Verordening afvalstoffenheffing Krimpenerwaard 2020

 

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder “gebruik maken”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

 

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De belasting wordt geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede lid, wordt de belasting tevens geheven ter zake van het aanbieden ter lediging van een 140-liter of een 240-liter minicontainer.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede en derde lid, wordt de belasting tevens geheven ter zake van het ontgrendelen van een inzamelcontainer met behulp van een aan de woning toegewezen middel ten behoeve van het aanbieden van een afvalzak.

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede, derde of vierde lid, wordt de belasting geheven ter zake van het op verzoek op een afgesproken plaats ophalen van afvalstoffen, afkomstig van huishoudens in de gemeente Krimpenerwaard.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 5 Belastingjaar

Voor de belasting die per jaar wordt geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, tweede, derde en vierde lid, wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, vijfde lid, wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 2, tweede lid, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 2, tweede lid, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting, als bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid is verschuldigd bij aanvang van het ter lediging aanbieden van een 140-liter of een 240-liter minicontainer en het ontgrendelen van een inzamelcontainer ten behoeve van het aanbieden van een afvalzak.

  • 6.

    Belastingbedragen van minder dan € 9 worden niet geheven.

  • 7.

    Voor de toepassing van de bepalingen in het derde en zesde lid wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.

  • 8.

    De belasting bedoeld in artikel 2, vijfde lid is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

 

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen een maand na dagtekening van de kennisgeving.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1.

    De Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Krimpenerwaard 2019 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2020, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

 

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing Krimpenerwaard 2020.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op dinsdag 12 november 2019.

de griffier, dr. M-L van Muijen

de voorzitter, mr. R.S. Cazemier

Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing Krimpenerwaard 2020

 

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

 

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

  • 1.1

    De belasting als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de verordening bedraagt per perceel per belastingjaar € 161,05.

  • 1.2

    De belasting als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de verordening wordt geheven naar het aantal aanbiedingen per belastingjaar en bedraagt:

    • 1.2.1

      per aanbieding ter lediging van een minicontainer van 240 liter bestemd voor restafval € 11,45;

    • 1.2.2

      per aanbieding ter lediging van een minicontainer van 140 liter bestemd voor restafval € 6,65;

    • 1.2.3

      Indien er sprake is van een medische indicatie wordt op verzoek van de belastingplichtige het totaal aantal ledigingen van een minicontainer verminderd met het aantal ledigingen boven het aantal van 12.

  • 1.3

    De belasting bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de verordening wordt geheven naar het aantal ontgrendelingen in het belastingjaar en bedraagt:

    • 1.3.1

      per ontgrendeling van een ondergrondse inzamelcontainer met behulp van een toegewezen middel ten behoeve van het aanbieden van een afvalzak € 2,85.

    • 1.3.2

      Indien er sprake is van een medische indicatie wordt op verzoek van de belastingplichtige het totaal aantal ontgrendelingen verminderd met het aantal ontgrendelingen boven het aantal van 36.

  • 1.4

    Van een medische indicatie in de zin van artikel 1.2.3 en 1.3.2 van deze tarieventabel is sprake, indien in een huishouden extra huishoudelijke afvalstoffen ontstaan vanwege een chronische ziekte of een handicap waarbij gebruik van stoma- of incontinentiemateriaal nodig is.

    • 1.4.1

      Voor de toepassing van de vermindering, bedoeld in de artikelen 1.2.3 en 1.3.2 van deze tarieventabel is vereist dat de belastingplichtige een aanvraagformulier indient bij de gemeente Krimpenerwaard, waaruit blijkt dat binnen het huishouden sprake is van een chronische ziekte of een handicap waardoor extra huishoudelijk restafval ontstaat.

  • 1.5

    De belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen bedraagt per aanvraag € 61,56. 

     

     

     

Behoort bij het raadsbesluit van 12 november 2019 tot vaststelling van de Verordening afvalstoffenheffing Krimpenerwaard 2020.

de griffier, 

dr. M-L van Muijen

 

Naar boven