Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019

De raad van de gemeente Noardeast-Fryslân;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 januari 2019;

 

Gelet op:

 

de artikelen 156, 216 en 229, eerste lid, onderdelen a en b van de Gemeentewet en

artikel 7, tweede lid, van de Paspoortwet in samenhang met artikel 2, tweede lid van die wet en

artikel 1 van de Wet houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);

de Wet algemene regels herindeling.

 

Besluit:

 

Vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalendermaand tot en met (n-1)-de dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van n-de dag in een jaar tot en met (n-1)-de dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam leges worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van de aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • 2.

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

    • 2.

      Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van aanvraag de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

De leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

  • b.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

Artikel 5 Maatstaven en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Voor zover in de tarieventabel uurtarieven zijn opgenomen, wordt op verzoek bij de aanvraag van de dienst een raming gegeven van het aantal met de dienstverlening gemoeide uren.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis/ en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid van de Crisis/ en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een elektronisch bericht, stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, digitaal dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekend gemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    digitaal wordt gedaan, terstond;

  • c.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Teruggaaf of vermindering

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf of vermindering van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • a.

      onderdeel 1.1.7 (akten burgerlijke stand);

    • b.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • c.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • d.

      hoofdstuk 4, onderdelen 1.4.3.1 en 1.4.3.2 ( verstrekkingen uit de Basisregistratie personen);

    • e.

      hoofdstuk 6, onderdeel 1.6.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • f.

      hoofdstuk 11, (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening worden met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, de volgende verordeningen ingetrokken:

“Legesverordening 2019” van de gemeente Dongeradeel, vastgesteld in de raad van

1 november 2018;

“Legesverordening 2019” van de gemeente Ferwerderadiel, vastgesteld in de raad van 1 november 2018;

“Legesverordening 2019” van de gemeente Kollumerland c.a., vastgesteld in de raad van 1 november 2018,

met dien verstande, dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.”

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2019.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening 2019”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad van Noardeast -Fryslân van 17 januari 2019.

De Raad voornoemd,

de griffier,

mr. S. K. Dijkstra

de voorzitter,

H.H. Apotheker

Tarieventabel behorende bij de legesverordening 2019

Titel 1 Algemene Dienstverlening

 

Hoofdstuk 1 B urgerlijke stand

 

1.1 Het tarief bedraagt voor:

 

1.1.1 de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op

 

1.1.1.1 maandag tot en met vrijdag

€ 175,00

1.1.1.2 zaterdag

€ 450,00

1.1.2 het omzetten van een geregistreerd partnerschap naar een huwelijk

1.1.2.1 maandag tot en met vrijdag

 

€ 175,00

1.1.2.2 zaterdag

€ 450,00

Voor een huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap op Engelsmanplaat, worden de tarieven onder 1.1.1.1 tot en met 1.2.2.2 verhoogd met:

 

€ 55,00

1.1.3 het verstrekken van een trouw- of partnerschapsboekje

€ 18,40

1.1.3.1 het verstrekken van een trouw- of partnerschapsboekje inclusief een  uittreksel uit de burgerlijke stand

 

€ 31,60

1.1.4 het beschikbaar stellen van getuigen bij huwelijk of registratie van een partnerschap, per getuige:

 

€ 13,75

1.1.5 de benoeming van een onbezoldigd Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand

 

€ 110,00

1.1.6 een verklaring van huwelijksbevoegdheid

€ 23,30

1.1.7 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand; het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

   

1.1.8 Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in registers burgerlijke stand, per kwartier

 

€ 13,75

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart 

 

1.2 Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1 van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 65,30

1.2.1.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 

€ 52,00

1.2.2 van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort)

 

1.2.2.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 65,30

1.2.2.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 

€ 52,00

1.2.3 van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

 

1.2.3.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 65,30

1.2.3.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar

nog niet heeft bereikt

 

€ 52,00

1.2.4 van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

 

€ 52,00

1.2.5 van een tweede paspoort:

 

1.2.5.1 voor een persoon die op het moment van aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 65,30

1.2.5.2 voor een persoon die op het moment van aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 

€ 52,00

1.2.6 van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.6.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 51,08

1.2.6.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar

nog niet heeft bereikt

 

€ 29,05

1.2.7 voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde documenten, worden de in die onderdelen genoemde leges verhoogd met

 

€ 47,55

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

1.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs of trekkerscertificaat

 

€ 39,45

1.3.1.1 Het tarief onder 1.3.1 wordt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het vervangen of vernieuwen van een rijbewijs bij vermissing of beschadiging

verhoogd met

   

€ 17,00

1.3.1.2 Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 en 1.3.1.1 wordt bij een spoedlevering

vermeerderd met

 

€ 34,10

1.3.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het bemiddelen bij het verkrijgen van een formulier voor de aanvraag van een geneeskundige verklaring

   

€ 3,50

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen (BRP)

 

1.4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één inlichting of nasporing verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

   

1.4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één inlichting of nasporing verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

   

€ 6,20

1.4.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van gegevens, per verstrekking, aangevraagd aan het gemeenteloket

 

€ 8,50

1.4.3 In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

1.4.3.1 het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

 

€ 2,27

1.4.3.2 met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

 

€ 22,69

1.4.5 Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisadministratie

personen per kwartier

 

€ 22,75

 

Hoofdstuk 5 Bestuursstukken

 

1.5.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het

verstrekken van afschriften van:

 

1.5.1.1 de gemeentebegroting

€ 27,50

1.5.1.2 de gemeenterekening

€ 27,50

1.5.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het verstrekken van:

 

1.5.2.1 een afschrift van het verslag van een raadsvergadering , per pagina

€ 0,60

1.5.2.2 een afschrift van stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina

€ 0,60

1.5.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.5.3.1 een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie,

per pagina

 

€ 0,60

1.5.3.2 een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina

 

€ 0,60

1.5.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het vertrekken van een afschrift van een verordening, per pagina

 

€ 0,60

 

 

 

Hoofdstuk 6 Overige burgerzaken

 

1.6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

1.6.1.1 een verklaring omtrent gedrag

€ 41,35

1.6.1.2 legalisatie van een handtekening of foto, per legalisatie

€ 4,35

1.6.1.3 het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 6,20

1.6.1.4 overige verklaringen omtrent personen of zaken in het belang van de aanvrager opgemaakt, per exemplaar  

 

€ 6,20

1.6.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

1.6.2.1 een enkelvoudig verzoek optieverklaring

€ 184,00

1.6.1.4 een gemeenschappelijk verzoek optieverklaring

€ 314,00

1.6.1.5 een mede-opterend minderjarige

€ 21,00

1.6.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor :

 

1.6.3.1 een naturalisatieverzoek één persoon

€ 866,00

1.6.3.2 een naturalisatieverzoek samen met partner

€ 1105,00

1.6.3.3 het mee-naturaliseren van minderjarig kind, per kind

€ 128,00

1.6.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

1.6.4.1 een verzoek door staatloze of vergunninghouder om asiel (één persoon)

€ 644,00

1.6.4.2 een verzoek door staatloze of vergunninghouder om asiel samen met partner

€ 884,00

 

Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie

 

1.7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.1.1 tot het verstrekken van perceelsinformatie met betrekking tot bodemgegevens, al dan niet ten behoeve van aan-verkoop c.q. taxatie van onroerende zaken, per adres

   

€ 91,00

1.7.1.1.2 tot het verstrekken van perceelsinformatie met betrekking tot bestemmingsplangegevens, al dan niet ten behoeve van aan- en verkoop c.q. taxatie van onroerende zaken, per adres

   

€ 91,00

1.7.1.2 tot afgifte van een verklaring en (indien van toepassing) uittreksel op grond van de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen, per adres

 

€ 91,00

1.7.1.3 Voor het verstrekken van kadastrale informatie wordt een tarief in rekening gebracht als genoemd in de Regeling tarieven Kadaster.

 

 

Hoofdstuk 8 Gemeentearchief 

 

1.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

1.8.1.1 het doen van naspeuringen in gemeentearchief, per verzoek:

€ 27,50

1.8.1.2 verstrekking uittreksels of afschriften uit gemeentearchief, per verzoek:

€ 27,50

 

Hoofdstuk 9 Leegstandswet

 

1.9.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1. 9.1.1 tot het verlenen van een vergunning voor tijdelijke verhuur van een leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

 

€ 43,00

1.9.1.2 tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid van de Leegstandwet

 

€ 43,00

 

Hoofdstuk 10 Markten

1.10.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het innemen van een standplaats geldig voor:

- één dag:

   

€ 50,00

 

Hoofdstuk 11 Kansspelen

 

1.11.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.11.1.1 voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.11.1.1.1 voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

 

€ 56,50

En voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 43,00

1.11.1.1.2 voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaren of voor onbepaalde tijd

 

€ 226,50

1.11.1.1.3 voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

   

€ 90,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.11.1.2 De onderdelen 1.11.1.1 en 1.11.1.1.1 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

 

1.11.1.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

   

€ 30,00

 

Hoofdstuk 12 Winkeltijdenwet

 

1.12.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1.1 voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet

 

€ 91,00

1.12.1.2 tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.12.1.1 bedoelde

ontheffing over te dragen aan een ander

 

€ 91,00

1.12.1.3 tot het wijzigen van een in onderdeel 1.12.1.1 bedoelde ontheffing

€ 91,00

  

Hoofdstuk 13 Telecommunicatie

 

1.13.1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de telecommunicatiewet

     

€ 219,30

1.13.1.1 Indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, wordt het onder 1.13.1 genoemde bedrag verhoogd met:

   

€ 219,30

1.13.1.2 Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, worden de bedragen als genoemd in 1.13.1 en 1.13.1.1 verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet is opgesteld.

 

1.13.1.2.1 Indien een begroting als bedoeld in 1.13.1.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer

 

1.14.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.14.1.1 tot het verkrijgen van een ontheffing, van artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, met een geldigheidsduur van een:

- dag

   

€ 4,20

- week

€ 16,80

- half jaar

€ 25,10

- jaar

€ 50,25

1.14.1.2 voor het verkrijgen van een vergunning voor parkeren op door het college van burgemeester en wethouders , bij openbaar te maken besluit, aan te wijzen weggedeelten en tijdstippen die bestemd zijn het parkeren door vergunninghouder,

per jaar

     

€ 180,25

Indien de vergunning als bedoeld in artikel 1.14.1.2 in de loop van het jaar wordt vertrekt, is leges verschuldigd, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde leges als er in dat jaar na de vergunning verstrekking nog volle kalendermaanden overblijven.

Indien van de vergunning als bedoeld in artikel 1.14.1.2 in de loop van het kalenderjaar geen gebruik meer wordt gemaakt en bij de gemeente wordt ingeleverd, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde leges als er in dat jaar, na inlevering van de vergunning, nog volle maanden overblijven.

                   

1.14.1.3 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de

Regeling voertuigen

 

€ 31,40

1.14.1.4 voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW)

 

€ 33,70

1.14.1.4.1 voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in onderdeel 1.14.1.4 in geval van beschadiging, verlies of diefstal

 

€ 33,70

1.14.1.4.2 Het legestarief van artikel 1.14.1.4 wordt, wanneer ter zake van de aanvraag een geneeskundig onderzoek moet plaatsvinden verhoogd met het bedrag dat door de keuringsarts bij de gemeente hiervoor in rekening wordt gebracht.

     

1.14.1.5 voor het verkrijgen van, of het aanbrengen van wijzigingen aan een gereserveerde invalidenparkeerplaats (op kenteken).

 

€ 75,00

 

Hoofdstuk 15 Diversen

 

1.16.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.16.1.1 voor het verkrijgen of verlengen van een colportagevergunning

€ 91,00

1.16.1.2 tot het verstrekken van stukken voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per exemplaar

 

€ 6,20

1.16.1.3 ter verkrijging van elke niet in deze tabel genoemde vergunning, ontheffing of beschikking hoe ook genaamd, welke ter uitvoering van een algemeen verbindend voorschrift wordt afgegeven, of afschrift daarvan, per in de desbetreffende beschikking begrepen vergunning, ontheffing of beschikking

     

€ 91,00

1.16.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het vertalen van een in het Fries opgesteld schriftelijk stuk naar het Nederlands, per kwartier

   

€ 22,75

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1 Aanlegkosten:

De aannemingssom, exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Staatscourant 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie van de (bouw) werken, exclusief omzetbelasting.

Indien de aanleg geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, exclusief omzetbelasting.

2.1.1.2 Bouwkosten:

De aannemingssom , exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Staatscourant 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken.

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, exclusief omzetbelasting.

2.1.1.3 Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.1.4 In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.1.5 In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

2.1.1.6 Wro: Wet ruimtelijke ordening

2.1.1.7 Gebruiksoppervlakte: gebruiksoppervlakte als bedoeld in NEN 2580.

  

Hoofdstuk 2 Vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag

 

2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1 voor vooroverleg en/of het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning, ongeacht de uitkomst daarvan

   

€ 50,00

2.2.1.1 Indien voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2.1 gebruik wordt gemaakt van het instituut “Nije Pleats”, wordt het in dat artikelonderdeel genoemde bedrag verhoogd met

   

€ 1.000,00

2.2.1.1.2 De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de aanvrager in kennis is gesteld van de gebruikmaking van “Nije Pleats”.

 

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en

hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

  

2.3.1 Bouwactiviteiten

2.3.1.1 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, is het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, gelijk aan een percentage van de bouwkosten:

 

2.3.1.1.1 indien de bouwkosten minder bedragen dan € 200.000: 2.3% van de bouwkosten met een minimum van

 

€ 100,00

2.3.1.1.2 indien de bouwkosten minder bedragen dan € 500.000 doch niet minder dan € 200.000 vermeerderd met 1,7% van de bouwkosten die meer bedragen dan €200.000

   

€4.600,00

2.3.1.1.3 indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen vermeerderd met 1,1% van de bouwkosten die meer bedragen dan € 500.000

 

€9.700,00

2.3.1.1.4 De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een eerder verleende omgevingsvergunning als gevolg van, een naar omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging van het project worden geheven over de hogere bouwkosten ten opzichte van de bouwkosten bij de eerder verleend omgevingsvergunning en overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3.1.1, met dien verstande dat de leges niet minder bedragen dan

 

 

         

€ 100,00

2.3.1.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief verlaagd met 30% indien een aanvraag als bedoeld in 2.3.1.1 wordt ingediend met een gecertificeerde bouwbesluittoets waaruit blijkt dat de aanvraag volledig voldoet aan het Bouwbesluit 2012.

 

2.3.1.3 In afwijking van artikel 2.3.1.1 bedragen de leges voor de verlening van een omgevingsvergunning voor een opstelling van een zonnepanelenstellage op de grond, indien de aanvrager in het bezit is van het keurmerk “Mienskips Energie”

   

€ 202,80

 

 

2.3.2 Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, is het tarief gelijk aan het tarief bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 met dien verstande dat voor het begrip “bouwkosten” wordt gelezen “aanlegkosten”.

 

 

 

2.3.3 Planologisch strijdig gebruik

Onverminderd het bepaalde in 2.3.1 en 2.3.2 wordt, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo, het tarief:

             

 

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 1, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

€ 120,25

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

€ 178,75

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3, van de Wabo wordt toegepas (grote buitenplanse afwijking)

 

€1.280,50

2.3.3.1 Indien artikel 2.12, tweede lid van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

 

€ 178,75

Indien artikel 2.12, eerste lid onder b wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

€ 780,00

Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en indien het een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo (afwijking van provinciale regelgeving):

     

€3.466,65

Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn vastgesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en indien het een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo (afwijking van nationale regelgeving)

     

€3.466,65

Indien het een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder b van de

Wabo (afwijken voorbereidingsbesluit) bedraagt het tarief

 

€ 780,00

 

 

2.3.4 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheidIndien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen, wijzigen of vervangen van een gebruiksvergunning

 

 

           

€ 351,00

 

 

2.3.5 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder f van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2 eerste lid, onder b van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.5.1 voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een

monument:

 

€ 198,80

2.3.5.2 voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een

wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

 

€ 198,80

2.3.5.3 Indien een aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder h van de Wabo, of op het slopen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.2 eerste lid, onder c van de Wabo, met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van de provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

 

 

         

€ 198,80

 

 

2.3.6 Sloop activiteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht:

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan , beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoeld activiteiten:

 

 

 

 

 

                 

€ 520,00

 

 

2.3.7 Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of op verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

         

€ 294,65

 

 

2.3.8 Uitweg/inrit

 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken,

hebben of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemeen Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e van de Wabo, bedraagt het tarief

 

 

 

         

€ 294,65

 

 

2.3.9 Handelsreclame

Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met

behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder h en i van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk , met uitzondering van 2.3.1 indien tevens sprake is van een bouwactiviteit als daar bedoeld, indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

               

 

 

 

 

 

 

€ 76,90

 

 

2.3.10 Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.10.1 Indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld

in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo

 

€ 34,40

2.3.10.2 indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

   

€ 34,40

 

 

2.3.11 Kappen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2 eerste lid, aanhef, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

         

€ 88,00

 

 

2.3.12 Natura 2000-activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef onderdeel a, van het Besluit omgevingsrecht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de indien onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

         

€ 462,60

 

 

2.3.13 Flora- en fauna activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

         

€ 462,60

 

 

2.3.14 Andere activiteiten

Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1 behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

   

€ 229,65

2.3.14.2 behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.14.2.1 als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

 

 

       

€ 229,65

2.3.14.2.2 Indien het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.15 Omgevingsvergunning in twee fasen  

Indien de aanvraag omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met

betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

 

 

 

2.3.15.2 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

2.3.16 Beoordeling rapporten

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld: (de kosten worden per beoordeling geheven)

 

2.3.16.1 voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 89,40

2.3.16.2 voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 89,40

2.3.16.3 voor de beoordeling van een akoestisch rapport

€ 89,40

2.3.16.4 voor de beoordeling van een rapport gelijkwaardige oplossing

€ 89,40

 

 

2.3.17 Advies  

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

2.3.18 Verklaring van geen bedenkingen

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

 

 

         

€ 379,15

 

Hoofdstuk 4 Teruggaaf

 

Teruggaaf als gevolg intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- en aanlegactiviteit

 

2.4.1. Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, echter voordat op de aanvraag is besloten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges,

als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2. De teruggaaf bedraagt:

 

 

     

50%

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- en aanlegactiviteiten

 

2.4.2 Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project intrekt, bestaat aanspraak op gedeeltelijke teruggaaf van de op grond van de onderdelen 2.3.1. en 2.3.2 verschuldigde leges, tenzij van de vergunning gebruik is gemaakt.

De teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges bedraagt:

 

 

       

50%

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, en aanlegactiviteiten

2.4.3 Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op

teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2. De teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges bedraagt:

 

 

         

30%

2.4.3.1 Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.4.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

2.4.4 Teruggaaf als gevolg van buiten verdere behandeling stellen van aanvraag van een omgevingsvergunning voor bouw- en aanlegactiviteiten

 

Als een aanvraag om omgevingsvergunning met de activiteit bouwen of aanleggen buiten verdere behandeling wordt gesteld op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet Bestuursrecht, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2. De teruggaaf van de op grond van die onderdelen verschuldigde leges bedraagt:

 

 

       

60%

 

 

2.4.5 Teruggaaf leges omgevingsvergunning zonnepanelenstellage

 

Als de gemeente voor een project als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wabo betreffende de bouw en/of aanleg van een zonnepanelenstellage op de grond, een omgevingsvergunning heeft verleend, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op grond van onderdeel 2.3.1 geheven leges tot een bedrag van € 202,80, mits het verzoek is ingediend binnen drie jaren na verlening van de vergunning en de beschikking tot weigering van de Subsidie Duurzame Energieproductie (SDE) wordt overlegd.

 

 

 

2.4.7 Minimumbedrag voor teruggaaf 

Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven

 

 

Hoofdstuk 5 Overschrijven omgevingsvergunning

 

2.5.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verzoek tot overschrijving van een verleende vergunning

 

€ 65,00

 

Hoofdstuk 6 Wet geluidhinder/Procedure hogere grenswaarde

 

2.6 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een hogere waarde dan de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in artikel 110a Wet Geluidhinder bedraagt:

   

€ 130,00

 

Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

2.7.1 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt:

   

€5.461,65

2.7.2 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt:

   

€4.290,00

 

Hoofdstuk 8 Achteraf ingediende aanvragen

 

Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.2, en 2.3.3 t/m 2.3.14 bedraagt het tarief, indien de in het betreffende onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na de aanvang of het gereed komen van de daarin omschreven activiteiten, waarvoor een omgevingsvergunning is verplicht, 50% van de op grond van het onderdeel verschuldigde leges.

 

 

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

 

€ 108,35

  

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

Hoofdstuk 1 Horeca

 

3.1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.1.1. een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

 

€ 90,00

3.1.2 een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning

€ 288,00

3.1.3 een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet

 

€ 175,50

3.1.4 een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid van de Drank- en Horecawet

 

€ 160,50

3.1.5 een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

 

€ 393,00

Hoofdstuk 2 Evenementen en markten

 

3.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (evenementenvergunning), indien het betreft een:

 

3.2.1.1 klasse A evenement (kleinschalig)

€ 111,60

3.2.1.2 klasse B evenement

€ 381,60

3.2.1.3 klasse C evenement (grootschalig en/of met verhoogd risicoprofiel)

€ 894,60

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

 

3.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

3.3.1 het verlenen, verlengen of wijzigen van een exploitatievergunning van een

escortbedrijf of seksinrichting als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening

 

€ 955,50

 

Hoofdstuk 4 Geluidhinder

 

4.1 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing geluidhinder bedraagt:

 

€ 90,00

 

Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

5.1 Het tarief  voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking bedraagt:

 

€ 65,00

    

Behoort bij het raadsbesluit van 17 januari 2019

De griffier van de gemeente Noardeast-Fryslân

Naar boven