Gemeenteblad van Horst aan de Maas
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Horst aan de Maas | Gemeenteblad 2019, 303355 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Horst aan de Maas | Gemeenteblad 2019, 303355 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Horst aan de Maas houdende regels over het financiële beleid, het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie (Financiële verordening gemeente Horst aan de Maas)
Bijlage van gemeentebladnummer 2019.147a.
De raad van de gemeente Horst aan de Maas;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2019, gemeentebladnummer 2019.147a;
gelezen de aanbevelingen van de Auditcommissie van 12 november 2019;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Netto schuld: Bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, korte uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa.
Overheidsbedrijf: Onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
2, Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het investeringskrediet in het lopende boekjaar weergegeven. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven en inkomsten weergegeven.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming, de investeringen en de grondexploitatie.
Het college biedt vóór 1 juli aan de raad een kadernota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze kadernota uiterlijk 31 juli vast.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Het college informeert de raad vooraf als ze verwacht dat de lasten de geautoriseerde lasten of de investeringsuitgaven de geautoriseerde investeringskredieten dreigen te overschrijden of de baten de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden. De raad geeft vervolgens aan of hij hiervoor een voorstel wil voor wijziging van het budget of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in de raad bedoeld in artikel 6, lid 1, doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doet het college indien nodig ook bij iedere begrotingsbijstelling op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.
Naast de tussentijdse rapportages bedoelt in artikel 6, lid 1 wordt de raad door middel van raadsinformatiebrieven geïnformeerd over de uitkomsten van de circulaires van het gemeentefonds. Dit kan gevolgen hebben voor reeds geautoriseerde baten en lasten en het bijstellen van het beleid. Na behandeling van deze raadsinformatiebrieven in de raad zullen de geautoriseerde wijzigingen in de begroting worden verwerkt en in het eerstvolgende bijstellingsdocument ter verantwoording worden bijgevoegd maar niet nogmaals ter autorisatie worden voorgelegd.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 11. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten zoveel als mogelijk de indirecte kosten betrokken, die samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid.
In afwijking van het vierde lid wordt bij een (door)verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
Artikel 12. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten - eventueel met risico-opslag - in rekening. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 13. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen en heffingen in het opvolgend jaar.
Artikel 15. Inkoop en aanbesteding.
De bij inkoop en aanbesteding in acht te nemen regels worden door het college vastgelegd in een nota inkoop- en aanbestedingsbeleid. Tenminste eens per vier jaar wordt beoordeeld of de nota moet worden geactualiseerd.
Artikel 16. Risicomanagement en weerstandsvermogen
De uitgangspunten voor risicomanagement en weerstandsvermogen worden vastgelegd in een door de raad vast te stellen nota risicomanagement en weerstandsvermogen. Tenminste eens per vier jaar wordt beoordeeld of de nota moeten worden geactualiseerd.
Artikel 17. Onderhoud kapitaalgoederen
Het onderhoud van kapitaalgoederen vindt plaats aan de hand van actuele en integrale onderhoudsprogramma’s. Tenminste eenmaal per vier jaar wordt beoordeeld of de onderhoudsprogramma’s moeten worden geactualiseerd. Dit geldt in ieder geval voor de volgende kapitaalgoederen:
De geactualiseerde onderhoudsplannen worden door het college aan de raad aangeboden ter vaststelling.
Bij de jaarrekening wordt tussentijds winst genomen uit grondexploitaties waarvan het resultaat betrouwbaar kan worden ingeschat, de grond is verkocht en de kosten zijn gerealiseerd. Het verwachte eindsaldo van elke grondexploitatie wordt gecorrigeerd voor op dit project betrekking hebbende risico’s / onzekerheden en vermeningvuldigd met het percentage of completion (POC), volgens de door de Commissie Besluit Begroting en Verantwoording voorgeschreven formules.
Kosten van onderzoek en ontwikkeling bij grondexploitaties blijven uiterlijk 5 jaar geactiveerd staan. Binnen die periode worden zij, bij vaststelling van de grondexploitatie door de raad, overgeboekt naar de desbetreffende grondexploitatie. Bij het niet realiseren of vaststellen van een grondexploitatie doch uiterlijk na 5 jaar worden deze kosten afgeboekt ten laste van het jaarresultaat.
Hoofdstuk 4. Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de rechtmatige verantwoording van de financiële beheershandelingen. Het college legt de kaders en de reikwijdte van de interne controle vast in een intern controleplan. De uitkomsten van de interne controle worden periodiek gerapporteerd aan het management en het college. Bij geconstateerde afwijkingen neemt het management maatregelen tot herstel.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 10 december 2019.
De raad voornoemd,
De voorzitter,
drs. R.F.I. Palmen
De griffier,
mr. R.J.M. Poels
Bijlage 1: Afschrijvingsbeleid
bij de Financiële verordening gemeente Horst aan de Maas
Kosten voor onderzoek en ontwikkeling worden in maximaal 5 jaar afgeschreven.
Voorgesteld wordt om de materiële vaste activa met economisch nut, evenals de onder de immateriële vaste activa geactiveerde bijdragen in investeringen van derden, af te schrijven in maximaal:
a. 40 jaar: nieuwbouw woonruimten en schoolgebouwen
b. 40 jaar: nieuwbouw kantoren, bedrijfsgebouwen, sporthallen en gymzalen
c. 40 jaar: nieuwbouw zwembad: hoofddraagconstructie
d. 20 jaar: nieuwbouw, renovatie zwembad: buitenschilafwerking en installaties
e. 25 jaar: gemeenschapshuizen en sosen
f. 25 jaar: renovatie, restauratie en aankoop woonruimten en schoolgebouwen
g. 25 jaar: renovatie, restauratie en aankoop kantoren, bedrijfsgebouwen, sporthallen en gymzalen
h. 20 jaar: nieuwbouw, renovatie kleedlokalen en kantine (bij buitensportaccommodaties)
i. 25 jaar: aanleg parkeervoorzieningen
j. 40 jaar: aanleg en vervanging van rioleringen
k. 20 jaar: technische installaties rioleringen
m. 15 jaar: technische installaties in bedrijfsgebouwen,
n. 10 jaar: veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen, telefooninstallaties, kantoormeubilair, schoolmeubilair; aanleg tijdelijke terreinwerken, nieuwbouw tijdelijke woonruimten en bedrijfsgebouwen, groot onderhoud woonruimten en bedrijfsgebouwen
o. 10 jaar: zware transportmiddelen; aanhangwagens en schuiten
p. 10 jaar: personenauto's, lichte motorvoertuigen
q. 10 jaar: automatiseringsvoorzieningen
r. 40 jaar: onderbouw (zandlaag met drainage) bij kunst(gras)velden en tennisbanen
s. 20 jaar: sporttechnische laag bij kunst(gras)velden en tennisbanen
t. 10 jaar: toplaag bij kunst(gras)velden en tennisbanen
u. 20 jaar: natuurgras(sport)velden
Voorgesteld wordt om de materiële vaste activa met maatschappelijk nut, af te schrijven in maximaal:
b. 20 jaar: reconstructie wegen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-303355.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.