Gemeenteblad van Westland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westland | Gemeenteblad 2019, 302871 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westland | Gemeenteblad 2019, 302871 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland houdende regels omtrent onttrekking, omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte of woningvorming (Beleidsregels onttrekking, omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte of woonvorming Westland 2019)
In de Westlandse woningvoorraad is er schaarste in alle categorieën. Deze druk neemt vooralsnog niet af. Om bovenstaande reden is artikel 21 van de Huisvestingswet 2014 van toepassing op alle zelfstandige woonruimten behorend tot een gebouw in Westland, tenzij dit woonruimte van woningbouwcorporaties betreft gelegen in een actiegebied. Daarmee kunnen de schaarse woningen in Westland beschermd worden tegen (teveel) onttrekking aan de woonvoorraad, omzetting en woningvorming, en kan in alle situaties een evenwichtige belangenafweging plaatsvinden tussen het belang van de aanvrager en het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad en de leefbaarheid.
Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
woonfunctie voor studenten : woonfunctie voor bewoners die zijn ingeschreven aan een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of aan een universiteit of hogeschool als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen a en b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
woongroep : een groep van twee of meer meerderjarige personen die de bedoeling hebben om bestendig, voor onbepaalde tijd, een met een gezinsverband vergelijkbaar samenlevingsverband met elkaar aan te gaan. Een woongroep is georganiseerd in een formele rechtspersoon (opgericht bij notariële akte en met inschrijving bij de kamer van koophandel) en beschikt over een gezamenlijke rekening waarvan de vaste lasten worden betaald. Bij nieuwbouw van een woning voor een woongroep is er sprake van een initiatiefgroep waarvan de leden het recht van eerste bewoning krijgen. Elke vorm van bedrijfsmatige kamerverhuur valt hier niet onder;
In deze beleidsregels wordt een nadere uitwerking gegeven van de regels voor onttrekking, omzetting, of woningvorming, zoals vastgelegd in de Huisvestingswet 2014 en in hoofdstuk 5 van de Huisvestingsverordening Westland 2019.
Een omzettingsvergunning als bedoeld in artikel 21 van de Huisvestingswet 2014 is nodig indien een woonruimte van zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimte wordt omgezet, waarbij bewoning door vier of meer personen plaatsvindt. Dit geldt niet wanneer alle bewoners samen een duurzame gezamenlijke huishouding voeren.
De volgende situaties zijn uitgezonderd van de vergunningplicht tot het aanvragen van een omzettingsvergunning als bedoeld in artikel 21 van de Huisvestingswet 2014:
Bij de aanvraag voor een vergunning, als bedoeld in artikel 21 van de Huisvestingswet 2014 dient een volledige Bibob-toets te worden uitgevoerd. Indien uit de Bibob-toets een negatief oordeel voortvloeit, wordt de vergunning geweigerd.
Artikel 2.5. Volkshuisvestelijke toets
Ingevolge artikel 5:6, tweede lid, van de huisvestingsverordening acht het college van burgemeester en wethouders gebouwen, bevattende woonruimte, met een WOZ-waarde tot € 400.000,-- in principe als een categorie woonruimte die als schaars moet worden beschouwd. Burgemeester en wethouders kunnen per aanvang van een nieuw kwartaal de grenswaarde wijzigen.
Artikel 2.6. Leefbaarheidstoets
Een vergunning, als bedoeld in artikel 5:2, onder b, van de Huisvestingsverordening Westland 2019, kan worden geweigerd vanwege negatieve gevolgen door woningvorming op de leefbaarheid. Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag wordt een leefbaarheidstoets uitgevoerd. Die toets bestaat uit twee delen: een fysieke leefbaarheidstoets en een algemene toets waarin de aspecten van een wijk, buurt of straat met het oog op de leefbaarheid worden gewogen. De twee delen van de leefbaarheidstoets zijn cumulatief.
Artikel 2.8. Algemene leefbaarheidstoets
Clustervorming : Spreiding van woningen waarvoor een vergunning (met name een omzettingsvergunning) is verleend, is wenselijk. Clustervorming binnen bijvoorbeeld delen van straten kan ten koste gaan van de leefbaarheid in die delen van straten. Hier is van belang dat er wordt gekeken naar de aanwezigheid ter plaatse van kamerverhuurpanden en gesplitste woningen. Daarvoor wordt onderzoek in de Basisregistraties verricht. In die registratie wordt nagegaan op welke adressen meer dan twee volwassen personen geen duurzaam gemeenschappelijke huishouding vormen. Als dat het geval is wordt ervan uitgegaan dat sprake is van 'woningdelers'.
Overige relevante factoren rondom de woning : De woning kan gelegen zijn in een gebied waarvoor uit oogpunt van openbare orde specifiek beleid en/of veiligheidsmaatregelen zijn of worden getroffen ter voorkoming van verdere aantasting van het woon - en leefklimaat. Factoren zoals de aanwezigheid van horecagelegenheden, prostitutie, coffeeshops en bij de gemeente bekende probleemgezinnen kunnen mogelijk al tot overlast leiden zodat er vanuit de leefbaarheid geen ruimte bestaat om woningen om te zetten.
Artikel 2.9. Goed verhuurderschap
Als een omzettingsvergunning als bedoeld in artikel 21 van de Huisvestingswet op grond van de volkshuisvestelijke toets en leefbaarheidstoets mogelijk is, worden voorwaarden en voorschriften van "goed verhuurderschap" aan de vergunning verbonden. Er moet voldaan worden aan de volgende voorschriften:
Als niet wordt voldaan aan de voorwaarden en/of er voortdurende en herhaalde overlast is, kunnen Burgemeester en wethouders de omzettingsvergunning intrekken. Voortdurende en herhaalde overlast moet blijken uit meldingen die zijn geregistreerd bij het gemeentelijke Meldpunt Openbare Ruimte, de politie en de buitengewoon opsporingsambtenaren.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders van Westland op 5 december 2019,
Burgemeester en Wethouders van Westland,
de Secretaris,
A.C. Spindler
de Burgemeester,
B.R. Arends
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd:
Huisvestingsverordening Westland 2019 hoofdstuk 5: Wijzigingen in de woningvoorraad
In deze beleidsregels wordt een nadere uitwerking gegeven van de regels voor onttrekking, omzetting, of woningvorming, zoals vastgelegd in de Huisvestingswet 2014 en in hoofdstuk 5 van de Huisvestingsverordening Westland 2019.
In de Westlandse woningvoorraad is er schaarste in alle categorieën. Deze druk neemt vooralsnog niet af. Om bovenstaande reden is artikel 21 van de Huisvestingswet 2014 van toepassing op alle zelfstandige woonruimten behorend tot een gebouw in Westland, tenzij dit woonruimte van woningbouwcorporaties betreft gelegen in een actiegebied. Daarmee kunnen de schaarse woningen in Westland beschermd worden tegen (teveel) onttrekking aan de woonfunctie, omzetting, woningvorming en kan in alle situaties een evenwichtige belangenafweging plaatsvinden tussen het belang van de aanvrager en het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad en de leefbaarheid.
Onder het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad kan naast schaarste ook gedacht worden aan andere belangen, zoals wanneer het verlenen van een vergunning zou kunnen leiden tot een onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het betreffende pand.
De gemeenteraad maakt op basis van de Huisvestingswet 2014 het omzetten van zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimte vergunningsplichtig door middel van een omzettingsvergunning in de Huisvestingsverordening Westland 2019. Een vergunning is vereist wanneer een zelfstandige woning wordt omgezet in vier of meer onzelfstandige woonruimten. Utiliteitsgebouwen (bijvoorbeeld kantoren), nieuwbouw, de sociale huurwoningvoorraad en gereguleerde studentenhuisvestingspanden in beheer bij toegelaten instellingen vallen hier niet onder.
Met de omzettingsvergunning reguleert de gemeente Westland het ombouwen van zelfstandige woningen in onzelfstandige woonruimten (verkamering).
Een omzettingsvergunning wordt alleen verleend als het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad kleiner is dan het met het omzetten gediende belang, en het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad niet door het stellen van voorwaarden voldoende kan worden gediend. Indien de huizenmarktsituatie veranderd kan het college eenvoudig door het wijzigen van deze beleidsregels bijsturen.
De Huisvestingswet 2014 maakt het mogelijk om betreffende de wijzigingen van de woonruimte- voorraad zowel te toetsen op de volkshuisvestelijke - als op de leefbaarheid aspecten.
De volkshuisvestelijke toets reguleert een evenwichtige samenstelling van de woonruimtevoorraad met als doel het beperken van het onttrekken van schaarse woningen. Dit kunnen bepaalde type woningen zijn maar ook woningen in bepaalde prijsklassen.
Volgens de nieuwe Huisvestingswet mag een huisvestingsverordening geen regels voor woonruimteverdeling en toewijzing meer bevatten met betrekking tot koopwoningen. In de verordening worden daarom alleen nog regels gesteld ten aanzien van koopwoningen met betrekking tot de voorraad, dat wil zeggen voor onttrekking, omzetting of woningvorming.
Hoewel in de Westlandse woningvoorraad er schaarste is in alle categorieën, is vooral de druk op betaalbare woningen groot. Om die reden is gekozen om woonruimte met een WOZ-waarde tot
€ 400.000 in principe als schaars te beschouwen. De gemiddelde verkoopprijs in Westland is in de eerste helft van 2019 ca. € 350.000 (bron: NVM-cijfers). In de huidige markt is de verwachting dat de gemiddelde verkoopprijs eerder zal stijgen dan dalen.
Met de leefbaarheidstoets wordt beoordeeld of het verlenen van de vergunning al dan niet een onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu heeft. De leefbaarheidstoets bestaat uit twee onderdelen. In de eerste plaats bestaat de toets uit een aantal fysieke leefbaarheidseisen. Dat zijn eisen die worden gesteld aan de om te zetten of te vormen woning. Als niet aan deze fysieke leefbaarheidseisen wordt voldaan, wordt de vergunning in beginsel geweigerd.
Het tweede deel van de toets is algemeen. Als niet wordt voldaan aan dit algemene deel van de leefbaarheidstoets wordt de vergunning ook afgewezen. De twee delen van de leefbaarheidstoets zijn dus cumulatief.
In het algemene deel van de leefbaarheidstoets worden alle aspecten van een wijk, buurt of straat met het oog op de leefbaarheid gewogen. Dit geldt voor alle soorten vergunningen uit hoofdstuk 5 van de Huisvestingsverordening, maar zal vooral bij een vergunning tot omzetting en woningvorming een rol spelen. De Huisvestingswet 2014 biedt de mogelijkheid om een vergunningplicht in te stellen. Het wijzigen van de woonvoorraad kan negatieve gevolgen hebben voor het karakter van en de leefbaarheid in een buurt. Denk aan een hogere parkeerdruk van auto’s en fietsen, de druk op voorzieningen en de openbare ruimte.
Het toetsen aan diverse criteria leidt ertoe dat er nog in een beperkt aantal gebieden onder voorwaarden gewijzigd mogen worden. Er wordt getoetst op o.a. parkeerdruk, leefbaarheid, en karakter. Bij leefbaarheid gaat het om een combinatie van data zoals kamerbewoningcijfers, leefbaarheidsscores en het oordeel van wijkkenners.
Voor bouwkundige splitsing is over het algemeen ook een omgevingsvergunning nodig. Dat is een bouwtechnische toets, waarbij ook getoetst wordt aan het bestemmingsplan en dus aan ruimtelijke aspecten, waaronder parkeren. Parkeernormen bij wonen zijn vastgelegd in de “Paraplubestemmings-plan parkeernormen” en in de “Beleidsregel parkeernormering gemeente Westland 2018”.
De omschrijving van het begrip goed verhuurderschap heeft betrekking om in de dagelijkse praktijk mogelijke overlast te signaleren en te voorkomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-302871.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.