Hoofdstuk 4
|
Vermindering
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
2.4.2
|
Indien de wijziging of herziening van een bestemmingsplan is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een principeaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de principeaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor het wijzigen of herzien van een bestemmingsplan als bedoeld in hoofdstuk 8.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5
|
Teruggaaf
|
Euro
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.5 en 2.3.6 binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan intrekt, doch voor het verlenen van de vergunning, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met additionele adviezen, verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 en leges die reeds conform hfst 2 in rekening zijn gebracht. De teruggaaf bedraagt 75%, met dien verstande dat indien blijkt dat door deze teruggaaf het legesbedrag onder de € 150,00 komt, altijd € 150,00 in rekening wordt gebracht c.q. verschuldigd is.
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hfst. 2, binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan intrekt, doch voor het afgeven van het eindadvies, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met additionele adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De teruggaaf bedraagt 75%, met dien verstande dat indien blijkt dat door deze teruggaaf het legesbedrag onder de € 100,- komt, altijd € 100,- in rekening wordt gebracht c.q. verschuldigd is.
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling laten van een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag
|
|
|
Als een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hfst. 2, conform artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met additionele adviezen en verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De teruggaaf bedraagt 75%, met dien verstande dat indien blijkt dat door deze teruggaaf het legesbedrag onder de € 100,- komt, altijd € 100,- in rekening wordt gebracht c.q. verschuldigd is
|
2.5.4
|
Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling laten van een aanvraag om omgevingsvergunning
|
|
|
Als een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.5 en 2.3.6, conform artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met additionele adviezen, verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 en leges die reeds conform hfst 2 in rekening zijn gebracht. De teruggaaf bedraagt 75%, met dien verstande dat indien blijkt dat door deze teruggaaf het legesbedrag onder de € 150,- komt, altijd € 150,- in rekening wordt gebracht c.q. verschuldigd is.
|
|
2.5.5
|
Teruggaaf als gevolg van het intrekken van een omgevingsvergunning
|
|
2.5.5.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning intrekt, anders dan bedoeld onder 2.5.5.2, bestaat géén aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
2.5.5.2
|
Als de vergunninghouder de gemeente verzoekt een verleende omgevingsvergunning in te trekken, bestaat géén aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, behoudens indien de vergunning het realiseren van één of meerdere woningen betreft. In dit geval bedraagt de teruggaaf 15%, met een maximum per verleende vergunning van:
|
1.000,00
|
2.5.6
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning of een negatief eindadvies
|
|
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert of negatief beslist omtrent een conceptaanvraag, bestaat géén aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
2.5.7
|
Verklaring vergunningsvrij activiteit
|
|
|
Indien uit een ingediende conceptaanvraag om omgevingsvergunning of een aanvraag omgevingsvergunning blijkt dat de gehele aanvraag vergunningsvrij is, bedraagt het tarief voor een schriftelijke verklaring dat de aanvraag om omgevingsvergunning of beoordelen van een conceptaanvraag, vergunningsvrij is, in plaats van de bedragen zoals genoemd in de hoofdstukken 2 en 3
|
72,00
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6
|
Intrekking omgevingsvergunning
|
Euro
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
|
gratis
|
|
Indien de vergunning niet op aanvraag wordt ingetrokken (ambtshalve door het bevoegde gezag), worden géén leges in rekening gebracht.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7
|
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
Euro
|
2.7.1
|
Het in behandeling nemen van een wijzigingsaanvraag op een eerder afgegeven omgevingsvergunning is alleen mogelijk als de werkzaamheden waarop de primaire vergunning betrekking hebben nog niet gereed zijn. Het tarief voor het in behandeling nemen van een wijzigingsaanvraag wordt berekend op basis van het verschil in kosten tussen de primaire aanvraag en wijzigingsaanvraag, en bedraagt altijd het minimumbedrag voor het desbetreffende product genoemd in deze verordening. Additionele legeskosten die van toepassing zijn dienen altijd voor 100% op te worden betaald.
|
|
2.7.2.1
|
Het tarief voor de overdracht van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.25 lid 2 Wabo bedraagt:
|
gratis
|
2.7.2.2
|
Het tarief voor de overdracht van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning bedoeld als in artikel 2.25 lid 3 Wabo bedraagt:
|
72,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 8
|
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
Euro
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
3.595,00
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen dan wel uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 lid 1a en b van de Wet ruimtelijke ordening
|
3.595,00
|
2.8.3
|
Voorbereidingsbesluit
|
|
|
het tarief voor een project waarvoor een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening moet worden genomen, bedraagt.
|
495,00
|
2.8.4
|
Ruimtelijke onderbouwing
|
|
|
Indien voor de aanvraag een goede ruimtelijke onderbouwing dient te worden vervaardigd en aanvrager hier niet zelf in voorziet, worden de kosten van deze activiteit, zoals deze voorafgaand aan het opstarten van de benodigde procedure aan de aanvrager zijn medegedeeld en blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, in rekening gebracht. De aanvrager krijgt de gelegenheid om binnen 5 werkdagen na de verzenddatum schriftelijk aan te geven of hij met het begrote bedrag akkoord gaat dan wel dat hij op een andere wijze voorziet in het leveren van een goede ruimtelijke onderbouwing.
|
|
2.8.5
|
Herziening/ wijzigen bestemmingsplan op aanvraag
|
|
|
Indien voor de aanvraag een herziening of wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 eerste lid en artikel 3.6 lid 1a en b van de Wet ruimtelijke ordening dient te worden vervaardigd en aanvrager hier niet zelf in voorziet, worden de kosten van deze activiteit, zoals deze voorafgaand aan het opstarten van de benodigde procedure aan de aanvrager zijn medegedeeld en blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, in rekening gebracht. De aanvrager krijgt de gelegenheid om binnen 5 werkdagen na de verzenddatum schriftelijk aan te geven of hij met het begrote bedrag akkoord gaat dan wel dat hij op een andere wijze voorziet in het leveren van de benodigde bescheiden.
|
|
2.8.6
|
Publicatie Staatscourant
|
|
|
vervallen
|
|
2.8.7
|
Kwaliteitscommissie
|
|
2.8.7.1
|
Indien uit toetsing van een aanvraag blijkt dat het een Agrarisch ontwikkelingsplan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.8.1 en 2.8.2 genoemde basistarief vermeerderd met:
|
300,00
|
2.8.7.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.8.7.1 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een Agrarisch ontwikkelingsplan, per extra behandeling:
|
150,00
|
2.8.7.3
|
Indien uit toetsing van een aanvraag blijkt dat het een LKM+ plan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.8.1 en 2.8.2 genoemde basistarief vermeerderd met:
|
750,00
|
2.8.7.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.8.7.3 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een LKM+ plan, per extra behandeling:
|
375,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 9
|
Sloopmelding en gebruiksmelding
|
|
2.9
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding en/of een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening en paragraaf 2.12 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken.
|
gratis
|
|
|
|
Hoofdstuk 10
|
In deze titel niet benoemde beschikking
|
Euro
|
2.10.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
180,00
|
|
commerciële dienstverlening
|
|
2.10.2
|
Het bedrag voor het beantwoorden van vragen over bestemmingsplannen, bodemgesteldheid e.d. ten behoeve van commerciële activiteiten bedraagt:
|
72,00
|
|
Verklaring vergunningsvrij activiteit
|
|
2.10.3
|
Het bedrag voor een schriftelijke verklaring dat de aanvraag om omgevingsvergunning of beoordelen van een conceptaanvraag, vergunningsvrij is, bedraagt:
|
72,00
|