a. aanvraag: het schriftelijk verzoek om één of meer maatwerkvoorzieningen;
b. algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet -aanzienlijk-duurder is dan vergelijkbare producten;
c. bijdrage in de kosten: bijdrage als bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid, van de wet;
d. cliënt: een persoon met een beperking, een psychisch of een psychosociaal probleem;
e. dagbesteding: een zinvolle besteding van de dag voor cliënten met beperkingen, psychische of psychosociale problemen;
f. gebruikelijke zorg: hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten;
g. gemeenschappelijke ruimte: ruimte in een woongebouw die voor alle bewoners toegankelijk is;
h. gesprek: gesprek in het kader van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet.
i. hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres hij in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat. Indien de cliënt met een briefadres in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat, gaat het om het feitelijk woonadres;
j. huisgenoot: iedere persoon met wie de cliënt duurzaam gemeenschappelijk een woning bewoont;
k. hulpvraag: behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet;
l. ingezetene: cliënt die zijn of haar hoofdverblijf heeft in de gemeente De Ronde Venen;
m. leefeenheid: een eenheid bestaande uit samenwonende personen die al dan niet samen met één of meer ongehuwde minderjarige personen duurzaam een huishouden voeren, dan wel uit een meerderjarige ongehuwde persoon die met één of meer ongehuwde minderjarige personen duurzaam een huishouden voert;
n. Leerbaar (lerend vermogen): de mate waarin kennis en/of vaardigheden eigen kunnen worden gemaakt, aan te leren zijn door een persoon.
o. melding: kenbaar maken van de hulpvraag aan het college als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid van de wet;
p. onverwijld: zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen drie werkdagen;
q. persoonlijk plan: plan waarin de cliënt de omstandigheden, bedoeld in artikel 2.3.2, vierde lid, onderdelen a tot en met g van de wet, beschrijft en aangeeft welke maatschappelijke ondersteuning naar zijn mening het meest is aangewezen;
r. pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 1.1.1 van de wet;
s. uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (landelijk);
t. voorliggende voorziening: elke voorziening op grond van andere wet- en regelgeving dan de Wmo 2015 waarop de cliënt aanspraak kan maken of een beroep kan doen ter ondersteuning van de beperkingen;
u. wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
v. woonvoorziening: elke voorziening die verband houdt met een maatregel die gericht is op het opheffen of verminderen van ergonomische belemmeringen die een cliënt bij het normale gebruik van zijn woonruimte ondervindt.
|
a. aanvraag: het schriftelijk verzoek om één of meer maatwerkvoorzieningen;
b. algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet -aanzienlijk-duurder is dan vergelijkbare producten;
c. algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning;
d. bijdrage: bijdrage als bedoeld in de artikelen 2.1.4 en 2.1.4a van de wet;
e. cliënt: een persoon met een beperking, een psychisch of een psychosociaal probleem;
f. dagbesteding: een zinvolle besteding van de dag voor cliënten met beperkingen, psychische of psychosociale problemen;
g. gebruikelijke zorg: hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten;
h. gemeenschappelijke ruimte: ruimte in een woongebouw die voor alle bewoners toegankelijk is;
i. gesprek: gesprek in het kader van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet.
j. hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres hij in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat. Indien de cliënt met een briefadres in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat, gaat het om het feitelijk woonadres;
k. huisgenoot: iedere persoon met wie de cliënt duurzaam gemeenschappelijk een woning bewoont;
l. hulpvraag: behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet;
m. ingezetene: cliënt die zijn of haar hoofdverblijf heeft in de gemeente De Ronde Venen;
n. leefeenheid: een eenheid bestaande uit samenwonende personen die al dan niet samen met één of meer ongehuwde minderjarige personen duurzaam een huishouden voeren, dan wel uit een meerderjarige ongehuwde persoon die met één of meer ongehuwde minderjarige personen duurzaam een huishouden voert;
o. Leerbaar (lerend vermogen): de mate waarin kennis en/of vaardigheden eigen kunnen worden gemaakt, aan te leren zijn door een persoon.
p. melding: kenbaar maken van de hulpvraag aan het college als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid van de wet;
q. onverwijld: zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen drie werkdagen;
r. persoonlijk plan: plan waarin de cliënt de omstandigheden, bedoeld in artikel 2.3.2, vierde lid, onderdelen a tot en met g van de wet, beschrijft en aangeeft welke maatschappelijke ondersteuning naar zijn mening het meest is aangewezen;
s. pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 1.1.1 van de wet;
t. uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (landelijk);
u. voorliggende voorziening: elke voorziening op grond van andere wet- en regelgeving dan de Wmo 2015 waarop de cliënt aanspraak kan maken of een beroep kan doen ter ondersteuning van de beperkingen;
v. wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
w. woonvoorziening: elke voorziening die verband houdt met een maatregel die gericht is op het opheffen of verminderen van ergonomische belemmeringen die een cliënt bij het normale gebruik van zijn woonruimte ondervindt.
|