Gemeenteblad van Middelburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Middelburg | Gemeenteblad 2019, 312778 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Middelburg | Gemeenteblad 2019, 312778 | Verordeningen |
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING MIDDELBURG 2020
Deze verordening verstaat onder:
onroerende zaak: de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken
Artikel 2. Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3. Belastbaar feit en belastingplicht
Voor het eigenarendeel wordt, als het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Geen heffing vindt plaats indien er vanuit het perceel geen leidingwater wordt toegevoerd of opgepompt en waarbij de WOZ-waarde van het desbetreffende perceel in het betreffende belastingjaar niet meer bedraagt dan € 40.000, -, dan wel indien er geen WOZ-waarde wordt vastgesteld de (horizontaal gemeten) oppervlakte kleiner is dan 25 m2.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater, grondwater en oppervlaktewater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd en/of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water naar een jaarverbruik herleid.
De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enig andere wettelijke bepaling.
Indien er sprake is van een perceel van waaruit geen afvalwater wordt afgevoerd, maar wel hemelwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt geloosd wordt het gebruikersdeel bepaald op een tarief dat gelijk is aan die van de eerste verbruiksklasse (artikel 6, tweede lid, onderdeel a).
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of voor het gebruikersdeel, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar als belastingplichtige een ander perceel in gebruik neemt.
Artikel 10. Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2 In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de hiervoor gestelde termijnen.
1. Bij de invordering van het gebruikersgedeelte van de rioolheffing kan kwijtschelding worden verleend.
2. Het kwijtscheldingsbeleid wordt vastgesteld in een afzonderlijk raadsbesluit.
De "Verordening rioolheffing Middelburg 2019", vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rioolheffing Middelburg 2020".
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-312778.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.