Richtlijnen voor de uitvoering van lijkbezorging door de gemeente Heusden 2019

 

Het college en de burgemeester van de gemeente Heusden;

gelet op de Wet op de lijkbezorging;

 

besluiten:

 

ieder voor zover het diens eigen bevoegdheden betreft, vast te stellen de navolgende:

 

Richtlijnen voor de uitvoering van lijkbezorging door de gemeente Heusden 2019

 

 

1. Inleiding

In 2002 werd de gemeente Heusden voor het eerst geconfronteerd met een lijkbezorging op kosten van de gemeente. Sindsdien komt het gemiddeld één à twee keer per jaar voor dat de gemeente de lijkbezorging van een overledene verzorgt. Dit betekent voor de gemeente relatief veel arbeidsinzet. Vanwege het lage aantal is het geen routineproces. Om dit effectief en efficiënt uit te voeren is er behoefte aan een beschrijving van het proces.

 

Omdat in de Wet op de lijkbezorging (Wlb) maar weinig is geregeld moet de gemeente zelf invulling geven aan het werkproces over de lijkbezorging. Zij zal daarbij onder meer moeten bepalen welke inspanningen worden verricht om nabestaanden op te sporen, hoe de uitvaart wordt gerealiseerd en in hoeverre zij maatregelen neemt om de bezittingen van de overledene te beheren en de belangen van nabestaanden te behartigen. Daarover is niets geregeld in de Wlb en moet eigen beleid worden gevoerd.

 

Dit document beschrijft de werkwijze rondom de lijkbezorging door de gemeente in de gemeente Heusden. Het is een volledige richtlijn voor alle betrokken medewerkers in dit proces.

 

2. Welke gemeente is verplicht de uitvaart te regelen?

In de Wlb is niet concreet benoemd welke burgemeester verplicht is de uitvaart te regelen. Uitgangspunt van de Wlb is dat de burgemeester van de gemeente, waar de overledene zich bevindt, op het moment dat niemand opdracht geeft tot het verzorgen van de uitvaart, de verantwoordelijkheid heeft voor de lijkbezorging. Dat kan dus een andere gemeente zijn dan de gemeente waar de overledene woonde of waar hij of zij is overleden.

Het standpunt binnen de Veiligheidsregio Brabant-Noord was (in 2011) dat in principe de gemeente waar de betrokkene is overleden verantwoordelijk is voor de lijkbezorging. De burgemeester van Heusden heeft in 2011 verklaard dit standpunt te onderschrijven.

De gemeente maakt een uitzondering als haar inwoners overlijden in het ziekenhuis (buiten de gemeente Heusden). Het uitgangspunt is dat in dat geval de gemeente Heusden zorg draagt voor de lijkbezorging.

 

Als niet direct bij de lijkvinding duidelijk is of er nabestaanden zijn die in de lijkbezorging willen voorzien, terwijl op dat moment vervoer naar een mortuarium buiten de gemeente noodzakelijk is, dan neemt de gemeente Heusden de zorg voor de lijkbezorging (voorlopig) op zich[1].

 

3. Vaststellen doodsoorzaak

Doorgaans zal de huisarts of behandelend arts vaststellen dat er sprake is van een natuurlijke dood. In dat geval geeft de burgemeester uitvoering aan zijn wettelijke verantwoordelijkheid als er geen opdracht wordt gegeven voor de uitvaart. Het is echter ook denkbaar dat de arts een niet-natuurlijke dood vaststelt of het overlijden niet als natuurlijk of niet-natuurlijk bestempelt (zgn. ‘onverklaard overlijden’). In dat geval schakelt justitie een gemeentelijk lijkschouwer/GGD in om onderzoek te doen naar de doodsoorzaak.

 

 

4. Proces van melding tot uitvaart

 

Melding

Een melding dat er een overledene is, waarover niemand zich ontfermt, is meestal afkomstig van hulpverleners, zoals huisarts, verpleeg- of verzorgingshuis, ziekenhuis, politie, uitvaartondernemers en dergelijke. Volgens de Wlb moet de melding uiterlijk op de derde dag na het overlijden worden gedaan (artikel 20 Wlb).

Vanaf de vierde werkdag gaat de gemeente actief en formeel de uitvaart regelen (concrete afspraken maken en opdrachten verlenen). Afhankelijk van de situatie begint de gemeente al eerder met de voorbereiding daarvan (informatie opvragen, prijs opvragen, voorlopige afspraken maken).

 

Toegang tot lijk

Het is denkbaar dat de burgemeester wordt verhinderd om uitvoering te geven aan de lijkbezorging, omdat de overledene zich in een afgesloten ruimte bevindt waartoe geen toegang bestaat. Om daarin te voorzien, bepaalt artikel 21 Wlb dat in dat geval de burgemeester zich zonder toestemming van de bewoner de toegang kan verschaffen. De politie voert dit uit in opdracht van de burgemeester.

 

Vaststellen identiteit overledene

Als niet duidelijk is wie de overledene is, dan onderzoekt de gemeente dit. Aanwijzingen worden gevonden in documenten of papieren die de overledene bij zich draagt, getuigenverklaringen, vermissingberichten en dergelijke. Is na een globaal onderzoek nog niet duidelijk wat de identiteit is van de overledene, dan neemt een arts celmateriaal af (artikel 21 lid 3 Wlb). De gemeente blijft verantwoordelijk voor de lijkbezorging, ook al kan de identiteit van de overledene niet worden vastgesteld.

 

Overbrengen overledene naar mortuarium

Als na melding van overlijden in de gemeente Heusden niet duidelijk is wie opdracht geeft tot lijkbezorging, maakt de gemeente met de uitvaartverzorger de afspraak zorg te dragen voor het verplaatsen van de overledene en alleen de eerste verzorging te realiseren, dus nog niet de volledige uitvaart.

De afwegingen voor de keuze van een mortuarium verschillen per situatie. Als justitie het lijk vindt kiest justitie direct (zonder tussenkomst van de gemeente) het mortuarium.

 

Onderzoek naar nabestaanden

De gemeente gaat na of er nabestaanden zijn die de zorg voor de uitvaart op zich willen nemen voordat de gemeente definitief deze taak op zich neemt.

Aan de hand van GBA en de registers van de burgerlijke stand, maakt de gemeente een overzicht van de directe nabestaanden:

 

  • -

    partner, kinderen, ouders (eerste lijn);

  • -

    broers en zussen (tweede lijn).

Zij worden zoveel mogelijk telefonisch benaderd met het verzoek zorg te dragen voor de uitvaart. Bij een eerste contact met de familie stopt de gemeente het onderzoek. De gemeente gaat er daarbij vanuit dat de familie zelf verantwoordelijk is voor de verdere communicatie binnen de familie.

Andere bronnen zijn: politie, uitvaartondernemers, Centraal testamentenregister en andere uitkeringsinstanties.

 

 

Nabestaanden verzoeken de uitvaart te regelen

Levert voorgaand onderzoek een nabestaande op, dan verzoekt de gemeente hem of haar de uitvaart te regelen. Weigert deze of levert het onderzoek geen nabestaanden op dan geeft de burgemeester opdracht voor de lijkbezorging.

 

 

Onderzoek naar testament

De gemeente onderzoekt bij het Centraal Testamentenregister (CTR) in Den Haag of er sprake is van een testament. Uit het testament kunnen nabestaanden naar voren komen en kan blijken dat er bepaalde vermogensbestanddelen of verplichtingen (legaten) aanwezig zijn, die van belang zijn voor de afwikkeling van de nalatenschap.

Als er een testament is, schakelt de gemeente een notaris in. Deze is belast met de uitvoering van het testament. Dat kan soms ook met zich meebrengen dat de notaris de uitvaart verzorgt en zorg draagt voor de afwikkeling van de nalatenschap. De kosten die de gemeente dan heeft gemaakt, dient de gemeente in bij de notaris. Als blijkt dat de overledene een vermogen nalaat, zonder dat er een testament is, dan wordt in overleg met de notaris besloten om hem te belasten met de afwikkeling van de nalatenschap en/of de uitvaart.

 

 

5. De uitvaart

Welke uitvaartondernemer?

De gemeente maakt per geval afspraken met een lokale uitvaartondernemer.

 

 

Uitvaartverzekering overledene?

De gemeente geeft de uitvaartondernemer de opdracht te onderzoeken of er sprake is van een naturaverzekering en deze gelden, indien van toepassing, te innen en te verrekenen met de uitvaartfactuur. De uitvaartondernemer heeft via het Register Uitvaartverzekeringen inzicht in het gegeven of iemand een uitvaartverzekering heeft.

 

 

Cremeren of begraven ?

De gemeente gaat bij het ontbreken van concrete aanwijzingen over de wens van de overledene over tot cremeren, om de kosten tot een minimum te beperken. De gemeente gaat zelf niet actief op zoek naar aanwijzingen hierover.

 

 

Uitvaart 

De gemeente kiest voor een sobere lijkbezorging. De gemeente vergoedt de volgende kosten:

  • -

    overbrengen overledene van plaats van overlijden naar mortuarium;

  • -

    huur ‘bewaarplaats’ in mortuarium;

  • -

    aanschaf eenvoudige (standaard)kist met (standaard)grepen en het ‘kisten’ van de overledene;

  • -

    maximaal één rouwbezoek voor directe nabestaanden;

  • -

    verzorgen noodzakelijke formaliteiten (zoals verklaring van overlijden);

  • -

    overbrengen overledene naar crematorium (indien nodig);

  • -

    technische crematie zonder aanwezigheid van nabestaanden;

  • -

    asbestemming op strooiveld crematorium zonder aanwezigheid nabestaanden.

 

6. Kosten

De gemeente kiest er voor de kosten volledig voor haar rekening te nemen en geen inspanningen te verrichten om de verhaalsmogelijkheden te onderzoeken.

 

De gemeente kiest dus niet voor het verhaal op de nalatenschap of op de bloed- en aanverwanten tot in de tweede graad, die wettelijk gezien (Burgerlijk Wetboek) tot onderhoud van de overledene verplicht zouden zijn geweest. Het is vaak een intensief onderzoek dat relatief veel arbeidsinzet vraagt, met het risico dat de kosten alsnog niet kunnen worden verhaald.

 

  

Aldus besloten op 10 december 2019,

 

*  *

[1] Hiermee wordt dus afgeweken van het principe van de Wlb

 

Naar boven