Gemeenteblad van Appingedam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Appingedam | Gemeenteblad 2019, 312470 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Appingedam | Gemeenteblad 2019, 312470 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2020
De raad van de gemeente Appingedam;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2020
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 5.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.1 en 5.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.
Aldus besloten in de openbare vergadering d.d. 12 december 2019.
De raad voornoemd,
voorzitter.
(F.H. Wiersma)
griffier.
(T.G.C. Kramer-Klein)
Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingrechten 2020.
Hoofdstuk 1: Verlenen van Rechten
1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven
1.1.1 Op een graf voor een periode van 30 jaar € 881,00
1.1.2 Op een kindergraf voor een periode van 30 jaar € 572,00
1.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven
1.2.1 Op een urnengraf voor een periode van 30 jaar € 881,00
1.2.2 Op een klein urnengraf voor een periode van 30 jaar € 572,00
1.3 Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven:
1.3.1 Voor een periode van 10 jaar € 572,00
1.4 Voor het verlenen van het recht op een verstrooiingsplaats wordt geheven € 714,00
1.5 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan 50% van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht
1.6 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2 en 1.4 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan 50% van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van die rechten.
1.7 Voor het verlengen van de rechten als bedoeld in 1.3 met vijf jaren wordt een recht geheven gelijk aan 50% van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van die rechten
2.1 Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder in een graf wordt geheven € 1.080,00
2.2 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar in een graf wordt geheven € 580,00
2.3 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar in een kindergraf wordt geheven € 585,00
2.4 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar in een ander graf als genoemd in 2.3 wordt geheven € 1.080,00
2.5 Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4 verhoogd met € 458,00
2.6 Onder buitengewone uren wordt verstaan:
- Op werkdagen voor 10.00 uur en na 15.30 uur;
- Op zaterdagen tussen 10.00 uur en 11.30 uur;
- Op zaterdagen na 11.30 uur met toestemming van burgemeester en wethouders
Hoofdstuk 3: Cremeren (niet van toepassing)
Hoofdstuk 4: Bijzetten van asbussen en urnen
4.1 Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:
4.1.2 Op een eigen urnengraf € 257,00
4.1.3 In een eigen urnengraf € 257,00
4.1.4 Op een eigen graf € 257,00
4.1.5 In een eigen graf € 257,00
Hoofdstuk 5: Grafbedekking en onderhoud
5.1 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte, wordt geheven per grafruimte per jaar
5.1.1 Voor een eigen graf € 138,00
5.1.2 Voor een eigen urnengraf € 138,00
5.2 De rechten als bedoeld in onderdeel 5.1 kunnen worden afgekocht voor een peri-ode van 30 jaar
5.2.1 Voor graven waarop uitsluitend staande gedenktekens al dan niet met grafkelders mogen worden geplaatst door voldoening van een som ineens van € 2.165,00
5.2.2 Voor graven waarop uitsluitend liggende gedenktekens al dan niet met grafkelders mogen worden geplaatst door voldoening van een som ineens van € 2.598,00
6.1 Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven € 130,00
Hoofdstuk 7: Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen
7.1 Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe bestemd register wordt geheven € 5,00
7.1.1 Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven € 5,00
7.1.2 Voor het inschrijven en overboeken van urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven € 5,00
Hoofdstuk 8: Opgraven, ruimen, verstrooien
8.1 Voor het opgraven van een lijk wordt geheven € 255,00
8.2 Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven € 255,00
8.3 Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven € 515,00
8.4 Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:
8.4.1 Uit een eigen graf € 125,00
8.4.2 Uit een eigen urnengraf € 125,00
8.4.3 Uit een urnennis € 39,00
8.5 Bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven
8.5.1 In een eigen graf € 125,00
8.5.2 In een eigen urnengraf € 125,00
8.6 Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven € 515,00
Aldus besloten in de openbare vergadering d.d. 12 december 2019
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-312470.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.