Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over wijziging van de Beleidsvoorschriften werk, inkomen en participatie gemeente Zutphen 2019 (Beleidsvoorschriften werk, inkomen en participatie gemeente Zutphen 2019 (2e wijziging))

 

Ons kenmerk: 152655

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

 

overwegende, dat het gelet op aanvullende bezuinigingen op het budget voor Participatie, in het bijzonder het armoede- en minimabeleid, gewenst is regels aan te passen;

 

gelezen het advies van de Brede Adviesraad Sociaal Domein van 16 oktober 2019;

 

gelet op artikel(en) 6.1 van de Verzamelverordening werk en inkomen gemeente Zutphen 2017;

 

gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over wijziging van de Beleidsvoorschriften werk, inkomen en participatie gemeente Zutphen 2019 (Beleidsvoorschriften werk, inkomen en participatie gemeente Zutphen 2019 (2e wijziging))

Artikel I Wijziging regeling

De Beleidsvoorschriften werk, inkomen en participatie gemeente Zutphen 2019 worden als volgt gewijzigd:

 

 

 

  • A.

    Paragraaf 1.13.2.1 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Soms is het nodig dat alleenstaande ouders gebruik maken van kinderopvang. Het kan zijn dat de ouder werkt. Dan bestaat er vaak recht op een kinderopvangtoeslag van de belastingdienst. De kinderopvangtoeslag dekt meestal niet alle kosten. Dan is het vaak mogelijk om voor die kosten een vergoeding te krijgen.

Het kan ook zijn dat kinderopvang nodig is omdat de ouder niet in staat is om voor het kind te zorgen. Is dat zo, dan kan de ouder een vergoeding van de gemeente krijgen. Daarvoor gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De ouder heeft geen recht op een tegemoetkoming op grond van de Wet Innovatie en kwaliteit kinderopvang die de kosten dekt. Soms is het mogelijk volledige vergoeding van de kosten te krijgen;

  • 2.

    De ouder kan voor het kind geen gebruik maken van de voorschoolse educatie. Dat is kinderopvang door een peuterspeelzaal voor peuters met een mogelijke (taal)achterstand. Doel is om de peuters beter voor te bereiden op de basisschool en er voor te zorgen dat kleuters zonder achterstand naar groep 3 kunnen;

  • 3.

    De kinderopvang is noodzakelijk op sociale of medische gronden. Die noodzaak is vastgesteld door het Centrum voor Jeugd en Gezin (Yunio). In het advies van Yunio wordt ook aangegeven in hoeverre kinderopvang noodzakelijk is (maatwerk).

 

Als aan deze voorwaarden is voldaan, dan hangt de hoogte van de bijdrage af van het inkomen en de kosten van kinderopvang. Om dat te bepalen zijn de regels over de kinderopvangtoeslag van toepassing. Zie:

https://www.belastingdienst.nl/wps/wc

m/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/toeslagen/

kinderopvangtoeslag/

De noodzakelijke kosten voor kinderopvang worden volledig vergoed, als het bruto inkomen, berekend over drie kalendermaanden onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag, niet hoger is dan de laagste inkomensgroep die vermeld is in de bijlage I. behorende bij het Besluit kinderopvangtoeslag. Zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0017321/2017-01-01. De laagste inkomensgroep genoemd in bijlage I. behorende bij het Besluit kinderopvangtoeslag voor alleenstaanden en alleenstaande ouders is de eerste regel van deze bijlage, en de laagste inkomensgroep genoemd in bijlage I. behorende bij het Besluit kinderopvangtoeslag voor gehuwden of daarmee volgens de Participatiewet gelijkgestelden is de vierde regel van deze bijlage (stand van zaken 2017). De gemeente stelt het inkomen van de ouder vast aan de hand van het fiscaal loon, ook wel genoemd: loon voor Loonheffing, loonheffing, loon LH-loon, loon voor de loonbelasting-premies volksverzekering of heffingsloon.

De gemeente betaalt de kinderopvanginstelling de kosten van de kinderopvang. De bijdrage wordt per maand betaald voor de duur van maximaal zes maanden. Binnen deze termijn wordt beoordeeld of de termijn moet worden verlengd. Als de ouder een eigen bijdrage moet betalen, dan moet de ouder deze betalen aan de gemeente. Vanaf de datum dat de schriftelijke indicatiestelling kinderopvang is ontvangen, vergoedt de gemeente de kosten kinderopvang.

Soms is het nodig dat alleenstaande ouders gebruik maken van kinderopvang. Het kan zijn dat de ouder werkt. Dan bestaat er vaak recht op een kinderopvangtoeslag van de belastingdienst. De kinderopvangtoeslag dekt meestal niet alle kosten. Dan is het vaak mogelijk om voor die kosten een vergoeding te krijgen.

Het kan ook zijn dat kinderopvang nodig is omdat de ouder niet in staat is om voor het kind te zorgen. Is dat zo, dan kan de ouder een vergoeding van de gemeente krijgen. Daarvoor gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    de ouder heeft geen recht op een tegemoetkoming op grond van de Wet Innovatie en kwaliteit kinderopvang die de kosten dekt. Soms is het mogelijk volledige vergoeding van de kosten te krijgen;

  • 2.

    de ouder kan voor het kind geen gebruik maken van de voorschoolse educatie. Dat is kinderopvang door een peuterspeelzaal voor peuters met een mogelijke (taal)achterstand. Doel is om de peuters beter voor te bereiden op de basisschool en er voor te zorgen dat kleuters zonder achterstand naar groep 3 kunnen;

  • 3.

    de kinderopvang is noodzakelijk op sociale of medische gronden. Die noodzaak is vastgesteld door het Centrum voor Jeugd en Gezin (Yunio). In het advies van Yunio wordt ook aangegeven in hoeverre kinderopvang noodzakelijk is (maatwerk).

 

Als aan deze voorwaarden is voldaan, dan hangt de hoogte van de bijdrage af van het inkomen, het noodzakelijke aantal dagdelen en de kosten van kinderopvang. Een dagdeel bedraagt maximaal vier uur. Om dat te bepalen zijn de regels over de kinderopvangtoeslag van toepassing. Zie:

 https://www.belastingdienst.nl/wps/

wcm/connect/bldcontentnl/

belastingdienst/prive/toeslagen/kinderopvangtoeslag/.

 

De noodzakelijke kosten voor kinderopvang, worden voor maximaal 2 dagdelen vergoed, als het bruto inkomen, berekend over drie kalendermaanden onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag, niet hoger is dan de laagste inkomensgroep die vermeld is in de bijlage I. behorende bij het Besluit kinderopvangtoeslag. Zie:

http://wetten.overheid.nl/BWBR0017321/2017-01-01. De laagste inkomensgroep genoemd in bijlage I. behorende bij het Besluit kinderopvangtoeslag voor alleenstaanden en alleenstaande ouders is de eerste regel van deze bijlage, en de laagste inkomensgroep genoemd in bijlage I. behorende bij het Besluit kinderopvangtoeslag voor gehuwden of daarmee volgens de Participatiewet gelijkgestelden is de vierde regel van deze bijlage (stand van zaken 2017). De gemeente stelt het inkomen van de ouder vast aan de hand van het fiscaal loon, ook wel genoemd: loon voor Loonheffing, loonheffing, loon LH-loon, loon voor de loonbelastingpremies volksverzekering of heffingsloon.

De gemeente betaalt de kinderopvanginstelling de kosten van de kinderopvang. De bijdrage wordt per maand betaald voor de duur van maximaal zes maanden. Binnen deze termijn wordt beoordeeld of de termijn moet worden verlengd. Als de ouder een eigen bijdrage moet betalen, dan moet de ouder deze betalen aan de gemeente. Vanaf de datum dat de schriftelijke indicatiestelling kinderopvang is ontvangen, vergoedt de gemeente de kosten kinderopvang.

 

  

  • B.

    Paragraaf 9.4.2 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Wat is het doel?

Het doel van de Meedoen-regeling is om mensen met een laag inkomen te helpen om mee te doen in de samenleving. Daarom vergoedt de Meedoen-regeling voor elk gezinslid de kosten om te kunnen sporten, mee te doen aan culturele activiteiten, schoolactiviteiten of maatschappelijke activiteiten. Voor kinderen is er een hogere vergoeding dan voor volwassenen.

 

De gemeente werkt samen met stichting Leergeld Zutphen en het Jeugdsportfonds Gelderland om zoveel mogelijk kinderen in gezinnen met een laag inkomen te bereiken, zodat ze kunnen meedoen in de samenleving. Als een inwoner al een bijdrage van één van deze organisaties heeft gehad, kan voor dat doel geen beroep meer worden gedaan op de Meedoen-regeling. Omgekeerd geldt hetzelfde.

 

Wanneer heb je recht?

Recht op de Meedoen-regeling hebben alle inwoners van Zutphen met een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. Het vermogen mag niet hoger zijn dan de vermogensgrenzen die voor de algemene bijstand gelden (zie par. 9.5.4). Onder het volgende kopje staat aangegeven voor welke kosten de Meedoen-regeling geldt. Inwoners moeten kosten hebben gemaakt om mee te kunnen doen aan de samenleving. Elk gezinslid heeft recht op een vergoeding. De bijdrage moet tijdens het kalenderjaar worden aangevraagd.

 

Wat kun je krijgen?

Voor volwassen geldt een maximale vergoeding van € 165,- per kalenderjaar. Voor kinderen van 0-18 jaar geldt een maximale vergoeding van € 225,-. Er kunnen meerdere activiteiten vergoed worden, totdat de maximale vergoeding bereikt is. De vergoeding kan ook verstrekt worden in een andere vorm dan geld, bijvoorbeeld in natura. De Meedoen-regeling vergoedt de volgende kosten:

  • °

    Lidmaatschap verenigingen (sociaal-cultureel, sport);

  • °

    Lidmaatschap belangenorganisaties (vakbonden, patiëntenvereniging, politieke partij, etc);

  • °

    Abonnementen zwemmen; zwemlessen;

  • °

    Abonnementen sportschool en fitness;

  • °

    Danslessen, muzieklessen, muzische vorming;

  • °

    Abonnementen schouwburg, bioscoop; losse kaartjes en museumjaarkaart;

  • °

    Cursussen (volwasseneneducatie, vorming, specifieke onderwerpen als omgaan met geld gezondheidsbevordering, sociale weerbaarheid);

  • °

    Abonnementen op kranten; bibliotheek;

  • °

    Voordeelurenkaart openbaar vervoer;

  • °

    ID-kaart;

  • °

    Internetkosten als u door ziekte en handicap langdurig aan huis gebonden bent;

  • °

    Ouder en baby activiteiten (b.v. babyzwemmen)

 

Voor kinderen van 0 tot 18 jaar óók:

  • °

    Zomerkampen;

  • °

    Naschoolse activiteiten brede school;

  • °

    Ouderbijdrage buitenschoolse activiteiten;

  • °

    Excursies /schoolreisjes kinderen;

  • °

    Overblijfkosten;

  • °

    Deelname aan ‘topklassen’ / zomerschool.

 

Let op!

  • °

    als niet het maximale bedrag wordt toegekend, omdat een lager bedrag is aangevraagd, kan de klant voor het resterende deel tijdens het lopende kalenderjaar nog een declaratie indienen;

  • °

    de inwoner die een vergoeding ontvangt van Stichting Leergeld of van Sport Fonds Gelderland om mee te doen, kan in principe geen beroep doen op de Meedoen-regeling. Dat is uiteraard anders wanneer deze organisaties kosten vergoeden die niet onder de Meedoen-regeling vallen.

Wat is het doel?

Het doel van de Meedoen-regeling is om mensen met een laag inkomen te helpen om mee te doen in de samenleving. Daarom vergoedt de Meedoen-regeling de kosten om te kunnen sporten, mee te doen aan culturele activiteiten of maatschappelijke activiteiten.

 

Wanneer heb je recht?

Recht op de Meedoen-regeling hebben alle inwoners van Zutphen van 18 jaar en ouder met een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. Het vermogen mag niet hoger zijn dan de vermogensgrenzen die voor de algemene bijstand gelden (zie par. 9.5.4). Onder het volgende kopje staat aangegeven voor welke kosten de Meedoen-regeling geldt. Inwoners moeten kosten hebben gemaakt om mee te kunnen doen aan de samenleving. Elk gezinslid van 18 jaar en ouder heeft recht op een vergoeding. De bijdrage moet tijdens het kalenderjaar worden aangevraagd.

 

Wat kun je krijgen?

Er geldt een maximale vergoeding van € 125,- per kalenderjaar.

Er kunnen meerdere activiteiten vergoed worden, totdat de maximale vergoeding bereikt is. De vergoeding kan ook verstrekt worden in een andere vorm dan geld, bijvoorbeeld in natura. De Meedoen-regeling vergoedt de volgende kosten:

  • °

    Lidmaatschap verenigingen (sociaal-cultureel, sport);

  • °

    Lidmaatschap belangenorganisaties (vakbonden, patiëntenvereniging, politieke partij, etc.);

  • °

    Abonnementen zwemmen; zwemlessen;

  • °

    Abonnementen sportschool en fitness;

  • °

    Danslessen, muzieklessen, muzische vorming;

  • °

    Abonnementen bibliotheek, schouwburg, bioscoop en museumjaarkaart;

  • °

    Cursussen (volwasseneneducatie, vorming, specifieke onderwerpen als omgaan met geld gezondheidsbevordering, sociale weerbaarheid);

  • °

    Internetkosten als de inwoner door ziekte en handicap langdurig aan huis gebonden bent;

  • °

    Ouder en baby activiteiten (b.v. babyzwemmen).

 

Let op!

  • °

    als niet het maximale bedrag wordt toegekend, omdat een lager bedrag is aangevraagd, kan voor het resterende deel tijdens het lopende kalenderjaar nog een declaratie worden ingediend.

 

  • C.

    Paragraaf 9.4.3 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Wat kun je krijgen?

De CZM bestaat uit de basisverzekering en een aanvullende verzekering. De klant kan kiezen uit 3 pakketten: GarantVerzorgd 1, 2 of 3. Pakket 3 is het meest uitgebreide pakket. Ook zijn er 3 verschillende tandartspakketten, waarbij de maximale vergoeding steeds hoger worden. Voor mensen met een volledig kunstgebit is er aparte tandartsverzekering.

De aanvullende verzekering en de tandartsverzekering zijn verplichte onderdelen van de CZM. Op www.gezondverzekerd.nl staat hoe de pakketten zijn samengesteld. In alle pakketten is de eigen bijdrage voor de Wmo verzekerd tot maximaal € 400,-. In het meest uitgebreide pakket, GarantVerzorgd 3, is het verplichte wettelijk risico ook verzekerd.

Dit pakket is geschikt voor inwoners die veel zorgkosten maken vanwege beperkingen en/of chronische aandoeningen.

Wat kun je krijgen?

De CZM bestaat uit de basisverzekering en een aanvullende verzekering. Gekozen kan worden uit drie pakketten: Garant Verzorgd 1, 2 of 3. Pakket 3 is het meest uitgebreide pakket. Ook zijn er 3 verschillende tandartspakketten, waarbij de maximale vergoeding steeds hoger worden. Voor mensen met een volledig kunstgebit is er aparte tandartsverzekering.

De aanvullende verzekering en de tandartsverzekering zijn verplichte onderdelen van de CZM. Op www.gezondverzekerd.nl staat hoe de pakketten zijn samengesteld. In alle pakketten is de eigen bijdrage voor de Wmo verzekerd tot maximaal € 300,-. In het meest uitgebreide pakket, GarantVerzorgd 3, is het verplichte wettelijk risico ook verzekerd. 50% van deze verzekering wordt door de gemeente betaald aan de verzekeraar, de overige 50% betaalt de verzekerde via de premie.

Dit pakket is alleen geschikt voor inwoners die veel zorgkosten maken vanwege beperkingen en/of chronische aandoeningen.

Als richtlijn hiervoor kan gelden dat tenminste twee van de onderstaande criteria van toepassing zijn in de situatie van de aanvrager:

  • -

    indicatie voor een voorziening vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO);

  • -

    betaling van een eigen bijdrage aan het Centraal Administratie Kantoor ( CAK) voor zorg aan huis;

  • -

    indicatie vanuit de Wet langdurige Zorg (WlZ);

  • -

    betaling van het volledige verplichte eigen risico.

  

  • D.

    Paragraaf 9.4.4 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

9.4.4 Tegemoetkoming zorgkosten

Wat is het doel?

De tegemoetkoming zorgkosten is ervoor om inwoners met een laag inkomen gedeeltelijk te compenseren voor hoge zorgkosten. Deze compensatie bestaat uit een vast bedrag. De gemeente gaat ervan uit, dat er sprake is van hoge zorgkosten als het eigen risico volledig gebruikt is.

De regeling tegemoetkoming zorgkosten is een alternatief voor het uitgebreide aanvullende pakket van de collectieve zorgverzekering (GarantVerzorgd 3). Wie niet wil overstappen naar de collectieve zorgverzekering, heeft de mogelijkheid om gebruik te maken van de tegemoetkoming zorgkosten. De regeling tegemoetkoming zorgkosten vormt samen de collectieve zorgverzekering de maatwerkvoorziening chronisch zieken en gehandicapten van de gemeente.

 

Wanneer heb je recht?

Recht op de tegemoetkoming zorgkosten hebben alle meerderjarige inwoners van Zutphen die een inkomen hebben dat niet hoger is dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm en het verplicht eigen risico volledig hebben benut. Het inkomen van inwoners in een inrichting wordt getoetst aan de bijstandsnormen voor mensen die zelfstandig wonen. Er is geen vermogenstoets.

Geen recht op de tegemoetkoming zorgkosten heeft de klant die:

  • 1.

    aanvullend verzekerd is via de GarantVerzorgd 3 van Menzis; of

  • 2.

    automatisch inkomenscompensatie ontvangt van het UWV in verband met zijn arbeidsongeschiktheid (bij een WAO-, WIA, Wajong- of Waz-uitkering).

 

Als peildatum voor de aanvraag geldt 1 januari van het kalenderjaar waarop het eigen risico betrekking heeft. De aanvraag kan pas gedaan worden als het eigen risico volledig is benut. Dat blijkt uit de zorgfactuur van de zorgverzekeraar.

 

Wat kun je krijgen?

De tegemoetkoming is een vast bedrag van € 120,- per persoon per kalenderjaar.

 

Let op!

  • °

    Uitgangspunt is dat de aanvraag gedaan moet worden in het kalenderjaar waarop het eigen risico betrekking heeft. Soms ontvangt de klant de zorgfactuur later, omdat behandelaars pas laat declareren bij de zorgverzekeraar. Ook dan is er nog recht op de tegemoetkoming. Het is wel belangrijk dat de aanvraag zo snel mogelijk na het ontvangst van de zorgfactuur bij de gemeente wordt gedaan.

  • °

    Mensen die chronisch ziek zijn of beperkingen hebben, hebben vaak zorgkosten die niet in de (medische) verzekeringssfeer zitten. Denk aan extra stookkosten, kledingslijtage etc. Voor deze kosten kan bijzondere bijstand aangevraagd worden.

 

9.4.4 Tegemoetkoming zorgkosten

(Vervallen).

Overgangsregeling 2020

In 2020 kan nog een aanvraag voor de Tegemoetkoming zorgkosten worden ingediend en toegekend als het volledig benutte eigen risico betrekking heeft op 2019. Het inkomen is op het moment van aanvraag niet hoger dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm. Voor het overige zijn de criteria van toepassing onder 9.4.4 van de Beleidsvoorschriften werk, inkomen en participatie gemeente Zutphen (1e wijziging).

 

  • E.

    Paragraaf 9.4.5 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

9.4.5 Jeugdregeling

 

Waarom de Jeugdregeling?

Op 3 juli 2017 heeft de gemeenteraad van Zutphen de beleidsnota Armoede en schulden vastgesteld. Daarin is vastgelegd dat er een extra impuls komt om de armoede onder kinderen terug te dringen. De Jeugdregeling is hiervoor in het leven geroepen. De Jeugdregeling gaat uit van een vrije besteding binnen zekere grenzen. Deze grenzen worden aangegeven in deze beleidsvoorschriften. Om te benadrukken dat het gaat om inkomensondersteuning ten behoeve van (jonge) kinderen (4 tot 12 jaar) én jongeren (12 tot 18 jaar), spreken we van een Jeugdregeling.

 

Wat is het doel van de Jeugdregeling?

Deze regeling is bedoeld als een extra financiële ondersteuning voor gezinnen met een laag inkomen. De regeling levert een bijdrage in kosten die gemaakt worden ten behoeve van kinderen in het gezin. Hieronder wordt beschreven welke uitgaven voor vergoeding in aanmerking komen.

 

Wat is de wettelijke grondslag van de Jeugdregeling?

De bijdrage die wordt vertrekt in het kader van de Jeugdregeling (zie hieronder) moet worden gezien als een vorm van bijzondere bijstand, zoals vastgelegd in artikel 35, eerste lid van de Participatiewet.

 

Wat is de wettelijke grondslag van de Jeugdregeling?

De bijdrage die wordt vertrekt in het kader van de Jeugdregeling (zie hieronder) moet worden gezien als een vorm van bijzondere bijstand, zoals vastgelegd in artikel 35, eerste lid van de Participatiewet.

 

Wanneer heb je recht op de Jeugdregeling?

De aanvrager is ingeschreven in de Basisregistratie personen van Zutphen en heeft de Nederlandse nationaliteit of een geldige verblijfstitel. Hij of zij is 18 jaar of ouder en heeft één of meerdere inwonende kinderen in de leeftijdscategorie van 4 tot 18 jaar. Deze kinderen staan eveneens ingeschreven in de Basisadministratie personen van Zutphen.

De aanvrager ontvangt op de datum van de aanvraag een uitkering Participatiewet, Ioaw, Ioaz, Bbz, zak- en kleedgeld bij verblijf in een inrichting, periodieke bijzondere bijstand of heeft een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, zoals vastgelegd in de Participatiewet. De kostendelersnorm is niet van toepassing. Er wordt uitgegaan van het inkomen waarover iemand de beschikking heeft. Dit moet blijken uit feitelijke gegevens (bijvoorbeeld: wettelijke of minnelijke schuldsanering).

De aanvrager heeft op de datum van de aanvraag een vermogen dat niet boven de vermogensgrens van de Participatiewet ligt (artikel 34).

De aanvrager heeft aantoonbare uitgaven ten behoeve van zijn kind(eren). Hierbij kan met name gedacht worden aan kleding, schoeisel, sportkleren, speelgoed, inrichting eigen kamer, hobbies, school- en studiespullen, laptop/computer, fiets, uiterlijk verzorging (bijvoorbeeld kapper), boeken, cadeau verjaardag, sint en kerst, boeken, uitje of vakantie.

Uitgaven die niet in aanmerking komen voor vergoeding, zijn:

  • °

    reguliere uitgaven voor eten en drinken;

  • °

    uitgaven voor sport, cultuur en maatschappelijke participatie die ookvergoed kunnen worden via de Meedoen-regeling of Stichting Leergeld Zutphen en het Jeugdfonds Sport en Cultuur Gelderland;

  • °

    kosten voor huiswerkbegeleiding (vergoeding is mogelijk via Stichting Leergeld en het Huiswerkfonds van het Onderwijs Zorg Centrum; indicatie via scholen).

 

De aanvrager geeft op het aanvraagformulier aan welke uitgaven hij heeft gedaan of wil doen. De besteding van het geld kan achteraf gecontroleerd worden door de gemeente.

De aanvraag kan één keer per kalenderjaar worden gedaan, uiterlijk op de laatste dag van het kalenderjaar.

 

Wat kun je krijgen?

€ 100,- voor een kind.

 

Hoe kun je de Jeugdregeling krijgen?

Er kan een aanvraag worden gedaan via Bereken uw Recht Plus. Inwoners die bekend zijn bij de gemeente omdat zij een bijstandsuitkering ontvangen of een gebruik maken van minimaregelingen worden actief benaderd en krijgen een eenvoudig aanvraagformulier opgestuurd.

 

Wanneer krijg je de Jeugdregeling?

Tussen de datum van de aanvraag en het besluit op de aanvraag liggen uiterlijk 8 weken, maar de gemeente streeft er naar om binnen 4 weken een besluit te nemen. De aanvrager kan in bezwaar gaan tegen het besluit op zijn aanvraag.

9.4.5 Kindpakket

 

Waarom het Kindpakket?

Op 3 juli 2017 heeft de gemeenteraad van Zutphen de beleidsnota Armoede en schulden vastgesteld. Daarin is vastgelegd dat er een extra impuls komt om de armoede onder kinderen terug te dringen. De Jeugdregeling is hiervoor in eerste instantie in het leven geroepen. De Jeugdregeling en de Meedoenregeling voor wat betreft kinderen tot 18 jaar, worden samengevoegd tot één regeling voor kinderen. Deze regeling wordt het Kindpakket genoemd.

 

Wat is het doel van het Kindpakket?

Deze regeling is bedoeld als een financiële ondersteuning voor gezinnen met kinderen tot 18 jaar met een laag inkomen. De regeling levert een bijdrage in kosten die gemaakt worden voor kinderen in het gezin. Hieronder wordt beschreven welke uitgaven voor vergoeding in aanmerking komen.

 

Wat is de wettelijke grondslag van het Kindpakket?

Het Kindpakket is op grond van artikel 149 van de Gemeentewet vastgesteld. 

Wanneer heb je recht op het Kindpakket?

De aanvrager is ingeschreven in de Basisregistratie personen van Zutphen en heeft de Nederlandse nationaliteit of een geldige verblijfstitel. Hij of zij is 18 jaar of ouder en heeft één of meerdere inwonende kinderen in de leeftijdscategorie van 0 tot 18 jaar. Deze kinderen staan eveneens ingeschreven in de Basisadministratie personen van Zutphen.

De aanvrager ontvangt op de datum van de aanvraag een uitkering Participatiewet, Ioaw, Ioaz, Bbz, zak- en kleedgeld bij verblijf in een inrichting, periodieke bijzondere bijstand of heeft een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, zoals vastgelegd in de Participatiewet. De kostendelersnorm is niet van toepassing. Er wordt uitgegaan van het inkomen waarover iemand de beschikking heeft. Dit moet blijken uit feitelijke gegevens (bijvoorbeeld: wettelijke of minnelijke schuldsanering).

De aanvrager heeft aantoonbare uitgaven voor zijn kind(eren):

  • a.

    uitgaven voor sport, cultuur en maatschappelijke participatie, zoals omschreven in de Meedoen-regeling;

  • b.

    uitgaven in verband schoolactiviteiten: naschoolse activiteiten, brede school, ouderbijdrage buitenschoolse activiteiten, excursies en schoolreisjes kinderen, overblijfkosten, deelname aan ‘topklassen’, zomerschool en zomerkampen;

  • c.

    uitgaven voor kleding, schoeisel, sportkleren, speelgoed, inrichting eigen kamer, hobby’s, school- en studiespullen, laptop/computer, fiets, uiterlijk verzorging (bijvoorbeeld kapper), boeken, cadeau verjaardag, sint en kerst, boeken, uitje of vakantie.

Reguliere uitgaven voor eten en drinken komen niet in aanmerking voor vergoeding.

De aanvrager geeft op het aanvraagformulier aan welke uitgaven hij heeft gedaan of wil doen. De besteding van het geld kan achteraf gecontroleerd worden door de gemeente.

De aanvraag kan één keer per kalenderjaar worden gedaan, uiterlijk op de laatste dag van het kalenderjaar.

 

Wat kun je krijgen?

€ 350,- voor een kind, waarvan ten hoogste € 175,- voor uitgaven onder c.

Dit bedrag kan in geld of in natura verstrekt worden.

 

Hoe kun je het Kindpakket krijgen?

Er kan een aanvraag worden gedaan via Bereken uw Recht Plus. Inwoners die bekend zijn bij de gemeente omdat zij een bijstandsuitkering ontvangen of een gebruik maken van minimaregelingen worden actief benaderd.

Wanneer krijg je het Kindpakket?

Tussen de datum van de aanvraag en het besluit op de aanvraag liggen maximaal 8 weken, maar het college streeft er naar om binnen 4 weken een besluit te nemen. De aanvrager kan in bezwaar gaan tegen het besluit op zijn aanvraag.

 

  • F.

    Paragraaf 9.4.6 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Wat kun je krijgen?

De inkomenstoeslag bedraagt per kalenderjaar (voor 2019):

  • 1.

    € 399,- voor een alleenstaande

  • 2.

    € 503,- voor een alleenstaande ouder

  • 3.

    € 560,- voor gehuwden

 

Let op!

  • 1.

    De inkomenstoeslag wordt per kalenderjaar toegekend. Na toekenning van de (eerste) inkomenstoeslag kan een volgende aanvraag dus worden gedaan in het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de aanvraag is gedaan.

  • 2.

    Nadat een inkomenstoeslag is toegekend, wordt een stijging van het inkomen als gevolg van werkaanvaarding tijdens het resterende kalenderjaar niet als inkomen gezien bij de beoordeling van de volgende aanvraag.

 

Wat kun je krijgen?

De inkomenstoeslag bedraagt per kalenderjaar (voor 2020):

  • 1.

    € 300,- voor een alleenstaande;

  • 2.

    € 375,- voor een alleenstaande ouder;

  • 3.

    € 420,- voor gehuwden;

  • 4.

    50% van de onder a, b en c genoemde bedragen voor personen in een inrichting die geen woonlasten hebben in verband met een eigen (huur- of koop-) woning. 

 

Let op!

  • 1.

    De inkomenstoeslag wordt 1 x per twaalf maanden verstrekt. Na toekenning van de (eerste) inkomenstoeslag kan een volgende aanvraag op zijn vroegst worden gedaan twaalf maanden na deze (eerste) aanvraag. De datum van de meest recente aanvraag geldt als peildatum voor de volgende aanvraag.

  • 2.

    Nadat een inkomenstoeslag is toegekend, wordt een stijging van het inkomen als gevolg van werkaanvaarding gedurende maximaal drie maanden niet als inkomen gezien bij de beoordeling van de volgende aanvraag. Bij de beoordeling van een eerste aanvraag geldt deze termijn niet.

  

  • G.

    Paragraaf 9.6.2 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Voor medische kosten kan vaak een beroep worden gedaan op de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg. Deze gelden daarom als passende en toereikende voorliggende voorzieningen. Dat betekent dat er voor medische kosten in principe geen bijzondere bijstand kan worden verstrekt. Om inwoners met een laag inkomen tegemoet te komen in de overblijvende medische kosten, is er een collectieve zorgverzekering met Menzis afgesproken (zie par. 9.4.3).

Om mensen met een laag inkomen toch tegemoet te komen, kan in een aantal gevallen toch bijzondere bijstand worden verstrekt voor overblijvende medische kosten. Dit wordt ook wel begunstigend beleid genoemd. Het gaat om de volgende kosten:

  • a.

    Hoortoestellen (geen batterijen en verzekering): tot € 350,-.

  • b.

    Brillen/contactlenzen: Er is geen vergoeding mogelijk, tenzij er geen aanvullende zorgverzekering kan worden afgesloten. De maximale vergoeding bedraagt in dat geval - één keer per twee jaar - € 150,- voor enkelvoudige glazen en € 350,- voor varifocus. Voor kinderen tot 18 jaar kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor de kosten van een bril met enkelvoudige glazen en contactlenzen. Dat kan alleen als de sterkte van de glazen en lenzen eerder moet worden aangepast dan de periodieke vergoeding door de zorgverzekeraar toestaat. De bijstand wordt in dat geval ten hoogste 1 x per jaar verstrekt tot een maximaal bedrag van € 150,-.

  • c.

    Alarmeringsapparatuur: als dit noodzakelijk is als gevolg van ouderdom, ziekte of gebrek om zelfstandig te kunnen wonen. Het gaat om de eenmalige aansluitkosten, het sleutelkastje en de maandelijkse kosten. Maximale vergoeding: € 12,50 per maand.

  • d.

    Bewassing en kledingslijtage: maximaal één keer per jaar, nadat de medische noodzaak is vastgesteld. Voor wat betreft bewassing wordt de hoogte van de bijstand vastgesteld aan de hand van het door de Gemeenschappelijk Medische Dienst in het verleden vastgestelde vergoedingenoverzicht (GMD-lijst). De hoogte van de bijstand in verband met kledingslijtage wordt vastgesteld aan de hand van een medisch advies.

  • e.

    Dieetkosten: voor de kosten van een specifiek dieet, als de medische noodzaak is aangetoond. De hoogte van de vergoeding wordt bepaald aan de hand van het ziektebeeld en op basis van de prijzengids van het NIBUD.

  • f.

    Stookkosten: voor hogere verwarmingskosten die veroorzaakt worden door een chronische ziekte of handicap. Dit wordt vastgesteld aan de hand van de GMD-lijst.

  • g.

    Maaltijdvoorziening: voor de meerkosten van een warme maaltijdvoorziening bij aantoonbare beperkingen (en ouderdom). Maximale vergoeding: € 2,75 per maaltijd.

  • h.

    Tandheelkundige hulp: voor wettelijke eigen bijdragen en kosten die direct voortvloeien uit een verrichting die wordt vergoed uit de basisverzekering en die niet onder het eigen risico valt: alle kosten kunnen worden vergoed. Voor andere tandheelkundige kosten, inclusief orthodontie, kan tot maximaal € 350,- per kalenderjaar worden vergoed. Voor de kosten die verband houden met een partiële gebitsprothese kan, aanvullend op genoemde maximale vergoeding, bijzondere bijstand worden verstrekt.

  • i.

    Fysiotherapie: voor fysiotherapie, manuele therapie en oefentherapie maximaal 20 behandelingen per jaar, op verwijzing door huisarts of behandelend specialist.

  • j.

    Andere kosten: voor pedicure- en manicurekosten die ouderen maken, tot maximaal € 300,- per jaar. Voor podotherapie (consult en zolen), tot maximaal € 90,- per jaar. Ook voor orthopedisch schoeisel en prothese-BH, voor beide kostensoorten kan twee keer per jaar bijstand worden verleend, onder aftrek van de normale kosten, die zijn vastgelegd in de meest actuele NIBUD-prijzengids.

  • k.

    Waskosten in een instelling: als het door omstandigheden voor een cliënt in een instelling niet mogelijk is te wassen of de was te laten doen, kan tot een maximaal bedrag van € 23,61 per maand worden vergoed voor de extra kosten i.v.m. het wassen van kleren. Omdat het om algemene kosten van bestaan gaat wordt uitgegaan van 100% draagkracht boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

  • l.

    Wettelijke eigen bijdragen: voor een eigen bijdrage op grond van de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg, voor zover dit niet vergoed wordt door de CZM. De eigen bijdrage Wmo komt niet in aanmerking voor bijstand, omdat deze vergoed wordt door de CZM.

Voor medische kosten kan vaak een beroep worden gedaan op de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg. Deze gelden daarom als passende en toereikende voorliggende voorzieningen. Dat betekent dat er voor (verzekerbare) medische kosten in principe geen bijzondere bijstand kan worden verstrekt. Om inwoners met een laag inkomen tegemoet te komen in medische kosten, is er een collectieve zorgverzekering met Menzis afgesproken (zie par. 9.4.3).

In drie situaties kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor medische kosten:

  • a.

    Voor een eigen bijdrage op grond van de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg, voor zover dit niet vergoed wordt door de CZM.

  • b.

    Voor de volgende kosten in de aanvullende sfeer als mensen zich aantoonbaar niet aanvullend kunnen verzekeren: hoortoestellen, brillen/contactlenzen, tandheelkundige hulp en fysiotherapie. De maximale vergoeding is in beginsel niet hoger dan de vergoeding in Garant Verzorgd 1 en Garant Tandverzorgd 250 van de CZM. Voor brillen en contactlezen geldt een maximale vergoeding van € 150,- voor enkelvoudige glazen en € 350,- voor varifocus. Voor kinderen tot 18 jaar is vergoeding conform Garant Tandverzorgd 750 van toepassing.

  • c.

    In acute noodsituaties, voor zover de kosten niet vergoed worden door de zorgverzekeraar (dat hoeft hier dus niet de CZM te zijn).

In een aantal gevallen kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor zorgkosten die niet of onder zeer beperkende voorwaarden verzekerbaar zijn. Dit begunstigende beleid bestaat uit de volgende zorgkosten:

  • a.

    Alarmeringsapparatuur: als dit noodzakelijk is als gevolg van ouderdom, ziekte of gebrek om zelfstandig te kunnen wonen. Het gaat om de eenmalige aansluitkosten, het sleutelkastje en de maandelijkse kosten. Maximale vergoeding: € 12,50 per maand.

  • b.

    Bewassing en kledingslijtage: maximaal één keer per jaar, nadat de medische noodzaak is vastgesteld. Voor wat betreft bewassing wordt de hoogte van de bijstand vastgesteld aan de hand van het door de Gemeenschappelijk Medische Dienst in het verleden vastgestelde vergoedingenoverzicht (GMD-lijst). De hoogte van de bijstand in verband met kledingslijtage wordt vastgesteld aan de hand van een medisch advies.

  • c.

    Dieetkosten: voor de kosten van een specifiek dieet, als de medische noodzaak is aangetoond. De hoogte van de vergoeding wordt bepaald aan de hand van het ziektebeeld en op basis van de prijzengids van het NIBUD.

  • d.

    Stookkosten: voor hogere verwarmingskosten die veroorzaakt worden door een chronische ziekte of handicap. Dit wordt vastgesteld aan de hand van de GMD-lijst.

  • e.

    Maaltijdvoorziening: voor de meerkosten van een warme maaltijdvoorziening bij aantoonbare beperkingen (en ouderdom), op basis van de tabel kosten van voeding van het Nibud. Maximale vergoeding: € 2,75 per maaltijd.

  • f.

    Andere kosten: voor pedicure- en manicurekosten die ouderen maken, tot maximaal € 300,- per jaar. Voor podotherapie (consult en zolen), tot maximaal € 90,- per jaar. Ook voor orthopedisch schoeisel en prothese-BH, voor beide kostensoorten kan twee keer per jaar bijstand worden verleend, onder aftrek van de normale kosten, die zijn vastgelegd in de meest actuele NIBUD-prijzengids.

  • g.

    Waskosten in een instelling: als het door omstandigheden voor een cliënt in een instelling niet mogelijk is te wassen of de was te laten doen, kan tot een maximaal bedrag van € 23,61 per maand worden vergoed voor de extra kosten in verband met het wassen van kleren. Omdat het om algemene kosten van bestaan gaat wordt uitgegaan van 100% draagkracht boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

 

NB De eigen bijdragen WMO komen niet in aanmerking voor bijzondere bijstand omdat deze eigen bijdragen niet als bijzonder noodzakelijke kosten kunnen worden gezien. Via de collectieve zorgverzekering biedt de gemeente de mogelijkheid aan om zich voor deze kosten te verzekeren.

 

  • H.

    Paragraaf 9.6.7 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

[…]

De bijstand die wordt verstrekt heeft de vorm van een lening. De bijstand wordt ‘om niet’ verstrekt, als een klant geen lening kan afsluiten of geen leenbijstand kan worden verstrekt in verband met bijzondere omstandigheden in het individuele geval. Dat is in ieder geval zo, als de klant een stabilisatie-overeenkomst in het kader van schuldhulpverlening heeft getekend, of als de klant gebruik maakt van een minnelijke of wettelijke schuldsanering.

[…]

[…]

De bijstand die wordt verstrekt heeft de vorm van een lening. De bijstand wordt ‘om niet’ verstrekt, als een klant geen lening kan afsluiten en er ook geen leenbijstand kan worden verstrekt in verband met bijzondere omstandigheden in het individuele geval. Dat laatste is in ieder geval zo, als de klant een stabilisatie-overeenkomst in het kader van schuldhulpverlening heeft getekend, of als de klant gebruik maakt van een minnelijke of wettelijke schuldsanering.

[…]

 

  • I.

    Paragraaf 9.6.8 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

[…]

Voor zover het gaat om de vergoeding voor de aanschaf van meubilair, bedden, matrassen e.d. (lees: duurzame gebruiksgoederen) wordt de bijstand in de vorm van een lening verstrekt.

De bijstand wordt ‘om niet’ verstrekt, als een klant geen lening kan afsluiten of geen leenbijstand kan worden verstrekt in verband met bijzondere omstandigheden in het individuele geval. Dat is in ieder geval zo, als de klant een stabilisatie-overeenkomst in het kader van schuldhulpverlening heeft getekend, of als de klant gebruik maakt van een minnelijke of wettelijke schuldsanering. Dat is ook zo, als er sprake is van de huisvesting van ex-asielzoekers in het kader van de taakstelling voor huisvesting door de gemeente, uitplaatsing na intensieve jeugdhulp of een noodzakelijke huisvesting in het kader van de nazorg voor ex-gedetineerden.

[…]

[…]

Voor zover het gaat om de vergoeding voor de aanschaf van meubilair, bedden, matrassen e.d. (lees: duurzame gebruiksgoederen) wordt de bijstand in de vorm van een lening verstrekt.

De bijstand wordt ‘om niet’ verstrekt, als een klant geen lening kan afsluiten en er ook geen leenbijstand kan worden verstrekt in verband met bijzondere omstandigheden in het individuele geval. Dat laatste is in ieder geval zo, als de klant een stabilisatie-overeenkomst in het kader van schuldhulpverlening heeft getekend, of als de klant gebruik maakt van een minnelijke of wettelijke schuldsanering.

[….]

 

 

  •  

  •  

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze beleidsvoorschriften treden in werking op 1 januari 2020.

 

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsvoorschriften werk, inkomen en participatie gemeente Zutphen 2019 (2e wijziging).

 

 

 

Aldus besloten op 12 november 2019.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris

Naar boven