Gemeenteblad van Zoeterwoude
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zoeterwoude | Gemeenteblad 2019, 3000 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zoeterwoude | Gemeenteblad 2019, 3000 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude houdende regels omtrent financiën maatschappelijke ondersteuning Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude 2019
Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget maatwerkvoorzieningen
Artikel 1. Maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke ondersteuning luiden per periode van vier weken:
(*) Om hoogte van het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke ondersteuning basis en basis intensief per 2019 (minimaal) gelijk te laten zijn aan 2018 wordt - positief afwijkend van de verordening - bij het tarief non-professional een percentage van 59% (in plaats van 55%) en bij het tarief professional ZZP een percentage van 74% (in plaats van 70%) gehanteerd.
Artikel 2. Maatwerkvoorziening Begeleiding individueel
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel luiden per periode van vier weken:
Artikel 4. Additionele tarieven per dagdeel en per uur
Indien met de in artikelen 1, 2 en 3 genoemde bedragen niet het gewenste resultaat bereikt wordt binnen de maximaal gestelde omvang in uren kan, op basis van individueel maatwerk, tot een oplossing worden gekomen. Hiervoor worden de tarieven verhoogd met de volgende tarieven per uur/dagdeel:
(**) Bij huishoudelijke ondersteuning speciaal en Thuisondersteuning is voor het tarief non-professional en het tarief professional ZZP aangesloten bij het tarief van Huishoudelijke ondersteuning basis. Bij Huishoudelijke ondersteuning basis is gekozen voor een tarief vergelijkbaar met 125% van het wettelijk minimumloon.
Artikel 5. Bedragen persoonsgebonden budget voor overige maatwerkvoorzieningen
(#) Bij de maatwerkvoorzieningen kindverzorging en maaltijdvoorziening is, vanwege de op handen zijnde aanbesteding, aansluiting gezocht bij de additionele tarieven voor huishoudelijke ondersteuning speciaal omdat dit product wat betreft inhoud het meest aansluit bij de genoemde maatwerkvoorzieningen.
Artikel 6. Bedragen persoonsgebonden budget bij koop en huur van hulpmiddelen
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel en scootmobiel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf inclusief standaard fabrieksopties en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering. Het persoonsgebonden budget voor aanschaf, verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode bedraagt ten hoogste:
Indien de cliënt het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een hulpmiddel ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde bedrag, gedeeld door het aantal gebruiksjaren (voor een hulpmiddel betreft dit 7 jaar).
Indien een cliënt verhuist of overlijdt binnen de periode van de in lid 2 genoemde gebruiksjaren wordt de restwaarde van het hulpmiddel teruggevraagd. De restwaarde van het hulpmiddel wordt als volgt bepaald:
Artikel 7. Vrij besteedbaar bedrag
Conform artikel 14.7 van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2018 kan de cliënt gebruik maken van een vrij besteedbaar bedrag ten behoeve van de in de beleidsregels benoemde onderdelen.
Het vrij besteedbaar bedrag bedraagt maximaal € 240,00 per kalenderjaar. Het vrij besteedbare bedrag dat gemeld wordt aan de cliënt, is afhankelijk van de duur van de budgetperiode. Het vrij besteedbare bedrag wordt berekend vanaf de eerste dag van de maand van ingang van de budgetperiode tot en met de laatste dag van de maand van einde van de budgetperiode.
Hoofdstuk 2 Bedragen voor vervoer
Artikel 8. Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
De vergoeding voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) is gebaseerd op een kilometerprijs van € 0,28 en bedraagt op jaarbasis:
Het vrij besteedbaar bedrag kan alleen aangewend worden voor ritten waarbij de inwoner waaraan de voorziening verstrekt is daadwerkelijk in de auto verplaatst is.
Het vrij besteedbaar bedrag kan alleen aangewend worden voor ritten in de directe woonomgeving, overeenkomstig maximaal 25 kilometer enkele reis (= 5 zones).
Personen die een (maatwerk)voorziening ontvangen in de vorm van het CVV moeten een bijdrage betalen in het CVV in de vorm van een opstaptarief en een tarief per zone Dit tarief bedraagt € 0,78 per zone voor personen jonger dan 65 jaar en € 0,51 voor personen ouder dan 65 jaar.
Artikel 9. Vergoedingen maatwerkvoorzieningen vervoer en verhuiskostenvergoeding
De vergoeding voor verschillende maatwerkvoorzieningen voor vervoer bedragen op jaarbasis maximaal:
De hoogte van de bedragen wordt voor aanvragers tot 16 jaar gesteld op een percentage van de in het eerste lid genoemde bedragen:
Voor zover partners beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) en tenminste één van hen geen gebruik kan maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.
Partners zijn personen die meerderjarig zijn en getrouwd of geregistreerd partner zijn of een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting hebben afgesloten of allebei op hetzelfde adres staan ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente of in een vergelijkbare administratie buiten Nederland.
Voor zover partners beide geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV wordt aan hen ieder maximaal toegekend:
Voor zover partners beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV, en één van hen kiest voor de tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen auto, wordt aan ieder van hen maximaal 50% toegekend van het maximumbedrag voor het gebruik van de eigen auto.
Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kan het aantal zones met 50% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet.
Hoofdstuk 3 Bijdrage in de kosten van een voorziening
Artikel 11. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
De persoon, aan wie een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is verleend, is een bijdrage verschuldigd.
De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het van toepassing zijnde Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan:
De termijn van de inning van bijdrage voor een maatwerkvoorziening is:
De inning van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening stopt te allen tijde bij het overlijden van belanghebbende of bij beëindiging van de maatwerkvoorziening.
De persoon aan wie een maatwerkvoorziening in de vorm van een tegemoetkoming is verleend, is geen bijdrage verschuldigd.
Artikel 12. Hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage maatwerkvoorzieningen
De bijdrage, als bedoeld in artikel 12a lid 1 van de Verordening 2019, voor maatwerkvoorzieningen in natura (met uitzondering van de voorzieningen Beschermd wonen) bedraagt, conform artikel 3.1 lid 2 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, maximaal € 17,50 per periode van vier weken.
De bijdrage, als bedoeld in artikel 12a lid 1 van de Verordening 2019, bedraagt voor de maatwerkvoorzieningen voor Beschermd wonen en Beschut wonen:
De bijdrage, als bedoeld in artikel 12a lid 1 van de Verordening 2019, voor de maatwerkvoorziening vervoer in natura bedraagt voor:
De maximale bijdrage, als bedoeld in artikel 12a lid 1 van de Verordening 2019, voor een woonvoorziening in natura, in de vorm van een traplift, bedraagt voor:
De bijdrage op het persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel en begeleiding groep geleverd door een professional (ZZP dan wel Instelling ) is maximaal 38% van het verstrekte (jaar)budget. Dit percentage is overeenkomstig de bijdrage die bij een in natura verstrekking van de maatwerkvoorziening begeleiding individueel speciaal maximaal betaald wordt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-3000.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.