Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten (Verordening lijkbezorgingsrechten Opsterland 2020)

De raad van de Gemeente Opsterland,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.5 november 2019,

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Opsterland 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • b.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    begraafplaats: de begraafplaats(en) te Beetsterzwaag, Gorredijk, Nij Beets en Tijnje die bij de gemeente in beheer zijn;

  • e.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • het doen verstrooien van as;

  • f.

    particulier kindergraf: een graf op een daartoe speciaal gereserveerd of aangewezen gedeelte van de begraafplaats, bestemd voor het begraven van doodgeborenen, als levenloos aangegeven kinderen en kinderen jonger dan 12 jaar.

  • g.

    particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • het doen verstrooien van as;

  • h.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • i.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen betreffende de begraafplaats¬ en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het begraven van lijken van onvermogenden;

  • b.

    het begraven van lijken, welke door de zorg van de burgemeester worden begraven;

  • c.

    voor het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • d.

    voor het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten, als bedoeld in de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten als bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de toegezonden schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Hardheidsclausule

De heffingsambtenaar kan de bepalingen 2 t/m 8 van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing van die bepalingen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard ten nadele van de belastingplichtige

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening lijkbezorgingsrechten Opsterland 2019' van 10 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2020, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening lijkbezorgingsrechten Opsterland 2020'.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de Gemeente Opsterland van 9 december 2019.

De griffier,

Ieke Zwart

De voorzitter,

Ellen van Selm

Bijlage 1 Tarieventabel 2020 behorende bij de “Verordening lijkbezorgingsrechten Opsterland 2020”

 

Hoofdstuk 1

Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf

wordt geheven:

1.1.1

voor een periode van 20 jaar

2.132,00

1.1.2

voor een periode van 30 jaar

3.122,00

1.2

voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnengraf of

particulier kindergraf wordt geheven:

1.2.1

voor een periode van 20 jaar

914,00

1.2.2

voor een periode van 30 jaar

1.249,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht om asbussen in een door

de gemeente verstrekte urn te plaatsen in een urnengalerij wordt geheven:

1.3.1

voor een periode van 5 jaar

321,00

1.3.2

voor een periode van 10 jaar

510,00

1.3.3

voor een periode van 30 jaar

1.142,00

1.4

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met

10 jaar wordt geheven

1.167,00

1.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2 met

10 jaar wordt geheven

533,00

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 met

5 jaar wordt geheven

258,00

Hoofdstuk 2

Begraven, herbegraven of opgraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon met een leeftijd van

beneden één jaar, wordt geheven

112,00

2.2

Voor het begraven van een lijk van een persoon met een leeftijd van

meer dan één jaar, maar minder dan 12 jaar, wordt geheven

229,00

2.3

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder,

wordt geheven

455,00

2.4

Voor het opgraven of herbegraven van een lijk van een persoon,

ongeacht de leeftijd bij begraven, wordt geheven

2.489,00

2.5

Voor het plaatsen van een asbus in een urnengalerij of in een graf

en voor het verstrooien van de as, wordt geheven

350,00

2.6

Voor een door de gemeente te verstrekken sierurn, wordt geheven

671,00

2.7

Voor een door de gemeente te verstrekken naamplaat op een sierurn,

wordt geheven

312,00

2.8

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in

2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met 75% van de in de leden 2.1, 2.2 en 2.3

genoemde bedragen.

2.9

Onder buitengewone uren wordt verstaan: uren die vallen buiten de uren

van 10:00 uur tot 16.00 uur en uren die vallen op een zaterdag, een zondag,

en op een algemeen erkende feest- of gedenkdag.

Hoofdstuk 3

Grafkelders, graven, grafbedekking en onderhoud

3.1

Voor het stichten van een grafkelder wordt geheven

1.702,00

3.2

Voor het stichten van een gemetseld of uit beton vervaardigd graf

wordt geheven

840,00

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning

voor het plaatsen of aanbrengen van gedenktekens, hekwerken,

afscheidingen, beplantingen enzovoort, op of om:

3.3.1

een enkele grafruimte wordt geheven

40,00

3.3.2

een dubbele grafruimte wordt geheven

61,00

Hoofdstuk 4

Overboeken van een uitsluitend recht

4.1

Voor het overboeken van het uitsluitend recht van begraven en van het

Uitsluitend recht om een urn te plaatsen in een urnengalerij, op naam van

een ander in het daartoe bestemde register, wordt een recht per graf

geheven van:

31,00

Hoofdstuk 5

Overige heffingen

5.1

Voor het luiden van de klok wordt geheven:

38,00

 

 

Naar boven