Gemeenteblad van Westerkwartier
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westerkwartier | Gemeenteblad 2019, 311719 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westerkwartier | Gemeenteblad 2019, 311719 | Verordeningen |
Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Westerkwartier 2020
De raad van de gemeente Westerkwartier;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2019;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Westerkwartier 2020
HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
aanvrager: de persoon of rechtspersoon die – al dan niet door tussenkomst van een uitvaartondernemer – opdracht geeft voor een begrafenis, bijzetting, herdenkingsplechtigheid of asverstrooiing en hiervoor de betalingsplichtige is. Tevens de persoon of rechtspersoon die de uitgifte van een graf, (kelder-)urnengraf, urnennis gedenkplaats of gedenkteken verzoekt en hiervoor de betalingsplichtige is;
HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en andere plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren schriftelijk zijn gemeld aan de administratie. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de administratie vastgesteld.
HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 8. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil begraven, as wil bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk drie werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de administratie. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om de overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de administratie zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Artikel 9. Lijkomhulsel en grafgiften
Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkomhulsels, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Besluit op de lijkbezorging en de Technische adviezen voor inrichting begraafplaatsen, graven en asverstrooiing. In geval van ernstige en gerechtvaardigde twijfel of de materialen aan deze eis voldoen, kan de beheerder een controle instellen. Blijken de gebruikte materialen niet aan de eis te voldoen dan kan begraving geweigerd worden.
Artikel 10. Over te leggen stukken
Tot begraving wordt niet eerder overgegaan dan nadat het verlof tot begraven en het registratiedocument behorende bij het lijkomhulsel zijn overgelegd aan de administratie. Het registratiedocument bevat een registratienummer dat overeenkomt met het nummer op het lijkomhulsel dat zichtbaar is aangebracht, de naam van de overledene, overlijdens- en geboortedata van de overledene dan wel het geslacht van de doodgeborene, vergezeld van een overlijdensverklaring van een arts.
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de dan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 13. Indeling graven en asbezorging
Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:
Artikel 14. Aantal overledenen in graven en asbussen in asvoorzieningen
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel overledenen en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel bijzettingen van asbussen er in en op de particuliere urnengraven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen van de particuliere graven.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en gebruiksvoorwaarden.
Artikel 17. Termijnen particuliere graven en algemene urnennissen
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, grafrechten. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels de termijnen. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf wordt uitgegeven.
De bijzetting van een asbus impliceert dat de rechthebbende of gebruiker opdracht geeft tot wijziging van de bestemming van de as in die zin dat de as dient te worden verstrooid, indien het grafrecht niet wordt verlengd en niet tijdig voor afloop een andere bestemming kenbaar is gemaakt. De verstrooiing vindt ambtshalve plaats, op een door de beheerder te bepalen tijdstip en plaats, zonder kennisgeving aan en buiten aanwezigheid van nabestaanden.
Dubbelgraven worden uitgegeven voor een gelijke termijn vanaf eenzelfde datum en kunnen alleen gelijktijdig verlengd worden voor eenzelfde termijn. Bij een bijzetting waarbij de resterende termijn minder is dan de vereiste wettelijke grafrust van 10 jaar dienen de beide rechten gelijktijdig verlengd te worden met een gelijke termijn.
Artikel 19. Overschrijving van verleende grafrechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan. Het college kan via nadere regels voorwaarden verbinden aan wie het grafrecht kan worden overgeschreven.
Artikel 20. Vervallen grafrechten
Artikel 21. Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf, ongebruikte graven inbegrepen. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 22. Melding en vergunning grafbedekking
Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de rechthebbende of de gebruiker aansprakelijk voor de in artikel 22 bedoelde grafbedekking, maar ook beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende van een particulier graf te zijn aangebracht.
Artikel 24. Onderhoud door de houder van de begraafplaats
De beheerder van de begraafplaats is gerechtigd om altijd, zonder toestemming van de eigenaar van de grafbedekking, overhangend groen van graven en beplanting die buiten en boven de toegestane maximale hoogte uitreikt, te snoeien of te verwijderen, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op een vergoeding.
Artikel 25. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker
Indien de rechthebbende of de belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan de beheerder de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de belanghebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de belanghebbende door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de belanghebbende niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van de beheerder het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Artikel 27. Tijdelijke verwijdering grafbedekking
Een rechthebbende en eigenaar van een grafbedekking is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen door de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Artikel 28. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende bekend, gelijktijdig met de aanbieding van een verlenging. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Het voornemen tot verwijdering wordt ook bekend gemaakt in de krant.
HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN EN URNENFACILITEITEN.
Artikel 30. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf of urnennis te laten ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het grafrecht of het gebruiksrecht verloopt per brief aan de rechthebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
HOOFDSTUK 7. IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN BIJZONDERE GRAFBEDEKKING
HOOFDSTUK 8. INRICHTING REGISTER
De administratie bevat gegevens van alle rechthebbenden en gebruikers, alsmede belanghebbenden van de graven en urnenplaatsen, met hun namen en adressen. Dit register is niet openbaar doch de gegevens van rechthebbenden en gebruikers kunnen worden verstrekt aan derden, indien hun belangen dit rechtvaardigen.
Artikel 33. Beslissingsbevoegdheid
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Overtreding van enige bepaling van deze verordening of van een krachtens enige bepaling van deze verordening gegeven voorschrift wordt, voor zover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-311719.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.