De raad van de gemeente Gouda;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2019, nummer 3445;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;
besluit tot vaststelling van:
Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2020
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd is of geschikt is voor het vervoer te water van persoon of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;
- b.
meetbrief: het document als bedoeld in artikel 347, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel;
- c.
woonschip: schip dat uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd wordt of bestemd is voor bewoning;
- d.
bedrijfsvaartuig: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of, te oordelen naar zijn constructie of inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is voor bedrijfs- of kantoorwerkzaamheden (zie de Vaartuigenverordening 1999 (artikel 1, onder c));
- e.
gemeentewater : water en openbare werken, ten behoeve van de scheepvaart gemaakt, die hetzij direct, hetzij indirect voor rekening van de gemeente Gouda worden onderhouden, beheerd of door de gemeente Gouda in stand worden gehouden;
- f.
dag periode van 24 uur of korter;
- g.
maand het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'havengeld' worden rechten geheven voor alle vaartuigen, welke in gemeentewater aanleggen, verblijven of zich op welke wijze dan ook aldaar bevinden.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van deze optreedt.
Artikel 4 Vrijstellingen
Het havengeld wordt niet geheven ter zake van:
- a.
doorvarende vaartuigen, die in de gemeente niet laden/lossen en niet langer verblijven dan voor de doorvaart noodzakelijk is;
- b.
roeiboten behorende tot vaartuigen, waarvoor havengeld verschuldigd is, mits zij daaraan zijn bevestigd;
- c.
vaartuigen die uitsluitend ten behoeve van de gemeente worden gebruikt;
- d.
- e.
vaartuigen die de reis niet kunnen voortzetten doordat de doorgang door gesloten water, of als gevolg van een andere onverwachtse omstandigheid, is gestremd;
- f.
vaartuigen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;
- g.
vaartuigen die niet op een aanlegplaats liggen en korter zijn dan 4 meter.
Artikel 5 Tarieven
- 1.
De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
De grondslag voor de berekening van het havengeld is de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in strekkende meters (m1), zoals deze blijkt uit de meetbrief en indien deze ontbreekt of de vereiste gegevens niet bevat, ambtshalve wordt vastgesteld.
- 3.
Voor de berekening van het havengeld wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid (lengte, tijdsduur) als volle eenheid aangemerkt.
- 4.
Belastingaanslagen van € 5,-- of minder worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslag verschuldigde bedragen voor belastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.
Artikel 6 Wijze van heffing
Het havengeld wordt geheven bij wege van aanslag dan wel mondelinge of schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van een schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.
- 2.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten welke bij wege van aanslag worden geheven, worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de havengelden wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de havengelden.
Artikel 10 Overgangsrecht
De ‘Verordening havengelden 2019’ van 12 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening havengelden 2020'.
Tarieventabel behorende bij de Verordening havengelden 2020
- I.
Zone indeling gemeentewater.
ZONE
|
Omvat
|
I
|
Goudkade; Gouwe buiten de singels; Jaagpad
|
II
|
Gouwe binnen de singels;
Oost-en
Westhaven
; Turfmarkt
|
III
|
Kattensingel; Nieuwe Veerstal: Turfsingel; IJsselkade; Overig gemeentewater
|
NB. deze zoneverdeling is niet van toepassing op woonschepen.
De rechten, als bedoeld in artikel 2, bedragen:
- A)
voor vaartuigen, met uitzondering van woonschepen, voor:
Zone I, met uitzondering van bedrijfsvaartuigen (niet zijnde rondvaartboten):
Per m1 lengte, met een maximum van 20 m1:
per dag: € 1,25
tot maximaal per maand: € 4,43
Zone I, voor bedrijfsvaartuigen (niet zijnde rondvaartboten):
Per m1 lengte, per dag:
< 50m1: € 0,37
≥ 50m1: € 0,73
Zone II, met uitzondering van bedrijfsvaartuigen (niet zijnde rondvaartboten):
Per m1 lengte, met een maximum van 12 m1:
per dag: € 1,58
tot maximaal per maand: € 5,63
Zone II, voor bedrijfsvaartuigen (niet zijnde rondvaartboten):
Per m1 lengte, per dag:
< 50m1: € 0,47
≥ 50m1: € 0,91
Zone III, met uitzondering van bedrijfsvaartuigen (niet zijnde rondvaartboten):
Per m1 lengte, met een maximum van 12 m1:
per dag: € 1,90
tot maximaal per maand: € 6,75
Zone III, voor bedrijfsvaartuigen (niet zijnde rondvaartboten):
Per m1 lengte, per dag:
< 50m1: € 0,55
≥ 50m1: € 1,10
.
- B)
voor woonschepen:
- *
met een lengte ≤ 15 m1 € € 373,30 per jaar;
- *
voor iedere m1 boven de 15 meter wordt € 48,85 per jaar extra in rekening gebracht.