Gemeenteblad van Aalsmeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aalsmeer | Gemeenteblad 2019, 309422 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aalsmeer | Gemeenteblad 2019, 309422 | Beleidsregels |
Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van de Beleidsregels Terugvordering en Verhaal Aalsmeer 2019
Burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer;
gelezen het advies van Werk & Inkomen van 23 oktober 2019;
gelet op paragraaf 6.4 en 6.5 van de Participatiewet, paragraaf 5 van de Wet inkomensvoorziening ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, paragraaf 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.;
Artikel 4 Verplichtingen met betrekking tot de invordering
Binnen twee weken na de datum van bekendmaking van het besluit, kan de belanghebbende een schriftelijk verzoek indienen, onder bijvoeging van afschriften van bewijsstukken, tot gespreide betaling, tot verlaging van de maandelijks vastgestelde betalingsverplichting of tot tijdelijk uitstel van de opgelegde betalingsverplichting, indien hij niet in staat is deze schuld ineens te voldoen.
Artikel 6 Verrekening en beslaglegging
Na ontstaan van een vordering wordt van de mogelijkheid gebruik gemaakt om onmiddellijke verrekening met de uitkering op te starten op grond van artikel 60, derde lid van de wet, artikel 60a, eerste, tweede en derde lid van de wet, artikel 28, tweede lid, van de IOAW en artikel 28, tweede lid, van de IOAZ, of bij het ontbreken van deze mogelijkheid:
Artikel 8 Wettelijke rente en kosten
Bij gebreke van tijdige betaling kan de vordering verhoogd worden met de wettelijke rente en de kosten van invordering.
Paragraaf 3 Afzien van (verdere) invordering
Artikel 10 Afzien van invordering in verband met gering bedrag
Ambtshalve kan worden afgezien van terugvordering indien het nog terug te vorderen bedrag, of het restant daarvan, na verrekening van eventueel beschikbare tegoeden, minder bedraagt dan €50,00, gerekend over een periode van 12 aaneensluitende maanden tenzij het een vordering betreft op grond van artikel 58, eerste lid, van de wet, op grond van artikel 25, eerste lid van de IOAW/IOAZ.
Artikel 12 Intrekking besluit tot afzien van (verdere) invordering wegens schuldenproblematiek
Het besluit tot het gedeeltelijk kwijtschelden van een vordering wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:
Artikel 13 Afzien van (verdere) invordering op aanvraag na het voldoen aan de betalingsverplichting
Het college besluit op aanvraag kwijtschelding te verlenen, indien de belanghebbende:
gedurende drie jaar niet volledig, onafgebroken en naar draagkracht aan zijn betalingsverplichtingen ten aanzien van een schuld heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald;
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om de kosten van de uitkering te verhalen op grond van artikel 61 tot en met 62i van de wet, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet, tenzij:
Bij verhaal past het college de betalingsverplichting ambtshalve, op aanvraag en naar aanleiding van een periodiek onderzoek, aan op gewijzigde omstandigheden ten aanzien van de draagkracht van de belanghebbende.
Bij verhaal zijn de artikelen 10, 11 en 13 van deze beleidsregels met betrekking tot afzien van (verdere) invordering van vorderingen van overeenkomstige toepassing.
Indien de belanghebbende 6 termijnen niet heeft betaald of niet uit eigen beweging bereid is de verlangde gelden aan de gemeente te betalen dan wel niet, of niet tijdig tot betaling daarvan overgaat, kan het college besluiten tot verhaal in rechte, tenzij het te verhalen bedrag een bedrag van €600,00 niet te boven gaat.
Artikel 19 Bijstellen aflossingsbedragen
De aflossingsbedragen worden ambtshalve bijgesteld bij een wijziging van de uitkeringsnormen overeenkomstig artikel 38 van de wet en artikel 5 van de IOAZ/IOAW.
Artikel 20 Onvoorziene situaties
In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 december 2019.
De secretaris,
mr. F.L. Romkema
De voorzitter,
mr. G.E. Oude Kotte
Nota van toelichting bij de Beleidsregels Terugvordering en Verhaal Aalsmeer 2019
De gemeente vordert gemeentelijke uitkeringen terug in de gevallen die in de wet zijn beschreven en doet dat volgens de regels van de wet. Hierbij houdt de gemeente rekening met de verschillende effecten van het terugvorderen en verhalen van de uitkering. Ook zorgen deze beleidsregels voor duidelijkheid over de uitvoering door de consulenten. Bij het vaststellen van deze beleidsregels zijn ontwikkelingen in wet- en regelgeving en de jurisprudentie meegenomen. In de toelichting per artikel worden alleen artikelen toegelicht die uitleg nodig hebben.
Bij een klein bedrag kan de gemeente besluiten om dit niet terug te vorderen, als dit te veel tijd en geld kost. De gemeente vordert een klein bedrag wél terug als er te veel uitkering is betaald omdat de inwoner onvoldoende informatie heeft gegeven aan de gemeente.
Soms scheldt de gemeente (een deel) van het terug te betalen bedrag kwijt. In deze regels staat omschreven wanneer de gemeente dit kan doen.
Bij de incasso zorgt de gemeente ervoor dat inwoners een inkomen blijven houden dat past bij hun persoonlijke situatie. Dit inkomen is in ieder geval gelijk aan of hoger dan de beslagvrije voet.
Artikel 2 Bevoegdheden algemeen
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om te veel ontvangen uitkering terug te vorderen.
Artikel 3 lid 1 Brutering van terugvorderingen
Het bruteren van terugvorderingen houdt in dat de vordering wordt opgehoogd met de loonbelasting en premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de bijstand verstrekt in het kader van de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtig is. Het bruteren gebeurt alleen voor zover deze belasting en premies niet verrekend kunnen worden met de door het college af te dragen loonbelasting en premies volksverzekeringen. Het bruteren gebeurt jaarlijks op 31 december over de vorderingen van het jaar daarvoor.
Artikel 3 lid 2 Brutering van terugvorderingen
Het komt voor dat de hoogte van de terugvordering pas enige tijd nadat bekend is geworden dat er een feit is waaruit een terugvordering voortkomt, kan worden vastgesteld. Is deze periode 3 maanden of langer wordt in principe geen brutering toegepast, tenzij de inwoner onvoldoende informatie heeft gegeven aan de gemeente.
Artikel 4 lid 1 t/m lid 4 Verplichtingen met betrekking tot de invordering
Als bewust of onbewust teveel uitkering is verstrekt, moet dit worden terugbetaald. In het terugvorderingsbesluit staat beschreven welk bedrag terugbetaald moet worden. De belanghebbende kan het college verzoeken om uitstel van betaling of een betalingsregeling als hij/zij niet in staat is om het bedrag in één keer te voldoen. Het verzoek om een betalingsregeling moet schriftelijk gebeuren en voorzien zijn van bewijsstukken.
Artikel 4 lid 5 Verplichtingen met betrekking tot de invordering
Als bezwaar wordt gemaakt tegen de terugvordering of tegen de maandelijkse betalingsverplichting wordt dit door het college gezien als een verzoek om uitstel. Dit verzoek wordt in principe toegekend tot één week na de dag van verzending van de beslissing op bezwaar.
Het college maakt gebruik van de mogelijkheid om de kosten van bijstand in te vorderen door middel van een dwangbevel. Dit dwangbevel kan per post worden toegezonden aan de belanghebbende.
Artikel 6 Verrekening en beslaglegging
Als degene van wie kosten van de uitkering wordt teruggevorderd een PW- IOAZ- of IOAW-uitkering van de gemeente ontvangt, mag het college die kosten verrekenen met die uitkering.
Als verrekening niet mogelijk is, kan het college besluiten invorderingsmaatregelen te treffen.
Artikel 7 Vaststelling aflosbedrag bij belanghebbenden met een uitkering
De huidige wetgeving rondom het leggen van inkomensbeslag wordt ten tijde van het schrijven van deze toelichting herzien. De beoogde ingangsdatum van de deze nieuwe wet is 01-01-2021. De minister heeft in Gemeentenieuws SZW 2019-04 aan gemeenten verzocht om vooruit te lopen op nieuwe wetgeving. Concreet vraagt zij gemeenten om bij verrekening van een vordering met een lopende bijstandsuitkering minimaal uit te gaan van een beslagvrije voet ter hoogte van 95% van de bijstandsnorm voor een alleenstaande, respectievelijk gehuwde (ex. artikel 21 van de Participatiewet).
In twee specifieke situaties is volgens de minister sprake van een uitzondering en zal (toch) een lagere beslagvrije voet kunnen worden gehanteerd:
als bij de berekening van de beslagvrije voet rekening is gehouden met alle correcties en op basis daarvan een lagere beslagvrije voet voor belanghebbende geldt;
als er naast de verrekening ook beslag is gelegd op de uitkering en de beslagleggende partij een lagere beslagvrije voet hanteert.
Het college geeft gehoor aan dit verzoek van de minister.
Artikel 8 Wettelijke rente en kosten
Als niet op tijd betaald wordt, kan de vordering verhoogd worden met rente en (incasso-)kosten. Deze kosten komen voor rekening van de belanghebbende.
Artikel 9 Volgorde van betaling
In het geval de belanghebbende meerdere vorderingen aan het college verschuldigd is, dan regelt dit artikel de volgorde van betaling. Het college bepaalt de volgorde van betaling. In de eerste plaats zal een betaling in mindering strekken op een vordering wegens opgelegde boete en in de tweede plaats op een vordering wegens ten onrechte ontvangen uitkering. Een vordering wegens een geldlening wordt gelijkgesteld met een vordering wegens ten onrechte ontvangen bijstand of uitkering.
Artikel 10 Afzien van invordering met gering bedrag
Uit het oogpunt van efficiënt debiteurenbeheer kan het college besluiten om af te zien van invordering als de vordering €50 of lager is, gerekend over 12 maanden. Dit geldt niet voor vorderingen die ontstaan zijn doordat de belanghebbende de inlichtingenplicht niet is nagekomen.
Artikel 11 Afzien van (verdere) invordering wegens schuldenproblematiek
Als in het kader van schuldhulpverlening een voorstel tot schuldbemiddeling wordt gedaan, stemt de gemeente hier onder voorwaarden mee in. De voorwaarden staan vermeld in het artikel.
De gemeente scheldt de schuld nog niet kwijt, maar vordert (vooralsnog) niet meer in.
Artikel 12 Intrekking besluit tot afzien van (verdere) invordering wegens schuldenproblematiek
Als het niet lukt om een minnelijke schuldenregeling te treffen, kan de gemeente besluiten om de schuld weer in te vorderen. In dit artikel staat beschreven in welke gevallen de gemeente dit kan doen.
Artikel 13 Afzien van (verdere) invordering op aanvraag na voldoen aan de betalingsverplichting
Hoewel het uitgangspunt dat een vordering wegens ten onrechte verleende bijstand of uitkering volledig dient te worde terugbetaald onverkort van kracht blijft, kan het in voorkomende gevallen onwenselijk zijn om de belanghebbende gedurende lange tijd te belasten met een (hoge) betalingsverplichting. Het college kan derhalve ambtshalve besluiten tot kwijting van een restvordering over te gaan, onder de voorwaarden zoals genoemd in dit artikel.
Artikel 14 Afzien van kwijtschelding
Als de vordering ontstaan is door een schending van de inlichtingenplicht, ziet de gemeente niet af van (verdere) invordering. Dit geldt ook als de vordering gedekt kan worden door pand of hypotheek.
Wanneer de onderhoudsplichtige niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voldoet, dan besluit het college tot verhaal in rechte over te gaan, tenzij het achterstallige bedrag € 600,00 of minder bedraagt. Met een beschikking van de rechter kan executoriaal beslag worden gelegd.
Daar waar de rechter een alimentatieverplichting ten behoeve van kinderen heeft vastgesteld, kan de invordering van achterstallige alimentatie worden overgedragen aan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen.
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om de kosten van de uitkering te verhalen op degene die bijvoorbeeld bij het ontbreken van gezinsverband zijn onderhoudsplicht jegens zijn echtgenoot, of minderjarig kind niet of niet behoorlijk nakomt. Tenzij sprake is van de uitzonderingen genoemd in artikel 15.
Als het op te leggen verhaalsbedrag lager is dan €50,00 per maand wegen de baten niet op tegen de te maken uitvoeringskosten bij verhaal.
Wanneer de onderhoudsplichtige niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voldoet, dan besluit het college tot verhaal in rechte over te gaan, tenzij het achterstallige bedrag € 600,00 of minder bedraagt. Met een beschikking van de rechter kan executoriaal beslag worden gelegd.
Daar waar de rechter een alimentatieverplichting ten behoeve van kinderen heeft vastgesteld, kan de invordering van achterstallige alimentatie worden overgedragen aan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen.
De gemeente kan via een deurwaarder betaling van de kosten afdwingen. De gemeente maakt van deze mogelijkheid gebruik, tenzij het bedrag €600,00 of minder bedraagt.
Artikel 19 Bijstellen aflossingsbedragen
De aflossingsbedragen worden ambtshalve bijgesteld bij een wijziging van de uitkeringsnormen. Met ingang van de dag waarop het netto minimumloon wijzigt, worden de normen herzien met het percentage van deze wijziging.
Artikel 20 Onvoorziene situaties
Dit artikel bepaalt dat in gevallen waarin strikte toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van zwaarwegende aard voor de belanghebbende leiden, het college in afwijking van deze beleidsregels kunnen besluiten. Hieronder worden in ieder geval niet verstaan financiële omstandigheden aangezien de belanghebbende te allen tijde de bescherming van de beslagvrije voet geniet.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-309422.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.