Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Ermelo houdende regels omtrent de heffing en invordering van Marktgelden (Verordening Marktgelden 2020)

De raad van de gemeente Ermelo;

 

gelezen het voorstel van het college van 22 oktober 2019, nr. 19e0006022/e190036115;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de: Verordening Marktgelden 2020

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt zoals bedoeld in de Marktverordening;

  • b.

    marktdag: het gedeelte van een dag waarop markt wordt gehouden;

  • c.

    marktterrein: het terrein waarop de warenmarkt wordt gehouden, zoals bedoeld in de Marktverordening;

  • d.

    kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • e.

    belastingjaar: een kalenderjaar;

  • f.

    standplaats: een markt- of overige standplaats;

  • g.

    marktstandplaats: een op basis van het inrichtingsplan van de Marktverordening bij vergunning aangewezen dag- of vaste standplaats op het aangewezen marktterrein op de aangewezen marktdag;

  • h.

    overige standplaats: een standplaats, zoals bedoeld in Algemene Plaatselijke Verordening of de Beleidsregels standplaatsen Ermelo ter grootte van de aangewezen standplaats en de duur van de verleende vergunning;

  • i.

    dagdeel: periode lopend van:

    06:00 – 12:00 uur;

    12:00 – 18:00 uur;

    18:00 – 22:00 uur,

    waarvan vier uren per dagdeel in de belastingheffing worden betrokken.

Artikel 2 - Belastbaar feit

Onder de naam "marktgelden” worden rechten geheven voor door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten bestaande uit:

  • a.

    het ter beschikking stellen van een standplaats;

  • b.

    het ter beschikking stellen van een aansluiting op de elektriciteitskasten gelegen op, onder of in de nabijheid van de standplaats, als bedoeld in lid a, inclusief de levering van elektriciteit.

Artikel 3 - Belastingplicht

Belastingplichtig voor het marktgeld als bedoeld in:

  • 1.

    artikel 2, onder a, is degene aan wie een standplaatsvergunning is verleend;

  • 2.

    artikel 2, onder b, is degene die op grond van de verleende vergunning bedoeld in lid 1, gebruik kan maken van de aansluiting.

Artikel 4 - Maatstaf van heffing

  • 1.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder a, wordt geheven naar de frontbreedte van de standplaats in volle strekkende meters (m¹), conform het inrichtingsplan van de markt of de daarvoor verleende overige standplaatsvergunning, om het even of de standplaats wordt ingenomen door een voertuig, inclusief de lengte van de dissel, de opslag van voorraad, tafels of dergelijke, dan wel niet ten volle wordt benut.

  • 2.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder b, wordt geheven naar het type elektriciteitsaansluiting.

Artikel 5 - Belastingtarief

  • 1.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt per marktdag voor een standplaats op de warenmarkt ter grootte van:

    • a.

      10m¹ een bedrag van € 10,00;

    • b.

      12m¹ een bedrag van € 12,00.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het marktgeld per kwartaal voor een standplaats op de warenmarkt ter grootte van:

    • a.

      10m¹ een bedrag van € 100,00;

    • b.

      12m¹ een bedrag van € 120,00.

  • 3.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt per dagdeel per m¹ voor een overige standplaats, voor:

    • a.

      onbepaalde tijd, een bedrag van € 1,00;

    • b.

      bepaalde tijd, een bedrag van € 1,20.

  • 4.

    1. In afwijking van het derde lid bedraagt het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder a, per kwartaal per m¹ voor een overige standplaats, voor:

    • a.

      onbepaalde tijd, een bedrag van € 100,00;

    • b.

      bepaalde tijd, een bedrag van € 120,00.

    • 2.

      Bij de vaststelling van de belastingplicht, bedoeld in artikel 5, lid 3 en lid 4.1, wordt de frontbreedte op minimaal 5m¹ vastgesteld.

  • 5.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt per marktdag voor een standplaats op de warenmarkt bij een aansluiting van:

    • a.

      230V / 1 x 16Ampere € 4,00;

    • b.

      400V / 3 x 16Ampere € 16,00;

    • c.

      400V / 3 x 32Ampere € 22,50.

  • 6.

    In afwijking van het vijfde lid bedraagt het marktgeld per kwartaal voor een aansluiting van:

    • a.

      230V / 1 x 16Ampere € 40,00;

    • b.

      400V / 3 x 16Ampere € 160,00;

    • c.

      400V / 3 x 32Ampere € 220,50.

  • 7.

    Het marktgeld als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt per dagdeel voor een overige standplaats bij een aansluiting van:

    • a.

      230V / 1 x 16Ampere € 4,00;

    • b.

      400V / 3 x 16Ampere € 16,00;

    • c.

      400V / 3 x 32Ampere € 22,50.

  • 8.

    De tarieven als bedoeld in het vijfde tot en met het zevende lid zijn exclusief btw.

Artikel 6- Belastingtijdvak

  • 1.

    Het belastingtijdvak is een marktdag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is het belastingtijdvak een kwartaal voor houders van een marktstandplaatsvergunning.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid is het belastingtijdvak voor houders van een overige standplaatsvergunning voor zowel onbepaalde als bepaalde tijd gelijk aan het aantal dagdelen waarvoor de vergunning geldig is gedurende het kwartaal.

  • 4.

    Bij het vaststellen van het aantal dagdelen, zoals bedoeld in lid 3, wordt een deel van een dagdeel gerekend als een volledig dagdeel, met een maximum van twee dagdelen per etmaal en een maximum van tien dagdelen per week.

Artikel 7 - Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld zoals bedoeld in artikel 5, lid 2 en lid 6, wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Het marktgeld zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, lid 3, lid 4, lid 5, lid 7 en lid 8 wordt geheven bij wege van schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen, een nota, bon met doorlopende nummering of andere schriftuur.

Artikel 8 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De marktgelden, bedoeld in artikel 2, zijn verschuldigd bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht, zoals bedoeld in artikel 5, lid 2 en lid 5, in de loop van het kwartaal aanvangt, zijn de marktgelden verschuldigd over zoveel derde gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde marktgelden als er in dat kwartaal, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht, zoals bedoeld in artikel 5, lid 2 en lid 5, in de loop van het kwartaal eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde marktgelden als er in dat kwartaal, na de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Van de overige marktgelden vindt geen verrekening naar tijdsgelang of teruggaaf plaats.

Artikel 9 - Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de marktgelden, als bedoeld in:

    • a.

      artikel 7, lid 1, worden betaald uiterlijk een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet;

    • b.

      artikel 7, lid 2, worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • 2.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijk gestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete, zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag dan wel de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 - Vrijstelling

De marktgelden als bedoeld in artikel 2 worden niet geheven voor een overige vergunning voor bepaalde tijd op de standplaats aan de Chevallierlaan voor onderzoeken ten behoeve van de volksgezondheid.

Artikel 11 - Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stbl. 221).

Artikel 12 – Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening Marktgeld 2006", van 14 december 2005, nummer 05/23797, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening Marktgeld 2020".

Vastgesteld in de openbare vergadering

van 27 november 2019,

mevrouw A.J. van Meerveld,

griffier,

A.A.J. Baars,

voorzitter,

Naar boven