Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2019, 304105 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2019, 304105 | Verordeningen |
Eerste wijziging Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2017
De concerndirecteur van het cluster Werk & Inkomen,
gelezen het voorstel van afdeling C&O, d.d. 8 november 2019 en de daarop uitgebrachte adviezen;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 58, eerste, tweede en vijfde lid, van de Participatiewet, artikel 25, vijfde lid, van de IOAW/IOAZ, artikelen 12, tweede lid, onder, c, en 43, tweede lid, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004, artikel 1.3, tweede lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016 en artikel 3 van het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de Algemeen Directeur 2016;
De Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2017 worden als volgt gewijzigd:
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
inlichtingenplicht: verplichting als bedoeld in artikel 17, eerste lid van de Participatiewet, artikel 38, tweede lid, van het Bbz 2004, artikel 13, eerste lid van de IOAW, artikel 13, eerste lid, van de IOAZ en artikel 30c, tweede en derde lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 8 Terugvordering loonbelasting en premies
Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op terugvorderingsbesluiten genomen voor 1 januari 2020.
Namens het college van burgemeester en wethouders,
De concerndirecteur cluster Werk & Inkomen,
J.H. Meijer
Bij Besluit van 18 september 2019 is onder meer het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (verder: Bbz 2004) gewijzigd in verband met verdere uniformering van dit Besluit met de Participatiewet. Daarbij zijn enige terugvorderingsverplichtingen uit het Bbz 2004 omgezet in bevoegdheden.
Daarnaast is het beleid aangepast rondom de terugvordering van afgedragen loonbelasting en premies volksverzekeringen van de werkzoekende (brutering).
Door aanpassing van de tekst van artikel 8 is de definitie van bruteren niet meer nodig. Deze is daarom verwijderd.
Daarnaast is bij de inlichtingenplicht artikel 38, tweede lid, Bbz 2004 toegevoegd.
Het vijfde en zesde lid betreffen de lening inzake bedrijfskapitaal.
In dit artikel wordt invulling gegeven aan de in het vijfde lid van artikel 58 van de Participatiewet, respectievelijk artikel 25, vijfde lid, IOAW en IOAZ, toegekende bevoegdheid om bij terugvordering van de uitkering, ook de daarover verschuldigde loonbelasting en premies terug te vorderen (brutering).
Besloten is om artikel 8 aan te passen omdat brutering schulden verhoogt. Voorkomen moet worden dat de burger die tijdig en volledig aan zijn inlichtingenplicht heeft voldaan, wordt geconfronteerd met brutering.
Ook voor kleinere vorderingen als gevolg van een schending van de inlichtingenplicht, wordt een uitzondering gemaakt. Dit staat overigens los van beoordeling van de mate van verwijtbaarheid van die schending in het kader van de eventuele boete-beoordeling.
In het eerste lid is uitgewerkt in welke gevallen deze worden teruggevorderd. Het betreft hier een cumulatieve eis.
Er wordt dus alleen teruggevorderd wanneer aan alle eisen genoemd in onderdeel a) tot en met c) is voldaan.
In onderdeel a) is aangegeven dat deze niet worden teruggevorderd indien en voor zover belasting en premies kunnen worden verrekend met de door het college af te dragen belasting en premies. Dit is het geval wanneer de vordering wordt terugbetaald binnen het kalenderjaar waarin de periode ligt waarover wordt teruggevorderd.
Onderdeel b) geeft aan dat deze alleen worden teruggevorderd als de vordering het gevolg is van een schending van de inlichtingenplicht.
Onderdeel c) geeft aan dat alleen vorderingen van € 750,- of meer worden gebruteerd. Het gaat hier om de hoogte van de oorspronkelijke vordering. Ook bij de IOAW/IOAZ betreft dit dus de netto vordering.
Doorslaggevend voor de vraag of er moet worden gebruteerd, is het oorspronkelijke bedrag van de netto vordering voorafgaand aan gedeeltelijke aflossing of terugbetaling in de loop van het kalenderjaar. Het restant van de vordering aan het einde van het kalenderjaar is daarvoor dus niet bepalend.
Het tweede lid geeft aan dat als er sprake is van dringende redenen geen terugvordering van loonbelasting en premies volksverzekeringen plaatsvindt.
In de toelichting op artikel 2 wordt beschreven wanneer er van dringende redenen sprake kan zijn.
Datum van het terugvorderingsbesluit is bepalend of nog de oude bepalingen rondom terugvordering van loonbelasting en premies volksverzekeringen uit artikel 8 dan wel de nieuwe bepalingen gelden. Als de datum voor 1 januari 2020 ligt, geldt nog artikel 8 zoals deze luidde op 31 december 2019.
Datum van inwerkingtreding is afgestemd op de datum inwerkingtreding van de wijziging van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.
Dit gemeenteblad 2019, nummer 173, is uitgegeven op 5 december 2019 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-304105.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.