Besluit van de raad van Woerden tot wijziging van de verordening Jeugdhulp gemeente Woerden 2015

 

De raad van de gemeente Woerden;

 

 

gelezen het voorstel d.d. 12 november 2019 van:

- burgemeester en wethouders

 

gelet op het bepaalde in artikel 147 van de Gemeentewet;

 

 

b e s l u i t:

 

 

Artikel I

Artikel 12 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Woerden 2015 in te trekken.

 

Artikel II

Artikel 12 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Woerden 2015 komt als volgt te luiden:

 

Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen individuele voorzieningen en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet

  • 1.

    Het college informeert de jeugdige en zijn ouders dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een individuele voorziening of pgb zijn verbonden en over de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • 2.

    Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen de jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededelingen van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening of pgb.

  • 3.

    Onverminderd artikel 8.1.4. van de wet kan het college een beslissing aangaande een individuele voorziening of pgb herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:

    • a.

      de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

    • b.

      de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of het daarmee samenhangende pgb zijn aangewezen;

    • c.

      de individuele voorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten;

    • d.

      de jeugdige langer dan twee maanden verblijft in een instelling als bedoeld in de wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet, of

    • e.

      de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden die zijn verbonden aan de individuele voorziening of het pgb, of

    • f.

      de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.

  • 4.

    Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, heeft ingetrokken, kan het college bij dwangbevel geheel of gedeeltelijk het ten onrechte genoten pgb invorderen.

  • 5.

    Een beslissing tot verlening van een pgb kan worden in getrokken als blijkt dat het pgb binnen zes maanden na toekenning niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

  • 6.

    Het college wijst personen aan die zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van rechtmatige uitvoering van de wet alsmede deze verordening, waaronder de bestrijding van misbruik, oneigenlijk gebruik en niet-gebruik van de wet of deze verordening.

  • 7.

    Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een jeugdige of zijn ouders een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 8.1.4, eerste lid, onder a, d, e of f , van de wet.

  • 8.

    Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor de duur van de opname als sprake is van een omstandigheid als bedoel in artikel 12, derde lid, onder d.

  • 9.

    Het college stelt de persoon aan wie het pgb is verstrekt schriftelijk op de hoogte van een verzoek als bedoeld in het zevende of achtste lid.

 

Artikel III

Dit wijzigingsbesluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken.

 

Artikel IV

Dit wijzigingsbesluit treedt met ingang van 1 januari 2020 in werking.

 

 

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woerden in zijn openbare vergadering, gehouden op 4 december 2019

De griffier, De voorzitter,

drs. M.J.W. Tobeas V.J.H. Molkenboer

Naar boven