Besluit van de raad van de gemeente Nissewaard tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2016 (wijziging van enkele geluidhinderbepalingen)

De raad van de gemeente Nissewaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 januari 2019;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Bestuur van 15 januari 2019;

besluit de volgende verordening vast te stellen:

Tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2016.

Artikel I  

De Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2016 wordt gewijzigd als volgt.

A.

In de Inhoudsopgave wordt 'Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten' vervangen door 'Artikel 4:3 Melding incidentele festiviteiten'.

B.

Artikel 4.1 wordt vervangen door:

Artikel 4:1 Begripsbepalingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • -

    collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden;

  • -

    gevoelige gebouwen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • -

    gevoelige terreinen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • -

    houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;

  • -

    incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen;

  • -

    inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • -

    onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt.

C.

Artikel 4:2 wordt vervangen door:

Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten

  • 1.

    De geluidsnormen, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, en artikel 4:5 gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • 2.

    De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • 3.

    In een aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan het college bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in een of meer delen van de gemeente.

  • 4.

    Het college maakt de aanwijzing ten minste vier weken voor het begin van een nieuw kalenderjaar bekend.

  • 5.

    Als een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, kan het college een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen.

  • 6.

    Tijdens het van toepassing zijn van een collectieve festiviteit, mag het geluidniveau, veroorzaakt door de inrichting, niet meer bedragen dan de norm, die is opgenomen in onderstaande tabel.

 

dagperiode (07.00-19.00 uur)

avondperiode (19.00-23.00 uur)

nachtperiode (23.00-02.00 uur)

LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen

68 dB(A)

63 dB(A)

58 dB(A)

LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

53 dB(A)

48 dB(A)

43 dB(A)

LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen

78 dB(A)

73 dB(A)

68 dB(A)

LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

63 dB(A)

58 dB(A)

53 dB(A)

  • 7.

    De geluidwaarde als bedoeld in het zesde lid is inclusief onversterkte muziek en nog zonder toepassing van de 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie.

  • 8.

    De geluidsnorm, bedoeld in het zevende lid, geldt voor het bebouwde gedeelte van de inrichting en niet voor de buitenruimte.

D.

Artikel 4.3 wordt vervangen door:

Artikel 4:3 Melding incidentele festiviteiten

  • 1.

    Het is een inrichting toegestaan op maximaal 10 dagen of dagdelen per kalenderjaar incidentele festiviteiten te houden waarbij de geluidsnormen, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5, niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.

  • 2.

    Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 10 dagen of dagdelen per kalenderjaar in verband met de viering van incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.

  • 3.

    Het college stelt een formulier vast voor het doen van de melding.

  • 4.

    De melding is gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.

  • 5.

    De melding wordt geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat.

  • 6.

    Ten minste vijf werkdagen voor de aanvang van de festiviteit stelt de houder van de inrichting de direct omwonenden daarvan in kennis.

  • 7.

    Tijdens het van toepassing zijn van een incidentele festiviteit, mag het geluidniveau, veroorzaakt door de inrichting, niet meer bedragen dan de norm volgens de tabel die opgenomen is in artikel 4:2 lid 6.

  • 8.

    De geluidwaarde als bedoeld in het zevende lid is inclusief onversterkte muziek en nog zonder toepassing van de 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie.

  • 9.

    De geluidsnorm, bedoeld in het zevende lid, geldt voor het bebouwde gedeelte van de inrichting en niet voor de buitenruimte.

E.

Artikel 4:5 wordt vervangen door:

Artikel 4:5 Onversterkte muziek

In afwijking van artikel 2.18, eerste lid, onder f, van het Activiteitenbesluit wordt onversterkte muziek tussen 23.00 uur en 08.00 uur niet buiten beschouwing gelaten bij het bepalen van het geluidsniveau van een inrichting.

F.

Artikel 4:6f vervalt.

G.

In artikel 6:1, tweede lid, vervalt '• Artikel 4:6f (geluid door handelingen ten behoeve van werkzaamheden);'.

Artikel II  

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nissewaard op 30 januari 2019,

de griffier,

S.J.M. Mackay

de voorzitter,

G. Veldhuijzen

Naar boven