Gemeenteblad van Lopik
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lopik | Gemeenteblad 2019, 311928 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lopik | Gemeenteblad 2019, 311928 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lopik houdende regels omtrent de heffing en invordering van rioolheffing (Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2020)
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van
de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, wordt de belasting voor een woonzorgcentrum , waar een individuele watermeter in de woning/appartement/wooneenheid ontbreekt, met de daartoe behorende woningen, appartementen en andere gebouwde aanhorigheden, geheven van de exploitant van het centrum.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater, grondwater en oppervlaktewater dat in de laatste, aan het einde van het belastingjaar voorafgaande, verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of is opgepompt.
Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van 365 dagen, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald.
Indien voor de in het eerste lid bedoelde percelen die niet in hoofdzaak tot woning dienen, sprake is van het ontstaan van een belastingplicht op een nieuw verbruikersadres, voor het eerst bekend geworden na afloop van de verbruiksperiode en waarvan geen sprake is van bekend zijnde verbruiksgegevens, wordt: de hoeveelheid water op 1 januari van het belastingjaar of bij aanvang van de belastingplicht bepaald op basis van schatting, door vergelijking soort bedrijf en aantal medewerkers met bekend zijnde verbruiksgegevens.
De belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De belasting wordt niet geheven van:
welke uitsluitend worden gebruikt voor de openbare eredienst of bestemd zijn voor openbare bijeenkomsten van rechtspersoonlijkheid bezittende genootschappen op geestelijke grondslag, andere dan kerkgenootschappen, voor het gezamenlijk beleven van en zich bezinnen op de aan die genootschappen ten grondslag liggende levensovertuiging.
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid moeten de aanslagen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, worden betaald in maximaal tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 12 Nadere regels heffen en invorderen
Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de heffing.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 17 december 2019.
de griffier,
MW. MR. G.M.G. DOLDERS
de voorzitter,
DR. L.J. DE GRAAF
Bijlage 1: TARIEVENTABEL 2020 Behorende bij de “Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2020
Maatstaven en tarieven rioolheffing.
De belasting als bedoeld in artikel 3, lid 1, van de verordening
rioolheffing, bedraagt per jaar:
vermeerderd, voor elke volle eenheid van één kubieke
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid bedraagt
de belasting per jaar voor een woonzorgcentrum, waar
een individuele watermeter in de woning/appartement/
wooneenheid ontbreekt, met de daartoe behorende
woningen, appartementen en andere gebouwde
3. De belasting bedraagt per jaar voor agrariërs, zonder
melkstal, per perceel € 106,00
vermeerderd met het verbruik, tot maximaal 250 kubieke
meter afvalwater, per kubieke meter € 1,29
4. De belasting bedraagt per jaar voor agrariërs, met
melkstal, per perceel € 106,00
vermeerderd met het verbruik, tot maximaal 350 kubieke
meter afvalwater, per kubieke meter € 1,29
Behoort bij het raadsbesluit van 17 december 2019,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-311928.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.