Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2019, 306458 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2019, 306458 | Overige besluiten van algemene strekking |
Subsidieregeling stimulering ritbesparing in de bouwlogistiek 2019-2021
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de concerndirecteur van het cluster Stadsontwikkeling van 10 december 2019; kenmerk 19bb023140;
gelet op de artikelen 3, 4, 5 en 8 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;
overwegende, dat het gewenst is om de luchtkwaliteit in Rotterdam te verbeteren en daarom de hoeveelheid transportbewegingen met vrachtverkeer van en naar bouwlocaties te verminderen en aannemers te stimuleren het aantal ritten te verminderen door hun bouwlogistiek anders in te richten en vracht te vervoeren met emissieloze voertuigen;
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Het bepaalde in deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidie door het college van burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de meerkosten die worden gemaakt om ritbesparing te realiseren, gedurende de projectperiode.
Indien op het moment van subsidieaanvraag de aanvrager voor een project reeds maatregelen heeft getroffen voor ritbesparing, wordt door TNO een intakegesprek gehouden met de subsidieaanvrager om de extra ritbesparing voor de resterende periode te bepalen. Voor een dergelijk project geldt dat het niet eerder is gestart dan op 1 januari 2019, dat het moment van subsidieaanvraag niet later is dan 1 maand na publicatie van deze regeling en dat sinds de start van de projectperiode een digitaal systeem is gebruikt voor de registratie van ritten waarmee de aannemer leveringen van bouwmaterialen en materieel vastlegt wat betreft tijd en locatie van levering en de voertuigcategorie.
Artikel 9 Aanvullende weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 8 van de SVR 2014 kan subsidieverlening worden geweigerd indien:
In aanvulling op de artikelen 12 en 12a van de SVR 2014 zijn de onderstaande verplichtingen verbonden:
Bijlage 1. Kaart van de Rotterdamse Ruit
als bedoeld in artikel 1 van de Subsidieregeling stimulering ritbesparing in de bouwlogistiek 2019-2021
Deze subsidieregeling is een stimuleringsregeling voor aannemers, die bouwwerken uitvoeren binnen de Rotterdamse ruit. Deze regeling heeft tot doel dat aannemers hun bouwlogistiek voor projecten in Rotterdam aanpassen, zodat deze minder emissies veroorzaakt. Dat kunnen aannemers doen door minder ritten te (laten) maken en ritten uit te voeren met emissieloze voertuigen. Het gaat hierbij enkel en alleen om de bouwmaterialen en bouwmaterieel van vracht, niet om het vervoer van mensen.
Het aantal ritten is het aantal afleveringen met voertuigen met vracht naar de bouwplaats. Een rit van een voertuig dat van een leverancier of een bouwhub naar de bouwplaats rijdt en weer terugrijdt naar de leverancier of bouwhub geldt als één rit en telt dus één keer mee voor subsidie.
Het gaat in deze regeling alleen om bouwwerken zoals kantoren, scholen, zorginstellingen, winkels, woningen, sporthallen, horeca, etc. en niet om bouwwerken voor GWW- of infraprojecten.
De indeling in voertuigcategorieën E1 t/m E6 is een indeling die door TNO wordt gehanteerd en is maatgevend voor de gemiddelde NOx emissiezwaarte van een voertuig en wordt gehanteerd onafhankelijk van bouwjaar en soort brandstof.
Het aantal bespaarde – niet gereden en emissieloze – ritten is een maat voor de bespaarde uitstoot en luchtvervuiling. Minder ritten heeft een positief effect op de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en wegverkeerslawaai.
De subsidie wordt verstrekt voor het realiseren van minder ritten en emissieloze ritten met bouwmaterialen en bouwmaterieel. Uitgangspunt voor het subsidiebedrag is de mogelijke besparing op het aantal ritten met bouwmaterialen en bouwmaterieel, waarvoor bijvoorbeeld bouwhubs kunnen worden ingezet - locaties waar leveranties worden gesorteerd en worden samengevoegd op basis van hun bestemming voor een gezamenlijk transport -, plus het aantal ritten met bouwmaterialen en bouwmaterieel dat wordt vervangen door ritten met emissieloze voertuigen. Het besparen op het vervoer van mensen telt niet mee voor subsidie.
Het uitgangspunt is een realistische besparing van een minimum aantal ritten met vracht. Het minimum aantal te besparen ritten is 100, onder dit aantal komt de aanvrager niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
De meerkosten zijn bijvoorbeeld de kosten die worden gemaakt om een zogenaamde bouwhub in te richten of te huren, of de inzet van emissieloze voertuigen.
Emissieloze ritten en ritbesparingen die reeds onderdeel zijn van een gegund contract voor het bouwwerk worden gezien als onderdeel van de prijs, worden derhalve niet beschouwd als meerkosten en zijn niet subsidiabel.
Artikel 6 Hoogte van de subsidie
De aanvrager kan een schatting maken of hij de drempel van 100 ritbesparingen haalt. Op basis daarvan kan hij besluiten om bij TNO een berekening te laten doen ten behoeve van een aanvraag voor subsidie. Deze berekening maakt onderdeel uit van de subsidieaanvraag.
De aanvraag wordt vervolgens door de gemeente in detail bekeken en doorgerekend en daaruit volgt een besparingspotentieel per voertuigcategorie.
Voor het precies bepalen van de potentiële ritbesparing per voertuigcategorie en het daarmee aan te vragen subsidiebedrag voert TNO een berekening uit.
Het subsidiebedrag per bespaarde rit per voertuigcategorie is evenredig met de gemiddelde uitstoot van de voertuigcategorie. Er zijn zes voertuigcategorieën gedefinieerd volgens de indeling E1 t/m E6.
De subsidie voor emissieloze ritten wordt berekend voor het aantal ritten E1 t/m E6 dat wordt vervangen door de emissieloze ritten, niet voor het aantal emissieloze ritten.
Het college heeft een aantal gegevens nodig om exact te berekenen hoeveel ritten kunnen worden bespaard en een subsidiebedrag te bepalen dat de aannemer kan invullen in de subsidieaanvraag.
Als de aannemer inschat dat hij meer dan 100 ritten kan besparen, vraagt hij een gesprek aan met de gemeente. Vervolgens laat de gemeente door TNO, eventueel na een gesprek van TNO met de aannemer, de exacte ritbesparing per voertuigcategorie E1 t/m E6 vaststellen. Daar komt dan vervolgens een potentieel subsidiebedrag uit dat de aannemer kan invullen op het aanvraagformulier. Op grond van deze berekening wordt de hoogte van de subsidie vastgesteld, tot een maximum van € 150.000 per bouwwerk. Dit subsidiebedrag vult de aanvrager in op het aanvraagformulier.
De aannemer is de feitelijke uitvoerder van het bouwwerk (of de renovatie daarvan) en de partij die materialen van en naar de bouwplaats rijdt of laat rijden. De subsidieverstrekker wil een bewijs dat de aanvrager een aannemer is door een recent uittreksel uit het KvK register, en dat de aannemer werkt in opdracht van de eigenaar van het bouwwerk, bijvoorbeeld met een opdrachtbrief.
De gegevens van de aanvrager worden uitsluitend gebruikt voor het vaststellen van het besparingspotentieel. De aangeleverde gegevens worden niet verder verspreid.
Subsidie is een stimuleringsmaatregel waarmee alleen activiteiten worden ondersteund die zonder subsidie niet zouden worden uitgevoerd. Als voor een project reeds initiatieven zijn genomen om ritten te besparen, zal worden berekend wat het extra besparingspotentieel is van initiatieven zoals een andere of extra bouwhub of extra emissieloze ritten. Hiertoe is een gesprek tussen aanvrager en subsidieverstrekker nodig om vast te stellen wat de gevolgen van de extra initiatieven voor de ritbesparing zijn.
De subsidieontvanger is verplicht om inzicht te geven in de maatregelen die hij neemt om ritten te besparen, zoals het gebruik van een bouwhub of prefab materialen, zodat het college kan toetsen of het aantal gesubsidieerde ritten daadwerkelijk is bespaard.
Tevens moet de subsidieontvanger aangeven of bepaalde ritten zijn uitgevoerd met emissieloze voertuigen die ritten besparen in de categorie E1 t/m E6, bijvoorbeeld door facturen van het emissieloze transport te overleggen of ritregistraties te overhandigen indien het een emissieloos voertuig van de aannemer betreft. Deze emissieloze ritten worden namelijk ook als besparing aangemerkt.
De subsidieontvanger werkt mee aan het door het college kunnen uitvoeren van controles bij de maatregelen voor ritbesparing. Administratief en ook door het eventueel verzorgen van stroom voor camera’s en het kunnen plaatsen van meetapparatuur.
Het college verplicht de subsidieverkrijger om de resultaten te delen met de branche en ten minste de algemene gegevens over het bouwwerk, het aantal bespaarde ritten per voertuigcategorie en de wijze waarop de besparing is gerealiseerd, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een bouwhub en emissieloze voertuigen in te zetten.
Dit gemeenteblad 2019, nummer 176, is uitgegeven op 11 december 2019 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-306458.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.