder daaraan besteed kwartier of deel van een kwartier

€ 24,40

€ 24,00

1.10.2.1

Het tarief bedraagt voor een afschrift, fotokopie of digitale scans van een in het gemeentearchief berustend stuk:

 

 

 

Per pagina digitaal of op papier van A4-formaat

€ 0,35

€ 0,35

 

Per pagina van A3-formaat

€ 0,70

€ 0,70

 

Per pagina groter dan A3-formaat

€ 4,05

€ 4,00

 

het bedrag conform de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

1.10.3

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 1.10.2.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

1.10.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift digitaal of een fotokopie van een in het gemeentearchief berustende kaart, tekening of lichtdruk per kaart, tekening of lichtdrukafdrukken van foto's:

€ 14,10

 

€ 13,95

1.10.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een reproductie van een foto uit het fotoarchief per reproductie

€ 42,60

€ 41,95

1.10.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een reproductie van een videoband uit het archief van film- en videomateriaal

€ 72,95

€ 71,70

1.10.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van afdrukken van foto's:

 

 

1.10.7.1

de externe laboratoriumkosten, vermeerderd met 20%, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het college is opgesteld

 

 

1.10.7.2

Voor de toepassing van 10.7.1 wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht

 

 

1.10.7.3

Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

 

 

 

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.11.1

tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 21,35

€ 21,00

1.11.2

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 op grond van sociale urgentie of mantelzorgindicatie

€ 131,25

€ 129,00

1.11.3

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 op grond van medische urgentie

€ 198,40

 

€ 195,00

 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

 

 

 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.12.1.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 84,35

€ 82,90

1.12.1.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 84,35

€ 82,90

1.12.2

Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

[Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

 

 

 

Hoofdstuk 13 Vervallen

 

 

 

1.13

Vervallen

 

 

 

Hoofdstuk 14 Vervallen

 

 

 

1.14

Vervallen

 

 

 

Hoofdstuk 15 Vervallen

 

 

 

1.15

Verplaatst naar Titel 3

 

 

 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

 

 

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 57,40

€ 56,50*

1.16.1.2

 

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 57,40

€ 56,50*

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,60

€ 34,00*

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 230,40

€ 226,50*

1.16.1.4

 

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 230,40

€ 226,50*

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 138,35

€ 136,00*

1.16.2

De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

 

 

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 36,60

€36,00

1.16.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 36,60

€ 36,00

* Dit is het maximumtarief.

 

 

 

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

 

 

 

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag/melding in verband met het verkrijgen van een instemming of vergunning omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4 Telecommunicatiewet, artikel 4, eerste lid, AVOI gemeente Vijfheerenlanden en artikel 2:11 Algemene Plaatselijke Verordening Vijfheerenlanden 2019, per locatie

€ 320,00

€ 320,00

1.17.1.1

indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, gesloten verhardingen of bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 2,20

€ 2,20

1.17.2

indien overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 98,00

€ 98,00

1.17.3

indien de aanvrager verzoekt om inhoudelijk afstemming bij de beoordeling verhoogd met

€ 98,00

€ 98,00

 

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

 

 

 

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.18.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 36,10

€ 35,50

1.18.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

 

 

1.18.3

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 127,50

€ 125,30

1.18.4

tot het verkrijgen en aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

€ 180,10

€ 177,00

1.18.5

tot het tussentijds wijzigen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken; hetzij het aanbrengen van een nieuw kenteken op het onderbord dan wel het verhuizen van een parkeerplaats naar een andere locatie of naar een ander woonadres

€ 102,75

€ 101,00

1.18.6

voor een ontheffing voor het parkeren van een voertuig in de parkeerschijfzone van Vianen

€ 28,70

€ 28,20

1.18.7

Overige ontheffingen als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 43,75

€ 43,00

 

Hoofdstuk 19 Diversen

 

 

 

1.19.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.19.1

Tot het verkrijgen van gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 4,50

€ 4,45

1.19.2

Tot het verkrijgen van afschriften, doorslagen, fotokopieën of digitale scans van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

 

1.19.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,35

€ 0,35

1.19.2.2

per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,70

€ 0,70

1.19.2.3

per pagina op papier groter dan A3-formaat

€ 4,05

€ 4,00

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

2020

2019

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 

 

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

 

2.1.1.1

bouwkosten:

 

 

 

Het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

 

2.1.1.2

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

 

Hoofdstuk 2 Principeverzoek

 

 

 

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van Wabo vergunbaar is

€ 150,00

€ 300,00

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 

 

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. Het moment van indienen van de aanvraag is bepalend voor de hoogte van de leges.

 

 

 

 

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

3,2%

 3,2%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 300,00

€ 300,00

 

en een maximum van:

€ 320.000,00

€ 320.000,00

 

 

 

 

2.3.1.1.1

Indien een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning wordt ingediend onder certificaat overeenkomstig de nationale beoordelingsrichtlijn “Bouwplantoetsingen aan het bouwbesluit BRL 5019” vindt reductie plaats van de overeenkomstig artikel 2.3.1.1 bepaalde legeskosten met,

 

met een maximum van € 50.000,-

 

 

 

30%

 

 

 

 

 

2.3.1.2

Welstand

 

 

 

Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.3.1.1 en uit het oogpunt van welstand advies nodig is van de Welstandcommissie wordt het onder 2.3.1.1 bedoelde leges verhoogd met het volgende percentage van de bouwkosten

0,18%

 

 

Met een minimum van

€ 45,00

€ 45,00

 

 

 

 

 

Met een maximum van

€ 2.250,00

€ 2.250,00

 

Bij een advies handhaving of een exces met het volgende bedrag per behandeling:

€ 100,00

€ 100,00

 

Het bedrag wordt naar boven afgerond op € 5,00

 

 

 

 

 

 

2.3.1.3

Verplicht advies agrarische commissie

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld voor:

 

 

2.3.1.3.1

bouwen op een agrarisch bouwperceel 

€ 640,00

€ 600,00

2.3.1.3.2

bouwen met overschrijding grenzen bestaand bouwperceel

€ 715,00

€ 670,00

2.3.1.3.3

Bouwen op niet-bouwperceel (starters), verzoek tot bedrijfsverplaatsing

€ 835,00

€ 785,00

2.3.1.3.4

Meerkosten per extra gebouw

€ 115,00

€ 105,00

2.3.1.3.5

Aanvullen doelmatigheidsadvies binnen 1 jaar na eerste advies

nihil

nihil

2. 3.1.3.6

Overige aanvullende adviezen, per uur

€ 100,00

€ 96,00

2.3.1.3.7

Advies regeling hobbyboer

€ 480,00

€ 450,00

2.3.1.3.8

Advies onttrekken aan agrarische bestemming

€ 530,00

€ 500,00

 

 

 

 

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verhoogd met:

10%

10%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van

€ 1.000,00

€ 1.000,00

 

 

 

 

2.3.1.5

Landschaps- stedebouw - of andere externe deskundigen

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1, bedraagt het tarief, indien krachtens enig voorschrift voor de bedoelde aanvraag een advies van een landschapsdeskundige of andere externe adviseur nodig is en wordt beoordeeld

€ 350,00

€ 500,00

 

 

 

 

 

Aanlegactiviteiten

 

 

2.3.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 150,00

€ 150,00

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 350,00

 

 

Het bedrag wordt verhoogd indien de aanvraag betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan

 

 

2.3.2.1

artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassing verklaring) van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast

€ 2.000,00

€ 2.000,00

2.3.2.2

artikel 3.6 eerste lid onder a of c, of artikel 3.38 vierde lid van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast

€ 350,00

€ 350,00

2.3.2.3

artikel 3.1 eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast

€ 1.000,00

€ 1.000,00

 

 

 

 

2.3.3

 

 

 

 

Planologisch strijdig gebruik

 

 

 2.3.3.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo,, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 350,00

€ 350,00

2.3.3.2

 

 

 

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 350,00

€ 350,00

2.3.3.3

 

 

 

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 5.500,00

€ 5.500,00

2.3.3.4

 

 

 

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 350,00

€ 350,00

2.3.3.5

 

 

 

 

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 350,00

€ 350,00

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.3.6

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.

€ 350,00

€ 350,00 

 

 

 

 

2.3.4

VERVALLEN

 

 

 

 

 

 

 

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

2.3.5

Indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder d van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 350,00

€ 760,00

 

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale of gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 260,00

€ 260,00

 

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 140,00

€ 140,00

 

 

 

 

2.3.8

Uitweg/inrit

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 75,00

€ 240,00

 

 

 

 

2.3.9

Kappen

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of de Algemene plaatselijke verordening of bomenverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten per boom (voor de eerste 5 bomen):

€ 75,00

€ 75,00

 

Voor elke extra boom boven de 5:

€ 35,00

 

 

 

 

 

2.3.10

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.3.10.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

 

2.3.10.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

 

 

2.3.11

Beoordeling bodemrapport

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

 

2.3.11.1

voor een milieukundig bodemrapport

€ 240,00

€ 240,00

2.3.11.2

voor een archeologisch bodemrapport

€ 850,00

€ 850,00

2.3.11.3

voor een archeologisch-historisch onderzoek

€ 850,00

€ 850,00

2.3.11.4

voor een historisch bodemonderzoek

€ 100,00

€ 100,00

2.3.11.5

voor een verkennend bodemonderzoek

€ 50,00

€ 50,00

2.3.11.6

voor een akoestisch rapport

€ 250,00

€ 250,00

 

 

 

 

2.3.12

Advies

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning:

€ 350,00

 € 350,00

 

 

 

 

2.3.13

Verklaring van geen bedenkingen

 

 

2.3.13.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

 

2.3.13.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 350,00

€ 335,00

2.3.13.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 350,00

€ 335,00

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 

 

 

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

 

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

 

 

 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten.

 

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

2.5.1.1

binnen een termijn van 3 weken na het in behandeling nemen

60%

60%

2.5.1.2

na 3 weken en binnen 6 weken na het in behandeling nemen

40%

40%

2.5.1.3

na 6 weken en binnen 17 weken na het in behandeling nemen

20%

20%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

 

 

2.5.2

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

40%

40%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

 

 

2.5.3

2.5.3.1

 

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van

50%

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

 

 

2.5.5 

 

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 of andere door derden in rekening gebrachte kosten volgens deze titel wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

 

 

2.5.6

Verminderingen als bedoeld in deze titel kunnen op verzoek of ambtshalve worden gedaan.

 

 

 

Hoofdstuk 6 Vervallen

 

 

 

 

Vervallen

 

 

 

Hoofdstuk 7 Vervallen

 

 

 

 

Vervallen

 

 

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

 

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1. eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (vaststellen bestemmingsplan), indien het verzoek:

 

 

2.8.1.1

uitsluitend de wijziging van het gebruik van een gebouw of een perceel met een oppervlakte van maximaal 1.000 m² betreft

€ 4.750,00

€ 4.750,00

2.8.1.2

de bouw van één woning, al dan niet met bijgehorende bouwwerken, mogelijk maakt; of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van maximaal 200 m² mogelijk maakt

€ 6.750,00

€ 6.750,00

2.8.1.3

de bouw van minimaal twee en maximaal vier woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt;

of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 200 m² en maximaal 800 m² mogelijk maakt;

of uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² en maximaal 5.000 m² betreft

€ 8.750,00

€ 8.750,00

2.8.1.4

de bouw van vijf of meer woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt;

of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 800 m² mogelijk maakt;

of uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 5.000 m² betreft

€ 10.500,00

€ 10.500,00

 

 

 

 

2.8.2.

Het tarief voor het in behandeling nemen van aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de Wet ruimtelijke ordening (wijziging en uitwerking) bedraagt indien het verzoek:

 

 

2.8.2.1.

de bouw van één woning, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt; of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van maximaal 200 m² mogelijk maakt;

of uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van maximaal 1.000 m² betreft

€ 2.850,00

€ 2.850,00

 

de bouw van minimaal twee en maximaal vier woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt;

of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 200 m² en maximaal 800 m² mogelijk maakt;

of uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² en maximaal 5.000 m² betreft

€ 4.500,00

€ 4.500,00

 

de bouw van vijf of meer woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt;

of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 800 m² mogelijk maakt;

of uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 5.000 m² betreft

€ 6.750,00

€ 6.750,00

 

Hoofdstuk 9 Vervallen

 

 

 

 

Vervallen

 

 

 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

 

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 100,00

€ 100,00

 

Indien voor een aanvraag

 

 

2.10.1

intern werkzaamheden moeten worden verricht op verzoek die niet behoren tot wettelijk verplichte dienstverlening, bedragen de kosten per uur

€ 75,00

€ 75,00

2.10.2

extern werkzaamheden moeten worden verricht of advies ingewonnen, worden de verschuldigde leges verhoogd met het bedrag van de advieskosten.

 

 

2.10.3

De kosten worden aan aanvrager schriftelijk medegedeeld (begroting) en de opdracht niet verstrekt tot na de vijfde werkdag na de dag waarop de kosten aan aanvrager ter kennis zijn gebracht.

 

 

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

 

 

2020

 

 

2019

 

Hoofdstuk 1 Horeca

 

 

 

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 407,00

€ 400,00

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een in onderdeel 3.1.1 bedoelde vergunning

€ 203,50

€ 200,00

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet

€ 96,65

€ 95,00

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 61,05

€ 60,00

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning voor een openbare inrichting op grond van artikel 2:28 van de APV

€ 356,15

€ 350,00

3.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een in onderdeel 3.1.5 bedoelde vergunning

€ 178,05

€ 175,00

3.1.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen en/of toevoegen van leidinggevende(n) op het aanhangsel van de exploitatievergunning voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28a van de APV  

€ 96,65

€ 95,00

3.1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de terrasafmeting of het toevoegen van een nieuw terras op het aanhangsel van de exploitatievergunning voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de APV  

€ 45,75

€ 45,00

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

 

 

 

 

 

 

 

 

Onder niet-commerciële evenementen wordt verstaan: Evenementen of activiteiten die sociaal-cultureel of educatief van aard zijn, of worden gehouden door instellingen – overwegend stichtingen en verenigingen – met een sociaal-culturele of educatieve doelstelling binnen de gemeente Vijfheerenlanden. Voorbeelden zijn Koningsdag (door Oranjevereniging), Paardenmarkt, rommelmarkten georganiseerd door kerkgenootschappen of voor goede doelen.

 

 

 

Onder commerciële evenementen wordt verstaan: Evenementen of activiteiten die zijn gericht op het behalen van winst, of worden gehouden door organisaties met een winstoogmerk. In het bijzonder betreft het evenementen of activiteiten zoals (pop)concerten, dancefeesten, beurzen, braderieën of andere promotionele activiteiten.

 

 

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een evenementenvergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening (evenementenvergunning)

 

 

 

Niet commerciële evenementen

 

 

3.2.1.1

Melding plichtig 0- evenement

€ 0,00

€ 0,00

3.2.1.2

Categorie A-evenement

€ 66,10

€ 65,00

3.2.1.3

Categorie B-evenement

€ 111,95

€ 130,00

3.2.1.4

Categorie C-evenement

€ 386,65

€ 380,00

 

Commerciële evenementen

 

 

3.2.1.5

Melding plichtig 0-evenement

€ 0,00

€ 0,00

3.2.1.6

Categorie A-evenement

€ 234,35

€ 250,00

3.2.1.7

Categorie B-evenement

€ 966,60

€ 950,00

3.2.1.8

Categorie C-evenement

€ 2.543,75

€ 2.500,00

3.2.1.9

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.2.1.1 t/m 3.2.1.8 wordt het tarief voor het in behandeling nemen van een spoedaanvraag verhoogd met:

50%

50%

 

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

 

 

 

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen of wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

 

 

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 1.165,00

€ 1.145,00

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 1.165,00

€ 1.145,00

3.3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf als bedoeld in artikel 3:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening

 

 

3.3.2.1

voor een seksinrichting

€ 407,00

€ 400,00

3.3.2.2

Voor een escortbedrijf

€ 407,00

€ 400,00

 

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014

 

 

 

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

3.4.1

tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken, samenvoegen, wijzigen of splitsen van een woonruimte in het kader van de Huisvestingswet 2014

€ 84,35

€ 82,90

 

Hoofdstuk 5 Winkeltijdenwet

 

 

 

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

3.5.1

tot het verkrijgen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 43,75

€ 43,00

3.5.2

om toestemming om een in onderdeel 3.5.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 43,75

€ 43,00

3.5.3

van een intrekking of wijziging van een in onderdeel 3.5.1 bedoelde ontheffing

€ 20,35

€ 20,00

 

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

 

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 30,50

€ 30,00

 

Aldus besloten door de raad van Vijfheerenlanden in zijn openbare vergadering van 12 december 2019

 

de raadsgriffier

K.I. (Krista) Goossens

 

 

de voorzitter

S. (Sjors) Fröhlich

Naar boven