1e Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen 2015

De raad van de gemeente De Ronde Venen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel nr. 76/19 van 17 december 2019);

 

gelet op de artikelen 2.1.4, eerste tot en met vierde lid, en zesde lid, 2.1.4a, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 2.1.4b, tweede lid, 2.1.5, eerste lid en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikelen 3.8, tweede lid, en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;

Besluit

 

Vast te stellen de volgende verordening:

 

1e Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen 2015.

Artikel I

Verordening maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen 2015 wordt gewijzigd als volgt:

 

  • A.

    Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    Oude tekst

    Nieuwe tekst

    a. aanvraag: het schriftelijk verzoek om één of meer maatwerkvoorzieningen;

    b. algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet -aanzienlijk-duurder is dan vergelijkbare producten;

    c. bijdrage in de kosten: bijdrage als bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid, van de wet;

    d. cliënt: een persoon met een beperking, een psychisch of een psychosociaal probleem;

    e. dagbesteding: een zinvolle besteding van de dag voor cliënten met beperkingen, psychische of psychosociale problemen;

    f. gebruikelijke zorg: hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten;

    g. gemeenschappelijke ruimte: ruimte in een woongebouw die voor alle bewoners toegankelijk is;

    h. gesprek: gesprek in het kader van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet.

    i. hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres hij in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat. Indien de cliënt met een briefadres in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat, gaat het om het feitelijk woonadres;

    j. huisgenoot: iedere persoon met wie de cliënt duurzaam gemeenschappelijk een woning bewoont;

    k. hulpvraag: behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet;

    l. ingezetene: cliënt die zijn of haar hoofdverblijf heeft in de gemeente De Ronde Venen;

    m. leefeenheid: een eenheid bestaande uit samenwonende personen die al dan niet samen met één of meer ongehuwde minderjarige personen duurzaam een huishouden voeren, dan wel uit een meerderjarige ongehuwde persoon die met één of meer ongehuwde minderjarige personen duurzaam een huishouden voert;

    n. Leerbaar (lerend vermogen): de mate waarin kennis en/of vaardigheden eigen kunnen worden gemaakt, aan te leren zijn door een persoon.

    o. melding: kenbaar maken van de hulpvraag aan het college als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid van de wet;

    p. onverwijld: zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen drie werkdagen;

    q. persoonlijk plan: plan waarin de cliënt de omstandigheden, bedoeld in artikel 2.3.2, vierde lid, onderdelen a tot en met g van de wet, beschrijft en aangeeft welke maatschappelijke ondersteuning naar zijn mening het meest is aangewezen;

    r. pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 1.1.1 van de wet;

    s. uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (landelijk);

    t. voorliggende voorziening: elke voorziening op grond van andere wet- en regelgeving dan de Wmo 2015 waarop de cliënt aanspraak kan maken of een beroep kan doen ter ondersteuning van de beperkingen;

    u. wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    v. woonvoorziening: elke voorziening die verband houdt met een maatregel die gericht is op het opheffen of verminderen van ergonomische belemmeringen die een cliënt bij het normale gebruik van zijn woonruimte ondervindt.

    a. aanvraag: het schriftelijk verzoek om één of meer maatwerkvoorzieningen;

    b. algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet -aanzienlijk-duurder is dan vergelijkbare producten;

    c. algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning;

    d. bijdrage: bijdrage als bedoeld in de artikelen 2.1.4 en 2.1.4a van de wet;

    e. cliënt: een persoon met een beperking, een psychisch of een psychosociaal probleem;

    f. dagbesteding: een zinvolle besteding van de dag voor cliënten met beperkingen, psychische of psychosociale problemen;

    g. gebruikelijke zorg: hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten;

    h. gemeenschappelijke ruimte: ruimte in een woongebouw die voor alle bewoners toegankelijk is;

    i. gesprek: gesprek in het kader van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet.

    j. hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres hij in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat. Indien de cliënt met een briefadres in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat, gaat het om het feitelijk woonadres;

    k. huisgenoot: iedere persoon met wie de cliënt duurzaam gemeenschappelijk een woning bewoont;

    l. hulpvraag: behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet;

    m. ingezetene: cliënt die zijn of haar hoofdverblijf heeft in de gemeente De Ronde Venen;

    n. leefeenheid: een eenheid bestaande uit samenwonende personen die al dan niet samen met één of meer ongehuwde minderjarige personen duurzaam een huishouden voeren, dan wel uit een meerderjarige ongehuwde persoon die met één of meer ongehuwde minderjarige personen duurzaam een huishouden voert;

    o. Leerbaar (lerend vermogen): de mate waarin kennis en/of vaardigheden eigen kunnen worden gemaakt, aan te leren zijn door een persoon.

    p. melding: kenbaar maken van de hulpvraag aan het college als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid van de wet;

    q. onverwijld: zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen drie werkdagen;

    r. persoonlijk plan: plan waarin de cliënt de omstandigheden, bedoeld in artikel 2.3.2, vierde lid, onderdelen a tot en met g van de wet, beschrijft en aangeeft welke maatschappelijke ondersteuning naar zijn mening het meest is aangewezen;

    s. pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 1.1.1 van de wet;

    t. uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (landelijk);

    u. voorliggende voorziening: elke voorziening op grond van andere wet- en regelgeving dan de Wmo 2015 waarop de cliënt aanspraak kan maken of een beroep kan doen ter ondersteuning van de beperkingen;

    v. wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    w. woonvoorziening: elke voorziening die verband houdt met een maatregel die gericht is op het opheffen of verminderen van ergonomische belemmeringen die een cliënt bij het normale gebruik van zijn woonruimte ondervindt.

  • B.

    Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

    Oude tekst

    Nieuwe tekst

    Artikel 15. Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen

    1. Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd:

    a. voor het gebruik van een algemene voorziening, niet zijnde cliëntondersteuning, en,

    b. voor een maatwerkvoorziening dan wel pgb, zolang hij van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt, overeenkomstig het Besluit maatschappelijke ondersteuning, en afhankelijk van het inkomen en vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot.

     

    2. Het college kan bij nadere regeling bepalen:

    a. voor welke maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen, niet zijnde cliëntondersteuning, de cliënt een bijdrage is verschuldigd;

    b. wat per soort voorziening de hoogte van deze bijdrage is; en

    c. dat de bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.

     

    3. Het college bepaalt bij nadere regeling:

    a. op welke wijze de kostprijs van een maatwerkvoorziening en pgb wordt bepaald, en

    b. door welke andere instantie dan het CAK in de gevallen bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid, de bijdragen voor een maatwerkvoorziening of pgb worden vastgesteld en geïnd.

    Artikel 15. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen of pgb’s en bij verordening aangewezen algemene voorzieningen

    1. Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening of pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt.

     

    2. De bijdrage, bedoeld in het eerste lid, dan wel het totaal van de bijdragen, is gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste het vastgestelde bedrag in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 per bijdrageperiode voor de cliënt of de gehuwde cliënten tezamen.

     

    3. In afwijking van het eerste lid is geen bijdrage verschuldigd voor het gebruik van collectief vervoer. Wel betaalt de cliënt een prijs per rit.

     

    4. De kostprijs van een:

    a. maatwerkvoorziening of bij verordening aangewezen algemene voorziening wordt bepaald door een aanbesteding, na consultatie in de markt of na overleg met de aanbieder;

    b. maatwerkvoorziening in de vorm van een hulpmiddel of woningaanpassing wordt tevens bepaald door de wijze van beschikbaarstelling van de voorziening [bruikleen of huur of eigendom];

    c. maatwerkvoorziening, niet zijnde diensten, in de vorm van een pgb, is gelijk aan het bedrag dat in de vorm van het pgb is toegekend.

     

    5. De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.

Artikel II Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als “1e Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen 2015”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van publicatie.

     

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Ronde Venen, d.d. 17 december 2019.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven