Verordening van de raad van Leidschendam-Voorburg regelende de heffing en de invordering van leges 2020 (Legesverordening 2020)

 

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

 

Gelet op:

- artikel 156,eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h;

- artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

- en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;

 

Besluit vast te stellen:

 

De verordening op de heffing en invordering van Leges 2020

 

 

 

Artikel 1 - Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1) dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

Artikel 2 – Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

 

Artikel 3 - Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

 

Artikel 4 - Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

  • c.

    de op basis van Titel 3, hoofdstuk 2 geheel en Hoofdstuk 7 onder 3.7.13 berekende leges voor zover de vergunning wordt aangevraagd voor:

  •  

    • -

      het in behandeling nemen van aanvragen voor het afgeven van een collectevergunning aan erkende goede doelen voor zover deze zijn geregistreerd in het Register goede doelen van het Centraal Bureau Fondsenwerving;

  •  

    • -

      het in behandeling nemen van aanvragen tot het afgeven van een vergunning voor het houden van niet-commerciële activiteiten door organisaties, zonder winstoogmerk, die een cultureel, sociaal of voor de gemeente promotioneel doel nastreven;

  •  

    • -

      het in behandeling nemen van aanvragen tot het afgeven van een vergunning voor zover de vergunning wordt aangevraagd voor kleinschalige, niet-commerciële buurtgerichte activiteiten;

  •  

    • -

      het in behandeling nemen van aanvragen tot het afgeven van een vergunning van niet-commerciële activiteiten van (sport)verenigingen waarbij de behartiging van een sociaal en/of sportief belang voorop staat.

 

Artikel 5 - Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 – Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 – Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 - Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9 – Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 10 – Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een tariefsverlaging betreffen;

  • c.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van het kalenderjaar in werking treedt en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 en 3 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.5 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 5.

      onderdeel 1.8.18 (verklaring omtrent het gedrag);

  • Titel 3:

    • 6.

      onderdelen 3.7.7, 3.7.7.1, 3.7.7.2, 3.7.8 en 3.7.9 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

 

Artikel 11 - Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Verordening op de heffing en invordering van Leges 2019 inclusief legestarieventabel 2019 van 13 november 2018, de 1e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van Leges 2019 van 13 november 2018 en de 2e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van Leges 2019 van 11 december 2018 worden ingetrokken met ingang 1 januari 2020, met dien verstande dat de bepalingen die ingevolge deze verordening zijn gewijzigd van toepassing blijven op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

 

Artikel 12 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de 1 januari 2020.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Legesverordening 2020”.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg

d.d. 12 november 2019.

de griffier, de voorzitter,

mr. G.A. van Egmond, K. Tigelaar

Bijlage Tarieventabel leges, behorende bij de Legesverordening 2020

 

 

 

INDELING TARIEVENTABEL

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen (BRP)

Hoofdstuk 5 Huisvestingswet 2014

Hoofdstuk 6 Leegstandwet

Hoofdstuk 7 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 8 Diversen

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf en restitutie

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8 Sloopmelding

Hoofdstuk 9 Bestemmingsplannen

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Teruggaaf en restitutie

Hoofdstuk 4 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 5 Huisvestingswet 2014

Hoofdstuk 6 Leefmilieuverordening

Hoofdstuk 7 Overig

 

 

TITEL 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een gemeentelijke locatie op:

 

1.1.1.1

Maandag tot en met vrijdag vanaf 08.00 uur tot 16.45 uur

€ 462,15

1.1.1.2

Maandag tot en met vrijdag vanaf 16.45 uur tot 22.00 uur

€ 474,55

1.1.1.3

Zaterdag vanaf 8.00 uur tot 22.00 uur

€ 586,45

1.1.1.4

Zondag vanaf 13.00 uur tot 22.00 uur

€ 611,05

1.1.1.5

Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in Huygensmuseum Hofwijck op:

 

1.1.1.6

Woensdag en donderdag van 10.00 uur tot 12.00 uur

€ 714,05

1.1.1.7

Vrijdag van 10.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 16.00 uur

€ 714,05

1.1.1.8

Zaterdag van 10.00 tot 12.00 uur

€ 862,85

1.1.1.9

Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap buiten de hiervoor met name genoemde locaties op:

 

1.1.1.10

Maandag tot en met vrijdag vanaf 08.00 uur tot 22.00 uur

€ 412,95

 

 

 

1.1.1.11

Zaterdag vanaf 8.00 uur tot 22.00 uur

€ 412,95

1.1.1.12

Zondag vanaf 13.00 uur tot 22.00 uur

€ 412,95

1.1.1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het voor een tweede en volgende keren verzetten van een reservering als bedoeld in de onderdelen 1.1.1.1 tot en met 1.1.1.12

€ 141,55

1.1.1.14

Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot een eenvoudige huwelijksvoltrekking, dan wel een eenvoudige registratie van een partnerschap in het Klant Contact Centrum in Leidschendam:

 

1.1.1.15

Dinsdag en woensdag om 14.00 en 14.30 uur.

€ 148,10

 

 

 

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.2.1

een trouwboekje of partnerschapboekje in geval van een kosteloze huwelijksvoltrekking of kosteloze registratie van het partnerschap

€ 37,60

1.1.2.2

een duplicaat trouwboekje of partnerschapboekje

€ 37,60

1.1.3

Het van gemeentewege zorgdragen voor de aanwezigheid van getuigen bij een huwelijksvoltrekking of registratie van het partnerschap per kwartier per getuige

€ 21,20

 

 

 

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier, ongeacht het resultaat

€ 21,20

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Rijkstarief

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een beschikking waarbij toestemming wordt verleend de lijkbezorging te doen plaatsvinden buiten de daartoe in de Wet op de lijkbezorging gestelde termijn

€ 9,60

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 73,20

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.

€ 55,35

1.2.2

voor een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 73,20

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.

€ 55,35

1.2.3

Van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander worden behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 73,20

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.

€ 55,35

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen.

€ 55,35

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 58,30

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.

€ 30,70

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, die in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 49,85

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 40,65

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen (BRP)

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

 

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking of gewaarmerkt afschrift

€ 15,30

 

1.4.2.2

Indien de aanvraag als bedoeld in 1.4.2.1 via het digitaal loket wordt aangevraagd bedraagt het tarief

€ 11,10

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van informatie per persoonskaart

€ 15,30

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van inlichtingen door middel van een selectie uit de basisregistratie personen per geselecteerd record

€ 0,35

1.4.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring uit de basisregistratie personen

€ 22,00

1.4.6.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken aan ingeschrevene(n) van een afschrift van de gegevens die omtrent zijn/haar persoon zijn opgenomen in de basisregistratie personen

€ 17,40

1.4.7

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen.

€ 3,00

1.4.8

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,20

1.4.9

Tot het verstrekken van een meertalig woon-en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L200).

Gratis

 

Hoofdstuk 5 Huisvestingswet 2014

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.5.1

tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 19,30

1.5.2

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 65,45

 

Hoofdstuk 6 Leegstandwet

1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.6.1.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 22,00

1.6.1.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 22,00

1.6.2

Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.6.1.1 en 1.6.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school, of een kantoor betreffen, worden de in de subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. (Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend).

 

 

Hoofdstuk 7 Verkeer en vervoer

1.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 26,25

1.7.2

tot het verkrijgen van een (digitale) ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, uitsluitend voor zover het betreft artikel 25 van dit reglement, per keer of per mutatie op adres met een geldigheidsduur van vier jaren

€ 53,20

1.7.2.1

tot het verkrijgen van een (digitale) ontheffing (bezoekerspas) als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeerregels en verkeerstekens 1990, uitsluitend voorzover het betreft artikel 25 van dit reglement, per keer of per mutatie op adres met een geldigheidsduur van één jaar.

€ 53,20

1.7.2.2

Tot het verkrijgen van een dagontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor toegang tot het voetgangersgebied Huygenskwartier

€ 6,65

1.7.3.1

Tot het verkrijgen van een Europese gehandicaptenparkeerkaart of een gewestelijke gehandicaptenparkeerkaart

€ 182,65

1.7.3.2

Tot het verkrijgen van een verlenging van een Europese gehandicapten-parkeerkaart of een gewestelijke gehandicaptenparkeerkaart

Dit bedrag wordt verhoogd met een bijdrage in de kosten van een medisch onderzoek en/of dossieronderzoek.

€ 37,25

1.7.3.3

Tot het verstrekken van duplicaten van Europese gehandicaptenparkeer-kaarten of gewestelijke gehandicaptenparkeerkaarten dan wel omzetten of wijzigen van een kenteken in een gewestelijke gehandicaptenparkeerkaart

€ 37,25

1.7.3.4

Tot het verstrekken van een Europese gehandicaptenparkeerkaart of verlenging van een Europese gehandicaptenparkeerkaart bedoeld voor een instelling

€ 37,25

1.7.3.5.

Tot het verkrijgen van een gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart (1e afgifte van de kaart)

€ 182,65

1.7.3.6

Tot het verkrijgen van een gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart (elke volgende afgifte van de kaart)

€ 37,25

1.7.3.7

De bij 1.7.3.1, 1.7.3.2, 1.7.3.6 en 1.7.3.7 vermelde tarieven worden, indien van toepassing verhoogd met de door de keuringsinstantie in rekening te brengen kosten voor het niet verschijnen op een keuringsafspraak en/of voor het brengen van een huisbezoek door de keuringsarts

Kostprijs

1.7.3.8

Tot het verkrijgen van een tijdelijke gehandicaptenparkeerkaart met een geldigheidsduur van ten hoogste drie maanden

€ 23,20

1.7.4.1

Tot het toekennen van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 92,10

1.7.4.2

tot het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats binnen de gemeentegrens

€ 92,10

1.7.4.3

Tot het wijzigen van een onderbord op de gehandicaptenparkeerplaats

€ 37,25

1.7.5

Tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel in artikel 5 van de Wet Personenvervoer (Stb.1987, 175)

€ 20,65

1.7.6

Tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.3 van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg (uitweg- of uitritvergunning)

 

€ 26,25

 

Hoofdstuk 8 Diversen

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1.1

tot het verkrijgen van een vergunning voor de uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in art. 2.11 van de Algemeen Plaatselijke Verordening voor ieder daaraan besteed half uur

€ 47,35

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.8.2.1

Papieren of digitale (gescande) gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per:

 

 

 

 

pagina A-4 formaat

€ 0,55

 

pagina A-3 formaat

€ 0,65

1.8.2.2

Papieren of digitale (gescande) afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.8.2.2.1

per pagina op A4-formaat

€ 0,55

1.8.2.2.2

per pagina op een ander formaat

€ 0,65

1.8.2.2.3

per pagina op A-4 kleurenkopie

€ 1,50

1.8.2.2.4

per pagina op een ander formaat kleurenkopie

€ 2,80

1.8.2.3

Papieren of digitale (gescande) kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.8.2.1 en 1.8.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

 

 

kopieën op A-4 formaat per pagina

€ 2,25

 

kopieën op A-3 formaat per pagina

€ 4,25

 

kopieën groter dan A-3 formaat per stuk voor transparante kopieën wordt op de basisprijs een toeslag toegepast van

€ 8,40

 

tussenkopieën voor eventuele vergrotingen of

€ 3,90

 

verkleiningen per pagina

€ 0,75

1.8.3.1

voor het ophalen van oude materialen en afvalstoffen, per jaar

€ 45,80

1.8.3.2

voor het ophalen van resten van levensmiddelen, per jaar

€ 45,80

1.8.3.3

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 26,25

1.8.3.4

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

 

 

Kostprijs

1.8.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 14,15

1.8.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.8.5.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 41,35

1.8.5.2

een afschrift van de gemeenterekening

€ 41,35

1.8.5.3

een afschrift van het burgerjaarverslag

€ 41,35

1.8.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.6.1

een afschrift van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg

€ 43,85

1.8.6.2

afschriften van exemplaren van de door de DPC vervaardigde boekwerken, nota’s, rapporten e.d. welke meer dan 10 pagina’s tellen en met een maximum aantal pagina’s van 25 per pagina

€ 2,40

 

 

Meer dan 25 pagina’s

€ 4,50

1.8.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.8.7.1

een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.6.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

1.8.7.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,55

1.8.7.1.2

in formaat A3

€ 0,65

1.8.7.2

een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.6.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, voor:

 

 

lichtdrukken A-4 formaat per stuk

€ 9,50

 

lichtdrukken A-3 formaat per stuk

€ 12,35

 

lichtdrukken A-2 formaat per stuk

€ 13,95

 

lichtdrukken A-1 formaat per stuk

€ 24,35

 

lichtdrukken A-0 formaat per stuk

€ 30,15

1.8.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.8.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 26,25

1.8.8.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 2,80

1.8.8.3

een inschrijving in het rijksmonumenten die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet.

€ 26,25

1.8.8.4

het gemeentelijk erfgoedregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 26,25

1.8.8.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet.

€ 26,25

1.8.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

1.8.9.1

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres

€ 0,55

1.8.9.2

het relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

€ 0,55

1.8.9.3

het gemeentelijk adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

€ 0,55

1.8.10

Ter zake van het op verzoek doen van naspeuringen in het gemeentelijk kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier, ongeacht het resultaat

€ 9,50

1.8.11

Tot het verstrekken van inlichtingen omtrent kadastrale, dan wel de plaatselijke aanduiding, per inlichting

€ 47,75

1.8.12

Tot het verlenen van inzage in bescheiden die in het kader van de Wet bodembescherming opgemaakt worden, per adres

€ 28,55

1.8.13

Gegevens bouwarchief:

 

1.8.14

Het raadplegen van het bouwarchief

Gratis

1.8.15

Het tarief bedraagt voor een afschrift of fotokopie van een in het Bouwarchief berustend stuk:

 

 

per kopie A-4 formaat

€ 0,55

 

per kopie A-3 formaat

€ 0,65

 

per kopie groter dan formaat A-3

€ 13,95

1.8.16

Vermeerderd met de kosten van het medium waarop de geselecteerde records moeten worden aangeleverd:

CD-rom, per CD-rom

€ 34,90

1.8.17

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.18

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

Rijkstarief

1.8.18.1

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

Rijkstarief

1.8.18.2

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 5,90

1.8.18.3

voor zover de in deze tarieventabel behorende bij deze verordening vermelde vergunningen, verklaringen, inlichtingen, ontheffingen, fotokopieën enz. worden toegestuurd bedragen de leges minimaal

De aanvrager wordt hiervan vooraf in kennis gesteld.

€ 5,80

 

 

 

 

TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING / OMGEVINGSVERGUNNING

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt 2012,1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom inclusief omzetbelasting), of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden inclusief omzetbelasting en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, inclusief omzetbelasting;

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012

(UAV 2012; Stcrt 2012,1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom inclusief omzetbelasting), of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin inbegrepen en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin inbegrepen;

 

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

€ 177,25

2.2.2

tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:

20 %

 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

 

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.1.1.1

Indien de bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen:

€ 177,25

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 10.000 tot € 25.000 bedragen:

€ 531,80

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 862,70

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 50.000 tot 100.000 bedragen:

€ 1950,00

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 100.000 of meer bedragen:

€ 177,25

 

vermeerderd met 2% van de bouwkosten, met een maximum van € 300.000

 

 

Extra welstandstoets

 

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

€ 177,25

 

Beoordeling bodemrapport

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.1.3.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 177,25

2.3.1.3.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 177,25

 

 

 

Verplicht advies agrarische beoordelingscommissie

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Agrarische beoordelingscommissie nodig is en wordt beoordeeld:

*Kostprijs

 

* De door de gemeente gemaakte kosten voor een advies van de Agrarische beoordelingscommissie

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

150%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

 

Beoordeling aanvullende gegevens

 

2.3.1.6

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 177,25

 

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 177,25

2.3.2.1

Beoordeling Bodemrapport

Onderdeel 2.3.1.3.2 vindt overeenkomstige toepassing tot de in onderdeel 2.3.2.1 bedoelde aanvraag, tenzij onderdeel 2.3.1.3.2 zelf toepassing vindt

 

 

 

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 177,25

 

van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijk afwijking):

€ 442,45

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) en waarbij kostenverhaal niet door middel van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, of anderszins is verzekerd:

 

 

 

Kostprijs*

 

Kostprijs*

De door de gemeente te maken kosten voor: het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing, ruimtelijke randvoorwaarden en/of het vaststellen van een ruimtelijk-planologisch kader, het verrichten en/of het laten verrichten van onderzoeken, met inbegrip van de kosten voor de toets daarvan en de daarbij te volgen procedures, met inbegrip van eventuele bezwaar- en beroepsprocedures, berekend aan de hand van een plankostenscan van de Regeling plankosten exploitatieplan van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

 

 

2.3.3.4

Indien artikel 2.12, eerste lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

€ 565,80

2.3.3.5

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

€ 1131,65

 

 

 

2.3.3.6

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale of nationale regelgeving): van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

€ 2416,10

 

 

 

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

 

€ 2416,10

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.

 

 

 

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

2.3.4

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 177,25

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 440,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) en waarbij kostenverhaal niet door middel van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, of anderszins is verzekerd:

Kostprijs*

De door de gemeente te maken kosten voor: het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing, ruimtelijke randvoorwaarden en/of het vaststellen van een ruimtelijk-planologisch kader, het verrichten en/of het laten verrichten van onderzoeken, met inbegrip van de kosten voor de toets daarvan en de daarbij te volgen procedures, met inbegrip van eventuele bezwaar- en beroepsprocedures, berekend aan de hand van een plankostenscan van de Regeling plankosten exploitatieplan van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

 

 

 

Kostprijs*

 

 

 

2.3.4.4

indien artikel 2.23, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke omgevingsvergunning):

€ 442,45

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 1131,65

2.3.4.6

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale of nationale regelgeving):

€ 2416,10

 

 

 

2.3.4.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 2416,10

 

 

In gebruik nemen of het gebruiken van bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.5

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.

 

€ 238,00

 

 

 

 

2.3.6

 

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

 

€ 177,25

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 177,25

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

€ 177,25

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.3.7.1

Vervallen

 

 

Beoordeling bodemrapport

 

2.3.7.2

Vervallen

 

 

 

 

 

 

 

Aanleggen of veranderen weg

 

2.3.8

 

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo in samenhang met en bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 177,25

 

 

 

 

Uitweg/inrit

 

2.3.9

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 177,25

 

Kappen

 

2.3.10

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

 

 

 

€ 177,25

 

Opslag van roerende zaken

 

2.3.11

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 177,25

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 177,25

2.3.12

Natura 2000 activiteiten

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.

 

 

 

 

 

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 

2.3.13

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.

€ 433,60

 

Andere activiteiten

 

 

2.3.14

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

 

€ 433,60

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 433,60

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

2.3.15

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

2.3.16

Advies

 

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.16.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.16.3

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot een omgevingsvergunning:

Kostprijs

 

2.3.17

 

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.17.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 2425,90

2.3.17.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.18

Gebruiksmelding brandveiligheid

 

2.3.18.1

Vervallen

 

2.3.18.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor een vuurwerkvergunning

€ 433,60

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De vermindering bedraagt:

 

2.4.1.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.1.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.1.3

bij 15 of meer activiteiten:

5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf en restitutie

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking van een aanvraag tot vooroverleg, beoordeling conceptaanvraag omgevingsvergunning of aanvraag van een omgevingsvergunning.

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag tot vooroverleg, beoordeling conceptaanvraag omgevingsvergunning of aanvraag een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.10 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken op verzoek van de gemeente

100%

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

70%

2.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na twee weken en binnen vijf weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

60%

2.5.1.4

indien de aanvraag wordt ingetrokken na vijf weken en binnen acht weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

50%

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor activiteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1. t/m 2.3.10.

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.10, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen twaalf maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt van op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

50%

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor activiteiten, als bedoeld in onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.10.

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.10 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

50%

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf:

 

 

Een bedrag minder dan € 177,25 wordt niet teruggegeven. Dit is niet van toepassing op onderdeel 2.5.1.1.

 

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.

 

2.5.6

Restitutie leges

 

2.5.6.1

Indien de aanvraag tot een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag tot vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges deels in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.10.

 

 

De teruggaaf bedraagt van op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

80%

2.5.6.2

Indien de aanvraag van een omgevingsvergunning, bij indiening ervan, is voorzien van een (erkend) gecertificeerd bouwbesluittoets kan leges in mindering worden gebracht voor het in behandeling nemen van de aanvraag van een omgevingsvergunning. De vermindering voor de volgende Bouwbesluit-onderdelen bedraagt:

 

2.5.6.2.1

voorschriften uit het oogpunt van veiligheid – constructieve aspecten

10%

 

voorschriften uit het oogpunt van veiligheid – brandtechnische aspecten

5%

 

voorschriften uit het oogpunt van gezondheid

5%

 

voorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheid

5%

 

voorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid

5%

 

voorschriften uit het oogpunt van milieu

5%

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€ 177,25

 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 177,25

 

Hoofdstuk 8 Sloopmelding

2.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding

€ 0,00

 

Hoofdstuk 9 bestemmingsplannen

2.9.1

Het tarief voor het inzien van bestemmingsplannen bedraagt;

per informatie per adres

€ 26,25

 

2.9.2

Het tarief voor het wijzigen en/of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening of voor het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, ten behoeve van het realiseren van een functiewijziging, bouwplan en/of andere ruimtelijke ingreep, waarbij het kostenverhaal niet door middel van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening of anderszins mogelijk is, bedraagt:

Kostprijs*

 

* De door de gemeente te maken kosten voor het wijzigen, uitwerken of vaststellen van het bestemmingsplan, met inbegrip van eventuele bezwaar- en beroepsprocedures, berekend aan de hand van een plankostenscan van de Regeling plankosten exploitatieplan van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

 

 

Hoofstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 177,25

 

 

 

 

TITEL 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN

 

 

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 195,70

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 26,25

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 26,25

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning tot het uitoefenen van een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg

€ 77,60

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing tot het na algemeen sluitingsuur geopend houden van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.29 van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg:

 

 

 

 

 

per maand of minder

€ 27,35

 

per jaar of minder, doch langer dan een maand

€ 78,75

3.1.6

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge art. 3 van de Drank- en Horecawet wegens wijziging van leidinggevenden in de zin van art. 1 onder 3o van de DHW, zijnde de natuurlijke persoon, die onmiddellijk leiding geeft aan de uitoefening van het horeca- of slijtersbedrijf (‘de beheerder’).

€ 26,25

 

Hoofdstuk 2 organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg (evenementenvergunning), indien het betreft:

 

3.2.1.1

Een klein evenement op basis van de Algemene plaatselijke verordening artikel 2:25 tweede lid

€ 59,40

3.2.1.2

Een middelgroot evenement zonder uitgebreide procedure op basis van het Uitvoeringsplan evenementen 2010

€ 469,15

3.2.1.3

Een middelgroot evenement met uitgebreide procedure op basis van het Uitvoeringsplan evenementen 2010

€ 764,85

3.2.1.4

Een groot evenement met meer dan 10000 bezoekers

€ 3253,35

3.2.1.5

Een vlooienmarkt als bedoeld in artikel 5.22 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 469,15

 

Hoofdstuk 3 Teruggaaf en restitutie

3.3.1

Teruggaaf als gevolg van een intrekking van een aanvraag evenementenvergunning voor middelgrote en grote evenementen.

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag tot een evenementenvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

3.3.1.1

Indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

70%

3.3.1.2

Indien de aanvraag wordt ingetrokken na twee weken en binnen vijf weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

60%

3.3.1.3

Indien de aanvraag wordt ingetrokken na vijf weken en binnen acht weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

50%

3.3.1.4

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende evenementenvergunning op aanvraag van de vergunninghouder van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

50%

3.3.1.5

Weigering van de aanvraag evenementenvergunning van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

50%

 

Hoofdstuk 4 Prostitutiebedrijven

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

3.4.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2:

 

3.4.1.1

voor een seksinrichting of escortbedrijf

€ 76,40

3.4.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg:

 

3.4.2.1

voor een seksinrichting of escortbedrijf

€ 76,40

 

Hoofdstuk 5 Huisvestingswet 2014

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

3.5.1

tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

€ 26,00

3.5.2

tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

€ 26,00

3.5.3

tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

€ 26,00

3.5.4

tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014

€ 26,00

3.5.5

tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

€ 192,70

 

Hoofdstuk 6 Leefmilieuverordening

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een ontheffing of vergunning als bedoeld in de Leefmilieuverordening

n.v.t.

 

Hoofdstuk 7 Overig

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.7.1

tot het verlenen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening 2010 Leidschendam-Voorburg

€ 23,00

3.7.2

tot inschrijving op de wachtlijst als bedoeld in artikel 4 van het Marktreglement

€ 23,00

3.7.3.1

tot het verkrijgen van een nieuwe standplaats

€ 520,60

3.7.3.2

tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van een standplaats.

€ 130,40

3.7.3.3

tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van een standplaats met een beperkte geldigheidsduur (maximaal acht weken)

€ 26,60

3.7.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.7.5

Tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 26,60

3.7.6

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.7.5 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 26,60

3.7.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

3.7.7.1

voor een periode van drie jaren voor één kansspelautomaat

€ 175,55

3.7.7.2

Indien de vergunning voor twee of meer speelautomaten geldt:

- een basisbedrag van € 102,00

- vermeerderd met het product van het aantal kansspelautomaten die op de vergunning zijn vermeld, een bedrag van

€ 69,90

3.7.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 26,25

3.7.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning)

€ 26,25

3.7.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2.39 van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg.

€ 76,40

3.7.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en als bedoeld in artikel 2.1.5, 2e lid van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg, voor ieder daaraan besteed half uur

€ 47,35

3.7.11.1

Indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

Kostprijs

3.7.11.2

Indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

Kostprijs

3.7.11.3

Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, per half uur per van gemeentewege aanwezig persoon, verhoogd met

€ 47,35

3.7.11.4

Indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met

€ 507,60

3.7.11.5

Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

3.7.12

Indien een begroting als bedoeld in 3.7.11.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

3.7.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 26,25

 

 

 

 

 

 

Naar boven