2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, naast genoemd percentage van de bouwkosten:
|
2,69%
|
|
met een minimum van
|
€ 119,10
|
2.3.1.2
|
Welstandstoets
|
|
2.3.1.2.1
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd en toetsing aan welstandscriteria van de welstandsnota moet plaatsvinden wordt:
|
|
|
Indien hierover het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met naast genoemd percentage
|
0,56%
|
|
van de bouwkosten met een minimumbedrag van:
|
€ 89,25
|
|
Extra welstandstoets
|
|
2.3.1.2.2
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
|
€ 88,15
|
2.3.1.3
|
Verplicht advies Agrarische beoordelingscommissie
|
|
2.3.1.3.1
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Stichting Agrarische Commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
|
2.3.1.3.2
|
indien het een bestaand bedrijf betreft
|
€ 825,00
|
2.3.1.3.3
|
inzake nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een bedrijfsplan
|
€ 980,00
|
2.3.1.3.4
|
wanneer de agrarische beoordelingscommissie wordt verzocht ook uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken te betrekken
|
€ 1035,00
|
2.3.1.3.5
|
nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen
|
€ 495,00
|
2.3.1.3.6
|
Indien het een second opinion betreft
|
€ 1.295,00
|
2.3.1.3.6
|
Indien blijkt dat de advies aanvraag dermate complex is kan elk van de bovenstaande tarieven als genoemd in 2.3.1.3.1 t/m 2.3.1.3.6 verhoogd worden met een bedrag van € 80,00 per uur.
De agrarische beoordelingscommissie geeft na ontvangst van de adviesaanvraag z.s.m. aan de gemeente door het aantal uren dat zij naar verwachting extra nodig zal hebben voor het geven van een advies.
|
|
2.3.1.4
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.4.1
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges:
|
125%
|
2.3.1.5
|
Aanvraag hogere waarde geluidshinder
|
|
2.3.1.5.1
|
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag hogere waarden geluidhinder ingevolge artikel 83 Wet geluidhinder, bedraagt
|
€ 324,30
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
2,69%
|
|
van de aanlegkosten, met een minimum van:
|
€ 119,10
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast, (binnenplanse afwijking):
|
€ 416,95
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast, (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):
|
€ 542,05
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast, (buitenplanse afwijking):
|
|
2.3.3.3.1
|
In de vorm van een projectbesluit:
|
€ 1.853,20
|
2.3.3.3.2
|
In de vorm van een bestemmingsplanherziening:
|
€ 2.084,20
|
2.3.3.4
|
Vervallen
|
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 416,95
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
1,5%
|
2.3.3.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 402,75
|
2.3.3.8
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang (of provinciaal belang betreft, nut zie nr 2.3.3.6), de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of provinciale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast, (binnenplanse afwijking):
|
€ 458,70
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast, (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):
|
€ 569,80
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
|
2.3.4.3.1
|
In de vorm van een projectbesluit:
|
€ 1.910,99
|
2.3.4.3.2
|
in de vorm van een bestemmingsplanherziening
|
€ 2.154,15
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
|
€ 569,80
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)
|
€ 453,25
|
2.3.4.6
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 453,25
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 386,25
|
2.3.4.8
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
Offerte basis
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, wordt het hiernaast genoemde bedrag vermeerderd met een bedrag voor een inrichting met een vloeroppervlak binnen de constructie van de gebouwfunctie van
|
€ 197,30
|
2.3.5.1.1
|
0 tot en met 100 m2
|
€ 380,60
|
2.3.5.1.2
|
101 tot en met 250 m2
|
€ 570,30
|
2.3.5.1.3
|
251 tot en met 750 m2
|
€ 760,85
|
2.3.5.1.4
|
751 tot en met 1.500 m2
|
€ 1.141,40
|
2.3.5.1.5
|
1.501 tot en met 2.500 m2
|
€ 1.711,35
|
2.3.5.1.6
|
2.501 tot en met 5.000 m2
|
€ 2.473,00
|
2.3.5.1.7
|
5.001 tot en met 10.000 m2
|
€ 3.423,00
|
2.3.5.1.8
|
10.001 m2 en meer
|
€ 4.565,60
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen monument een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1 genoemd bedrag
|
€ 59,45
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een rijks- of gemeentelijk beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet of de Monumentenverordening wordt het bedrag uit 2.3.6.1 verhoogd met het hier naast genoemde percentage van de bouwkosten:
|
0,56%
|
2.3.6.2
|
Het tarief inzake monumentenadvies van de commissie ruimtelijke kwaliteit bedraagt per uur
|
€ 122,00
|
2.3.6.1.2
|
Archeologievergunning
|
|
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een archeologievergunning in het kader van de Gemeentelijke monumentenvergunning bedraagt
|
€ 119,10
|
2.3.7
|
Projecten of handelingen in het kader van de Wet Natuurbescherming
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 2.7 van de Wet Natuurbescherming bedraagt het tarief, naast het in 2.3.1.1 genoemde bedrag
|
€ 119,10
|
2.3.7.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor Habitats en soorten in een door de minister aangewezen gebied als bedoeld in artikel 2.7 van de Wet Natuurbescherming bedraagt het tarief, naast het in 2.3.1.1 genoemde bedrag
|
€ 119,10
|
2.3.7.3
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 3.3. van de Wet Natuurbescherming ontheffing nodig is, bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1 genoemde bedrag
|
€ 119,10
|
2.3.8
|
Vervallen, Flora- en faunawet opgenomen in Wet Natuurbescherming
|
|
2.3.9
|
Andere activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.9.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 118,95
|
2.3.9.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of Waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 118,95
|
2.3.9.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 118,95
|
2.3.9.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.10
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.10.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.10.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
2.3.10.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde omgevingsvergunning eerste fase:
|
€ 118,95
|
2.3.11
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.11.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 118,95
|
2.3.11.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 203,05
|
2.3.12
|
Beoordeling akoestisch
|
|
2.3.12.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het beoordelen van een akoestisch onderzoek ten behoeve van een hogere waarde, gelet op de Wet geluidhinder
|
€ 445,20
|
2.3.13.
|
Advies
|
|
2.3.13.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
Offerte basis
|
2.3.13.2
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.13.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.14
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.14.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.14.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 225,85
|
2.3.14.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.14.2
|
Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.3.13.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.15
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 272,85
|
2.3.16
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening <of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 272,85
|
2.3.17
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 3 van de Bomenverordening gemeente Montfoort een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 272,85
|