Gemeenteblad van Kampen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Kampen | Gemeenteblad 2019, 308266 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Kampen | Gemeenteblad 2019, 308266 | Verordeningen |
Wijzigingen Verordening sociaal domein gemeente Kampen
De Verordening sociaal domein gemeente Kampen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3.4.10 wordt ingetrokken.
Artikel 3.4.11 wordt vernummerd naar artikel 3.4.10
Artikel 3.4.12 wordt vernummerd naar artikel 3.4.11
Artikel 3.4.13 wordt vernummerd naar artikel 3.4.12
Artikel 3.4.14 wordt vernummerd naar artikel 3.4.13
Artikel 3.4.15 wordt vernummerd naar artikel 3.4.14.
Aan artikel 3.7.2 wordt na het lidnummer 3 het navolgende lidnummer 4 toegevoegd:
@@@ Om taxivervoer voor inwoners die dat nodig hebben beschikbaar en betaalbaar te houden kijkt de gemeente eerst of een vervoersprobleem opgelost kan worden met collectief vervoer, voordat andere hulp-op-maat voorzieningen aan de orde kunnen komen.
Na artikel 3.7.2 wordt ingevoegd artikel 3.7.3. Artikel 3.7.3 luidt als volgt:
3.7.3 Omvang hulp-op-maat voor vervoer
Te verstrekken hulp-op-maat voor vervoer ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid en participatie stelt de inwoner in staat zich lokaal te verplaatsen met een omvang van maximaal 1500 kilometer per jaar.
Lid 3 van artikel 5.2.1 komt als volgt te luiden:
Een verhuiskostenvergoeding heeft voorrang op andere woonvoorzieningen, behalve als, in de situatie van de inwoner, een verhuiskostenvergoeding niet de goedkoopst compenserende voorziening is.
In lid 4 van artikel 5.2.1 wordt het woord “trekkerwoonwagen” vervangen door het woord “woonwagen”.
Artikel 5.2.3 komt als volgt te luiden:
De gemeente zorgt ervoor dat een inwoner van Nederland hulp-op-maat kan krijgen in de vorm van beschermd wonen als hij deze woonvorm nodig heeft als gevolg van complexe psychische of psychosociale problemen. Diegene moet, afgezien van het vereiste van inwonerschap, wel voldoen aan de voorwaarden genoemd in de artikelen 2.3.2 en 5.1 van deze verordening. Beschermd wonen kan worden ingezet als dit iemand helpt om zichzelf weer te kunnen handhaven in de samenleving. Beschermd wonen kan hierbij nodig zijn om:
Een persoon kan alleen in aanmerking komen voor de voorziening beschermd wonen in de gemeente Kampen als beschermd wonen in de gemeente Kampen voor die persoon het meest kansrijk is. De gemeente onderzoekt in welke gemeente of regio beschermd wonen voor persoon de grootste kans van slagen heeft, dat wil zeggen het meeste kan bijdragen aan de zelfredzaamheid en participatie (en daarmee het duurzaam herstel) van iemand. Daarbij bekijkt de gemeente of er factoren zijn in een gemeente of regio die de kans van slagen van de hulp-op-maat naar verwachting vergroten, zoals een sociaal netwerk welke een positieve invloed heeft of kan hebben op de zelfredzaamheid en participatie van iemand, en/of bestaand werk en/of dagbesteding en/of onderwijs van iemand en/of lopende hulpverlenings- of ondersteuningstrajecten. De gemeente kijkt ook of er factoren zijn in een gemeente of regio die de kans van slagen van de hulp-op-maat naar verwachting verkleinen, zoals een sociaal netwerk welke een negatieve invloed heeft of kan hebben op de zelfredzaamheid en participatie van iemand, en/of actuele criminele activiteiten van iemand en/of maatregelen die opgelegd zijn.
Artikel 5.2.4 komt als volgt te luiden:
De gemeente zorgt ervoor dat een inwoner van Nederland hulp-op-maat kan krijgen in de vorm van tijdelijke (maatschappelijke) opvang, als iemand de thuissituatie heeft verlaten en deze opvang nodig is omdat hij zich niet op eigen kracht kan handhaven in de samenleving als gevolg van psychische of psychosociale problemen. Afgezien van het vereiste van inwonerschap, moet wel voldaan zijn aan de voorwaarden genoemd in de artikelen 2.3.2 en 5.1 van deze verordening.
Een persoon kan alleen in aanmerking komen voor maatschappelijke opvang in de gemeente Kampen als de opvang in de gemeente Kampen voor die persoon het meest kansrijk is. De gemeente onderzoekt in welke gemeente of regio maatschappelijke opvang voor een persoon de grootste kans van slagen heeft, dat wil zeggen het meeste kan bijdragen aan de zelfredzaamheid en participatie (en daarmee het duurzaam herstel) van iemand. Daarbij bekijkt de gemeente of er factoren zijn in een gemeente of regio die de kans van slagen van de maatschappelijke opvang naar verwachting vergroten, zoals een sociaal netwerk welke een positieve invloed heeft of kan hebben op de zelfredzaamheid en participatie van iemand, en/of bestaand werk en/of dagbesteding en/of onderwijs van iemand en/of lopende hulpverlenings- of ondersteuningstrajecten. De gemeente kijkt ook of er factoren zijn in een gemeente of regio die de kans van slagen van de hulp-op-maat naar verwachting verkleinen, zoals een sociaal netwerk welke een negatieve invloed heeft of kan hebben op de zelfredzaamheid en participatie van iemand, en/of actuele criminele activiteiten van iemand en/of maatregelen die opgelegd zijn.
In artikel 5.3.1 wordt na ‘vrijwilligers’ de volgende woorden toegevoegd:
@@@ of anderen uit het sociale netwerk van de inwoner.
Artikel 5.3.2 komt als volgt te luiden:
Voor de financiële vergoeding komen mantelzorgers van inwoners van de gemeente Kampen in aanmerking. Dit betekent dat een mantelzorger die buiten de gemeente Kampen woont, maar zorgt voor een inwoner uit de gemeente Kampen, ook in aanmerking kan komen voor de financiële vergoeding voor mantelzorgers
Het steunpunt Mantelzorg registreert de gegevens, controleert of er geen sprake is van meerdere aanvragen per mantelzorger en of het daadwerkelijk om een mantelzorger gaat. De definitie van mantelzorg, zoals omschreven in deze regeling, geldt als uitgangspunt voor de beoordeling of de aanvrager een mantelzorger betreft.
In artikel 6.3.1 lid 1 en in lid 2 wordt het woord “pgb-budgetplan” vervangen door het woord “pgb-(budget)plan”.
Artikel 6.3.3 wordt vernummerd naar artikel 6.3.8.
Artikel 6.3.2 wordt vernummerd naar artikel 6.3.3
Artikel 6.3.2 wordt toegevoegd en komt als volgt te luiden:
Wanneer is een PGB niet mogelijk
als de inwoner verwijtbaar onder toezicht staat of een bewindvoerder heeft tenzij de bewindvoerder of iemand anders het volledige beheer van het PGB op zich neemt. Onder verwijtbaar wordt verstaan dat de persoon handelingen heeft verricht of keuzes heeft gemaakt die ertoe hebben geleid dat toezicht of bewindvoering noodzakelijk is;
voor zover het PGB is bestemd voor vakantie / verblijf in het buitenland als maatwerkvoorziening in de Wmo 2015. Een PGB, in het kader van de Jeugdwet, is niet mogelijk als het besteed wordt in het buitenland en het gaat om meer dan 13 weken per jaar of een aaneengesloten periode langer dan zes weken. Dit geldt niet als de gemeente hiervoor vooraf expliciet toestemming geeft. De eventuele besteding in het buitenland wordt dan meegenomen in het Pgb-plan;
Artikel 6.3.3 lid 4 onderdeel b komt als volgt te luiden:
Bij hulp-op-maat in de vorm van beschermd wonen is de hoogte van het pgb afhankelijk van de zorg die de inwoner ontvangt. Het pgb bedraagt maximaal 81% van de prijs van hulp-op-maat in natura voor beschermd wonen. De prijs is lager dan de hulp in natura prijs omdat bij een pgb voor beschermd wonen de inwoner zelf de huur van de accommodatie betaalt, terwijl bij hulp-op-maat in natura de zorgaanbieder de huur voor de accommodatie betaalt. De prijzen van hulp in natura zijn neergelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp van de gemeente Kampen. De inwoner mag geen vast maandloon overeenkomen of een andersoortige afspraak maken op basis waarvan uitbetaling door de SVB aan de dienstverlener plaatsvindt zonder voorafgaande verplichting van de inwoner tot overlegging aan de SVB van een door de inwoner goedgekeurde factuur of specificatie van ingezette zorg.
Artikel 6.3.3 lid 4 onderdeel c komt als volgt te luiden:
Voor hulp door iemand uit het sociale netwerk (informele hulp) van de inwoner geldt:
voor deeltijd verblijf/ logeeropvang (als er geen sprake is van een dienstbetrekking) kan een inwoner de maximale hoogte van de tegemoetkoming per kalendermaand ontvangen voor een hulp uit het sociaal netwerk zoals opgenomen in artikel 2ab lid 1 onder a van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 of artikel 8ab lid 1 onder a van de Regeling Jeugdwet, tenzij op basis van het PGB-plan van de inwoner kan worden volstaan met een lagere tegemoetkoming. Om voor de tegemoetkoming in aanmerking te kunnen komen moet de inwoner een verklaring hebben als bedoeld in artikel 2ab lid 3 van de Uitvoeringsregeling Wmo2015 of artikel 8ab lid 3 van de Regeling Jeugdwet die is goedgekeurd door de gemeente en door de SVB.
Artikel 6.3.3 lid 4 onderdeel d komt als volgt te luiden:
Gaat het om een pgb voor hulp bij het huishouden, dan wordt afgeweken van het bovenstaande voor wat betreft de hoogte van het pgb en het tarief dat verstrekt wordt aan iemand uit het sociale netwerk van de inwoner.
Artikel 6.3.4 wordt toegevoegd en luidt als volgt:
6.3.4 Hoogte PGB Hulp bij het huishouden
Er wordt onderscheid gemaakt in twee soorten maatwerkvoorzieningen behorend bij hulp bij het huishouden, te weten:
Het uurtarief voor inwoners die in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden in de vorm van een PGB bedraagt maximaal:
Het PGB-tarief voor HH1 is maximaal gelijk aan het loon van werknemers in de op en na hoogste trede van de HV- loonschaal, vermeerderd met vakantietoeslag en de tegenwaarde van verlofuren ten tijde van de inwerkingtreding van dit Besluit. De HV loonschaal bestaat uit 5 treden. Het tarief voor hulp bij het huishouden-2 is maximaal gelijk aan het PGB voor hulp bij het huishouden-1 vermeerderd met 16,35% conform de rekentool in het kader van het vaststellen van een reële kostprijs die gebruikt is voor de vaststelling van het tarief voor ZIN voor hulp bij het huishouden. Wordt de hulp geleverd door een informele hulp jonger dan 22 jaar dan is de hoogte van het PGB voor HH-1 en HH-2 maximaal het wettelijk minimumjeugdloon (inclusief vakantietoeslag) per uur.
Artikel 6.3.5, artikel 6.36 en artikel 6.3.7 worden toegevoegd en komen als volgt te luiden:
6.3.5 Hoogte PGB voor hulpmiddelen die bij ZIN alleen in bruikleen worden verstrekt
De hoogte van het ZIN-tarief is het tarief dat de gemeente betaalt om de voorziening te verstrekken. Wordt een voorziening in bruikleen verstrekt, dan betaalt de gemeente iedere maand een huurbedrag aan de leverancier van het product. In het geval een inwoner een PGB wil ontvangen voor een voorziening die bij ZIN alleen in bruikleen wordt verstrekt, is de hoogte van het PGB maximaal gelijk aan het huurbedrag per maand x de afschrijvingstermijn van de soort voorziening zoals deze in dit besluit is vastgelegd.
6.3.6 Binnen afschrijvingstermijn nieuw PGB
Als de inwoner een met het PGB aangeschafte voorziening binnen de afschrijvingstermijn niet meer gebruikt omdat deze niet meer compenserend is (onder andere ten gevolge van gewijzigde medische omstandigheden) en een nieuw PGB wordt toegekend:
6.3.7 Hoogte PGB voor woningaanpassing
De hoogte van een PGB voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een woningaanpassing (inclusief onderhoudskosten) wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door de gemeente geaccepteerde offerte. Blijkt na de gereedmelding van de woningaanpassing dat de kosten van de woningaanpassing hoger of lager uitvallen dan de geaccepteerde offerte, dan past de gemeente de hoogte van het PGB aan aan de werkelijke kosten. Hierbij blijft gelden dat alleen de goedkoopst compenserende kosten worden vergoed.
De woningeigenaar moet na voltooiing van de werkzaamheden in het kader van bouwkundige of woontechnische woonvoorzieningen, maar uiterlijk binnen 15 maanden na het verlenen van het PGB, aan de gemeente laten weten dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. Deze gereedmelding gaat vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden en verplichtingen waaronder het PGB is verleend. De gereedmelding is, indien nodig, tevens een verzoek om vaststelling en uitbetaling van het PGB. Het PGB wordt vastgesteld en betaald op basis van de door de gemeente geaccepteerde offerte en de conform het programma van eisen uitgevoerde werkzaamheden. Daarbij kunnen de volgende kosten in aanmerking worden genomen:
het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom, met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald voor de leden van NL ingenieurs en BNA in DNR 2011. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen;
Artikel 6.4 lid 1 komt als volgt te luiden:
De inwoner betaalt een bijdrage in de kosten voor Wmo-hulp-op-maat (maatwerkvoorziening) als die hulp in natura of als pgb wordt gegeven.
Artikel 6.4 lid 2 komt als volgt te luiden:
De inwoner betaalt een bijdrage in de kosten voor een maatwerkvoorziening of een pgb zolang de inwoner van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verleend. Voor de volgende voorzieningen geldt dat de bijdrage in de kosten nooit hoger is dan de kostprijs van die voorziening:
Artikel 6.4 lid 3 en 4 worden ingetrokken.
Artikel 6.4 lid 5 wordt omgenummerd tot artikel 6.4 lid 3.
Artikel 6.4 lid 6 wordt omgenummerd tot artikel 6.4 lid 4.
Artikel 6.4 lid 4 komt als volgt te luiden:
Gaat het om de kosten van een woningaanpassing voor een minderjarige inwoner, dan betalen de onderhoudsplichtige ouders, of degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over de minderjarige inwoner, de bijdrage. Dat geldt ook voor de ouder tegen wie een vaderschapsactie is ingesteld en de rechter dit verzoek heeft afgewezen (artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek), en voor degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een minderjarige inwoner.
Artikel 6.4 lid 7 wordt omgenummerd tot artikel 6.4 lid 5.
Artikel 6.4 lid 5 onderdeel d wordt omgenummerd tot artikel 6.4 lid 5 onderdeel e.
Artikel 6.4 lid 5 onderdeel d wordt toegevoegd:
voor collectief taxi-vervoer. In het collectief vraagafhankelijk vervoer betaalt de inwoner wel een reizigersbijdrage per rit. De hoogte van de reizigersbijdrage (de ritprijs) is gelijk aan het tarief van het reguliere busvervoer in Noord-West Overijssel.
Artikel 6.5 wordt toegevoegd en luidt als volgt:
De ZIN-tarieven die de gemeente voor maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo – zijnde levering van diensten – betaalt aan gecontracteerde leveranciers van die voorzieningen zijn vastgesteld door de gemeente. Deze tarieven zijn opgenomen in de Conversietabel Wmo. Deze tabel is te vinden op de website van de gemeente Kampen onder “Inkoop zorg”.
De ZIN-tarieven die de gemeente voor voorzieningen jeugdhulp – zijnde levering van diensten – betaalt aan gecontracteerde leveranciers van die voorzieningen zijn vastgesteld door het bestuur van het Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland. Deze tarieven zijn te vinden in het document “bijlage 2 tarieven en overige specifieke voorwaarden”. Dat document is te vinden op de website van het Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland onder “Documenten”.
De titel van artikel 8.2.2 komt te luiden:
Geen verwijtbaarheid en verjaring
Artikel 8.4.3 wordt omgenummerd tot artikel 8.4.4
Artikel 8.4.3 wordt toegevoegd:
Terugvordering in het kader van de Jeugdwet
Na artikel 11.2 worden de artikelen 11.3 tot en met 11.3.4 toegevoegd:
11.3 Kwaliteitseisen met betrekking tot PGB
Van een goede kwaliteit is sprake als de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de (individuele) (maatwerk)voorziening behoren, veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden verstrekt en, indien van toepassing, worden verstrekt in overeenstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de professionele standaard. Een PGB is alleen mogelijk is als naar het oordeel van de gemeente de ondersteuning van voldoende kwaliteit is en in voldoende mate bijdraagt aan het bereiken van het in de rapportage of het Plan van Aanpak opgenomen beoogde resultaat. Periodiek of steekproefsgewijs onderzoekt de gemeente uit het oogpunt van kwaliteit of het PGB juist is besteed.
11.3.1 PGB voor hulpmiddelen en woningaanpassingen
Om de kwaliteit van hulpmiddelen en woningaanpassingen te beoordelen, kijkt de gemeente onder meer naar de volgende factoren:
de leeftijd van het hulpmiddel gerelateerd aan de afschrijvingstermijn van het hulpmiddel. Het hulpmiddel moet namelijk gedurende de afschrijvingstermijn van het middel mee kunnen gaan. De afschrijvingstermijnen van hulpmiddelen zijn opgenomen in paragraaf 5.2 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Kampen;
11.3.2 PGB voor professionele dienstverlening / hulpverlening
De gemeente is van mening dat professionele dienstverlening / hulpverlening kwalitatief goed is als is voldaan aan de volgende voorwaarden:
de organisatie / hulpverlener beschikt over een ondernemingsplan en een deugdelijke administratie. Op verzoek van de gemeente overlegt de organisatie / hulpverlener het ondernemingsplan en kan de organisatie / hulpverlener aantonen dat hij een deugdelijke administratie bijhoudt. Uit deze administratie moet bijvoorbeeld blijken op welke tijdstippen / dagdelen de cliënt ondersteuning heeft ontvangen en wat de duur van deze ondersteuning is geweest;
11.3.3 PGB voor informele hulp / informele dienstverlening
In het geval van de beoordeling van de kwaliteit van de dienstverlening door een informele hulp (hieronder valt niet mantelzorg) bekijkt de gemeente onder meer de volgende factoren:
dat de hulpverlener beschikt over een ondernemingsplan en een deugdelijke administratie. Op verzoek van de gemeente overlegt de hulpverlener het ondernemingsplan en kan de hulpverlener aantonen dat hij een deugdelijke administratie bijhoudt. Uit deze administratie moet bijvoorbeeld blijken op welke tijdstippen / dagdelen de cliënt ondersteuning heeft ontvangen en wat de duur van deze ondersteuning is geweest;
11.3.4 Kwaliteit PGB door onafhankelijk deskundige
De gemeente schakelt eventueel een onafhankelijk deskundige in die een oordeel geeft over de kwaliteit van de hulp die verstrekt wordt uit het PGB. Hierbij wordt de vraag gesteld of de hulp die wordt ingezet ook datgene biedt wat de inwoner nodig heeft om aan de gestelde doelen te werken.
Aan hoofdstuk 12 Begrippenlijst worden de volgende begrippen toegevoegd:
Informele hulp: Onder hulp uit het informele / sociale netwerk wordt verstaan de betaalde hulp uit de huiselijke kring van de inwoner of uit het sociale netwerk van de inwoner, waarbij geldt dat:
In hoofdstuk 12 wordt in de begrippenlijst het begrip “ondersteuningsplan” gewijzigd. De naam van het begrip “ondersteuningsplan” wordt gewijzigd in het begrip “rapportage”.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-308266.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.