Mandaatbesluit Beschermd Wonen en Opvang

Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal alsmede de burgemeester van de gemeente Roosendaal ieder voor wat betreft hun bevoegdheden;

 

gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 171 van de Gemeentewet en gelet op artikel 2.3.2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

 

Overwegende dat;

  • -

    dat op 1 januari 2015 de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: de Wet) in werking is getreden, welke gemeenten opdracht geeft zorg te dragen voor maatschappelijke ondersteuning, waaronder mede is begrepen het bieden van Beschermd Wonen en Opvang;

  • -

    dat de constructie met centrumgemeenten en aangesloten regiogemeenten nog tot in ieder geval 1 januari 2021 gehandhaafd wordt;

  • -

    dat aldus de rijksmiddelen voor de uitvoering van Beschermd Wonen en Opvang voor alle betrokken gemeenten in de regio tot in ieder geval 1 januari 2021 nog zullen worden uitgekeerd aan de centrumgemeente Bergen op Zoom (hierna: centrumgemeente);

  • -

    dat de colleges van de regiogemeenten dientengevolge de portefeuillehouder belast met Beschermd Wonen en Opvang van de centrumgemeente mandaat willen verlenen om namens hen besluiten te nemen inzake Beschermd Wonen en Opvang en dat de burgemeesters van de regiogemeenten de portefeuillehouder belast met Beschermd Wonen en Opvang van de centrumgemeente van de centrumgemeente volmacht willen verlenen de gemeenten inzake Beschermd Wonen en Opvang in en buiten rechte te vertegenwoordigen;

 

BESLUITEN:

 

  • 1.

    mandaat te verlenen respectievelijk volmacht te verlenen, inclusief de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat resp. een afgeleide volmacht, aan de portefeuillehouder belast met Beschermd Wonen en Opvang van de centrumgemeente Bergen op Zoom voor de volgende bevoegdheden:

 

  • de collegebevoegdheden in het kader van artikel 2.3.2, 2.3.3 en 2.3.4 van de Wet, indien er sprake is van een behoefte aan Beschermd Wonen of Opvang als bedoeld in de Wet (dit betreft o.a. het ontvangen van meldingen en het doen van onderzoek);

  • de collegebevoegdheden in het kader van artikel 2.3.5 en 2.3.6 van de Wet ten aanzien van het nemen van beslissingen tot (her)indicatie van een maatwerkvoorziening Beschermd Wonen (zowel ZIN als PGB);

  • de collegebevoegdheden in het kader van 2.3.8 tot en met 2.4.4 van de Wet voor zover er sprake is van een beslissing inzake een maatwerkvoorziening Beschermd Wonen;

  • alle collegebevoegdheden in het kader van de verordening maatschappelijke ondersteuning voor zover het een maatwerkvoorziening Beschermd Wonen betreft;

  • de bevoegdheid tot het namens het college voeren van rechtsgedingen (waaronder ook wordt verstaan: een kort geding, de voeging in strafzaken, de instelling van beroep, het doen van een verzoek tot schorsing van een aangevochten beslissing of het aanvragen van een voorlopige voorziening en alle bijbehorende administratieve handelingen), bezwaarprocedures en administratieve beroepsprocedures -of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten- in het kader van Beschermd Wonen en Opvang;

  • de privaatrechtelijke rechtshandelingen inclusief ondertekening namens de regiogemeenten die noodzakelijk zijn om als centrumgemeente het regionale beleid voor wat betreft Beschermd wonen en Opvang uit te kunnen voeren;

  • overige handelingen die noodzakelijk zijn om als centrumgemeente het regionale beleid voor wat betreft Beschermd Wonen en Opvang uit te kunnen voeren.

 

  • 2.

    Deze mandaat- en volmachtregeling betreft alleen besluiten en overige handelingen die passen binnen het wettelijk kader en binnen de beleidskaders die voor Beschermd Wonen en Opvang regionaal zijn vastgesteld.

 

 

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 10 december 2019,

de secretaris, de burgemeester,

Naar boven