Gemeenteblad van Delfzijl
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delfzijl | Gemeenteblad 2019, 311820 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delfzijl | Gemeenteblad 2019, 311820 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020.
De raad van de gemeente Delfzijl;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2019;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven terzake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
Artikel 9 Termijnen van betaling
De belastingschuldige kan machtiging tot automatische incasso verlenen indien het totale bedrag van het gecombineerde aanslagbiljet gemeentelijke belastingen minder dan € 4.000,-- bedraagt. Het minimum termijnbedrag bedraagt € 10,--. Ingeval een machtiging tot automatische incasso is verleend, wordt het aantal termijnen bepaald door het totale bedrag van het gecombineerde aanslagbiljet gemeentelijke belastingen te delen door het minimum termijnbedrag, met dien verstande dat het aantal termijnen niet meer dan tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
Artikel 16 Termijnen van betaling
De belastingschuldige kan machtiging tot automatische incasso verlenen indien het totale bedrag van het gecombineerde aanslagbiljet gemeentelijke belastingen minder dan € 4.000,-- bedraagt. Het minimum termijnbedrag bedraagt € 10,--. Ingeval een machtiging tot automatische incasso is verleend, wordt het aantal termijnen bepaald door het totale bedrag van het gecombineerde aanslagbiljet gemeentelijke belastingen te delen door het minimum termijnbedrag, met dien verstande dat het aantal termijnen niet meer dan tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 17 Inwerkingtreding en citeerartikel
De Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 van 29 november 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsheffingen 2020.
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1. Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing.
1.0 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 136,90
1.1 De belasting als bedoeld in onderdeel 1.0 wordt:
1.1.1 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon vermeerderd met € 75,30
1.1.2 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee personen of meer vermeerderd met € 131,15
1.2 De belasting als bedoeld in onderdeel 1.0 en 1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (=boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt):
1.2.1 container, bestemd voor groente, fruit- en tuinafval per extra container met € 26,10
1.2.2 container, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container met € 96,45
1.3 In afwijking van onderdeel 1.1 wordt de belasting als bedoeld in onderdeel 1.0, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht niet permanent mag worden bewoond, vermeerderd met € 0,00
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten.
2.0 Het recht voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang en hoeveelheid bedraagt per belastingjaar per bedrijfspand:
2.1 bij een hoeveelheid die overeenkomt met de inhoud van maximaal twee plastic zakken € 251,65
2.2 bij een hoeveelheid die overeenkomt met de inhoud van maximaal vijf plastic zakken € 352,80
2.3 bij een hoeveelheid die overeenkomt met de inhoud van zes of meer plastic zakken € 528,40
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-311820.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.