Gemeenteblad van Steenbergen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Steenbergen | Gemeenteblad 2019, 313469 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Steenbergen | Gemeenteblad 2019, 313469 | Overige besluiten van algemene strekking |
Uitvoeringsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2020
Vastgesteld door het college op : 17 december 2019
Portefeuillehouder : wethouder W. Baartmans
Behandelend ambtenaar : C. Franken
1.2 Doel van het uitvoeringsplan 3
1.3 Relevante ontwikkelingen 4
1.3.1 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen 4
1.3.2 Samenwerking Brabantse Wal 4
1.3.4 Organisatieontwikkeling 5
1.3.5 Actualisatie Welstandnota 5
2.2 Productenlijst / werkvoorraad 6
2.2.2 Toezicht en Handhaving 7
2.3 Uitvoeringsdoelstellingen 12
2.3.1. Beleidsdoelstellingen volgens Handhavingsbeleid 12
2.3.2. Prioritering volgens Handhavingsbeleid 12
2.3.3. Bijdrage aan secundaire doelstellingen Handhavingsbeleid 14
2.3.4 Beleidsdoelstellingen volgens het Omgevingsvergunningenbeleid 2019-2020 14
3.2.1 Kennis, kunde en capaciteit 16
3.2.3 Vastgelegde werkwijzen 18
3.2.4 Klachten en Meldingen 18
3.3 Beleid- en begrotingscylcus 18
3.4 Borging beschikbaarheid samenwerkingspartners 19
3.5 Bereikbaarheid buiten kantooruren 20
I. Basistakenpakket Brandweer MWB 21
Voor u ligt het Uitvoeringsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2020 van de Gemeente Steenbergen. In het uitvoeringsplan leest u hoe de gemeente Steenbergen in 2020 uitvoering zal geven aan vergunningverlening en de diverse handhavingstaken. Met het uitvoeringsplan beoogt de gemeente een duidelijk beeld te schetsen van de voorgenomen activiteiten en van de doelen en prioriteiten die voor 2020 zijn vastgesteld.
Het uitvoeringsplan heeft een brede reikwijdte. Dit komt doordat er sprake is van handhavingstaken op verschillende werkgebieden en beleidsterreinen. Om deze reden worden de handhavingstaken onderverdeeld in 2 handhavingsvelden, te weten:
Vanaf 1 januari 2020 zijn de handhavingsvelden Leefbaarheid (kleine ergernissen en overlast) en Bijzondere onderwerpen (o.a. ondermijning en horeca) overgegaan naar het cluster Veiligheid, dat ondergebracht is bij het team Bestuur en Concernondersteuning.
Dit betekent dat de behandeling van de APV-gerelateerde klachten en meldingen en de aansturing van de boapool (inclusief boapool Drank- en Horecawet) vanuit het cluster Veiligheid gaat plaatsvinden.
Vanaf 1 januari 2020 start een nieuwe toezichthouder Leefomgeving, zodat er nu 2 fulltime toezichthouders ingezet kunnen worden.
Het budget voor de OMWB is aanzienlijk verhoogd (van jaarlijks € 274.000,- naar
€ 533.000,- in 2020), zodat er nu meer milieutaken uitgevoerd kunnen worden. Ook wordt deelgenomen aan het project intensivering toezicht veehouderijen. Alle activiteiten die de OMWB voor ons uitvoert in 2020, zijn opgenomen in het werkplan OMWB 2020, wat als bijlage II onderdeel uitmaakt van het Uitvoeringsplan VTH 2020.
De provincie Noord-Brabant ziet er met Interbestuurlijk Toezicht (IBT) op toe dat lokale overheden hun maatschappelijke taken goed uitvoeren. De provincie heeft in 2019 de VTH-documenten van Steenbergen beoordeeld met ‘voldoet’ en hier zelfs een 100% score aan toegekend.
Dit uitvoeringplan is vastgesteld door het college en bekendgemaakt middels toezending aan de gemeenteraad en aan de provincie Noord-Brabant. Tevens is het uitvoeringsplan gepubliceerd. Dit uitvoeringsplan loopt tot uiterlijk 1 februari 2021. Op 1 februari 20210 dient het Uitvoeringsplan VTH 2021 te zijn vastgesteld.
1.2 Doel van het uitvoeringsplan
Het uitvoeringsplan VTH 2020 vloeit voort uit het Handhavingbeleidsplan 2017-2020 en het Omgevingsvergunningenbeleid 2019-2020. De prioriteiten, de doelen en het beleid, zoals vastgesteld in de beleidsplannen, vormen de basis voor dit uitvoeringsplan. Het uitvoeringsplan bouwt hier voor het jaar 2020 op voort. Het uitvoeringsplan beoogt de voorgenomen activiteiten, doelen en prioriteiten, die voor 2020 zijn vastgesteld, inzichtelijk te maken. Tevens leest u hoe de uitvoering, onder meer qua financiën, personeelsformatie, vastgestelde werkwijzen en kwaliteit, wordt geborgd.
Zowel intern als extern spelen er verschillende ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op het samenstellen van dit uitvoeringsplan. De ontwikkelingen spelen zowel op organisatorisch als op juridisch en maatschappelijk gebied. Hieronder zijn de belangrijkste ontwikkelingen kort beschreven.
1.3.1 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
In het wetsvoorstel ‘kwaliteitsborging voor het bouwen’ (Wkb) wordt het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging in de bouw geïntroduceerd. Met dit nieuwe stelsel wordt beoogd meer verantwoording bij marktpartijen neer te leggen. De rol van de gemeente als bevoegd gezag verandert door het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging in de bouw. De bouwtechnische toets en het toezicht tijdens de bouw zullen in het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging in de bouw uitgevoerd worden door een marktpartij en niet meer door de gemeente. De gemeente behoudt wel haar taak voor de planologische beoordeling, welstandstoets en toetsing van de omgevingsveiligheid. Ook blijft de gemeente verantwoordelijk voor toezicht op welstand, monumenten, bestaande bouw (minimumeisen bestaande bouw en gebruikseisen) en voor de handhaving.
Begonnen wordt met bouwwerken die vallen onder de gevolgklasse 1 (eenvoudigere bouwwerken zoals grondgebonden woningen). In de praktijk blijkt dat binnen het gros van de gemeenten de meeste bouwwerken vallen onder gevolgklasse 1, waardoor deze fase de meeste impact zal hebben. Het bouwtechnische gedeelte van het werk valt daarmee weg bij de gemeente, wat invloed heeft op de capaciteit zowel binnen de organisatie als buiten de organisatie. Later volgt uitbreiding van het systeem naar andere meer complexe bouwwerken die vallen onder de gevolgklasse 2 en 3. De verwachting is dat het voorstel tegelijk met de Omgevingswet in 2021 in werking zal treden. Welke invloed de verschuiving van toets vooraf, naar controle achteraf heeft op de capaciteit is vooralsnog lastig in te schatten.
1.3.2 Samenwerking Brabantse Wal
Sinds enkele jaren werken we samen met de Brabantse Walgemeenten Bergen op Zoom en Woensdrecht om gezamenlijk te voldoen aan de kwaliteitscriteria VTH. In 2019 heeft de gemeente Bergen op Zoom besloten om deze samenwerking op een laag pitje te zetten, vanwege de voorbereiding op de komst van de Omgevingswet in 2021. Aan deze samenwerking was ook een traject gekoppeld van een gezamenlijke Europese aanbesteding voor de aanschaf van een VTH-applicatie. Dit is een geautomatiseerd systeem om de VTH-medewerkers te ondersteunen in hun werkzaamheden. Vanwege de overgang naar Equalit in 2020 en de komst van de Omgevingswet zal in 2020 bepaald worden of en wanneer een VTH-applicatie nog wenselijk is.
De Omgevingswet behelst een grootschalige transitie van het Omgevingsrecht. In 2021 treedt de Omgevingswet volgens de huidige planning in werking. Door regelgeving op het gebied van omgevingsrecht te bundelen en te vereenvoudigen, ontstaat er meer samenhang in het beleid. De wijzigingen in wet- en regelgeving vereisen straks een hele nieuwe manier van werken van overheden. Namelijk integraal, participatief, meer digitaal en gebruikmakend van lokaal maatwerk. Omdat de Omgevingswet met name voor het cluster VTH grote gevolgen zal hebben, zal 2020 in het teken staan van de voorbereiding op deze Omgevingswet.
In 2018 zijn de diverse afdelingen komen te vervallen. Hiervoor in de plaats zijn 6 teams gekomen. In team Wonen, Werken en Beleven (WWB) zijn de volgende taakvelden ondergebracht: Ruimte, Economie, Gebiedsontwikkeling, Duurzaam/Milieu, Recreatie/Toerisme, Erfgoed, Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving (VTH) en Openbare orde & veiligheid (OoV). In 2019 is besloten om OoV onder te brengen in het team Bestuurs- en concernondersteuning. Ook zijn enkele taken die onder VTH vielen, overgeheveld naar OoV, zoals (uitvoering) Damoclesbeleid en toezicht op APV-gerelateerde zaken en evenementen, die door de boapool worden behandeld.
Om de integraliteit van de VTH-onderdelen te bevorderen is in 2018 gestart met een proces om het cluster VTH door te ontwikkelen. Dit proces loopt in 2020 door.
Er zal nooit capaciteit zijn om alle taken uitputtend uit te voeren. In de beleidsstukken zijn daarom ook keuzes gemaakt in prioritering op basis van een risico inschatting. De prioritering heeft gevolgen voor de diepgang van toetsing van een vergunningaanvraag en de mate van toezicht. In dit hoofdstuk wordt op basis van verwachte aanvragen, prioritering en kengetallen voor urenbesteding een inschatting gemaakt van de benodigde capaciteit.
De vth-activiteiten voor 2020 zijn in paragraaf 2.2 schematisch weergegeven. In hoofdstuk 3 leest u hoe de uitvoering, zoals in dit hoofdstuk wordt beschreven, onder andere qua personeelsformatie wordt geborgd.
Onderstaande tabel biedt inzicht in de prioriteit en verwachte hoeveelheid aanvragen per activiteit. Deze corresponderen met de risico-inschatting uit het omgevingsvergunningenbeleid.
In onderstaande tabel is weergegeven wat de verwachte werkvoorraad is voor het behandelen van bovenstaande verwachte vergunningaanvragen. Dit is ook vertaald naar benodigde fte. Hierbij is er vanuit gegaan dat een fte 1450 uur werkbare uren betreft. Om te werken aan de hand van de risicoanalyse is een nieuwe methode gekozen om benodigde inzet te bepalen. Deze werkt met kengetallen voor urenbesteding. Deze kengetallen zijn schattingen. De komende jaren wordt gemonitord of deze kengetallen een goede voorspelling geven.
In onderstaande productenlijst leest u welke toezicht- en handhavingsactiviteiten er in 2020 door of namens de gemeente Steenbergen worden uitgevoerd. De productenlijst is gerangschikt op verschillende onderdelen en achter ieder onderdeel leest u het aantal ingeschatte activiteiten en de ingeschatte hoeveelheid aan benodigde arbeidsuren. Indien u onder de kolom ‘aantal’ of ‘uren’ een – ziet staan, betekent dit dat het onbekend is hoeveel meldingen/controles er in 2020 zullen zijn en/of dat onbekend is hoeveel uren hiervoor benodigd zijn.
Let op: het toezichtprogramma c.q. werkprogramma Wabo-Milieu wordt ook in 2020 door de OMWB uitgevoerd, zie hiervoor bijlage II.
Nadere toelichting op de activiteiten uit de productenlijst en koppeling met beleidsdoelstellingen
De activiteiten die vallen onder Toezicht Wabo – Regulier (punten 1 tot en met 4) beogen de naleving van wet- en regelgeving te bevorderen, waardoor:
1. Constructieve veiligheid van gebouwen
Het uitoefenen van toezicht beoogt de constructieve veiligheid van gebouwen binnen de gemeente te bevorderen.
2. Sloopwerkzaamheden op basis Bouwbesluit
Het uitoefenen van toezicht beoogt illegale sloopwerkzaamheden tegen te gaan en legale sloopwerkzaamheden op een veilige en zo min mogelijk overlast gevende wijze te laten plaatsvinden. Omdat de meeste sloopwerkzaamheden asbest betreffen, is het toezicht ondergebracht bij de OMWB. Ook de bouwkundige sloop is bij de OMWB ondergebracht.
3. Toezicht op vergunningsvrij bouwen
Het uitoefenen van toezicht beoogt tijdig ingrijpen, wanneer er zonder benodigde omgevingsvergunning wordt gebouwd, mogelijk te maken en tevens de naleving van wet- en regelgeving te bevorderen.
4. Uitvoeren toezicht op verleende omgevingsvergunningen
Het uitoefenen van toezicht beoogt tijdig ingrijpen, wanneer er in afwijking van de verleende omgevingsvergunning wordt gehandeld, mogelijk te maken en tevens de naleving van wet- en regelgeving te bevorderen. Het aantal genoemd in het overzicht betreft het aantal verwachte toestemmingen die in 2020 worden gecontroleerd. Het is mogelijk dat een verleende toestemming meer dan één maal wordt gecontroleerd.
De activiteiten die vallen onder Toezicht Wabo – Projectmatig (punt 5) beogen de naleving van wet- en regelgeving te bevorderen, waardoor:
In 2015 is onderzoek gedaan naar mogelijke maatregelen om waardevolle bouwwerken binnen de gemeente Steenbergen te behouden. Uit dit onderzoek komt naar voren dat met periodiek toezicht op de aanwezige waardevolle bouwwerken het in verval raken van de bouwwerken wordt voorkomen. Er is berekend dat met een jaarlijkse controle van 131 bouwwerken en een controletijd van 35 minuten per controle (inclusief reistijd) er 77 uur per jaar toezicht nodig is om periodiek toezicht op deze bouwwerken uit te oefenen.
6. Flexibel in te zetten uren voor onvoorziene zaken
In 2020 is er 73 uur beschikbaar om in te zetten voor onvoorziene Wabo-zaken. Deze uren zijn inzetbaar voor zowel reguliere Wabo-zaken als voor de projectmatige Wabo-zaken.
Toezicht Handhaving – Regulier
De activiteiten die vallen onder Toezicht Handhaving – Regulier (punten 7 tot en met 10) beogen de naleving van wet- en regelgeving te bevorderen, waardoor:
7. Bouwen zonder benodigde vergunning
Het uitoefenen van toezicht beoogt de naleving van wet- en regelgeving te bevorderen en de gevaren van bouwen zonder vergunning tegen te gaan. Denk bij gevaren bijvoorbeeld aan constructieve veiligheid en brandveiligheid.
8. Gebruik in strijd met bestemmingsplan, gebouwen, erven of gemeentegrond
Het uitoefenen van toezicht beoogt de naleving van wet- en regelgeving en het voorkomen van overlast. Onder deze activiteit vallen ook de casussen die betrekking hebben op onrechtmatige bewoning.
9. Toezicht tijdens handhavingstraject
Indien het toezicht leidt tot het starten van een handhavingstraject, vinden de hercontroles plaats door de toezichthouder Leefomgeving.
10. Toezicht in relatie WOZ/BAG
Bij de beoordeling/taxatie van panden in het kader van de WOZ is het van belang dat er een goed overzicht bestaat van de aanwezige bouwwerken, al dan niet met omgevingsvergunning gebouwd.
Aan de hand van luchtfoto’s kan bepaald worden of er ten opzichte van het jaar ervoor bouwwerken zijn bijgekomen. Door onderling gegevens uit te wisselen tussen WOZ/BAG en Handhaving kunnen illegale bouwwerken worden opgespoord en kan een juiste taxatie plaatsvinden.
Toezicht Handhaving – Projectmatig
De activiteiten die vallen onder Toezicht Wabo – Projectmatig (punten 11 en 12) beogen de naleving van wet- en regelgeving te bevorderen, waardoor:
11. Integrale controles op campings/parken en/of woonwagencentra en/of huisvesting arbeidsmigranten
In 2020 zal er naar verwachting intensief toezicht gehouden moeten worden op zowel een camping als op de diverse woonwagencentra. Aandacht wordt besteed aan (onrechtmatige) bewoning, inschrijvingen in de basisregistratie personen (BRP), brandveiligheid, bouwveiligheid, zorgvraagstukken (bijvoorbeeld schuldenproblematiek), leerplicht, illegaliteit en veiligheid. Waar nodig starten we naar aanleiding van de controles handhavingstrajecten op.
12. Integrale controles op bedrijventerreinen en/of gebiedscontroles
In 2020 zullen er minimaal twee integrale controles worden uitgeoefend op bedrijventerreinen en/of op specifiek aangewezen gebieden. De integrale controles zullen in 2020 plaatsvinden op nog nader aan te wijzen gebieden.
13. Flexibel in te zetten uren voor onvoorziene zaken
In 2020 is er 70 uur beschikbaar om in te zetten voor onvoorziene Handhavingzaken. Deze uren zijn inzetbaar voor zowel reguliere als voor de projectmatige Handhavingzaken.
14. Kinderopvang en peuterspeelzalen
De GGD West-Brabant voert, in opdracht van de gemeente Steenbergen, toezicht uit op de naleving van de kwaliteitseisen, die gelden voor kinderopvangcentra en peuterspeelzalen. Met het houden van toezicht streeft de gemeente verantwoorde, veilige en gezonde kinderopvangcentra na. De controles van de GGD vinden over het algemeen aangekondigd plaats, maar er kan in bepaalde situaties ook gekozen worden voor een onaangekondigde controle. Dit is afhankelijk van de casus. Eventuele handhavingsprocedures worden binnen de gemeente Steenbergen opgepakt. Op basis van ervaringen van de laatste jaren is het niet nodig gebleken hiervoor uren in te ramen.
De Basisregistratie Personen (BRP) bevat persoonsgegevens van inwoners van Nederland (ingezetenen) en van personen die Nederland hebben verlaten (niet ingezetenen). Personen die korter dan 4 maanden in Nederland wonen, kunnen ook als niet-ingezetenen in de BRP zijn opgenomen. Bijvoorbeeld omdat ze tijdelijk werken of studeren in Nederland. Een registratie in de BRP is in zulke gevallen wenselijk, omdat deze personen dan gemakkelijker in contact kunnen treden met de overheid.
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dienen de in de basisregistratie vermelde gegevens zo betrouwbaar en duidelijk mogelijk te zijn en moeten gebruikers erop kunnen vertrouwens dat deze in beginsel juist zijn. Dit komt voornamelijk doordat er, voor de uitvoering van een groot aantal wet- en regelgeving, gebruik gemaakt wordt van de registraties in de BRP. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen vaststellen van het recht op uitkering of aan het kunnen opleggen van gemeentelijke heffingen. Ook is een juiste en op orde zijnde BRP onontbeerlijk om burgers in crisissituaties te kunnen opsporen en/of bereiken.
De gemeente Steenbergen hecht grote waarde aan de juistheid van de adresgegevens van haar inwoners. De toezichthouders BRP hebben in Steenbergen dan ook de taak om er toezicht op te houden dat de registratie in de BRP overeenstemt met de feitelijke situatie. Wanneer er twijfel bestaat over de juistheid van het adres, zoals dat in de BRP staat geregistreerd, wordt een adresonderzoek opgestart. Het doel van het adresonderzoek is om de feitelijke verblijfplaats van de persoon vast te stellen en deze verblijfplaats overeenkomstig in de BRP te registreren. Het uitoefenen van adequaat toezicht op de juistheid van de adresgegevens, beoogt voornamelijk fraude en misbruik van sociale en maatschappelijke voorzieningen te voorkomen.
Het cluster VTH werkt samen met de Brandweer Midden- en West-Brabant aan het brandveilig gebruik van (zorg)instellingen. In overleg met de brandweer worden de controles uitgevoerd bij (zorg)instellingen, waar het niveau van zelfredzaamheid van de gebruikers laag is en waar de kans op brand en de frequentie van het gebruik een essentieel onderdeel is. Voor het basistakenpakket van de Brandweer Midden –en West-Brabant, zie bijlage I.
De doelstellingen die in dit uitvoeringsplan worden beschreven, zijn opgesteld op basis van de beleidsdoelstellingen die volgen uit het Handhavingbeleidsplan 2017-2020 en het Omgevingsvergunningenbeleid 2020-2020. Hierin heeft het college gemotiveerd aangegeven welke doelen en prioriteiten het zichzelf stelt bij de VTH-taken en welke activiteiten het daartoe zal uitvoeren.
2.3.1. Beleidsdoelstellingen volgens Handhavingsbeleid
De primaire doelstelling van handhaving is het bevorderen van naleving van wet- en regelgeving, waardoor:
De activiteiten die bijdragen aan de bovengenoemde primaire doelstelling, heeft u kunnen lezen in de voorgaande paragrafen. De twee secundaire doelstellingen zijn de verdere professionalisering van de handhavingsorganisatie en het bevorderen van samenwerking met interne- en externe handhavingspartners (waaronder op Brabantse Wal niveau en Tholen). De activiteiten die hiertoe bijdragen leest u in paragraaf 2.3.3.
2.3.2. Prioritering volgens Handhavingsbeleid
De prioritering in het Handhavingbeleidsplan 2017-2020 is tot stand gekomen na uitvoering van een risicoanalyse. Zie voor de prioritering de volgende pagina’s. Met het beschrijven van de activiteiten uit het vorige hoofdstuk is rekening gehouden met deze prioritering.
In onderstaande tabel ziet u de prioritering voor het handhavingsveld Wabo.
bouwfase omgevingsvergunning woning/bijbehorend bouwwerk/publiek toegankelijk gebouw/monument/overige bouwwerken |
|
Illegaal verbouwen publiek toegankelijk gebouw/monument/overige bouwwerken |
|
bouwen/slopen/gebruik met gevaar voor veiligheid en/of gezondheid (art. 1a Woningwet) |
|
brandveilig gebruik omgevingsvergunning kwetsbare groepen 1 |
|
brandveilig gebruik omgevingsvergunning niet-kwetsbare groepen |
|
brandveilig gebruik overig (kleine feiten zoals brandblusser over keuringsdatum etc.) |
|
gebruik in strijd met bestemmingsplan buitengebied met gevaar of overlast2 |
|
gebruik in strijd met bestemmingsplan onrechtmatige bewoning/ overig/ buitengebied overig |
In onderstaande tabel ziet u de prioritering voor handhaving op het gebied van de basisregistratie personen (BRP).
2.3.3. Bijdrage aan secundaire doelstellingen Handhavingsbeleid
De twee secundaire doelstellingen zijn de verdere professionalisering van de handhavingsorganisatie en het bevorderen van samenwerking met interne- en externe handhavingspartners (waaronder op Brabantse Wal niveau en Tholen). In 2020 beogen we daartoe de volgende activiteiten uit te voeren:
2.3.4 Beleidsdoelstellingen volgens het Omgevingsvergunningenbeleid 2019-2020
Bij de uitoefening van taken en bevoegdheden houdt de gemeente Steenbergen rekening met de samenhang van de relevante onderdelen en aspecten van de fysieke leefomgeving en van de rechtstreeks daarbij betrokken belangen. Ook wordt rekening gehouden met de taken en bevoegdheden van regionale, provinciale dan wel landelijke bestuursorganen. Dit veronderstelt een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, uitgaande van initiatieven en opgaven in de fysieke leefomgeving zelf. Een goede samenwerking met de partners en voldoende capaciteit om in te spelen op ontwikkelingen is daarbij onontbeerlijk.
Tijdens de looptijd van het Omgevingsvergunningenbeleid monitoren wij het beleid, de uitvoeringsprogramma's en het behalen van de doelstellingen. Voor vergunningverlening zijn de volgende doelstellingen vastgesteld:
In dit hoofdstuk leest u hoe de uitvoering, zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven, wordt geborgd.
3.2 VTH-organisatie 3.2.1 Kennis, kunde en capaciteit
Om de objectiviteit van de werkzaamheden te borgen, is er binnen de rolverdeling tussen Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) een scheiding aangebracht tussen vergunningverlening, toezicht en handhaving. De vergunningverleners zijn niet betrokken bij het toezicht op vergunningen waarvan zij de voorschriften hebben opgesteld. Hiervoor zijn toezichthouders Leefomgeving aangesteld die zich bezighouden met het toezicht op verleende Omgevingsvergunningen, meldingen en toestemmingen. In voorkomende gevallen treden de vergunningverleners bij opleveringscontroles wel op als adviseur van de toezichthouder. De toezichthouders blijven echter als procesverantwoordelijke eindverantwoordelijk voor de oplevering.
Wanneer er sprake is van het overgaan tot het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang wordt het dossier van de toezichthouder overgedragen aan de juristen van handhaving en vanaf dat moment neemt de toezichthouder de rol van adviseur in.
In deze paragraaf leest u hoe de personeelsformatie binnen het cluster VTH is opgebouwd en welke persoon/personen (op functieniveau), welke taak/activiteit uit het uitvoeringsplan uitvoert/uitvoeren. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat 1fte gelijk staat aan 1450 productieve uren. Van de beschreven activiteiten uit dit uitvoeringsplan (zie paragraaf 2.2), wordt het grootste gedeelte uitgevoerd door de medewerkers van het cluster VTH. Een aantal taken is belegd bij andere teams binnen de gemeente Steenbergen (bijvoorbeeld de boa’s van domein III: onderwijs). Daarnaast voert de OMWB in 2020 het toezichtprogramma c.q. werkprogramma uit (zie bijlage II).
Capaciteit vergunningverleners werkzaam voor het cluster VTH in 2020 (2.75 fte – 3970 uur) WABO vergunningen
Capaciteit toezichthouders werkzaam voor het cluster VTH in 2020 (2 fte – 2900 uur)
- Toezichthouders Leefomgeving
Deze toezichthouders houden onder meer toezicht op verleende omgevingsvergunningen, brandveiligheid, bouwen zonder omgevingsvergunning en strijdig gebruik bestemmingsplan, gebouwen, erven of gemeentegrond. Tevens houden ze toezicht op de basisregistratie personen (BRP). Van de 2900 uur zijn 2300 uur verdeeld over de toezichtstaken. De overige uren zijn voor overleggen, uitzoekwerk etc.
Capaciteit boa’s werkzaam bij andere teams binnen de gemeente Steenbergen
De leerplichtambtenaren zijn in de gemeente Steenbergen werkzaam binnen het team Welzijn en Zorg. De leerplichtambtenaren zijn regionaal werkzaam en zijn allen boa domein V: onderwijs.
- Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD)
Binnen de ISD zijn vier medewerkers (2 fulltime en 2 parttime) werkzaam als sociaal rechercheur, waarvan één bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar in domein V. Dit betreft het domein Werk, Inkomen en Zorg.
Capaciteit handhavingsjuristen binnen team WWB in 2020 (2 fte – 2900 uur)
- Juridisch beleidsmedewerker Handhaving
Er is 1 fte beschikbaar voor een juridisch beleidsmedewerker Handhaving. Deze houdt zich bezig met beleidsmatige zaken en de juridische afhandeling van handhavingzaken.
- Juridisch medewerker Handhaving
Er is 1 fte beschikbaar voor een juridisch medewerker Handhaving. Deze houdt zich bezig met de juridische afhandeling van handhavingzaken.
Benodigde en beschikbare uren schematisch weergegeven
In onderstaande tabel zijn de benodigde uren per activiteit/activiteitsgroep afgezet tegen het aantal beschikbare uren. De nummers van de activiteiten corresponderen met het schema uit paragraaf 2.2. In de laatste kolom is tevens te lezen door wie de activiteit(en) wordt/worden uitgevoerd.
In het vorige hoofdstuk heeft u kunnen lezen welke activiteiten er voor het jaar 2020 op de agenda staan. In de vorige paragraaf is de personeelsformatie voor het jaar 2020 beschreven. Als u de activiteiten koppelt aan de personeelsformatie, ziet u dat er in beginsel voldoende personeelsbezetting is om de beschreven activiteiten uit te kunnen voeren. Dit overzicht geeft echter nog niet concreet aan wie welke activiteit in 2020 op zich neemt. Dit vindt u terug in de beleidsagenda 2020. De voortgang van de afspraken, zoals gemaakt in het teamplan, worden bewaakt door middel van de gesprekkencyclus. Per medewerker vindt er jaarlijks een evaluatie-/beoordelingsgesprek plaats. Tussentijds vinden individuele gesprekken tussen medewerker en teamleider plaats.
Per planmatige actie wordt er een draaiboek opgesteld, zodat de werkafspraken vastliggen en er een zoveel mogelijk uniforme werkwijze ontstaat. Voorbeelden van planmatige acties zijn bijvoorbeeld de oud- en nieuw periode (de laatste twee weken van december) en de controles op brandveiligheid binnen de horeca.
Naast de sturing op operationeel niveau, vindt er gedurende het jaar ook sturing en afstemming plaats op strategisch niveau. De teamleider heeft wekelijks overleg met de betrokken portefeuillehouders. De beleidsmedewerker Handhaving heeft 3 wekelijks overleg met de portefeuillehouder.
Voor alle primaire processen rondom VTH zijn samen met de medewerkers werkbeschrijvingen opgesteld. Deze werkbeschrijvingen zijn bekend bij alle medewerkers. Nieuwe medewerkers worden ook bekend gemaakt met de werkbeschrijvingen. De actualiteit, opvolging en effectiviteit van alle werkwijzen worden gemonitoord middels de interne audits door de omgevingsregisseur en waar nodig aangepast.
De klachten en meldingen worden geregistreerd in het geautomatiseerde systeem Melddesk. De toezichthouders Leefomgeving behandelen klachten en meldingen die voor het cluster VTH binnenkomen. Als meldingen door meerdere instanties integraal moeten worden behandeld, zorgt een toezichthouder Leefomgeving voor de coördinatie.
3.3 Beleid- en begrotingscyclus
De gemeente kent een jaarlijkse beleid- en begrotingscyclus, waarvoor het collegeprogramma en de teamplannen leidend zijn. Jaarlijks wordt aan de raad, ten behoeve van de begrotingsbehandeling, een voorstel gebracht, gebaseerd op het collegeprogramma en de teamplannen. Met het vaststellen van de begroting worden de middelen voor de uitvoering van de activiteiten en taken die vermeld staan in dit uitvoeringsprogramma gewaarborgd. Gedurende het jaar wordt de raad gerapporteerd over de voortgang van de uitvoering van de doelen en daarmee gepaard gaande middelen van zowel het eigen uitvoeringsprogramma, als van dat van de OMWB. De OMWB levert hiervoor een tussenrapportage aan, op basis waarvan beoordeeld kan worden of de gestelde doelen bereikt worden. Financiële en personele middelen worden zo nodig aangevuld.
Tot slot rapporteert het college jaarlijks, middels het evaluatieverslag, over de in het handhavings- en vergunningenbeleid en uitvoeringsprogramma gestelde doelen. Ook het uitvoeringsprogramma wordt openbaar gemaakt (via de openbare besluitenlijst van het college). Alle vth-documenten worden ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad en de Provincie.
3.4 Borging beschikbaarheid samenwerkingspartners
Een juiste afstemming met interne en externe (handhavings)partners is essentieel om het Integraal Handhavingsbeleidsplan 2017-2020 en het uitvoeringsprogramma 2020 goed uit te kunnen voeren. Om die reden is er ook voor de totstandkoming van dit uitvoeringsprogramma afstemming gezocht met diverse partners. Bij afstemming met externe partners kunt u denken aan partners die belast zijn met strafrechtelijke handhaving3 (politie en OM), de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) en de brandweer.
Voor 2020 zijn in ieder geval de volgende specifieke afspraken gemaakt:
Met de brandweer vindt structureel (minimaal één keer in de twee maanden) een overleg plaats met de betrokken medewerkers. Tijdens deze overleggen worden afspraken gemaakt over inspanningsverplichtingen, onder andere naar aanleiding van actuele casussen. Met de brandweer zijn voor 2020 ook afspraken gemaakt voor de controles op de zorginstellingen;
Van de hierboven genoemde overleggen wordt op hoofdlijnen een verslag gemaakt. Naar aanleiding van de afspraken gemaakt in deze overleggen, kan bijstelling van het uitvoeringsprogramma noodzakelijk zijn. Als dit in 2020 mocht spelen, wordt hier melding van gemaakt in het evaluatieverslag 2019 en zal er een nieuwe versie van het uitvoeringsprogramma worden vastgesteld. Dit wordt inzichtelijk gemaakt door de versie aan te geven op het voorblad van het uitvoeringsprogramma.
3.5 Bereikbaarheid buiten kantooruren
De gemeente Steenbergen kent een crisisorganisatie. De crisisorganisatie wordt door de medewerker van Veiligheid georganiseerd. Deze medewerker draait ook AOV-piket en OvD-bz-piket. (AOV = Ambtenaar Openbare Veiligheid en OvD-bz = Officier van Dienst bevolkingszorg).
Calamiteiten of spoedmeldingen dienen telefonisch te worden gemeld. Dit nummer is buiten kantoortijden doorgeschakeld naar de dienstdoende opzichter van de Buitendienst. Afhankelijk van het soort melding schakelt de dienstdoende opzichter de juiste personen in.
Milieuklachten kunnen buiten kantooruren worden gemeld bij de klachtenlijn van de OMWB.
Bijlage I Basistakenpakket Brandweer Midden- en West-Brabant
Op 29 januari 2015 heeft het Algemeen Bestuur (de 26 burgemeesters) van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant ingestemd met het Basistakenpakket Brandweerzorg Risicobeheersing 2.0. De vaststelling van het basistakenpakket vormt de herijking van de structurele samenwerking tussen adviesvragers en Brandweer Midden- en West-Brabant met als doel: een (brand) veiligere samenleving met minder incidenten, minder schade en minder slachtoffers.
De Sector Risicobeheersing richt zich primair op het voorkomen van branden en andere incidenten en het beperken en beheersbaar maken van de gevolgen van incidenten. Risico’s kunnen nu eenmaal niet volledig worden uitgesloten. Om u zo goed mogelijk van dienst te zijn, hebben we de vijftien basistaken, waarmee het Algemeen Bestuur in 2015 heeft ingestemd, ondergebracht in zeven taakvelden. Deze beslaan het volledige domein van de omgevingsveiligheid. We onderscheiden de volgende taakvelden:
Taakveld Toezicht brandveilig gebruik (TBG)
De kaders welke gehanteerd worden bij het invullen van het uitvoeringsprogramma toezicht brandveilig gebruik worden in de bijlage weergegeven. Hieronder volgt een beknopte uitleg:
Iedere medewerker Risicobeheersing is voor een bepaald aantal uren op jaarbasis toebedeeld aan een taakveld. Hierdoor wordt de capaciteit per taakveld bepaald. Ieder taakveld is verantwoordelijk voor bepaalde activiteiten. In het taakveld TBG zijn dat de volgende hoofdactiviteiten omschreven:
Waarbij de eerste 4 punten het gehele toezichtprogramma (bestaande objecten) omvat en een bijdrage levert aan het handhavingsbeleid binnen de gemeente. Waarnaast in de activiteit taakveldontwikkeling: de werkwijze, uniformiteit en specialisme wordt geregeld om alle gemeente te voorzien van een actueel, goed en uniform advies.
Binnen het taakveld TBG zijn aan deze 5 activiteiten percentages gehangen. De capaciteit in het totale taakveld en de percentages per activiteit zullen dit jaar intern door ons worden gemonitord. De mogelijkheid bestaat dat door ontwikkeling, personeelsbestand, lering of wijziging in capaciteit per taakveld deze aantallen in de loop van het jaar of volgend jaar in overleg met de gemeente worden bijgesteld/gewijzigd.
Het aantal beschikbare uren voor het taakveld TBG binnen de gemeente komt voort uit het percentage inwoners per gemeente in relatie tot het totaal aantal inwoners binnen de gehele veiligheidsregio. Voor de gemeente steenbergen bedraagt dit 2,2%.
Voorbeeld Programmatisch toezicht (activiteit 1):
De totale capaciteit in het taakveld TBG bedraagt 17100 uur op jaarbasis. Hiervan besteden we 42% aan programmatisch toezicht. Het inwonerspercentage van de gemeente Steenbergen t.o.v. het totale inwonersaantal van de gehele veiligheidsregio bedraagt 2,2%
17100 x 0,42 x 0,022 = 158 uur.
Hierbij dient te worden vermeld dat:
Totale momenteel aanwezige capaciteit in het taakveld toezicht brandveilig gebruik voor het gehele toezichtprogramma gemeente steenbergen:
17100 x 0,9 x 0,022 = 339 uur.
Toezicht omgevingsvergunning Milieu
In onze toezichtproducten maken wij daartoe onderscheid in verschillende vormen van toezicht:
Het toezicht in het kader van de uitvoering omgevingsvergunning kan in basis volgens elke toezichtvorm worden ingericht. De wijze waarop we het toezicht in betreffende situatie feitelijk inrichten, is het resultaat van een nadere afstemming tussen de gemeente en brandweer.
Onze beoordeling omvat in alle gevallen een beoordeling op basis van het vergunde (brand)veiligheidsconcept en de daaruit voortvloeiende bouwkundige-, installatietechnische en organisatorische veiligheidsvoorzieningen en –maatregelen. Binnen iedere vergunning kan er sprake zijn van één of meerdere toezicht momenten en afstemmingsoverleggen.
Bij de BRZO-inspecties volgt het team een landelijke inspectiemethode, de zogenoemde Nieuwe Inspectie Methodiek (NIM). Een gezamenlijke inspectiemethode is het instrument om de samenwerking tussen de inspecterende partners optimaal te laten verlopen en de meeste effectiviteit en efficiëntie uit de inspectie te halen. Dit is ook voor de bedrijven van belang: een gezamenlijke inspectiemethode draagt bij aan de één-loketgedachte en maakt de rol van de overheid voor bedrijven transparanter en betrouwbaarder.
Ook zorgt de inspectiemethodiek voor een landelijk uniforme werkwijze. Alle afspraken t.a.v. de gezamenlijke inspectiemethode zijn vastgelegd in de Werkwijzer BRZO II.
Ieder BRZO-bedrijf wordt minimaal 1 keer per jaar gecontroleerd. Samen met die partners rapporteren we aan het bedrijf over de inspectie.
We informeren u altijd over een op handen zijnde inspectie en over de uitkomsten daarvan. De samenvatting van een inspectierapport wordt openbaar gemaakt.
In het proces van het aanwijzen van een bedrijfsbrandweer investeren we vanaf de start van de procedure in een goede samenwerking met het bedrijf. Allereerst bezoeken we het bedrijf voor een informeel gesprek. Wanneer tijdens het gesprek duidelijk wordt dat het aanwijzen van een bedrijfsbrandweer de beste en/of enige optie is, dan verzoeken wij het bedrijf formeel om een bedrijfsbrandweerrapportage in te dienen.
De wettelijke adviseurs, zoals de gemeente, ISZW (arbeidsinspectie) en OMMWB (Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant), informeren we in een vroeg stadium over hun rol en bijdrage aan het proces.
Als afronding van het proces maken we een ontwerpaanwijzing, ook hierbij betrekken we onze wettelijke adviseurs. De ontwerpaanwijzing wordt vervolgens aangeboden aan het Algemeen Bestuur voor vaststelling. Wanneer de aanwijzing definitief is, nemen we het bedrijf mee in het proces van de BRZO-inspectie omdat ook bedrijven met een bedrijfsbrandweer altijd geïnspecteerd worden.
Toezicht omgevingsvergunning bouwen
Na verlening van de omgevingsvergunning bouwen is een overeenkomstige uitvoering van het bouwwerk een vereiste voor het bereiken van de doelstelling van het advies- en vergunning traject: het realiseren van een voldoende veilig bouwwerk.
Het realiseren van het vergund veiligheidsniveau met als belangrijkste doelstellingen het voorkomen, beheersbaar en bestrijdbaar maken van brand. Het toezicht tijdens de uitvoering van de (ver)bouwwerkzaamheden vormt hierin de rode draad. Wij kunnen u vanuit de verschillende rollen van de brandweer, als adviseur op (brand-)veiligheid en als incidentbestrijdingsorganisatie in de realisatiefase adviseren om gezamenlijk te komen tot een uitwerking die past binnen de vergunde kaders. Daarbij beschouwen wij de algehele (brand)veiligheid op basis van een beoordeling van de brandkenmerken, gebouwkenmerken, menskenmerken, hulpverleningskenmerken en omgevingskenmerken zoals benoemd in de publicatie ‘Basis voor Brandveiligheid’ van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV).
Gebleken is dat uitsluitend met toezicht op de naleving van regelgeving slechts een beperkt veiligheidsrendement wordt behaald.
Vanuit de doelstelling een (brand)veilige(re) samenleving mogelijk te maken, beogen wij ook via het toezicht:
In onze toezichtproducten maken wij daartoe onderscheid in verschillende vormen van toezicht:
Het toezicht in het kader van de uitvoering omgevingsvergunning bouwen valt in basis onder objectmatig toezicht. De wijze waarop het toezicht in betreffende situatie feitelijk wordt ingericht, vormt het resultaat van een nadere afstemming tussen gemeente en brandweer.
Onze beoordeling omvat in alle gevallen een beoordeling op basis van het vergunde (brand)veiligheidsconcept en de daaruit voortvloeiende bouwkundige en installatietechnische veiligheidsvoorzieningen en -maatregelen. Binnen iedere vergunning kan er sprake zijn van één of meerdere toezicht momenten en afstemmingsoverleggen.
Toezicht brandveilig gebruik/melding brandveilig gebruik
Na acceptatie van de melding brandveilig gebruik wordt de melding opgenomen in een toezichtcyclus (hierin zitten ook de reeds bestaande objecten waar een melding brandveilig gebruik van toepassing is). Afhankelijk van het risicopotentieel, gewogen in de groepering in gebouwgroepen, kan een hogere of lagere frequentie van toezicht van toepassing zijn.
Om onze beschikbare personele capaciteit efficiënt in te zetten, adviseren wij op gebruikssituaties die een zekere mate van risico voor gebruikers en omgeving met zich meebrengen. Daarbij hanteren wij de navolgende gebruiksfuncties en ondergrenzen:
Ondergrens advisering: bouwwerken bestemd voor meer dan 50 en 150 personen:
De gebruiksfuncties benoemd in gebouwgroep 2 vallen onder de vergunningplicht brandveilig gebruik. Gebouwgroep 2 is hier dan ook niet van toepassing.
De gebruiksfuncties benoemd in gebouwgroep 3 vallen onder de vergunningplicht brandveilig gebruik. Gebouwgroep 3 is hier dan ook niet van toepassing.
Daarnaast kan sprake zijn van toezicht met een spoedeisend karakter. Ook in deze specifieke gevallen kunnen wij u van een maatwerk advies voorzien. Bij het toezicht op een melding brandveilig gebruik verstrekken wij u een integraal advies.
In het advies maken we onderscheid in:
Toezicht omgevingsvergunning brandveilig gebruik
Na het afgeven van een omgevingsvergunning brandveilig gebruik wordt deze vergunning opgenomen in een toezichtcyclus (hierin zitten ook de reeds bestaande objecten waar een omgevingsvergunning brandveilig gebruik van toepassing is). Afhankelijk van het risicopotentieel, gewogen in de groepering in gebouwgroepen, kan een hogere of lagere frequentie van toezicht van toepassing zijn.
Om onze beschikbare personele capaciteit efficiënt in te zetten, adviseren wij op gebruikssituaties die een zekere mate van risico voor gebruikers en omgeving met zich meebrengen. Daarbij hanteren wij de navolgende gebruiksfuncties en ondergrenzen:
De gebruiksfuncties benoemd in gebouwgroep 1 vallen onder de meldingsplicht brandveilig gebruik. Gebouwgroep 1 is hier dan ook niet van toepassing.
Ondergrens advisering : functie bestemd voor meer dan 10 personen:
Ondergrens advisering: functie bestemd voor meer dan 10 personen:
De gebruiksfuncties benoemd in gebouwgroep 4 vallen onder de meldingsplicht brandveilig gebruik. Gebouwgroep 4 is hier dan ook niet van toepassing.
Daarnaast kan sprake zijn van toezicht met een spoedeisend karakter. Ook deze specifieke gevallen kunnen wij u van een maatwerk advies voorzien.
Bij het toezicht op een melding brandveilig gebruik verstrekken wij u een integraal advies.
In het advies maken we onderscheid in:
Bij brandveiligheidscontroles in zorgorganisaties ontstonden vaak moeizame discussies over investeringen in brandveiligheid; zorgorganisaties zagen de brandweer liever gaan dan komen. De manier van samenwerken in brandveiligheidsexpedities is een omslag voor alle partijen. Van controle op zorgorganisaties naar partners in veiligheid.
Sinds 2012 worden brandveiligheidsexpedities met succes uitgevoerd in de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Uiteraard is het daarmee niet af. De aandacht voor brandveiligheid is een continu proces en maakt onderdeel uit van een werkend veiligheid volgsysteem. Brandveiligheidsexpedities kunnen bij elke gebruiksfunctie worden toegepast.
Brandweer Midden- en West-Brabant levert hieraan een bijdrage in overleg met de gemeente door inspectie van de brandveiligheid, advisering van het bevoegd gezag en het breed verstrekken van informatie over brandveiligheid in algemene zin en veilige recreatie in het bijzonder.
Structureel terugdringen ongewenste en onechte meldingen (STOOM)
Nodeloze uitrukken als gevolg van automatische brandmeldingen leggen een grote druk op de brandweerorganisatie en de maatschappij. Iedere uitruk brengt een verhoogd risico in het verkeer met zich mee. Ook is de brandweer dan niet beschikbaar voor een echte calamiteit en worden werkgevers van de vrijwilligers onnodig belast.
Brandweer Midden- en West-Brabant wil met de uitvoering van het proces STOOM (Structureel terugdringen onterechte en onechte meldingen) het aantal nodeloze meldingen als gevolg van automatische brandmeldingen via het Openbaar Meld Systeem (OMS) zo veel mogelijk terugdringen. STOOM is geïnitieerd door Brandweer Nederland en heeft als belangrijkste doelstelling het aantal loze brandmeldingen (96% van het totaal) met 50% terug te dringen.
De brandweer heeft in dit kader een ondersteunende en adviserende rol in een multidisciplinaire omgeving op gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Wij denken mee in de voorbereiding, tijdens en na afloop van een evenement. Het belangrijkste is dat een evenement feestelijk verloopt en dat de veiligheid van bewoners, deelnemers en bezoekers is gewaarborgd.
Evenementen kenmerken zich door hun specifieke karakter; veel en veranderlijke variabelen spelen een rol bij de afwegingen inzake de veiligheid van een evenement. Ook bij evenementen met een repeterend karakter kunnen zich wijzigingen voordoen, die tot gevolg kunnen hebben dat eerdere inschattingen en afspraken moeten worden herzien. Wij baseren onze advisering op basis van een risicoscan van het evenement op basis van de Landelijke Handreiking Evenementen-veiligheid (IFV). Hierin worden op basis van een risicoscan-tool de volgende categorisering beschreven:
In termen van de categorisering van de Landelijke Handreiking Evenementen-veiligheid zetten wij onze capaciteit in ‘op die plaatsen waar het er echt toe doet’, de klassen B- en C-evenementen. In overleg met de gemeente zal de toezichtfrequentie worden bepaald.
Voorlichting brandveiligheid en risicobewustzijn
Ten aanzien van brandveilig gebruik is een actieve rol belegd bij de brandweer Midden en West Brabant. Naast het repressieve optreden van de brandweer speelt de brandweer een belangrijke rol bij de preventie. Daar waar de brandweer een aantal jaren geleden vooral regelgericht bezig was en het hebben van een gebruiksvergunning synoniem stond met ‘brandveilig’ zijn, wordt nu een koers gevaren die erop gericht is de gebruikers zelf mee te nemen in brandveiligheid. Eigen verantwoordelijkheid van een gebruiker wordt hierbij onder de aandacht gebracht. Constateringen van niet voldoen aan regels worden gemotiveerd en toegelicht. Voorlichting vindt vooral doelgroepgericht plaats. Zo wordt bijvoorbeeld aan bedrijven, ouderen en kinderopvangorganisaties presentaties en voorlichting gegeven. Het vergroten van het (brand)veiligheidsbewustzijn van de eigenaar/gebruiker is een speerpunt. Bij de beoordeling van aanvragen om omgevingsvergunning voert de brandweer Midden en West Brabant een integrale brandveiligheidstoets uit. Kortom een toets die verder gaat dan alleen het Bouwbesluit 2012. In de adviezen wordt dan onderscheid gemaakt in wettelijk verplichte onderdelen en wordt advies gegeven in bijvoorbeeld organisatorische zin. Dit onderscheid wordt ook meegenomen bij de verlening van de aanvragen om omgevingsvergunning.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-313469.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.