Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam in verband met de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wijzigingsbesluit Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam (inwerkingtreding Wnra))

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 10:1 en 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 160, eerste lid, aanhef en onder a en e, van de Gemeentewet, de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren,

 

besluit:

Artikel I

Het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In artikel 1, eerste lid, wordt, onder verlettering van de onderdelen p en q tot q en r, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • p. teamleider: manager van een team, ressorterend onder een afdelingshoofd, directeur of stadsdeelsecretaris;

  • b.

    In artikel 1, tweede lid, onder a, wordt ‘en, voor wat betreft rechtspositionele beslissingen een handeling als bedoeld in artikel 8.2, aanhef en eerste lid, onder a, van de Awb,’ vervangen voor ‘rechtspositionele beslissingen’.

  • c.

    Artikel 8, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het eerste lid geldt voor de stadsdeelsecretarissen alleen voor zover het de bevoegdheden betreft die betrekking hebben op medewerkers met wie de gemeente een arbeidsovereenkomst heeft, heeft gehad of zal aangaan op grond van artikel 160 Gemeentewet en die betrekking hebben op het aangaan, uitvoeren en beëindigen van arbeidsovereenkomsten en op de daarmee verband houdende rechtshandelingen, alsmede op de daarmee verband houdende verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • d.

    Artikel 10, onder a, komt te luiden:

  • tenzij het gaat om mandaat voor het nemen van primaire rechtspositionele besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht die zijn genomen en bekendgemaakt vóór 1 januari 2020, of

  • e.

    Bijlage 1 Bevoegdheden die worden gemandateerd aan de gemeentesecretaris en worden ondergemandateerd tenzij expliciet voorbehouden aan de gemeentesecretaris, onderdeel A, komt te luiden:

    • A.

      Arbeidsrechtelijke regelingen en WOR

  • 1.Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden:

    • a.

      de bevoegdheid in artikel 160, eerste lid, onder d, van de Gemeentewet te besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen in verband met aangaan, aanpassen, beëindigen en uitvoeren van arbeidsovereenkomsten van medewerkers met wie de gemeente een arbeidsovereenkomst heeft, heeft gehad of zal aangaan op grond van artikel 160 van de Gemeentewet en de daarmee verband houdende rechtshandelingen.

    • b.

      de bevoegdheid in artikel 160, eerste lid, onder c, van de Gemeentewet tot het inrichten van de ambtelijke organisatie.

  • 2. Ten aanzien van de bevoegdheden in het eerste lid worden de volgende bevoegdheden uitgezonderd:

    • a.

      het geven van de vereiste toestemming voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:669 derde , BW) of het doen van een ontbindingsverzoek (art 7.671b BW) voor leden, kandidaatleden of ex-leden van de ondernemingsraad of onderdeelcommissie in het geval dat er op grond van het Burgerlijk Wetboek geen opzegverbod geldt;

    • b.

      het nemen van een besluit tot een ingrijpende reorganisatie waarbij in ieder geval sprake is van:

      • i.

        een reorganisatie waarbij meer organisatie-onderdelen of meer grote onderdelen zijn betrokken en/of

      • ii.

        een reorganisatie met een aanzienlijk verlies aan arbeidsplaatsen en/of

      • iii.

        een reorganisatie die belangrijke beleidsmatige wijzigingen inhoudt en/of

      • iv.

        een verzelfstandiging, privatisering of uitplaatsing;

    • c.

      het besluiten tot het aangaan van een beëindigingsovereenkomst in de zin van artikel 7:670b van het Burgerlijk Wetboek en titel 7.15 van het Burgerlijke Wetboek (vaststellingsovereenkomst), voor zover het bedrag aan extra tegemoetkomingen, niet zijnde de wettelijke transitievergoeding in de zin van titel 7.10 BW of een voorziening als bedoeld in artikel 7:673b van het Burgerlijk Wetboek, uitstijgt boven € 75.000 ,- bruto;

    • d.

      Rechtshandelingen waarbij de gemeentesecretaris belanghebbende is;

    • e.

      het in individuele gevallen in het voordeel van de werknemer afwijken van de Cao Gemeenten als naar het oordeel van de werkgever toepassing ervan leidt tot onevenredig nadeel van de werknemer (artikel 1.7 Cao Gemeenten), en het toepassen van eventuele andere hardheidsclausules in arbeidsrechtelijke regelingen, voor zover het hiermee gemoeide maximale bedrag uitstijgt boven € 75.000,- bruto;

  • 3. Voorbehouden aan de gemeentesecretaris blijven de volgende bevoegdheden:

    • a.

      het besluiten tot het aangaan van een beëindigingsovereenkomst in de zin van artikel 7:670b BW en titel 7.15 BW (vaststellingsovereenkomst) voor zover de extra tegemoetkoming, niet zijnde de wettelijke transitievergoeding in de zin van titel 7.10 BW of een voorziening als bedoeld in artikel 7:673b BW, niet uitstijgt boven € 75.000,- bruto;

    • b.

      het in individuele gevallen in het voordeel van de werknemer afwijken van de Cao Gemeenten als naar het oordeel van de werkgever toepassing ervan leidt tot onevenredig nadeel van de werknemer (artikel 1.7 Cao Gemeenten), en het toepassen van eventuele andere hardheidsclausules in arbeidsrechtelijke regelingen, voor zover het hiermee gemoeide maximale bedrag niet uitstijgt boven € 75.000,- bruto;

    • c.

      het besluiten tot het onverwijld opzeggen van de arbeidsovereenkomst om een dringende reden (op staande voet) (artikel 7:677 BW);

    • d.

      het nemen van een besluit tot reorganisatie, voor zover niet voorbehouden aan het College;

    • e.

      het besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen ten aanzien van stedelijke directeuren, stadsdeelsecretarissen en directeuren van B&O;

    • f.

      het ten aanzien van RVE-managers besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen met inachtneming van:

      • i.

        hoofdstuk 2 Cao Gemeenten (arbeidsovereenkomst);

      • ii.

        hoofdstuk 3 Cao Gemeenten (salaris, salaristoelagen en vergoedingen);

      • iii.

        Titel 7.15, afdeling 9 BW (einde van de arbeidsovereenkomst);

      • iv.

        artikel 11.4 Cao Gemeenten (schorsing als ordemaatregel) en het opleggen van een disciplinaire maatregel genoemd in de lokale aanvulling op artikel 11.4 Cao Gemeenten;

      • v.

        artikel 3.20 Cao Gemeenten;

    • g.

      het besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen waarbij de desbetreffende stedelijk directeur, RVE-manager of stadsdeelsecretaris of directeur B&O, belanghebbende is.

    • h.

      het nemen van besluiten die advies-, instemmings- of overeenstemmingsplichtig zijn op grond van de Wet op de Ondernemingsraden WOR en de ARBO-wetgeving, voor zover zij niet zijn voorbehouden aan het college.

  • f.

    Bijlage 1 Bevoegdheden die worden gemandateerd aan de gemeentesecretaris en worden ondergemandateerd tenzij expliciet voorbehouden aan de gemeentesecretaris, onderdeel B, eerste lid, onder a, komt te luiden:

    • a.

      zij geen betrekking hebben op:

      • -

        de oprichting van of deelneming in een rechtspersoon;

      • -

        het lenen of uitlenen van geld;

      • -

        borgstelling of garantstelling voor schulden van derden;

      • -

        arbeidsrechtelijke bevoegdheden; en

  • g.

    Bijlage 2 Bevoegdheden die rechtstreeks worden ondergemandateerd door de gemeentesecretaris, onderdeel A, komt te luiden:

    A. Personeelsaangelegenheden

    • 1.

      Gemandateerd aan de directeur Personeel en Organisatieadvies worden de bevoegdheden te besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen ten aanzien van:

      • a.

        hoofdstuk 10 Cao Gemeenten (uitkeringen);

      • b.

        de aanvulling op artikel 3.25 Cao Gemeenten ( hoge ziektekosten)

      • c.

        bijlage 6b van de Cao Gemeenten (wachtgeld), met uitzondering van artikel 10:21 van bijlage 6b;

      • d.

        bijlage 6c van de Cao Gemeenten (bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen);

      • e.

        bijlage 6d bij de Cao Gemeenten (bovenwettelijke werkloosheidsuitkering bij uitbesteding);

      • f.

        bijlage 6e (van de Cao Gemeenten (suppletie);

      • g.

        protocol voor de gegevensverwerking en –verstrekking van personen die werkzaamheden verrichten voor de gemeente Amsterdam;

      • h.

        het ondertekenen van alle besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen waarvan de uitvoering aan de directeur RVE-manager van de Personeel en Organisatieadvies is opgedragen.

    • 2.

      Aan de stedelijke directeuren worden gemandateerd de bevoegdheden te besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen ten aanzien van RVE-managers, uitgezonderd de bevoegdheden genoemd in bijlage 1, hoofdstuk A, punt 2, onder f.

    • 3.

      Gemandateerd aan de rve- directeur Parkeren wordt de bevoegdheid tot het op grond van artikel 5.11 Awb en artikel 142 Wetboek van Strafvordering aanwijzen als buitengewoon opsporingsambtenaar van medewerkers van Egis Parking Services B.V. die werkzaamheden verrichten inzake de heffing en invordering van parkeerbelastingen, voor zover dit uit hun arbeidsovereenkomst blijkt of als zij de functie vervullen van teamleider parkeercontroleur of parkeercontroleur-A.

  • h.

    Bijlage 3 Bevoegdheden die blijven voorbehouden aan de RVE-manager, de directeur en de stadsdeelsecretaris, onderdeel A, komt te luiden:

    A. Personeelsaangelegenheden

    Voorbehouden aan de RVE-manager, de directeur en de stadsdeelsecretaris blijven de volgende bevoegdheden:

    • a.

      het besluit tot het verrichten van rechtshandelingen op grond van hoofdstuk 2 Cao Gemeenten (arbeidsovereenkomst) in combinatie met Titel 7.10 BW (arbeidsovereenkomst);

    • b.

      het besluit tot het verrichten van rechtshandelingen op grond van titel 7.15, afdeling 9, van het Burgerlijk Wetboek (einde van de arbeidsovereenkomst) voor zover die bevoegdheid niet aan de gemeentesecretaris of het college voorbehouden blijft;

    • c.

      het besluit tot het verrichten van rechtshandelingen in de zin van artikel 7:670b van het Burgerlijk Wetboek en titel 7.15 van het Burgerlijk Wetboek (vaststellingsovereenkomst), voor zover die bevoegdheid niet aan de gemeentesecretaris of het college voorbehouden blijft;

    • d.

      het besluit tot het verrichten van rechtshandelingen op grond van artikel 11.4 Cao Gemeenten (schorsing als ordemaatregel) en disciplinaire maatregelen genoemd in de lokale aanvulling op artikel 11.4 cao Gemeenten.

    • e.

      het besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen verband houdende met a. tot en met d.

  • i.

    Bijlage 4 Bevoegdheden die rechtstreeks worden gemandateerd aan bepaalde functionarissen door college en burgemeester, Onderdeel IV, onder 1. RVE-manager Dienstverlening, onderdeel A, onder a, wordt ‘Het benoemen, schorsen en ontslaan van de (buitengewone) ambtenaren’ vervangen voor ‘Het aanwijzen van de (buitengewone) ambtenaren’.

  • j.

    Bijlage 4 Bevoegdheden die rechtstreeks worden gemandateerd aan bepaalde functionarissen door college en burgemeester, Onderdeel IV, onder 5. RVE-manager Stadsarchief, onderdeel A, aanhef, wordt ‘benoemde gemeentearchivaris’ vervangen voor ‘aangewezen gemeentearchivaris’.

  • k.

    Bijlage 5, onder B, komt te luiden:

    B. Arbeidsrecht

    • 1.

      De directeuren en stadsdeelsecretarissen mandateren de arbeidsrechtelijke bevoegdheden, die niet aan het college, de gemeentesecretaris of de directeuren zijn voorbehouden aan de afdelingshoofden van hun organisatieonderdeel.

    • 2.

      Aan afdelingshoofden is het niet toegestaan om ondermandaat te verstrekken.

    • 3.

      De directeuren en stadsdeelsecretarissen mandateren de in de Tabel ondermandaat teamleiders vermelde arbeidsrechtelijke bevoegdheden aan de teamleiders van hun organisatieonderdeel.

    • 4.

      Aan teamleiders is het niet toegestaan om ondermandaat te verstrekken.

    • 5.

      Afdelingshoofden wijzen een ander afdelingshoofd binnen het organisatieonderdeel aan als plaatsvervanger en stellen de rve Personeel en Organisatieadvies daarvan in kennis.

  • l.

    Aan Bijlage 5 wordt de volgende tabel toegevoegd, luidende:

Tabel ondermandaat teamleiders

Nr.

Categorie

Declaratiesoort

Grondslag

1.

Declaratie BABS

Andere bedrijfsactiviteiten

A’damse regeling; art. Vergoeding (x4 iv)

2.

Declaratie BABS

Toeslag onregelmatige uren

A’damse regeling, art.Toeslag onregelmatige uren (x5 i/ x5 ii)

3.

Declaratie BABS

Voltrekken huwelijk gratis/budget/eenvoudig

A’damse regeling, Art. Vergoedingen (x4 iii)

4.

Declaratie BABS

Voltrekken huwelijk regulier

A’damse regeling, Art. Vergoedingen (x4 iii)

5.

Declaratie BABS

Onkostenvergoeding BABS

A’damse regeling, art. Onkostenvergoeding (x6)

6.

Documenten

Document VOG

A’damse regeling, art. XX Verklaring omtrent gedrag

7.

Documenten

Vergoeding groot rijbewijs

Onderdeel van de bedrijfsvoering

8.

Documenten

Vergoeding inschrijving beroepenregister

A’damse regeling; art. 8.1.2.

9.

Eten & drinken

Ontbijt - Binnenland

A’damse regeling horende bij art.3.22 Reis- en verblijfkostenvergoeding

Tegemoetkoming kosten binnenlandse dienstreis

(i, ii, iii)

10.

Eten & drinken

Lunch - Binnenland

A’damse regeling horende bij art.3.22 Reis- en verblijfkostenvergoeding

Tegemoetkoming kosten binnenlandse dienstreis

(i, ii, iii)

11.

Eten & drinken

Diner - Binnenland

A’damse regeling horende bij art.3.22 Reis- en verblijfkostenvergoeding

Tegemoetkoming kosten binnenlandse dienstreis

(i, ii, iii)

12.

Eten & drinken

Ontbijt - Buitenland

A’damse regeling horende bij art.3.22 Reis- en verblijfkostenvergoeding

Tegemoetkoming kosten buitenlandse dienstreis

(i, ii, iii, iv)

13.

Eten & drinken

Lunch - Buitenland

A’damse regeling horende bij art.3.22 Reis- en verblijfkostenvergoeding

Tegemoetkoming kosten buitenlandse dienstreis

(i, ii, iii, iv)

14.

Eten & drinken

Diner - Buitenland

A’damse regeling horende bij art.3.22 Reis- en verblijfkostenvergoeding

Tegemoetkoming kosten buitenlandse dienstreis

(i, ii, iii, iv)

15.

Eten & drinken

Maaltijd bij overwerk

Amsterdamse regeling horende bij hoofdstuk XX (overige rechten en verplichtingen) art. X tegemoetkoming maaltijd bij overwerk (i, ii, iii)

16.

Eten & drinken

Consumptie (Medewerker Buitendienst)

Amsterdamse regeling horende bij hoofdstuk XX (overige rechten en verplichtingen) art. X tegemoetkoming consumpties (i, ii)

17.

Eten & drinken

Traktaties op de afdeling

Decentraal personeelsbeleid

18.

Overig

Geschenken & attenties

Personeelsbeleid, Protocol Lief en Leed

19.

Overig

Materiele schade

art. 7:658 BW

20.

Overig

Representatiekosten

Onderdeel van de bedrijfsvoering

21.

Overig

Intermediaire kosten

Vergoeding van betaalde kosten namens de werkgever, Bedrijfsvoering

22.

Overwerk & urendeclaratie

Overschrijding arbeidsduur per jaar

art. 5.4 lid 8 CAO Gemeenten

23.

Overwerk & urendeclaratie

Buitendagvenstertoelage (schaal 1 t/m 10a)

art. 3.13 CAO Gemeenten

24.

Overwerk & urendeclaratie

Extra werken binnen dagvenster

art. 5.4 lid 11 CAO Gemeenten

25.

Overwerk & urendeclaratie

Urendeclaratie oproepkracht

Art. 2.4 CAO Gemeenten

26.

Overwerk & urendeclaratie

Overwerkvergoeding (schaal 1 t/m 10a)

Art. 3.20 CAO Gemeenten

27.

Reizen

Kilometer vergoeding (dienstreis)

A’damse regeling horende bij CAO Gemeenten art. 3.22, resp. 3.23

23.6 =

A’damse regeling horende bij hoofdstuk XX arbeidsvoorwaarden buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand art. reiskostenvergoeding

28.

Reizen

Kilometer vergoeding (woon-werk)

art. 2.4.CAO Gemeenten

29.

Reizen

Parkeerkosten

A’damse regeling horende bij CAO art. 3.22, resp. 3.23

30.

Reizen

Taxikosten

A’damse regeling horende bij CAO Gemeenten art. 3.22, resp. 3.23

31.

Reizen

Openbaar Vervoer

A’damse regeling horende bij CAO Gemeenten art. 3.22, resp. 3.23

32.

Reizen

Belastingvoordeel bij re-integratie

A’damse regeling horende bij CAO Gemeenten art. 3.23

33.

Studie & cursussen

Studiekosten

A’damse regeling horende bij hfd 8 CAO Gemeenten art. x studieovereenkomst

34.

Studie & cursussen

Congres- of cursuskosten

 

35.

Verblijfskosten & activiteiten

Overnachting dienstreis - Binnenland

A’damse regeling horende bij CAO Gemeenten art.3.22 Reis- en verblijfkostenvergoeding

Tegemoetkoming kosten binnenlandse dienstreis‘ ( i, ii , iii) en

A’damse regeling horende bij CAO Gemeenten art.3.22 Reis- en verblijfkostenvergoeding

Tegemoetkoming kosten buitenlandse dienstreis ( i, ii , iii, iv)

36.

Verblijfskosten & activiteiten

Overnachting dienstreis - Buitenland

A’damse regeling horende bij CAO Gemeenten art.3.22 Reis- en verblijfkostenvergoeding

Tegemoetkoming kosten binnenlandse dienstreis‘ ( i, ii , iii) en

A’damse regeling horende bij CAO Gemeenten art.3.22 Reis- en verblijfkostenvergoeding

Tegemoetkoming kosten buitenlandse dienstreis ( i, ii , iii, iv)

37.

Verblijfskosten & activiteiten

Afdelings- of projectactiviteiten interne locatie

Bedrijfsvoeringkosten

38.

Verblijfskosten & activiteiten

Afdelings- of projectactiviteiten externe locatie

Bedrijfsvoeringkosten

39.

Ziektekosten, vaccinatie en Arbo

Vaccinatie buitenlandse dienstreis

A’damse regeling, artikel 3.22 Reis- en verblijfskosten / Tegemoetkoming buitenlandse dienstreis

40.

Ziektekosten, vaccinatie en Arbo

Beeldschermbril

Personeelsbeleid, Protocol beeldschermbril

41.

Ziektekosten, vaccinatie en Arbo

Medische kosten vanwege werk

Art. 7.4 lid 6 CAO Gemeenten

42.

Ziektekosten, vaccinatie en Arbo

Vergoeding hoge ziektekosten

A’damse regeling – Regeling hoge ziektekosten

  •  

  • m.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ALGEMENE TOELICHTING, onder Algemeen, in de eerste alinea, wordt de zin ‘Met dit bevoegdhedenbesluit verlenen de bestuursorganen naast mandaat ook de machtigingen tot het verrichten van handelingen die geen besluiten zijn in de zin van de Awb en die ook geen privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn.’ vervangen voor ‘Met dit bevoegdhedenbesluit verlenen de bestuursorganen naast mandaat ook privaatrechtelijke volmacht en de machtigingen tot het verrichten van handelingen die geen besluiten zijn in de zin van de Awb en die ook geen privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn.’

  • n.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ALGEMENE TOELICHTING, onder Opbouw van het Bevoegdhedenbesluit, aanhef, wordt de zin ‘Het bevoegdhedenbesluit bestaat uit een algemeen artikelsgewijs deel en vier bijlagen.’ vervangen voor ‘Het bevoegdhedenbesluit bestaat uit een algemeen artikelsgewijs deel en vijf bijlagen.’

  • o.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ALGEMENE TOELICHTING, onder Opbouw van het Bevoegdhedenbesluit, onder o, eerste alinea, wordt de zin ‘De opsommingen van de bevoegdheden waarop dit mandaat en ondermandaat betrekking heeft, zijn te vinden in de bijlagen 1 t/m 4 bij het besluit.’ vervangen voor ‘De opsommingen van de bevoegdheden waarop dit mandaat en ondermandaat betrekking heeft, zijn te vinden in de bijlagen 1 t/m 5 bij het besluit.’

  • p.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ALGEMENE TOELICHTING, onder Opbouw van het Bevoegdhedenbesluit, onder 2, tweede alinea, wordt de tweede zin ‘Bij A.1. gaat het in bijna alle gevallen om bevoegdheden die voorheen uitsluitend waren gemandateerd aan de directeur van het Servicehuis Personeel.’ vervangen voor ‘Bij A.1. gaat het in bijna alle gevallen om bevoegdheden die te maken hebben met de organisatiebrede taken die de rve-directeur Personeel en Organisatieadvies heeft.’

  • q.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ALGEMENE TOELICHTING, onder Opbouw van het Bevoegdhedenbesluit, onder 2, derde alinea, wordt de tweede zin ‘Zie ook de toelichting op bijlage 1, onderdeel A.2, e en f.’ vervangen voor ‘Zie ook de toelichting op bijlage 1, onderdeel A.2, f.’

  • r.

    Aan het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ALGEMENE TOELICHTING, onder Opbouw van het Bevoegdhedenbesluit, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    5. Bijlage 5 bevat rechtspositionele ondermandaten aan de afdelingshoofden en teamleiders.

  • s.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Artikel 4, onder Eerste lid, onder sub e, wordt ‘(bv. In het kader van een vertrekregeling)’ vervangen voor ‘(bv. In het kader van een beëindigingsovereenkomst)’.

  • t.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Artikel 8, eerste alinea, wordt na de tweede zin ‘De stedelijk directeuren krijgen ondermandaat voor zover het de direct onder hen ressorterende clusterstaven en eventuele andere organisatieonderdelen betreft.’ een zin toegevoegd, luidende:

    Tevens krijgen zij ten aanzien van de onder hen ressorterende rve-directeuren ondermandaat voor bepaalde rechtspositionele bevoegdheden.

  • u.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Artikel 8, vierde alinea, wordt de eerste zin ‘Het tweede lid van dit artikel regelt dat de stadsdeelsecretarissen de bevoegdheden op grond van de NRGA rechtstreeks van de gemeentesecretaris ondergemandateerd krijgen.’ vervangen voor ‘Het tweede lid van dit artikel regelt dat de stadsdeelsecretarissen hun arbeidsrechtelijke bevoegdheden rechtstreeks van de gemeentesecretaris ondergemandateerd krijgen.’

  • v.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Artikel 8, vierde alinea, wordt de laatste zin ‘De stadsdeelsecretaris kan besluiten op verzoeken gebaseerd op de Wet openbaarheid van bestuur die zijn gerelateerd aan de bevoegdheden op grond van de NRGA.’ vervangen voor ‘De stadsdeelsecretaris kan besluiten op verzoeken gebaseerd op de Wet openbaarheid van bestuur die zijn gerelateerd aan de gemandateerde arbeidsrechtelijke bevoegdheden.’

  • w.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Artikel 10, onder Sub a, wordt de eerste zin ‘In dit onderdeel is de bevoegdheid om te beslissen op bezwaren in rechtspositionele kwesties uitgezonderd van (onder)mandaat.’ vervangen voor ‘In dit onderdeel is de bevoegdheid om te beslissen op bezwaren in ambtenaarrechtelijke rechtspositionele kwesties uitgezonderd van (onder)mandaat.’

  • x.

    Aan het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Artikel 10, onder Sub a, eerste alinea wordt een zin toegevoegd, luidende:

    Vanwege de overgang van de rechtspositie van de ambtenaren van de gemeente naar het arbeidsrecht per 1 januari 2020 is de werking van onderdeel a beperkt tot het behandelen van bezwaren (op grond van de Algemene wet bestuursrecht) tegen ambtenaarrechtelijke besluiten die genomen zijn en bekend zijn gemaakt voor 1 januari 2020.

  • y.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Artikel 11, onder Tweede lid, laatste alinea, wordt de eerste zin ‘In MPN zijn afdelingshoofden geautoriseerd een aantal besluiten te nemen op grond van de NRGA.’ vervangen voor ‘In het personeelssysteem zijn afdelingshoofden geautoriseerd een aantal besluiten te nemen op grond van de arbeidsrechtelijke regelgeving.’

  • z.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Artikel 11, onder Tweede lid, laatste alinea, wordt de derde zin ‘Afdelingshoofden hebben niet de bevoegdheid deze besluitvorming aan teamleiders onder te mandateren.’ vervangen voor ‘Afdelingshoofden hebben niet de bevoegdheid deze besluitvorming aan teamleiders te ondermandateren.’

  • aa.

    Aan het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Artikel 11, onder Tweede lid, laatste alinea, wordt een zin toegevoegd, luidende:

    Op grond van artikel 11 lid 3 juncto bijlage 5 van het Bevoegdhedenbesluit beschikken teamleiders over een ondermandaat voor een aantal veel voorkomende arbeidsrechtelijke rechtshandelingen, zoals het accorderen van declaraties. Teamleiders hebben niet de bevoegdheid deze besluitvorming aan medewerkers te ondermandateren.

  • bb.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Artikel 16, wordt de tweede zin ‘Het betreft hier dus niet de mandaatbesluiten van de bestuurscommissies aan stadsdeelsecretarissen of andere functionarissen en ook niet de mandaatbesluiten aan externe organisaties (zoals Haven, Omgevingsdienst of Waternet) of binnengemeentelijke niet-ondergeschikten van het college (zoals de directeur Rekenkamer, de Ombudsman, directeur ACAM of de Raadsgriffier).’ vervangen voor ‘Het betreft hier dus niet de mandaatbesluiten van de bestuurscommissies aan stadsdeelsecretarissen of andere functionarissen en ook niet de mandaatbesluiten aan externe organisaties (zoals Haven, Omgevingsdienst of Waternet) of binnengemeentelijke niet-ondergeschikten van het college (zoals de directeur Rekenkamer, de Ombudsman of de directeur ACAM).

  • cc.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Bijlage 1, wordt ‘A. NRGA’ vervangen voor ‘A. Arbeidsrechtelijke regelingen en WOR’.

  • dd.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Bijlage 1, onder A, vierde alinea, worden de tweede en derde zinnen ‘Met e. en f. is zichtbaar gemaakt dat de stedelijk directeuren namens de gemeentesecretaris hiërarchisch leidinggevende zijn van rve-directeuren, maar, vanwege de ingrijpendheid van de besluiten en de noodzaak daarbij uniformiteit te betrachten een aantal bevoegdheden is uitgezonderd. Het betreft samengevat de bevoegdheden rondom aanstelling en ontslag.‘ vervangen voor ‘Met f. is zichtbaar gemaakt dat de stedelijk directeuren namens de gemeentesecretaris hiërarchisch leidinggevende zijn van rve-directeuren, maar, vanwege de ingrijpendheid van de besluiten en de noodzaak daarbij uniformiteit te betrachten, een aantal bevoegdheden is uitgezonderd. Het betreft samengevat de bevoegdheden rondom het aangaan van een arbeidsovereenkomst en ontslag.’

  • ee.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Bijlage 1, onder B, wordt de tweede zin ‘Het gaat allereerst om de bevoegdheid tot het besluiten privaatrechtelijke rechtshandelingen aan te gaan.’ vervangen voor ‘Het gaat allereerst om de bevoegdheid tot het besluiten privaatrechtelijke rechtshandelingen aan te gaan, anders dan arbeidsrechtelijke rechtshandelingen.’

  • ff.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Bijlage 2, onder A, wordt de tweede alinea ‘Bij A.1. gaat het in bijna alle gevallen om bevoegdheden die voorheen uitsluitend waren gemandateerd aan de directeur van het Servicehuis Personeel. Zij hebben te maken met de organisatiebrede taken die de rve-directeur Personeel en Organisatieadvies heeft.’ vervangen voor ‘Bij A.1. gaat het in bijna alle gevallen om bevoegdheden die te maken hebben met de organisatiebrede taken die de rve-directeur Personeel en Organisatieadvies heeft.’

  • gg.

    In het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Bijlage 2, onder A, derde alinea, wordt de tweede zin ‘Zie ook de toelichting op bijlage 1, onderdeel A.2., e en f.’ vervangen voor ‘Zie ook de toelichting op bijlage 1, onderdeel A.2., f.’

  • hh.

    Aan het onderdeel Toelichting Bevoegdhedenbesluit, onder ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, onder Bijlage 4, I Bestuur en Organisatie, onderdeel 4: Directeur Juridische Zaken, onder Onderdeel C. Algemene wet bestuursrecht, eerste alinea, worden twee zinnen toegevoegd, luidende:

    Deze bevoegdheid betreft bezwaren tegen primaire besluiten die zijn genomen en bekendgemaakt vóór 1 januari 2020. Vanaf die datum worden geen primaire ambtenaarrechtelijke besluiten meer genomen. De vanaf dan te verrichten rechtshandelingen vallen onder het arbeids(proces)recht.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Artikel III

Deze regeling wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam (inwerkingtreding Wnra).

Aldus vastgesteld in de vergadering van 24 september 2019.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

 

Algemeen deel

 

Met de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) “verhuist” het rechtspositierecht van (gemeente-)ambtenaren van het publiekrecht naar het privaatrecht. Dit heeft gevolgen voor de formulering van de bevoegdheden binnen de gemeente zoals vastgelegd in het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam. Door dit wijzigingsbesluit worden de formuleringen aangepast aan de nieuwe situatie per 1 januari 2020. Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen aangebracht, behoudens één uitzondering.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I, sub l

In de huidige situatie worden declaraties voor de in de bijlage genoemde uitgaven beoordeeld door het afdelingshoofd. In de praktijk is de afstand tussen het afdelingshoofd en de declarant vaak groot waardoor het zicht op de reëel gemaakte kosten beperkt is en het afdelingshoofd in goed vertrouwen declaraties goedkeurt. Vanuit de praktijk komt de vraag om de afstand tussen de plek waar de kosten worden gemaakt en die waar ze worden goedgekeurd kleiner te maken. Aan deze vraag wordt tegemoet gekomen door de volmacht tot goedkeuring van declaraties en overwerkvergoedingen één laag dieper in de organisatie neer te leggen dan tot nu toe, namelijk bij de teamleider in plaats van bij het afdelingshoofd.

 

Artikel II

Omdat de Wnra in werking treedt met ingang van 1 januari 2020, treedt dit wijzigingsbesluit in werking met ingang van dezelfde datum.

Naar boven