Nadere regels tot wijziging van de Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden 2018

 

Het college van burgemeester en wethouders van Rheden;

 

b e s l u i t :

 

gelet op de bepalingen in de Wet kinderopvang en de Wet op het primair onderwijs, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 tweede lid van de Algemene subsidieverordening Rheden;

 

vast te stellen: de Nadere regels tot wijziging van de Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden 2018

 

Artikel I Wijziging nadere regels

 

De Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden 2018 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Het opschrift komt als volgt te luiden:

 

overwegende;

 

dat één van de vervolgstappen van de vaststelling van de beleidsnotitie peuterbeleid 2019-2022 en de notitie ‘Nadere uitwerking van het ontwikkelrecht voor alle peuters in de gemeente Rheden’ is het opstellen van ‘nadere regels peuteropvang gemeente Rheden’, waarin de subsidieregels zijn uitgewerkt;

 

dat de regels betrekking hebben op het verlenen, verantwoorden en vaststellen van subsidie voor peuteropvang voor een peuter van ouders die niet onder de Wet kinderopvang (Wko) vallen;

 

dat de mogelijkheid moet worden geboden aan alle kinderopvangaanbieders in de gemeente Rheden om vanaf 1 januari 2019 een subsidieaanvraag in te dienen voor peuteropvang voor peuters van ouders die niet onder de Wko vallen en voor extra VVE aanbod voor doelgroeppeuters;

 

B

 

Artikel 1, onder c, komt te vervallen.

 

C

Artikel 1 onder l komt te luiden:

 

Landelijk uurtarief: het maximum uurtarief voor dagopvang (peuter- en kinderopvang), opgesteld door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voor 2020 is dit tarief geïndexeerd door de VNG met 1,9% en komt uit op € 8,17.

 

D

Artikel 1 onder m komt te luiden:

VVE uurtarief: voor 2020 is dit tarief geïndexeerd met hetzelfde percentage als in artikel 1 onder l (1,9%) en komt uit op € 9,68.

 

E

 

Na artikel 1 onder o wordt een nieuw artikel 1 onder p ingevoegd, luidende:

 

Dagdeel: een dagdeel betreft 3,5 uur.

 

F

 

Artikel 6 komt te luiden:

 

Artikel 6 Subsidieverlening

 

De (VVE-)aanbieder vraagt per halfjaar een subsidie aan met:

  • 1.

    een aanvraag tot subsidieverlening waarin de VVE-aanbieder een voorschot aanvraagt voor het eerste of tweede halfjaar. De (VVE-)aanbieder dient deze aanvraag uiterlijk een maand voor aanvang van het halfjaar in bij het college met gebruikmaking van het aanvraagformulier ‘Geschatte afname per (VVE-)aanbieder’. Dit betekent dat de aanvraag voor de periode van januari tot en met juni van een kalenderjaar uiterlijk tot 1 december van het voorgaande kalenderjaar en de aanvraag voor de periode van juli tot en met december van een kalenderjaaruiterlijk uiterlijk tot 1 juni van het kalenderjaar moet worden ingediend;

  • 2.

    een aanvraag tot vaststelling van de verleende subsidie waarin de VVE-aanbieder het college verzoekt om de als voorschot verleende subsidie vast te stellen. De (VVE-)aanbieder dient deze aanvraag uiterlijk een maand na afloop van het jaar in bij het college met gebruikmaking van het aanvraagformulier ‘Werkelijke afname per peuter’ en/of ‘werkelijke afname per (VVE-)aanbieder’. Dit betekent dat de aanvraag uiterlijk op 31 januari van het kalenderjaar moet worden ingediend.

 

G

 

Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:

De gemeente stelt de subsidie jaarlijks vast, in het eerste kwartaal van elk volgend jaar, aan de hand van alle door de (VVE-)aanbieder overgelegde formulieren, documenten en gegevens:

  • -

    inhoudelijk jaarverslag per aanbieder;

  • -

    borgingsdocument per locatie;

  • -

    ingevulde halfjaarlijkse aanvraagformulieren;

  • -

    eventueel incl. accountantsverklaring bij een subsidie hoger dan € 50.000,00.

Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplaatsen (daaronder wordt hier begrepen het aantal afgenomen uren peutervoorziening en voorschoolse educatie), het werkelijk gehanteerde uurtarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen.

 

I

 

Artikel 9 komt te luiden:

 

Artikel 9 Subsidieplafond

 

Het subsidieplafond voor het plaatsen van kinderen in de peuteropvang (deelname peuteropvang) bedraagt € 146.230,00 voor 2020. Voor VVE geldt geen subsidieplafond, de rijksbijdrage die hiervoor wordt ontvangen bedraagt in 2020 € 902.674,00.

 

J

 

Artikel II Inwerkingtreding

 

Deze Nadere regels treden de dag na publicatie in werking.

 

De Steeg, 13 december 2019

 

Burgemeester en wethouders voornoemd,

 

burgemeester.

 

secretaris.

 

Naar boven