Wijzigingen van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) 2019-06

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist,

Gelezen de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden van 26 september 2019 (TAZ/U201900748 , inzake FLO-overgangsrecht:

nadere aanpassing levensloopsregeling (Hoofdstuk 9e CAR-UWO);

Gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet waarbij de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen en intrekken van de rechtspositieregelingen voor het gemeentelijk personeel en gewezen personeel wordt opgedragen aan het College;

Gelet op het feit dat in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden volledige overeenstemming is en de wijzigingen zoals deze zijn opgenomen in de hiervoor genoemde circulaires van het LOGA daaruit voortvloeien;

Besluiten:

Om de door het LOGA aangekondigde wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden in de circulaire van 26 september 2019 (TAZ/U201900748) per 1 oktober 2019 op te nemen in de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling Zeist overeenkomstig de bijlage bij dit voorstel.

 

Aldus besloten in de vergadering van 26 november 2019.

Het college voornoemd,

de gemeentesecretaris,

dr. H.S. Grotens

de burgemeester,

drs. J.J.L.M. Janssen

Bijlage Wijzigingen in gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling Zeist als gevolg van de circulaire van 26september 2019, TAZ/U201900748 per 1 oktober 2019.  

A. Artikel 9e:2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    • a.

      gemeentelijke levensloopregeling FLO-overgangsrecht: een regeling als bedoeld in artikel 39d van de Wet op de loonbelasting 1964;

    • b.

      instelling: een door de ambtenaar gekozen kredietinstelling of verzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 Wet financieel toezicht;

    • c.

      levenslooprekening: een bij de instelling door de ambtenaar geopende geblokkeerde rekening, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

    • d.

      levensloopverzekering: een bij de instelling door de ambtenaar afgesloten verzekering, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

    • e.

      levenslooptegoed: het tegoed op een levenslooprekening onderscheidenlijk het verzekerd kapitaal;

    • f.

      netto spaarverzekering: de bij Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance afgesloten verzekering met als productnaam "Aanvullingsplan Netto", waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

    • g.

      netto spaarverzekeringstegoed: het tegoed op de netto spaarverzekering;

    • h.

      Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance: het product van Loyalis, speciaal ontwikkeld voor het FLO-overgangsrecht, dat bestaat uit een levensloopverzekering en een netto spaarverzekering;

    • i.

      spaarrekening: de rekening geopend ter vervanging van de levensloopverzekering en de netto spaarverzekering van Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

    • j.

      spaarrekeningtegoed; het tegoed op de spaarrekening;

    • k.

      tranche: de extra salarisproductie aan het eind van het fiscale jaar.

  • 2.

    Met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden houdt het LOGA-pad in dat de   ambtenaar:

    • a.

      moet deelnemen aan Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance en,

    • b.

      de volledige levensloopbijdrage beschikbaar moet stellen om in te leggen in Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance op het moment dat de werkgever deze levensloopbijdrage verstrekt en,

    • c.

      niet tussentijds (vóór het bereiken van de 59- of 60-jarige leeftijd) tegoed opneemt uit Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance tenzij,

      • I.

        het tegoed wordt opgenomen voor de periode als bedoeld in artikel 9b:11 eerste lid onder b respectievelijk 9b:35 eerste lid onder b, of

      • II.

        het tegoed wordt opgenomen voor de periode als bedoeld in artikel 9f:3a

    • d.

      en, uiterlijk voor 1 januari 2022 zijn netto spaarverzekeringstegoed overbrengt naar de netto spaarrekening.

  • 3.

    Het aanwezige bedrag aan levenslooptegoed wordt, als de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 9f:3 ligt op of na 1 september 2021, in 3 tranches overgebracht naar de spaarrekening te weten

    • a.

      een tranche fiscaal jaar 2019 en betreft 1I3e deel van het levenslooptegoed,

    • b.

      een tranche fiscaal jaar 2020 en betreft 1/2e deel van het levenslooptegoed, en

    • c.

      de laatste tranche fiscaal jaar 2021 en betreft het resterende bedrag levenslooptegoed.

  • 4.

    Ligt de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 9f:3 in de periode 1 september 2020 en 1 september 2021 dan wordt het aanwezige bedrag aan levensloop in 2 tranches overgebracht naar de spaarrekening te weten

    • a.

      een tranche fiscaal jaar 2019 en betreft 1/3e deel van het levenslooptegoed; en

    • b.

      de laatste tranche fiscaal jaar 2021 en betreft het resterende bedrag levenslooptegoed.

  • 5.

    Ligt de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 9f:3 in de periode 1 september 2019 en 1 september 2020 dan wordt het resterende bedrag levenslooptegoed op 1 januari 2022 in een tranche fiscaal jaar 2021 overgebracht naar de spaarrekening.

  • 5.

    Voor de toepassing van het derde tot en met vijfde lid wordt ten aanzien van de ambtenaar die het LOGA-pad niet volgt uitgegaan van het tegoed dat hij gehad zou hebben als hij het LOGA-pad wel zou hebben gevolgd (virtuele levenslooptegoed).

  

B. In artikel 9e:13 lid 1 wordt een nieuw sub e toegevoegd:  

  • e.

    de transitie naar de netto spaarrekening bedoeld in artikel 2 lid e.v.

 

Naar boven