VERORDENING TOERISTENBELASTING GEMEENTE BUNNIK 2020

De raad van de gemeente Bunnik;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2019;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING TOERISTENBELASTING GEMEENTE BUNNIK 2020

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 , die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet , en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door één of meer leden van eenzelfde huishouden, bepaald op 2,20 personen;

  • 2.

    Het aantal malen dat is overnacht wordt, ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, mobiele kampeerondernemers en stacaravans op vaste standplaatsen, per persoon als bedoeld in lid 1:

  • a.

    gedurende de periode van 1 januari tot en met 31 december bepaald op 51;

  • b.

    gedurende de periode van 1 april tot en met 30 juni bepaald op 22;

  • c.

    gedurende de periode van 1 april tot en met 15 oktober of 15 april tot en met 1 november bepaald op 40;

  • d.

    gedurende de periode van 1 september tot en met 15 oktober bepaald op 11.

Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting:

  • 1.

    in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans € 0,67;

  • 2.

    in overige verblijfsaccommodaties € 2,07.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 9 Aanslaggrens

Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde bedragen (belastingsoort) of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid moeten de aanslagen, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, worden betaald in maximaal tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 11 Kwijtschelding

Kwijtschelding van de toeristenbelasting op voet van artikel 26 Invorderingswet 1990 wordt niet verleend.

Artikel 12 Nadere regels met betrekking tot de heffing en invordering

Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening toeristenbelasting 2019”, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 november 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting gemeente Bunnik 2020.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 12 december 2019.

De griffier,

……………………,

De voorzitter,

…………….

Naar boven