Beleidsregels gebruik gemeentegrond Roosendaal door nutsbedrijven 2019

Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

 

gelet op de AVOI (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren), de VWOI (Voorschriften Werkzaamheden Ondergrondse Infrastructuren) en de “Beleidsregel gebruik gemeentegrond door nutsbedrijven 2019”

 

overwegende, dat:

  • -

    concessies en private overeenkomsten tussen de gemeente Roosendaal en (kabel en leiding) netbeheerders over verlegkostenvergoedingen per 1-1-2020 zo veel als mogelijk worden beëindigd;

  • -

    dat het gewenst is dat op andere manier duidelijkheid wordt verschaft over of, in welke vorm en in welke mate de netbeheerders aanspraak kunnen maken op vergoedingen;

 

besluiten:

 

vast te stellen, de beleidsregels gebruik gemeentegrond Roosendaal door nutsbedrijven 2019.

 

 

 

1. Aanleiding

Rond het gebruik van gemeentegrond door nutsbedrijven voor hun kabels en leidingen is afgelopen 100 jaar een fors pakket aan documenten ontstaan. Dat pakket kan worden gekenmerkt als verouderd. Het is gewenst deze regels te actualiseren.

 

2. Inleiding

Gemeente Roosendaal heeft diverse soorten relaties met nutsbedrijven in de energie- en watersector:

  • Soms Aandeelhouder;

  • Soms Partner in energietransitie;

  • Soms Partner in waterketen;

  • Soms afnemer van producten;

  • Altijd als ruimtelijk ordenaar en ruimtelijk (weg) beheerder toestemming-verlener omdat kabels en leidingen van de nutsbedrijven in openbare gemeentegrond een positie moeten houden/ krijgen.

 

In deze notitie staat centraal de verhouding die de gemeente Roosendaal heeft met de nutsbedrijven omdat de nutsbedrijven met kabels en leidingen gebruik maken van openbare gemeentegrond. De kabels en leidingen van de nutsbedrijven zijn van een maatschappelijk onmisbaar nut, dus heeft de gemeente hen daarin graag te gast. Ook al is de positie van de nutsbedrijven als een “bevoorrechte” gebruiker van grond ( “partij met een algemeen nut” ) met intrekking van de Belemmeringenwet verordeningen in 2012 formeel beëindigd, toch wil de gemeente hen recht blijven verlenen om te blijven liggen en leggen.

 

3. Bestaande samenwerking.

Om dat in goede banen te leiden zijn er inmiddels een aantal samenwerkingsvormen, zoals bijvoorbeeld:

  • ruimtelijke ordening, waarbij qua bestemming en functie-toedeling aan ruimten er ook ruimte voor kabels en leidingen van de nutsbedrijven wordt gereserveerd, soms met beschermingsregels;

  • samen optrekken bij nieuwe gebieden om daarin zowel bovengronds als ondergronds nieuwe infra te realiseren;

  • meerjarenprogramma’s van activiteiten aan/in openbare ruimte/ infra afstemmen, zo mogelijk combineren;

  • strategisch managementoverleg;

  • invloed van de gemeente op graafactiviteiten via een vergunningstelsel: AVOI en VWOI (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren respectievelijk Voorschriften Werkzaamheden Ondergrondse Infrastructuren) verordening) met bijbehorende regels over graven in een handboek ondergrondse infrastructuren en herstraten, inclusief toezicht, gefaciliteerd met info-uitwissel-programma’s zoals het zaaksysteem en Gemma/Synfra;

  • afstemming van lopende infra-projecten van de gemeente met die van nutsbedrijven;

  • Lange termijnplanning nutspartijen in relatie tot Beheerkalender

  • operationele knelpunten te agenderen, te bespreken en te bezien of die op tactisch niveau via afspraken of kaders kunnen worden verbeterd, zoals laatst met de afstemming tussen bomen en kabels en de afstemming tussen graven en bodemverontreiniging.

 

Deze vormen zijn mede door de contacten van de afgelopen 4 jaren bevestigd, ontstaan, gegroeid en geoptimaliseerd en voldoen.

De gemeente blijft bereid deze voortdurend in samenwerking met de nutsbedrijven te optimaliseren.

 

4. Andere afspraken

Daarnaast bestonden er een aantal afspraken waaronder het graven/liggen/leggen functioneerde. Die waren deels uit een periode van bijna 100 jaar terug en deels uit een periode van 50 en 30 jaar terug. Perioden waarin de gemeente, met de nutsbedrijven of hun voorgangers, als voormalige medeoverheden, dicht bij elkaar stonden. Vanuit de gemeente is geconstateerd dat dit soms heeft geleid tot een soort voorkeurspositie / privilege, dat niet meer te rechtvaardigen is. Op dit punt is het streven geformuleerd om de verhouding te verzakelijken. Voorts verschillen die afspraken van nutsbedrijf tot nutsbedrijf. In verband met de gewenste gelijke behandeling is daartoe uniformiteit gewenst. Tot slot verschillen de afspraken tussen de delen van het grondgebied van de gemeente. In het kader van gewenste efficiency is vereenvoudiging gewenst.

 

5. Gewenst beleid

Het is gewenst de posities van de gemeente en de nutsbedrijven rondom het gebruik van openbare gemeentegrond voor het liggen met kabels en leidingen opnieuw vorm te geven.

 

Met behoud van de samenwerking zoals beschreven onder 2, betekent dit concreet dat:

  • A.

    De netbeheerders hun net-uitbreiding in nieuwe gebieden zelf bekostigen en zonder gemeentelijke financiële bijdrage (voorfinanciering);

  • B.

    De netbeheerders voor vergunningen om nieuwe leidingen te leggen kostendekkende leges betalen;

  • C.

    De netbeheerders buiten gebruik gestelde leidingen op eigen kosten verwijderen;

  • D.

    Brabant Water NV haar waterleidingnet op eigen kosten blijft benutten voor bluswatervoorziening via brandkranen inclusief het onderhoud daarvan;

  • E.

    Financiële vergoedingen van de gemeente aan netbeheerders voor gevallen waarin zij ten gevolge van gemeentelijke werken leidingen dienen te verleggen worden geënt op het gedachtengoed van de nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen NKL. Daarbij is gewenst een formule zoals die landelijk gangbaar is. Uit de vergelijking met het rijk, de provincie Noord Brabant, diverse waterschappen en andere grote steden is een trend te zien die lijkt op een formule met afbouw in 15 / 30 jaar, afhankelijk van het type leiding. Dit is nu concreet vormgegeven in een aparte “Beleidsregel nadeelcompensatie verleggen kabels en leidingen Roosendaal 2019”, gebaseerd op artikel 13 en 14 van de AVOI;

  • F.

    Precarioheffing op kabels en leidingen is niet van toepassing in Roosendaal en is sinds 2016 in principe niet meer mogelijk.

  • G.

    Een uniforme wijze van werken rondom al deze punten in het hele grondgebied van de gemeente en voor alle netbeheerders gelijk.

 

Dit beleid kan als volgt worden gemotiveerd.

 

Algemene motivatie; actualisatie

De verhouding tussen de gemeente en de netbeheerders rond deze punten A tot en met G zijn vastgelegd in concessies en overeenkomsten e.d. die dateren van 30 jaren terug of langer.

Er is in meer dan 30 jaar veel gewijzigd in de openbare ruimte en ondergronds gebruik ervan.

De ondergrond wordt tegenwoordig intensiever gebruikt dan 30 jaar terug.

De positie van de netbeheerder is deels gewijzigd via op afstand plaatsing/ privatisering. De aard en schaal waarop de netbeheerders werken is door fusies vergroot.

De netbeheerders van nu lijken niet meer op die van meer dan 30 jaar terug.

Hoewel de gemeente bereid blijft om kabels en leidingen van de netbeheerders in openbare gemeentegrond toe te laten, zijn er geen redenen om hen daarbij anders te behandelen dan andere bedrijven of burgers die te maken hebben met de gemeente.

Niemand, en zeker ook niet netbeheerders mochten erop vertrouwen dat overheidsbeleid onder wijzigende maatschappelijke omstandigheden tientallen jaren ongewijzigd blijft.

 

Gelet op de energietransitie en de aanleg van nieuwe telecommunicatie netten (glasvezel / G5 netwerken) draagt het invoeren van een apart (maatwerk) tarief voor grootschalige kabel/leiding graafactiviteiten bij aan een niet nodeloos belemmerende maatregel voor die ontwikkelingen.

 

Specifieke motivatie per item

Ad A. Net-uitbreidingen.

Het is voorgekomen dat Enexis en Brabant water de gemeente vroegen om een financiële bijdrage bij de eerste aanleg van nieuwe netten op nieuwe bedrijventerreinen. Daar is tot nu toe onder protest noodgedwongen aan meegewerkt, omdat anders die terreinen niet bouwrijp zouden worden, en er geen bedrijven zouden zijn die zich op die terreinen zouden willen vestigen. Het is echter principieel onjuist dat gemeenten een positie zouden hebben tussen netbeheerders en een potentieel aangeslotene. Alle kosten van netten zouden uitsluitend moeten woerden doorbelast aan de aangeslotenen. De gemeente is dan ook niet langer bereid bij nieuwe situaties mee te betalen aan netuitbreiding.

 

Ad B. Leges.

Voor wat betreft leges is het uitgangspunt zoveel mogelijk gelijkschakeling van de groep nutsbedrijven met alle andere bedrijven en burgers die vergunningen nodig hebben. Ze betalen allemaal leges. Ook de telecommunicatiebedrijven betalen leges voor hun graafvergunningen. Wij kunnen een uitzonderingspositie voor nutsbedrijven uit de energie en watersector niet uitleggen en ook niet rechtvaardigen. Daarbij is nog van belang dat de financiële positie van de gemeente vergt dat zij streeft naar kostendekkende leges en een meer zakelijke verhouding met gebruikers van haar gronden en diensten.

 

Ad C. Verwijdering oude leidingen.

Volgens de AVOI en VWOI moeten nutsbedrijven gevallen waarin een deel van hun kabels/leidingen buiten gebruik werd gesteld, die kabels/leidingen op eigen kosten verwijderen. Het is voorgekomen dat op een locatie waar woningbouw diende plaats te vinden, netbeheerders weigeren om te voldoen aan deze plicht. Teneinde de voortgang van de bouwprojecten niet te vertragen zag de gemeente zich genoodzaakt om noodgedwongen en onder protest aan die verwijdering mee te betalen. De gemeente zal dat in toekomstige situaties niet meer doen en de netbeheerders houden aan hun verplichtingen. In de AVOI en VWOI is geregeld dat er alleen reden kan zijn om verlaten leidingen te laten liggen, als dat gewenst is om nodeloze schade aan de openbare ruimte/ bomen e.d. te voorkomen.

 

Ad D. Brandkranen.

Brandbestrijding kan niet zonder bluswater. Gebruik van het enige aanwezige waterleidingnet, waarvan Brabant Water monopolist is, is daartoe onmisbaar.

 

Ad E. Verlegkostenvergoedingen.

Voor wat betreft schadevergoedingen bij verlegging zijn de uitgangspunten:

  • Verleg-schade is onvermijdelijk. In de dichte stedelijke omgeving van Roosendaal wijzigt voortdurend de maatschappelijke behoefte en gewenste functie van de openbare ruimte. En de openbare ruimte is voortdurend aan slijtage onderhevig waardoor een continue vervanging en vernieuwing dient plaats te vinden. Dat gaat niet anders dan met grondwerk. Bestaande kabels en leidingen kunnen dan niet altijd ongewijzigd blijven liggen. En soms moet een vergunning om met een kabel of leiding te liggen worden gewijzigd of ingetrokken. Overigens altijd onder aanbieding van een nieuwe locatie in de openbare ruimte.

  • - Overigens is er een vorm van meerjarenprogrammering (afstemming lange termijnplanning Beheerkalender en geprogrammeerde activiteiten nutspartijen) waarbij ontwikkelingen in het openbaar gebied, voor zover bekend, worden meegenomen. Daardoor kunnen maatschappelijke kosten laag worden gehouden en wordt gecombineerd werken met minimale overlast bevorderd. Los daarvan blijven er dan kosten over en blijft dus de vraag voor wiens rekening die moeten komen en wat een redelijke vergoeding is.

  • Zoveel mogelijk gelijke behandeling van de groep nutsbedrijven met alle andere bedrijven en burgers die nadeel kunnen ondervinden van publiekrechtelijk gemeentelijk handelen, zoals intrekking van een oude vergunning (andere partijen dan nutsbedrijven hebben ook niet per definitie aanspraak op een hoge schadevergoeding).

  • Zo veel mogelijk financiële gelijkschakeling van de energie en watersector met de telecomsector. Volgens de Telecommunicatiewet hebben de telecompartijen geen aanspraak op een verlegkostenvergoeding.

  • Als basis voor de vorm van verlegkostenvergoedingen is het gewenst het juridisch instrument van “nadeelcompensatie” toe te passen. Dit vormt nu weliswaar nog ongeschreven recht. Maar zal met invoering van een wet tot aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht binnenkort ook formeel recht zijn. En deze juridische vorm wordt nu ook al toegepast door het rijk, diverse provincies, diverse waterschappen en diverse grote gemeente.

  • Als aanleiding om bij verlegsituaties tot een schadevergoeding te komen geldt dan dat de gemeente ten behoeve van een werk/project e.d. de eerder verleende vergunning om met kabels/leidingen te liggen, intrekt. Dat is nu al geregeld in de AVOI respectievelijk VWOI. Die verordeningen behoeft hieraan dus niet te worden aangepast. Als dus in een situatie dat de gemeente een werk of project uitvoert , waartoe kabels of leidingen hinderlijk liggen en opzij moeten, dan zal de gemeente de kabel/leiding-lig-vergunning intrekken en de netbeheerder een nieuwe plek in het trace aanbieden. Voor de verlegkosten die de netbeheerder maakt kan het redelijk zijn een vergoeding te betalen.

  • De omstandigheden waarin en de berekening van de hoogte van de vergoeding worden nader aangeduid in “beleidsregels” door het college nog vast te stelen. Daarbij zal er vanuit worden gegaan dat in de volgende soorten gevallen vergunningen wel/ niet zullen worden ingetrokken:

 

Gemeente zal een vergunning wel intrekken (en dus wel nadeelcompensatie betalen) als:

  • het gaat om een wegreconstructie, rioolvervanging, boomvervanging, wegverbreding, aanleg rotonde/busbaan/fietspad, etc. en in het te graven cunet kabels/leidingen zodanig in de weg liggen, dat de grond-werkzaamheden niet, moeilijk, of alleen met hoge extra kosten uitgevoerd zouden kunnen worden; NB: het aanbrengen van sleufbekisting om kabels zijdekking te blijven geven zijn geen extra kosten; dit zal gebeuren door de gemeente op haar kosten;

  • de aard van het gemeentelijk project is om de verharding te wijzigen van open naar gesloten en er onder die verharding, op meer dan 1 meter van de berm-rand van die weg een gasleiding ligt, waardoor het risico bestaat dat gaslekken minder makkelijk kunnen worden gedetecteerd.

  • het gaat om het bouwrijp maken van herstructureringslocaties et cetera die de gemeente leiding/kabel-vrij wil opleveren om de nieuwbouw mogelijk te maken.

 

Gemeente zal een vergunning niet intrekken (en dus niets betalen) als:

  • netbeheerder er zelf voor kiest om vanuit een perspectief van veilig, betrouwbaar en/of bedrijfszeker houden van de kabel of leiding die vanwege technische of economische motieven gelijktijdig met het gemeentelijk werk te gaan vervangen en op dezelfde of nagenoeg dezelfde plek een nieuwe te leggen in plaats van de oude;

  • er helemaal geen vergunning vooraf verleend is omdat de kabel of leiding in niet-openbare/ particuliere grond ligt;

  • nutsbedrijf er zelf voor kiest om in verband met het gemeentelijk project "opzij" te gaan, of te verleggen, of beschermende mantelbuis aan te leggen, of dieper te gaan liggen in verband met vermindering gronddekking, of flexibel maken van kruisende waterleiding)

  • nutsbedrijf er zelf voor kiest om in verband met het gemeentelijk project, als dat omvat de verharding wijzigen van open naar gesloten (asfalt) opzij te gaan, omdat men vreest dat als de netbeheerder er in de toekomst nog bij moet kunnen, de netbeheerder dan een hogere herstraat-vergoeding moet betalen.

 

ad G. Uniformiteit.

Er bestaan nu afspraken die sterk wisselen tussen Brabant Water NV, Enexis BV en GasunieTransportServices BV. Dat brengt ongelijkheid met zich mee.

En bovendien gelden soms per partij voor verschillende delen grondgebied van de gemeente ook verschillende afspraken.

In de praktijk betekent dit dat soms per leiding moet worden nagegaan van welke netbeheerder die is, in welk deel van de stad die ligt, welk soort van afspraak daarover geldt en wat die dan voor consequenties heeft. Dat is niet efficiënt. En dat is in strijd met het uitgangspunt om te streven naar lage maatschappelijke kosten voor beide partijen.

 

6. Realisatie

Hiervoor is gemotiveerd waarom het gewenst is het beleid te wijzigen.

 

Ter realisatie van deze beleidswijziging zal de gemeente de nodige stappen zetten, zoals formulering van beleidsregels en opzegging van eerdere concessies en overeenkomsten e.d. die realisatie van dit beleid hinderen.

 

 

7. Aanhaling en in werkingtreding

 

  • 1.

    Deze Beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels gebruik gemeentegrond Roosendaal door nutsbedrijven 2019”.

  • 2.

    Het besluit treed in werking op 1 januari 2020.

 

 

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 19 november 2019,

De secretaris, De burgemeester,

Naar boven