Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2020

Verordening toeristenbelasting 2020

 

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

 

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

 

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    Als verpleegde of verzorgde in een instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen tot verpleging of verzorging van zieken, van hulpbehoevenden of van bejaarden.

  • 2.

    Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden

 

Artikel 5 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 1,33

 

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 8 Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid moet een voorlopige aanslag worden betaald in vier termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van het eerste kalenderkwartaal van het desbetreffende belastingjaar en de volgende termijn telkens drie maanden later.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid is een voorlopige aanslag welke is opgelegd voor de elfde maand van het belastingjaar, invorderbaar in zoveel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld nog maanden van het belastingjaar overblijven. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 10 Aanmeldingsplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot overnachten verschaft, dit schriftelijk te melden aan de inspecteur zoals bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a, van de Gemeentewet.

  • 2.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden een nachtregister bij te houden.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening toeristenbelasting 2019 van 7 november 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, maar niet eerder dan 1 januari 2020.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening toeristenbelasting 2020"

 

Aldus besloten in de raadsvergadering van 6 november 2019.

voorzitter

griffier

mr. drs. M. Huisman

Naar boven