Gemeenteblad van Landerd
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Landerd | Gemeenteblad 2019, 311978 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Landerd | Gemeenteblad 2019, 311978 | Beleidsregels |
Beleidsregel Wet Bibob 2019 Gemeente Landerd
De Burgemeester en het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landerd, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
overwegende, dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur(Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
dat in de toelichting behorende bij dit besluit de wijze wordt aangegeven waarop in de gemeente Landerd invulling wordt gegeven aan uitvoering van het Bibobbeleid;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
eigen onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het LBB aan te vragen.
Paragraaf 2: Publiekrechtelijke beschikkingen
Artikel 2 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
De toepassing van de wet zal door het bestuursorgaan op de hieronder aangeduide beschikkingen op de volgende wijze plaatsvinden:
Uitvoering van de Bibob-toets vindt plaats bij onderstaande aanvragen voor een beschikking als zij vallen onder de daartoe aangewezen branche en/of gebied en de daarbij geldende risico-indicatoren:
De aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 Wet Bibob kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
voor de volgende hieronder schematisch weergegeven risico-categorieën van bedrijfsactiviteiten
Als een aanvrager in het tijdvak van één jaar gerekend vanaf de eerste aanvraag vier aanvragen (of meer) doet voor een omgevingsvergunning voor een bouwwerk ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten met een bouwsom van minder dan € 50.000,- (exclusief BTW) zal op de 4e aanvraag voor een omgevingsvergunning van dezelfde aanvrager een Bibob-toets plaatsvinden.
Artikel 2.2 Achterwege laten Bibob-toets
De Bibob-toets zal niet worden toegepast, ingeval de aanvraag afkomstig is van:
Semi-overheidsinstanties1;
Paragraaf 3: Toepassing Bibob-toets bijzondere situaties
Artikel 3. Toepassing Wet Bibob in bijzondere situaties bij nieuwe aanvragen voor een beschikking
Het bestuursorgaan kan ook overgaan tot een Bibob-toets, als
er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet voor:
de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef onder a van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit (bouw) omgevingsvergunning voor de activiteit “bouwen” niet behorend tot de risicocategorieën en gevallen als bedoeld in artikel 2, sub a en b van deze beleidsregel;
de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef onder e en onder i van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet, (omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer en omgevingsvergunning beperkte milieutoets), niet behorend tot de risicocategorieën en gevallen als bedoeld in artikel 2.1 sub 2 onder b van deze beleidsregel.
Artikel 3.3 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
Het bestuursorgaan kan de Bibob-toets toepassen met betrekking tot reeds verleende beschikkingen indien:
bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-toets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuur het RIEC om coördinatie in de Bibob-toets verzoeken.
De burgemeester van de gemeente Landerd,
M.C. Bakermans
Burgemeester en wethouders van Landerd.
De secretaris,
C.C. Boode.
De burgemeester,
M.C. Bakermans.
Toelichting beleidsregel toepassing Wet Bibob gemeente Landerd
Een van de conclusies die de Parlementaire Enquête Commissie Van Traa in 1996 trok was dat de ernst van georganiseerde criminaliteit vooral was gelegen in het grote financiële gewin en de economische macht die daaruit voortvloeit. Die economische macht beperkt zich niet tot de onderwereld, maar dringt in allerlei gedaanten in de bovenwereld door, aldus de commissie. Criminele personen kunnen met al dat geld infiltreren in het economische leven door ondermeer gebruik te maken van bestuurlijke faciliteiten, zoals vergunningen, subsidies en overheidsopdrachten. Dit heeft een aantasting van de integriteit van de overheid tot gevolg.
Op 1 juni 2003 is de Wet Bevordering Integriteitbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet Bibob) in werking getreden. Per 1 juli 2013 zijn verruimingen in de wet opgenomen. Met de Wet Bibob wordt de gemeente in staat gesteld zich te beschermen tegen het risico, dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd middels het verlenen van vergunningen, subsidies en het gunnen van opdrachten bij aanbestedingen. De Wet Bibob is bedoeld als aanvulling op de bestaande mogelijkheden om een vergunning te weigeren of in te trekken. Bij de toepassing van de Wet Bibob worden naast de integriteit van de ondernemer en leidinggevenden ook de bij de aanvraag betrokken zakelijke partners beoordeeld.
Op grond van de wet kunnen gemeenten de achtergrond van een bedrijf of persoon onderzoeken, voordat bijvoorbeeld een vergunning wordt verleend. Als er sprake is van criminele antecedenten of onduidelijke financiële constructies kan de vergunning worden geweigerd. Zo wordt voorkomen, dat de overheid ongewild criminaliteit faciliteert en de boven- en onderwereld met elkaar vermengen. Bij het onderzoek naar de achtergrond van een bedrijf of een persoon kan de gemeente advies vragen aan het Landelijk Bureau Bibob.
4. Toepassingsmogelijkheden Wet Bibob?
Per 1 juli 2013 is de gewijzigde wet Bibob in werking getreden In de nieuwe Wet Bibob is het toepassingsbereik uitgebreid ten opzichte van de oude situatie en er zijn verbeteringen aangebracht voor het gebruik ervan.
De Wet Bibob en het daarbij behorende besluit Bibob geven o.a. aan gemeenten de mogelijkheid om een bibob-toets in te stellen voor:
Verder wordt door deze wetswijziging het voor bestuursorganen makkelijker gemaakt om eerst een gedegen eigen onderzoek te doen naar de betrokkene.
De bestuursorganen krijgen een betere informatiepositie, en de Regionale-Informatie en Expertisecentra (hierna: RIEC’s) worden beter toegerust om de bestuursorganen te ondersteunen bij de toepassing van de Wet Bibob. De overige wijzigingen houden kortweg in dat de RIEC’s,
de lokale driehoek (burgemeester, hoofd van politie en de officier van justitie) en de externe bezwaarschriftencommissies inzage krijgen in een Bibob-advies, en dat de adviestermijn voor het Landelijk Bureau Bibob (hierna: LBB) is verruimd tot maximaal 12 weken. Ook is er een kwaliteitscommissie ingesteld die een aantal keer per jaar de adviezen van het LBB aan een grondig onderzoek onderwerpt.
Het is de beslissing en verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur om Bibob in te zetten. Vanwege de grote mate van bestuurlijke keuzevrijheid bij de toepassing van de Wet Bibob heeft het gebruik van een beleidslijn de voorkeur. Hierin geeft het bestuur aan op welke wijze de Wet Bibob zal worden ingezet. Dit schept duidelijkheid voor ondernemers die met een Bibob-onderzoek kunnen worden geconfronteerd. Bovendien schept het een helder kader voor de toetsing.
In de huidige situatie stelt de gemeente Landerd een Bibobtoets in voor de exploitatievergunningen voor horeca en seksinrichtingen (A.P.V.) en/of de vergunningen op grond van de Drank en Horecawet.
Wij willen in deze beleidsregel de richting aangeven op welke wijze wij het Bibob-beleid willen aanpassen/verruimen. Ook zijn er in de beleidsregel situaties opgenomen waarin geen Bibobtoets zal plaatsvinden of slechts een beperkte Bibobtoets.
Binnen het verzorgingsgebied van Oost-Brabant is het Regionale informatie- en expertisecentrum (RIEC) opgericht om de samenwerking tussen strafrechtelijke en bestuurlijke partijen te versterken en ondersteunen, ook bij de toepassing van de Wet Bibob. Het RIEC kan bij complexe onderzoeken gevraagd worden de gemeente te ondersteunen. Ook ondersteunt het RIEC de gemeenten op het terrein van de uitvoering van het Bibobbeleid en bevordert zij dat zoveel mogelijk een uniform beleid wordt uitgevoerd. De kracht van het Bibob-instrument neemt nadrukkelijk toe als dit door zoveel mogelijk gemeenten binnen het verzorgingsgebied Oost-Brabant eenduidig wordt toegepast.
8. Voorstel Regionale informatie- en expertisecentrum (RIEC) Oost Brabant
Het voorstel van het RIEC is vanwege de complexiteit van implementatie om de mogelijkheden die de nieuwe wet biedt niet ineens maar gefaseerd in te voeren. Voor de Drank- en Horecawet- en exploitatievergunningen voor de horeca, bordelen en escortbedrijven hebben de meeste gemeenten in Oost-Brabant al een Bibob-beleid ontwikkeld. Ook in Landerd is dat het geval.
Vanuit de risico-profielen van de verschillende sectoren, waarop de Bibob-wetgeving van toepassing kan worden verklaard, is verder zoveel gekozen voor een meer risico-gerichte inzet. Dit maakt het mogelijk dat voor een bepaalde sector of bepaalde vormen van bedrijfsactiviteiten een Bibob-toets ingesteld kan worden.
9. Samenwerking andere instanties
Het toepassen van de wet Bibob is een van de middelen om het faciliteren van criminele activiteiten tegen te gaan. In de afgelopen jaren is wel duidelijk geworden, dat voor het behalen van een goed resultaat de diverse overheidsinstanties zoals politie, justitie, de belastingdienst en de gemeenten moeten samenwerken.
Zo speelt het Openbaar Ministerie een belangrijke rol bij de toepassing van de Wet Bibob.
Niet alleen als informatieleverancier maar ook als tipgever voor het openbaar bestuur. De officier van Justitie kan het bestuursorgaan tippen om het Landelijk Bureau om een advies te vragen, als hij beschikt over gegevens die er op duiden dat een betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten. Steeds meer adviesaanvragen van bestuursorganen zijn gebaseerd op een OM-tip. Soms heeft het bestuursorgaan gevraagd om te tippen (passief), soms tipt het OM uit zichzelf (actief).
Het instellen van een bibobtoets voor bijvoorbeeld een aanvraag om vergunning betekent, dat het bevoegd gezag zowel bij de vergunningverlening alsook bij het toezicht op de naleving ervan, in de aangegeven gevallen steeds zal onderzoeken of er sprake is van ernstig gevaar als genoemd in artikel 3 van de Wet Bibob. Dit komt erop neer, dat de vergunning mede zal worden gebruikt om ”uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten (witwassen) of strafbare feiten te plegen.” Het bevoegd gezag kan dan in die situatie een vergunning weigeren of intrekken.
De bibobtoets geldt als “ultimum remedium”. Dit betekent dat het betrokken bestuursorgaan eerst de normale weigerings- en intrekkingsgronden dient te onderzoeken.
11. Waarvoor geldt een bibobtoets vanaf 1 januari 2020?
Het instellen van een bibobtoets geldt vanaf 1 januari 2020 voor zover het vergunningverlening betreft of in combinatie daarvan voor:
voor de volgende hieronder schematisch weergegeven risico-categorieën van bedrijfsactiviteiten
afval- en be- en verwerkings-bedrijven of recycling van afvalstoffen en/of reststoffen. |
||
import- en exportbedrijven (handelsondernemingen; schoenen, kleren, paarden etc. |
||
Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet limitatief. Het college van burgemeester en wethouders kan deze lijst, indien nieuwe ontwikkelingen dit noodzakelijk maken, aanpassen.
Als een aanvrager in het tijdvak van één jaar gerekend vanaf de eerste aanvraag vier aanvragen (of meer) doet voor een omgevingsvergunning voor een bouwwerk ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten met een bouwsom van minder dan € 50.000,- (exclusief BTW) zal op de 4e aanvraag voor een omgevingsvergunning van dezelfde aanvrager een Bibob-toets plaatsvinden.
Het nieuwe beleid biedt de mogelijkheid aan het college van burgemeester en wethouders om risicogebieden in te stellen, die gevoelig worden geacht voor criminele invloeden.
In deze risicogebieden kan dan uitgebreid(er) onderzoek plaatsvinden.
13. Tipfunctie Officier van Justitie
De Officier van Justitie heeft de wettelijke mogelijkheid bestuursorganen te informeren over de wenselijkheid een Bibob-advies aan te vragen (de zogenaamde tipfunctie). Dit gebeurt, indien uit gegevens die bij de (Bibob-)Officier van Justitie bekend zijn, redelijkerwijs kan worden afgeleid, dat de aanvrager van een vergunning-activiteit in relatie staat tot strafbare feiten. De Bibob-officier van Justitie kan actief tippen, maar kan ook om een tip gevraagd worden (passief tippen).
14. Bijzondere gevallen/situaties
Het kan voorkomen, dat een aanvraag voor een vergunning-activiteit niet onder de geformuleerde beleidsuitgangspunten van deze toelichting valt, maar er toch aanleiding is die aanvraag aan een bibob-toets te onderwerpen. Dit kan in bijzondere gevallen. Van een bijzonder geval is sprake wanneer bij een aanvraag om vergunning-activiteit, een op de feiten en/of omstandigheden en/of lokaal beleid gebaseerde risico-inschatting leidt tot de conclusie dat een Bibob-toets geboden is. Concrete informatie van de politie, het RIEC en/of de belastingdienst kan daartoe aanleiding geven.
Is dit het geval, dan dient het instellen van de Bibob-toets gemotiveerd te worden.
15. Intrekken van een verleende vergunning
Een vergunning kan worden ingetrokken als zich na de verlening ervan feiten en/of omstandigheden hebben voorgedaan die aanleiding geven tot het instellen van een Bibob-toets en deze toets leidt tot de conclusie dat er sprake is van ernstig gevaar voor misbruik van de vergunning. Dit is ook mogelijk, als de vergunning is overgedragen en op naam van een ander wordt gesteld en het instellen van de Bibob-toets leidt voor die persoon tot een negatieve beoordeling.
16. Vaststellen beleidsregel BIBOB 2019 gemeente Landerd
De burgemeester van Landerd en het college van burgemeester en wethouders van Landerd hebben op 10 december 2019 besloten vast te stellen de beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen (Bibob) door de gemeente Landerd 2019.
Per 1 januari 2020 zal dit nieuwe Bibob-beleid in werking treden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-311978.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.